Gepost op woensdag 19 oktober 2022 - 03:04 pm: |
|
|
waarin de Directeur en zijn visie ruimschoots aan de orde komt
De plaats was de directiekamer van het Instituut voor Discipline Onderzoek & Advies. Het was het meest imposante vertrek in het grote oude gebouw en was met grote zorg gerestaureerd. Opvallend waren de gelambriseerde wanden en het fraaie stucwerk plafond. Het was dezelfde ruimte waar Moniek en haar echtgenoot door de Directeur ontvangen waren. Nu echter waren de grote ramen verduisterd en waren op enige afstand van het grote bureau een twintigtal stoelen geplaatst. Ze werden bezet door heren van verschillend pluimage: jong en oud, druk in gesprek of afwachtend. Allen hadden ze één ding met elkaar gemeen: het ‘bezit’ van een door het Instituut onderzochte slavin. Voorzichtig waren ze gepolst of ze geïnteresseerd waren in het Aspirant-Lidmaatschap van het Genootschap van Eigenaren, waarbij het woord ‘eigenaren’ met een knipoog werd genoemd. En zo ja, of ze dan uitgenodigd wilden worden voor een lezing over dat Genootschap door de directeur van het Instituut? Opvallend hoe vaak die knipoog alleen al voldoende was. Toen de Directeur zijn intrede deed klonk dan ook een beschaafd applausje. Hij nam plaats achter het bureau. Keek de aanwezigen goedkeurend aan en begon aan zijn verhandeling. “U bent hier allen aanwezig omdat u interesse hebt getoond in het Aspirant-Lidmaatschap van het Genootschap van Eigenaren. Dat u weet dat het eigendom hier slavinnen betreft. En dat alleen al dat naakte feit voor u voldoende motivatie vormt om dat lidmaatschap te ambiëren. Het is duidelijk dat u hier vanavond graag wilt horen wat dat illustere Genootschap dan wel behelst, of u aspirant lid kunt worden en wat daarvoor dan de procedure is. Om met die laatste vraag te beginnen: u wordt na deze lezing in staat gesteld om een aanvraag te doen. En op die tweede: de voorwaarde voor het aspirant lidmaatschap is dat u een meester-slavin relatie heeft waarvan de slavin succesvol is opgeleid door het Instituut voor Discipline Onderzoek & Advies, dan wel succesvol de Kostschool voor Moeilijk Opvoedbare Meisjes heeft afgerond, dan wel beide. En uzelf aan de vanzelfsprekende eisen van betrouwbaarheid voldoet.” Die laatste opmerking maakt hij bewust terloops. Want daarover wilde hij het vanavond beslist niet hebben. Dat was zaak voor de toelatingscommissie en daar hield hij zich verre van. “Zowel het Instituut als de door mij genoemde Kostschool zijn hier gehuisvest. U,” en hij keek daarbij de aanwezigen nadrukkelijk aan, “hebt reeds kennisgemaakt met het Instituut. Toch wil ik hier kort ingaan op wat het Instituut in eerste instantie beoogt: het onderzoeken van de disciplinaire mogelijkheden van een vrouw. Of in andere woorden: heeft zij het in zich om slavin te worden. Het is het terrein waarop we een voortrekkersrol vervullen, waarop we zelfs, mag ik wel zeggen, als Instituut het ongewilde monopolie bezitten. Als enig mij bekend instituut hebben wij ons namelijk toegelegd op het nauwkeurig en uitgebreid onderzoeken van de wensen van de opdrachtgever en de mogelijkheden van diens pupil. In mijn verhaal vanavond zal ik met name dieper ingaan op dat laatste aspect. Maar u dient beslist niet de complexiteit te onderschatten van het onderzoek wat wij verrichten naar de wensen van de opdrachtgevers. Ook dat onderzoek is van groot belang. Want zodra wij twijfelen aan de oprechtheid van onze geachte cliënt, of diens ethiek, verbreken wij onmiddellijk het contact. Maar in de eerste plaats zijn wij als Instituut dus gericht op het onderzoek naar de mogelijkheden van de vrouw. Welke mate van vernedering en straf past bij haar, en hoe en wanneer? Maar ook: hoe opstandig kan ze zijn en hoe gedwee? En bovenal: waarin vindt zij haar grootste bevrediging?” Enig ongenoegen in de zaal was nu voelbaar. Hoezo is de bevrediging van een slavin van belang? Zij waren de eigenaren van een slavin. Zij dienden te bepalen... “Ik zie uw verontwaardiging. Hoezo heeft een slavin iets in te brengen? Laat staan dat er rekening gehouden wordt met wat zij fijn vindt? Tsja heren, ik moet u teleurstellen: we leven niet meer in de tijd van slavernij. Een slavin wordt niet als slavin geboren. Een slavin kiest ervoor slavin te zijn. En wat uw heimelijke verlangens ook mogen zijn: ze kan er altijd voor kiezen dat niet meer te zijn. Wij als Instituut kunnen niet toestaan dat een meisje onder dwang opgenomen wordt.” De aanwezigen lachten besmuikt. Het was duidelijk dat een aantal van hen dat inderdaad in gedachten had. Want hoe aanlokkelijk was het niet om voor hun eigen slavinnetje die vrijwilligheid te omzeilen? Of zeg maar gerust: af te schaffen... “Waar het om gaat bij de feminine postpuberale opvoeding,” wat een prachtige term, dacht hij even, ‘feminine postpuberale opvoeding’, die moet ik onthouden, “is het zoeken naar het evenwicht tussen het maximale wat een vrouw wil en kan verdragen, zowel geestelijk als lichamelijk, en wat haar dominant haar wil opleggen. Maar is dat evenwicht gevonden, dan is het opleiden zelf een kleinigheid. Wat niet wil zeggen dat wij dat opleiden niet belangrijk vinden. Integendeel. Dat dient vakkundig en op professionele wijze plaats te vinden. Door ons Instituut middels haar Internaat. Het is niet voor niets dat het voor het Genootschap voorwaarde is voor het lidmaatschap. Maar er is nog een bijkomend voordeel: vrouwen die door ons zijn opgeleid, komen altijd ook in aanmerking voor het vervolgonderwijs op ons Internaat. Of bijspijkercursus. Of strafopname. Ja zeker, ook strafopname, zodat op dat moment het Instituut voor hen verwordt tot Strafinternaat.” De heren keken verbaasd op. Had de Directeur immers niet betoogd dat zijn Instituut voor Discipline Onderzoek & Advies juist geen strafinternaat was? “Verwordt, inderdaad, u hoort het goed. Maar mocht u daarvoor plannen hebben en uw meisje alleen op het internaat te willen plaatsen als straf... dan moet ik u helaas uit uw droom helpen.” De aanwezigen lachten heimelijk. Althans enkele daarvan. Het was duidelijk dat zij juist dat in gedachten hadden... “Maar reeds door ons opgeleide meisjes opnieuw opnemen op het Internaat? Dat heeft zeker ook zijn charmes. Ik moet zeggen dat ik mij er persoonlijk altijd op verheug zo’n meisje dan steeds weer verder te voeren. Dat ze meer kan verdragen dan ze beseft. En erkent dat dit het was wat ze nodig had. Voor mij voorwaarde om er zelf van te kunnen genieten. Wat ik doe, dat wil ik wel toegeven. En daar schaam ik mij niet voor. Integendeel: daar ben ik trots op.” Nu kreeg de Directeur volop bijval. Een voorzichtig applaus zelfs. Hier geen schijnheiligheid meer. Geen: het doet mij meer pijn dan jou... “Maar het mag nooit ten koste gaan van het welzijn van het meisje in kwestie. Niet binnen onze klantenkring. Laat staan op ons Instituut, ons Internaat en onze Kostschool. Wij zijn geen sadisten.” Aan de reactie van een enkeling onder de aanwezigen was de twijfel voelbaar of zij wel tot die klantenkring toegelaten zouden worden. Zelf waren ze er in ieder geval trots op om sadist genoemd te worden. Zeker door hun slavin... “De wens om slavin te zijn. De wens om zich over te geven aan haar Meester. Aan hem gehoorzaam te zijn. En hem daarmee niet alleen het recht te geven haar te straffen als ze daarin faalt, maar ook de plicht. Pas dan is ze een echte slavin.” Hij zweeg even om zijn punt te benadrukken: wat een echte slavin hoort te zijn. Tot zijn genoegen zag hij hen alom instemmend knikken. Dit is wat zij wilden. Van hun eigen vrouw. Hun eigen meisje. Hun eigen slavin. Hiervoor waren ze gekomen. En daarmee verschoof hun motivatie van Lid worden van het Genootschap van Eigenaren naar de opleiding door het Instituut voor Discipline Onderzoek & Advies. “Een echte slavin. Een echte slavin wordt geboren wanneer ze breekt. Haar verzet is verdwenen. Ze weet dat er voor haar niets meer is dan dat: zijn eigendom zijn. Maar waaruit bestaat haar weerstand, waar ligt dat breekpunt voor haar? Dat zijn de vragen die gesteld moeten worden en waarop het Instituut antwoord kan geven. Dat kan pijn zijn. Of straf. De angst voor straf. De vernedering gestraft te moeten worden. Het gevoel gefaald te hebben, aantoonbaar gefaald, ook in de ogen van haarzelf. Voor anderen is het juist het vernederd worden zelf. Een preek, in de hoek moeten staan, zich voor hem moeten uitkleden, zelf haar zonden moeten opbiechten. Soms zelfs voor de ogen van haar vrienden, haar familie, onbekenden, toeschouwers. Maar welk breekpunt past bij welke slavin?” Tsja, als je het zo bekeek. Eigenlijk zouden ze graag alles zelf willen uitproberen op hun slavin-to-be. Het Instituut wist zich goed te promoten. Iets wat gemakkelijk leek, moeilijk maken... Maar ook hier misleidde hij zijn publiek. Hij had nog nooit een slavin gebroken. Noch had hij de ambitie om dat te willen. Integendeel. Hij verlegde haar grenzen, dat wel. Grenzen waar ze zelf tegen aanliep. Maar breken? Maar breekpunt klonk zo mooi, dat hij het graag bleef gebruiken. Als metafoor... “Dat breekpunt vinden is het ultieme doel van ons onderzoek. Als dat omarmd is door zowel haarzelf als haar Meester is haar waarachtige overgave het resultaat. Dan zijn vaak slechts een paar woorden van haar Meester nodig om die staat van overgave opnieuw weer op te roepen. Maar nogmaals: het hoe en wat, dat is voor elke slavin verschillend. De ‘standaard’ slavin bestaat niet. Het onderzoeken van wat de kern is van haar slavin-zijn, haar diep gevoelde ‘overgave’. Maar ook welke disciplinaire maatregelen nodig zijn om haar tot die overgave te brengen, haar eigen ‘regels en rituelen’ ... dat is de schone taak van ons Instituut: het Instituut voor Discipline Onderzoek & Advies.” Zo leek een succesvolle opleiding door het Instituut helemaal zo onbereikbaar niet meer. Het Instituut onderzocht, je slavin gaf zich aan je over, het Instituut leidde haar op. En jij voldeed daarmee aan de voorwaarden voor lidmaatschap van het Genootschap? Toch? “Na het onderzoek de opleiding. Zoals ik al eerder aangaf is dat geen vanzelfsprekendheid. Zo komt het regelmatig voor dat een Meester eenvoudigweg tevreden is met ons onderzoek en advies. Hij weet wat hem te doen staat, en handelt daarnaar. Maar in de meeste gevallen omvat ons advies ook de mogelijkheden voor een verdere opleiding van de slavin in kwestie. Door ons Instituut vanzelfsprekend. Dat betekent veelal dat wij haar gaan opleiden tot ‘huisslavin’, waarbij haar echtgenoot dus haar Meester is. Wij leiden echter ook slavinnen op binnen werknemer-werkgever setting en wel voor een breed scala aan beroepen. Maar in die diversiteit is er steeds één gemene deler in onze opleiding: het dienende karakter van de functie. Zo benadrukken we bij elk beroep de mogelijkheden om haar ‘werkgever’ toegewijd en onderdanig van dienst te zijn, dan wel haar ‘klanten’ als het een dienstverlenend beroep betreft. Maar beide kan natuurlijk ook. Natuurlijk bieden wij zelf geen vakopleiding aan, maar de specialisatie tot ‘slavin’ van het betreffende beroep; zo is onze aanvullende opleiding tot secretaresse-slavin erg in trek. Met daarop echter één uitzondering: voor de opleiding voor kamermeisjes en dienstmeisjes verzorgen wij wèl een volledige full-time opleiding. Voor de duur van een jaar, waarvan globaal de helft intern op het Internaat en de andere helft extern als stage. Doordat deze opleiding, indien succesvol doorlopen, de meisjes ook een certificaat verstrekt, zijn ze daarna zéér gewild bij onze clientèle. Maar ook onze ‘aanvullende’ opleidingen hebben zich bewezen. Zo hebben al onze slavinnen, slavinnen die dus in dienst zijn van ons Instituut, Internaat en of Kostschool minimaal één van onze aanvullende vakopleidingen succesvol gevolgd. En niet alleen omdat wij dat noodzakelijk vinden, maar ook om onze klanten te laten ervaren hoe effectief die opleidingen zijn. Zoals bijvoorbeeld de opleiding voor naaister, secretaresse, fotografe, kokkin, schoonmaakster, fotomodel, chauffeuse, hostess en .... directrice. Inderdaad, een slavin kan wel degelijk een leidinggevende functie vervullen, en een aantal onder u hebben reeds persoonlijk met haar kennisgemaakt.” Hij zag zijn publiek denken: ‘een directrice als slavin, maar wie dan?’ Heel goed. Laat hen maar nieuwsgierig blijven naar de mogelijkheden van het Instituut. Ze hoeven niet alles te weten. Zeker niet hoe hij een secretaresse tot slavin maakte om haar vervolgens als ‘schoolhoofd’ te laten functioneren... Maar in die laatste hoedanigheid, schoolhoofd dus, zou hij hen niet laten kennis maken. Dat was alleen weggelegd voor de kostschoolmeisjes en docentes. Waarmee hij bij zijn laatste ‘opleiding’ was aanbeland. “Tot slot wil ik nog even stil staan bij onze onvolprezen Kostschool voor Moeilijk Opvoedbare Meisjes. Vaak nemen we een slavin na haar eerste basistraining een paar weken op als kostschoolmeisje. Op een kostschool is discipline een vanzelfsprekendheid. Ook onder de meisjes zelf. Je misdragen gaat als vanzelf. Pas als je gestraft wordt hoor je erbij. Maar de Kostschool is meer. We zien het ook als vooropleiding voor slavinnen. Meisjes die verlangen naar een volledige overgave. Die verlangen naar straf. Naar de discipline van een kostschool. Naar schooluniformen. Naar een wereld van meisjes-onder-elkaar. Die wereld creëer je door volwassen meisjes en jonge meisjes in één klas te plaatsen. De volwassen meisjes worden gedwongen weer jong te zijn, en de jonge meisjes ontwikkelen een verlangen naar discipline en onderdanigheid.” De aanwezigen grinnikten bij zijn laatste opmerking. Immers, dat was nu precies waarvoor zij hier waren. Meisjes die verlangden... Naar straf, onderwerping, gehoorzaamheid... Hij was klaar voor het slot. Zijn laatste woorden. Zijn conclusies. Hij zou ze uitspreken en wist dat zijn personeel onmiddellijk daarna zou binnenkomen. De aspirant-leden van het Genootschap zouden uitgenodigd worden in de grote hal om nog een drankje te drinken. De mogelijkheid zou hen geboden worden om een aanvraag voor het Aspirant-Lidmaatschap van het Genootschap in te dienen. Die zouden dan vervolgens afgehandeld worden in het Secretariaat. Hij wist dat ze daar maar al te graag toe bereid waren. De kleding van zijn meisjes daar zou zeer uitnodigend zijn. Zou een belofte inhouden - die niet vervuld zou worden. Maar hem zouden ze daardoor met rust laten. “Geachte aanwezigen. Ik heb voor u een aantal voorbeelden geschetst van het breekpunt waarop een vrouw, een meisje, slavin wordt. Een echte slavin. Een slavin die zich voluit en ongeremd kan geven. Haar opstandigheid is verdwenen, haar meester is erkend. De pijn en vernedering die ze daarna zal ervaren, zal puur zijn, ongefilterd, zonder het scherm van verzet. De tranen die dan vloeien zijn echte tranen. Haar verdriet is troostbaar, troostbaar door de bevrediging het volbracht te hebben. Zich gegeven te hebben. Volledig. Met hen kunnen we verder werken. Hun mogelijkheden zijn haast onbegrensd. En voor u gloort de hoop van een volmaakte Meester-Slavin relatie. Alsmede de mogelijkheid om Aspirant-Lid te worden van het Genootschap van Eigenaren.” Wat eerst een formele en afstandelijke directeur had geleken, had zich nu ontpopt tot een gepassioneerde man die genoot van zijn dagelijkse werk: het onderwerpen van vrouwen. De oprichter en eigenaar van het Instituut zuchtte, sloot zijn ogen en leunde dromend achterover, nog nagenietend van al die heerlijke beelden die hij had opgeroepen. Hij hoorde het opklinkende applaus amper. Ach, hij wist wat ze van hem wilden. Hoe heerlijk om daaraan geen gehoor te geven. En dacht na over wat hem hierna te doen stond. Precies het tegenovergestelde van wat hij in zijn betoog de mannen had voorgehouden. Jazeker. Straffen zou hij haar, zonder voorbehoud. Juliette was haar naam. Hij wist dat ze niet was opgeleid. Niet door hem, door niemand. Hij wist dat er van een voorafgaand onderzoek, laat staan een diagnose geen sprake was. Hij kende het slachtoffer niet eens. Een vrouw van 35. Hoog opgeleid, goede baan, veel aanzien, een echte Dame. Dat was zo’n beetje alles wat hem verteld was. Genoeg toch? Straffen zou hij haar vanwege een overtreding, door haar begaan. Een ernstige overtreding, zo zag zij het. Onvergeeflijk zelfs, in haar ogen. Maar belachelijk in de ogen van hemzelf. Want veroorzaakt door de opdrachtgever, moedwillig en met voorbedachte rade. En toch kende hij geen aarzeling. Hij zou haar straffen, zonder mededogen. Was hij daarmee toch degene die hij beweerde niet te zijn? Een sadist? © Paul Gérard voetnoot: wil je weten hoe het Instituut er uit ziet, kijk dan hier: Het Gebouw wil je op enig moment opzoeken ‘wie nu alweer wie’ was: er zijn twee bijlagen waarin het allemaal staat, één voor vóór de rolwisseling, één voor erna. Die van ervoor heb voorlopig alleen nodig (die erna verklapt ook een deel van het plot, dus wees gewaarschuwd). Je vindt hem op hier: Lijst van personages
| Kostschool Slavinnen | | incl. verzendkosten Erobird Boekwinkel | 682 blz. | hardcover de luxe: € 25,00 |
|
verhalen maken dromen waar
|
|
|