Gepost op maandag 25 maart 2013 - 01:02 pm: |
|
|
hoe opwindend de wind
De inspiratie wilde vandaag niet komen, `t kon niet van de stilte zijn, ze genoot juist van haar huisje in the middle of nowhere, waarvan haar familie toen zei: “Jolanda, in dat luchtledige gehucht word je gek!” Ze wuifde het weg en wist dat ze daar volkomen gelukkig zou worden, genieten van het natuurschoon en wat boerderijdieren om haar heen, het was goed zo. Haar gedachten gingen terug naar het leven met haar ex, hij was zo dominant, dwangmatig en gemeen en raakte weleens een schroefje kwijt, bij een schroefje hoort een moertje, wanneer dat niet binnen een uur bij elkaar gevonden werd, dan kreeg ze ervan langs met de negeermethode, soms wel een week, behalve op zondagen. Om tien over tien zette hij de gordijnen op een kier van 7 centimeter, geen acht, geen 6, zeven centimeter. Vervolgens liep hij naar de badkamer, om 5 minuten later terug te komen. Dan was het kwart over tien, kroop weer naast haar om aan de daad te beginnen. Jolanda wist precies wat ze moest doen, eerst tegen hem aan komen liggen, dan zijn mannelijkheid complimenteren tot hij nog stijver was, en dan op haar rug gaan liggen. Hij kwam bovenop haar liggen en wist zonder handen binnen te dringen om zijn `ding` te doen. Iemand had hem ooit verteld dat een goede vrijpartij minstens twintig minuten moest duren, het was inmiddels tien voor half elf. Hij stootte in eenzelfde ritme door tot vier minuten over half elf, om op exact vijf minuten over half elf zijn orgasme te beleven. Daarna ging hij meteen douchen terwijl een schaaltje cornflakes met melk in de magnetron op laag vermogen stond te warmen, tot hij afgedroogd met onderbroek aan de badkamer uitstapte, de keuken in, en precies op dat moment klonk dan: “PING” Deze dag was haar vrijdag, ze zou naar Jonathan gaan, weer een kruisje in zijn bast kerven zoals ze al jaren deed wanneer ze geen inspiratie tot dichten vond, hij onderging het lijdzaam, wat hield ze van hem. Ze kleedde zich luchtig aan, pakte een rieten mandje met hengsel en liep neurieënd voorbij het geitenweitje de royale moestuin in, waar Jonathan in alle rijpheid stond. Ze stapte op hem af, sloeg haar armen om zijn stam en voelde de ruwe hardheid van zijn bast. Ze fluisterde: “O Jonathan, wat hebben wij het goed samen hè, we zijn er weer rijp voor,” en begon hem te schudden. Jonathan reageerde onmiddellijk en liet de rijpe appeltjes rond haar voeten vallen. Jolanda hoorde de zachte plofjes op de grond en genoot, dacht aan de appelsap welke ze zou gaan maken, de appeltaart, appelmoes, appelenpap, elke vezel in haar lijf schreeuwde om Jonathan`s zalige vruchtvlees . Ze pakte haar mandje en bukte fruitig om de appeltjes op te rapen, wat zagen ze er mooi sappig uit! Opeens klonk uit de lucht: “Hé Jolanda, wat zie je er lekker sappig uit , is dat plooirokje nieuw?” Ze keek op en dacht huh.. waar komt die stem vandaan? “Wie geeft mij zo`n lief compliment?” riep ze terwijl ze naarstig in de rondte zocht.. “Ik ben het, de wind en ben helemaal opgewonden, ik voel een orkaan in me opkomen meisje, zeg eens, ben jij boven de achttien ?” Jolanda giechelde een beetje en knikte: “Ja hoor, hoezo?” “Welnu” zei de wind, “Ik ben dol op meisjes met plooirokjes zonder slipje, als ik mijn wangen bol, dan kan ik er onder blazen, er zitten vast smakelijke dijtjes onder, woei!” “Zo hé wind, je bent toch niet ergens op uit hè, ik word nergens meer opgewonden van, daar zat ik daarstraks nog over na te denken, en dat ik even de frisse lucht in wilde om Jonathan`s appeltjes te plukken, zojuist vielen die rakkertjes van de takken en rolden zich voor mijn voeten, zo voor het oprapen, kijk maar.” Ze bukte en daar zag wind zijn kans schoon, blies met bolle wangen onder haar plooirokje en riep: “Woei woei ahh grommm woeoeoeoei, brutaaltje, raap jij altijd appeltjes met hmmm.. rode jarretelletjes aan..” Jolanda bleef gebukt staan en voelde hoe de wind met de binnenkant van haar dijbenen speelde, zachtjes over haar billen blies, tussen haar lipjes en slaakte een zucht. “Goed zo!” zei de wind, “nu ademen wij samen in en uit, jouw zucht is mijn zucht, mijn zucht de jouwe, je bent nu een met de wind, ga eens met je rug tegen Jonathan aan staan Jolanda?” Ze stond op en plantte haar rug tegen de stam van Jonathan, voelde zijn ruwheid op haar schouderbladen en sloot even gelukzalig haar ogen. “Leg je handen nu in je nek, met ellebogen naar buiten gekeerd en je voeten iets gespreid.” Jolanda deed wat de wind vroeg en wachtte af. Ze voelde hoe hij eerst zachtjes door haar haren blies, langs haar hals, onder haar oksels, en lager, krachtiger, zijn adem werd warm, steeds warmer waar hij onder haar rokje begon te blazen, wat eerst een briesje was, werd een hete wervelwind, stormachtig, hij bulderde, gaf met orkaankracht alles wat hij nog uit de lucht kon halen..Jolanda zakte door haar knieën, de wind ging uitgeblazen liggen . Zo leunde ze nog een paar minuten rozig tegen Jonathan tot ze weer hersteld was van haar intense natuurervaring. Ze stond op, streek haar rokje glad en kuste hem, zette een kruisje naast al die anderen op zijn stam en bedankte hem uitgezucht. “Dank je wel stoere boom, dat je me weer zo tot steun wilde zijn, het was weer geilfijn samen hè?” Jolanda raapte nog even door om bij te komen, wandelde vervolgens met haar neus in de wind en een mandje vol sappige Jonathannetjes terug naar huis, haar wangen vertoonden meer blosjes dan men een mud appeltjes maar kon toebedenken, ze legde ze thuis in de fruitkist, liep het opkamertje binnen, zette de computer aan en ging een ongelooflijk heftig windsonnet schrijven.. Mijn Jonathan, ik mocht weer op jou steunen jij fruitig, sterk, ik kerfde jou een kruisje bij heel even woedde weer de storm in mij ons, tornado, rondjes draaien liet ons kreunen hoe zijn adem mijn vagijntje wist bespelen kan ik alleen met appelbomen delen
|
|
|