Gepost op donderdag 25 november 2004 - 06:49 pm: |
|
| Beneveling
Beneveling.
Hmm, een gezellig geroezemoes bij Caprichio’s, maar geen moeder te bespeuren. Een glas wodka en een tafeltje met uitzicht op de voorbijbenende, exotisch ogende kelner konden het wachten enigszins verzachten. Heerlijk loom wordend en verder vrij onverschillig blikte ze rond, keek ze onbeschaamd de mensen aan. Wat maakte het nu immers nog uit? Ze was weer alleen en van niemand meer, eenzamer kon haast niet. En die ober, hoe aardig hij er ook uit mocht zien, dat broekie had geen kaas gegeten van vrouwen onderwerpen, dat zag je alleen al aan hoe hij trillend haar glas neerzette toen ze hem duidelijk keurend opnam. Wodka ja, ’s middags al, maar goed, ten eerste had een mens zoiets nodig voor een preek van moederlief, en ten tweede is het altijd wel ergens ter wereld tijd voor een glas wodka. Vrijwel alle mannen die haar pad gekruist hadden, omschreven haar met termen zoals als ‘zelfzeker', 'doelgericht' en 'sterke persoonlijkheid’, en wie ‘in het milieu’ zat, sprak zelfs over 'dominant'. Telkens weer was dit een prima test. Oh ja, ze gedroeg zich dominant, eigenzinnig, bediende zich van een watervlugge retoriek, spitsvondigheden, en om het compleet te maken probeerde ze hen verbaal schaakmat te zetten. Kon ze dan geen gezag aanvaarden, was ze dan niet écht onderdanig zoals menigeen wel eens beweerde? Onderdaniger dan zij vond je ze bijna niet. Eenmaal ze zich gegeven had weliswaar. Elk woord dat ze met hen wisselde was een test. Zoveel mannen, zoveel zogenaamde dominante types, zoveel kerels die niet eens voor zichzelf konden denken, laat staan voor haar. Nee, hij moest minstens even intelligent zijn als zijzelf, liefst nét iets meer, zodat ze ‘op haar tippen’ moest gaan staan, alert moest blijven, moeite moest doen om hem te behagen. Geen plezier in wat je zomaar in de schoot geworpen wordt, niet zij. Maar tussen deze schijnbaar hopeloze queestes in, werd ze ook wel eens overvallen door eenvoudige geilheid. En die nam de laatste tijd wel zorgwekkende proporties aan, bedacht ze terwijl ze constateerde dat haar glas leeg was. Ze hoefde de ober zelfs niet te wenken. De hele tijd had hij vanuit zijn ooghoek gekeken of ze nog wat wenste. Zo druk en toch zoveel aandacht voor één klant…als zij zijn bazin zou zijn… Waar bleef moeder trouwens? Hier zat ze op de middag zo’n beetje een dialoog met zichzelf te voeren, stilaan lichtelijk beneveld te worden, terwijl ze net nog niet eens zin had haar bed uit te komen, en net diegene die erop aangedrongen had, liet zich niet zien, fraai was dat. Haar mobieltje beantwoordde haar in gedachten gestelde vraag. “Dag lieve, met ma.” “Ja moeder, dat zie en hoor ik ook wel, waar ben je in ’s hemelsnaam? Ik zit hier niet voor mijn …” “Sophie, ten eerste, wees blij dat je nog eens buiten bent…” “Jaja ma, ben ik ook, enorm, heerlijk is het hier, dank je wel voor deze fabuleuze middag in deze grijsheid.” “Lieve kind toch, waarom altijd zo bitter? Maar goed, ik heb gewoon autopech…nou ja…ik ben zonder benzine gevallen, je vader…” “Ma, het is toch niet te geloven!” Het was al de tigste keer dat haar dit overkwam, en telkens was het de schuld van pa die zogezegd niet wezen tanken was… “Je ziet maar ma, ik ga in elk geval naar huis, ik hoor het wel wanneer je er bent.” “Eh, kindje lief, dat gaat niet. Zie je, ik had eh…gezelschap mee.” “Gezelschap ma?” “Nou ja, ik ken een aardige jongen..het is te zeggen, het is de zoon van die pianolerares waarbij je opgestapt bent en…” Altijd die stille verwijten. “En wat moeder?” “Nou ja, ik had hem gebeld, en hij zou ook komen, dus je kan nu echt niet naar huis. Iemand moet er toch zijn wanneer hij komt?” “’Hij’? Wie is ‘hij’ dan?” Zuchtend vervolgde ze dat ze écht niet zou gaan zitten wachten op zo’n stuntelige knul met een brilletje die nog nooit een vrouw van dichtbij gezien had. “Nee Sophie, het is echt een aardige jongen, toe nou.” Waarop er een man een tafeltje of twee verder subtiel doch zelfzeker glimlachend zijn hand naar haar opstak. Ze moest door die wodka nogal luidruchtig geweest zijn. Zij weer. Zucht. “Het is goed ma, ik denk dat ik ‘m zie, tot straks.” En er fluisterend aan toe voegend “Dit is echt de laatste keer geweest.” Ongedwongen glimlachend klopte de man op haar tafeltje, de idioot. “En u bent?”, vroeg ze uit de hoogte terwijl ze zijn hand bekeek als een hinderlijk insect dat haar territorium betrad. “Johan Dutré, aangenaam”, het insect stak zijn poot naar haar uit. Eigenlijk was het insect allesbehalve onaantrekkelijk, maar de wodka steeg haar naar het hoofd. Met een nadrukkelijk gebrek aan enthousiasme beantwoordde ze min of meer zijn groet. “Sophie, maar dat wist u al.” Ach, zoontje van een pianolerares, vast weer zo’n geflopt, middelmatig talentje dat nu tegen zijn zin les geeft aan amuzikale, puisterige kinderen van ouders met een goedgevulde portefeuille. Vreselijk. “Het spijt me dat ik uw gesprek hoorde juffrouw, ik ben de man waarmee uw moeder afgesproken had, het is te zeggen, we zouden elkaar hier alledrie ontmoeten en…tja...ik besef dat het een vreemde situatie is, maar het is zo’n aardige vrouw en ze heeft mijn moeder al vaak geholpen, ik kon haar dit moeilijk weigeren.” “Je bedoelt dat…dat ze zitten zeuren heeft? Denkt ze dat ik zo wanhopig ben? Ik heb geen hulp nodig dankjewel…” “Juffrouw, het spijt me maar…” “Het spijt je? Ben je een beetje aan de trage kant of zo? Zoontje van een pianolerares, ha, wat een duffe boel.”, en dan wenkend naar de ober “Nog een glas alsjeblieft, en een koude chocolademelk voor meneer hier. Hebt u daar ook een rietje bij?” Nerveus glimlachend, beseffend dat zijn object van adoratie tekenen van aangeschotenheid begon te vertonen, haastte de ober zich weg, hopend dat het heerschap dat bij haar gaan zitten was, haar zou kunnen kalmeren. Ach, die moderne grieten ook, nooit was het goed, en tegenwoordig schaamden ze zich zelfs niet om op klaarlichte dag beschonken te worden en zich aan te stellen. Ha, die kelner kende nu tenminste z’n plaats. Zelfgenoegzaam rekte Sophie haar lome lichaam uit. “Geniet je hiervan, of is het compensatiegedrag?”, klonk het plots bloedernstig naast haar. “Waarover heb je het in hemelsnaam?” “Dat gesar van je, dat overduidelijke uitdagen en vragen om aandacht, dat testen.” Ze keek hem opnieuw aan en kneep haar ogen tot spleetjes. “Goh, wat een inzicht zeg, meneer-zoontje-van-de-pianojuf." “Defensief. Compensatiegedrag dus. Niks nieuws maar niettemin intrigerend. Op saaie momenten wordt alles intrigerend weet je. Zelfs aanstellerijen van wichtjes.” Net toen ze hem beledigd van repliek wou dienen, kwam de ober met de drankjes als een schaduw tussen hen gegleden, hopend hen niet te storen. Ruziënde koppels konden lelijke scènes veroorzaken wist hij. Gelukkig was dat niet haar stijl. “Oh ober?” “Ja meneer?” “De chocolademelk is voor haar.” Haar ogen vatten vuur terwijl de man gedwee de drankjes omwisselde. “Enne, zo kan het meisje niet drinken.” Grijnzend gaf hij gehoor aan het onuitgesproken verzoek van de man en liet het rietje in het flesje glijden. Net goed, dan kreeg die meid misschien wat minder kapsones. Met een knik van verstandhouding naar de heer, beende hij weer weg. “Je denkt toch niet dat ik dit walgelijke goedje ga opdrinken he?” Zonder dat ze het zelf wist, klonk er in haar stem niet alleen woede en een beledigd-zijn, maar tevens een stille uitnodiging: onderwerp mij, verplicht me alsjeblieft deze chocolademelk op te drinken. Gelukkig was ze zich daar niet van bewust, dacht hij, daarvan zou ze alleen nog maar bozer worden. Ach goed dan, waarom tenslotte niet, met dit trutje zou hij nog flink wat plezier kunnen hebben. Hij nipte van de wodka en keek haar vervolgens strak aan. “Drink.” Glimlachend, denkend hem te slim af te zijn zei ze “Oké” en nam overdreven vrolijk zijn glas. Als een roofdier op de loer, greep hij geruisloos haar onderarm en klemde deze stevig tussen zijn vingers. “Dat doe je niet nog een keer” sprak hij, terwijl hij zijn duim pijnlijk hard op een pees in haar onderarm duwde en haar blik gevangen hield.
"Sta op", sprak Hij, "opdat je voor Me kan knielen."
|
|
Marny
Bevlogen lid Inlognaam: Marny
Bericht Nummer: 89 Aangemeld: 06-2004
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op donderdag 25 november 2004 - 08:08 pm: |
|
Een sub is niet onderdanig |
Oh, hoe herkenbaar. Helemaal jij Anima. Hersens zeggen nee, lichaam wil zo graag ja. Grote mond, klein hartje als het er op aankomt. Ik kan haast niet wachten op deel 4. knuffie Marny
Soms mag een fantasie een fantasie blijven.
| |
nachtvlinder
Nieuw lid Inlognaam: Nachtvlinder
Bericht Nummer: 3 Aangemeld: 11-2004
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op donderdag 25 november 2004 - 08:27 pm: |
|
Herkenbaar??? |
Vul de naam nachtvlinder in en het verhaal beschrijft mij precies. Het was gewoon eng om te lezen dat m'n gevoelens precies hetzelfde zijn..... alleen jammer dat ik nog niet tegen de juiste man opgelopen ben die mij durft en kan temmen.... Net als Marny wacht ik vol ongeduld op het vervolg, laat het alsjeblieft niet te lang duren... gr nachtvlinder
|
anima
Bevlogen lid Inlognaam: Anima
Bericht Nummer: 55 Aangemeld: 08-2004
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op donderdag 25 november 2004 - 09:40 pm: |
|
Dank. |
Dank jullie, het is fijn om te 'horen' dat het er staat zoals het bedoeld is, want dat is bij mij niet altijd het geval. Maar eh, hoezo 'grote mond' Marny? Wie, wat, waar? Nachtvlinder, ik kan alleen maar zeggen 'dat het zal gebeuren als de tijd rijp is', maar dat slaat dan weer nergens op, want vaak (lees: meestal) weet ik het ook niet. Ik kan je alleen maar moed en warmte toewensen. Dat vervolg komt er zodra mijn brein voldoende 'inspiratie' vindt/opdiept. *Ahum* Liefs voor beiden, Anima.
"Sta op", sprak Hij, "opdat je voor Me kan knielen."
| |
Ghostwriter
Beginnend lid Inlognaam: Ghostwriter
Bericht Nummer: 6 Aangemeld: 11-2004
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op donderdag 25 november 2004 - 10:22 pm: |
|
Bedoeld of niet... |
Je verhalen wekken bepaald niet de indruk dat ze niet zo neergeschreven zijn als ze bedoeld zijn, hoor Anima. Of, als ze niet zo bedoeld zijn, zijn ze toch nog zó neergeschreven dat het lijkt alsof ze zo bedoeld zijn. Als je begrijpt wat ik bedoel. Enniewee, ik hoop niet dat je je nu vastgeschreven hebt... want nu wil ik het ook weten... Smurfs, GW
|
|