Virginia's lokroep - deel III
deel III (dit verhaal is opgeknipt in 3 delen)
7. Virginia’s vingers voelden kleverig van de citroenkwast. De overvloedige zon had haar inmiddels bereikt en het ongenadige transpireren was begonnen. De hitte die haar bekroop bracht tegelijk ook haar gedachten in een stroomversnelling. Steeds opnieuw dat moment bij Doreen, en ook wat daar allemaal achter verscholen ging. Een boze wereld van macht en wellust, zonderde de geheime wereld van Doreen zich af van al het andere dat Virginia bezig hield. In het brave, o zo keurige Oxfordshire van ritueel onderhouden tuinen, statige weduwen en een universiteit die kan bogen op een tombe vol elitaire maar fossiele wetenschappers, bestond het dat een gerenommeerde uitgeverij dekmantel was van zedelijk bederf. En bij die gedachte alleen al begon Virginia’s hart te bonken als een opgesloten boommarter in een vioolkist. En toen ze het ook nog aandurfde Sue Nicholls’ roman in de dorpse boekhandel van juffrouw haarknot aan te schaffen, was haar zielenrust helemaal in beroering geraakt. Ja, zoals ze haar aangekeken had met een blik vol verwijt, want de blote meisjesrug op de cover was al zo aanstootgevend, laat staan de inhoud. Zou juffrouw haarknot, alias mevrouw Hylton, de inhoud dan toch heimelijk tot zich genomen hebben, vroeg Virginia zich af. Bij het eerste bladeren door het boek viel haar meteen op dat Sue haar roman in de ik-vorm geschreven had. De vertwijfeling sloeg meteen toe bij het besef dat ze zelf daartoe niet besloten had in haar eerste drie hoofdstukken.Was de ik-vorm niet nog intenser als het om de diepste emoties ging? Misschien moest ze zelf ook in de ik-vorm gaan schrijven. De tere bloemen van haar geweten aan dat wrede papier toevertrouwen om het te laten verdorren door de tand des tijds. Zacht zuchtte ze toen ze een willekeurige pagina van Sue’s roman opensloeg en begon te lezen: “Schaamtegevoel is heerlijk, merk ik iedere keer weer. Het is een emotie waar ik weergaloos van geniet. Ik schaam me soms dood van genot. Hemeltje, wat ben ik slecht. En wat ben ik blij dat ik ooit besloten heb zo slecht te zijn als ik geworden ben. Je twee levens leven is een opgave. Je overdag bezondigen aan een universitair puritanisme met alles wat maar lichamelijk is verbergen achter het jeukerige jersey van een kuis truitje, en de avond ingaan in een quasi-preutsheid in satijn en nylon dat zo doorschijnend is dat je je nog naakter voelt dan naakt. En wat mij ook zo’n slecht gevoel geeft is dat ik mijn studievriendinnen om de tuin leid door de trut te acteren die ze in mij zien. Dat ik de nacht ervoor weer in de pagode doorgebracht heb en uitgekozen werd door één van de heren moet toch van mijn gezicht af te lezen zijn? Meisjes toch, haal je ogen even uit Keynes’ bespiegelingen en besef dat je lichaam hunkert naar lust. Of zou de altijd dieptreurig kijkende Wendy vannacht haar bepukkelde vriend oraal bevredigd hebben, haar dikke brillenglazen bespoten met het verdrietige zaad van haar vriend, en op de achtergrond een psalm van het dorpskoor? Moet een geweldig ritueel geweest zijn, terwijl haar pa en ma zich afvroegen wat het stommelen boven toch betekende. Mij wachtte een ander evenement. Doris’ felrode mond bracht me het bericht terwijl haar ogen mij schijnheilig lief aankeken. Ze gaf me een tongzoen en waar ik me lekker bij voelde en die me ook naar meer deed verlangen, maar ik begreep dat er weer een taak was die prioriteit verdiende. “Hij wacht in de rode salon, liefje.” “Wat voor een soort hij?” “Dik, oud en zo invloedrijk dat hij zelfs een levenslang veroordeelde tot de adelstand kan laten verheffen, dus op je lieve teentjes lopen.” “Ik zal me gedragen,” wierp ik Doris nog toe na deze waarschuwing. De tocht over het pluche richting rode salon voelde opwindend omdat er weer een kerfje slechtheid in mijn geweten aangebracht zou worden. Hij was begin zestig. En eigenlijk wist ik het nog preciezer, en zelfs dat zijn vrouw een serpent was die Tallulah heette. “Ik kon de verleiding niet weerstaan je uit te kiezen Sue,” zei lord Darington, die ik zondag nog met mijn vader ter jacht had zien gaan. Zijn grijns was zo triomfantelijk dat ik het wel van zijn gezicht had willen slaan als het me niet ook zo opgewonden had. Dat je het hoertje mag spelen voor de beste vriend van je vader is een gegeven dat misselijkmakend is, maar slechte ik, cultiveer er alleen maar mijn hang naar de zonde mee. En zo snel als het kon herstelde ik me van mijn verbazing en trad hem met een lieve meisjesglimlach tegemoet. “Zo verleidelijk gekleed heb ik je nooit mogen aanschouwen,” zei hij kwijlend. “Hier ben ik iemand anders dan thuis, Rupert.” “Hier mag ik ook meer dan thuis Sue. Of vind je het te beladen omdat ik de vriend van je vader ben?” “Beladen is het zeker, maar dat hoeft niet nadelig te zijn.” “Nu we toch openhartig zijn, ik heb je langer begeerd, dus… .” “En dat had ik niet door?” “Ik denk van wel, ik heb er in ieder geval moeite voor gedaan het aan je te laten merken zonder dat het anderen opviel.” Zei Rupert, terwijl hij me aan de hand meetroonde naar het bloedrode hemelbed waarop ik de hele nacht van hem zou worden. De oude vunzer met zijn overtollige gewicht was me zeker vroeger ook opgevallen tijdens zijn stiekeme signalen in mijn richting. De door hem afgedwongen dans tijdens het oudejaarsfeest was zijn ouverture om mij in te palmen. Tussen de kamerpalmen en uit het zicht van de anderen had hij zich innig tegen me aangedrukt en zijn hand vanaf mijn rugholte omlaag laten kruipen tot over mijn billen. “Had je het door?” “Zelfs zo erg dat ik hoopte dat je door zou zetten,” loog ik. “Waarom zijn ogenschijnlijk keurige meisjes altijd zo zuinig op het laten doorschemeren van hun verlangens?” “Misschien was ik echt keurig?” “In een vlaag van zwakte had je je dus misschien aan me gegeven?” Rupert ging aan het voeteinde van het bed zitten en bekeek me onderzoekend. Hij nam de tijd mij in zich op te nemen alvorens hij besloot de bandjes van mijn japon van mijn schouders te trekken. “Maar nu hoef ik je instemming niet af te wachten en heb ik carte blanche.” Op zijn gezicht verscheen een triomfgrijns die mij meer plezier deed dan goed voor me was. “Doris’ klasse dat ze jullie altijd zo smaakvol kleedt. Je lingerie maakt me sprakeloos van bewondering,” zei hij, “zo delicaat, verfijnd en tegelijk ook zo ordinair.” Zo voorzichtig ik me in die kostbare japon gehesen had, zo slordig liet hij het op het karpet van de rode salon vallen. Ik voelde me de parel die na een wreed openbreken van de oester bemachtigd moest worden. En Ruperts gezicht werd nog vleziger en vulgairder toen zijn ogen langs mijn nachtzwarte lingerie likte en eindigden waar een man als Rupert het meest begerig naar was. “Ik speel graag eerst,” zei hij met weke mond, “spelen om de honger te stimuleren.” Met de rug van zijn handen schoof hij vanaf mijn kuiten, knieholten en dijen tot aan mijn slipje. Ik huiverde en deed alle moeite hem dat te tonen.” “Blijf niet te lang in de zon, je weet dat je er niet tegen kan,” ontketende opeens de stem van Virginia’s moeder, en ze liet Sue’s ontboezemingen vallen, en tegelijk ook het glas citroenkwast. De zon en de opwinding bij het lezen van Sue’s openhartigheid had een transpiratiespoortje achtergelaten dat een kanaaltje vormde vanaf de welvingen van haar borsten tot aan haar navel. “Ik ga al uit de zon ma,” zei ze met duizeligheid opspringend en zich met het badlaken waarop ze gelegen had deppend. “Ik moet me haasten want Charlotte komt zo.” “Nee, ze is er al,” zei Charlotte die met de hand de zon weerde en Virginia met een uitbundig wuiven begroette.” Bijna even geruisloos als samenspannend dropen ze af naar Virginia’s kamer die aan de schaduwzijde van het huis gelegen nog heerlijk koel was. Charlotte vormde in haar kleding en pose de diametrale tegenstelling met de foto die Doreen in haar pagode van haar had hangen, alsof er in Charlotte een alter ego moest schuilen dat een karakter totaal splijten kon. En vooral het lint in haar haar was ook zo knus en Alice in Wonderland-achtig, dat Virginia zich begon af te vragen of ze haar wel op die platvloerse lingeriefoto gezien had. Maar als de striemen op haar billen er nog waren, moest die foto er ook geweest zijn. “En?” “En wat?” Reageerde Virginia alsof ze niet wist dat Charlotte naar de uitkomst van haar bezoek aan de uitgeverij refereerde. “De uitgeverij! Ben je wel geweest?” “O dat. Ja, ik ben geweest. Het ging heel goed. Ze heeft interesse, maar ik moet het wel aanpassen. Je advies was dus goed. Waar kende je de uitgeverij van?” Charlotte keerde zich abrupt om, schoof de in de wind wuivende gordijnen die het balkon van de kamer scheidde opzij en snoof theatraal de buitenlucht in zich op. “Ik denk dat ik er wel eens over gehoord heb, misschien ook wel over gelezen.” “Ik vond je foto heel erg apart.” “Welke foto?” reageerde Charlotte zo fel dat ze bijna de gordijnen van de rails rukte en haar gezicht van een tere glimlach naar een boos grimas transporteerde. “Die Doreen had hangen, je weet wel, die lingeriefoto.” “O die.” “Je herinnert het je weer?” “Een moment van zwakte.” “Hoe dan?” “Hoe zou ik er zo uitzien, vroeg ik me een keer af, en toen heb ik mezelf zo gefotografeerd met de zelfontspanner.” “Hoe komt zij dan aan je foto?” “Dat was juist het moment van zwakte. Ik gaf het haar als cadeau.” “Je verzweeg dus voor me dat je haar al kende.” “Ach, doe niet zo moraliserend, je hebt net toch ook voor mij verzwegen dat Doreen je… .” Virginia’s maag ging tekeer alsof ze zich aan vijf sorbets overgegeven had. 8. Charlotte liet de cabrio van haar mama licht als een buizerd op thermiek door het glooiende landschap van Oxfordshire glijden. Virginia’s gemoedsstemming begon zich weer wat te herstellen bij de vrolijke zang van Noel Cowards “Bitter Sweet” die de autoradio de zwoele zomerlucht in slingerde. “Het voelt echt alsof je door een sleutelgat begluurd wordt. Alleen is het oog een dood stukje glas dat slechts registreert in het geheugen.” schaterde Charlotte door het motorgezoem heen. “Ik vind het dwaas,” loog Virginia, want ze was allang tot de conclusie gekomen dat de zelffotografie van Charlotte een opwindende stap in het duister was die, als ze afging op haar eigen verlangens, om navolging smeekte. “Vergeet niet dat je je roman nog moet beleven. Denk aan Doreen, en wat jullie over je roman besloten hebben.” “Besloten hebben we nog niks.” Het landhuis lag er bij zoals alle landhuizen erbij liggen als de familie ergens in Zuid-Frankrijk overzomert. De blinden gesloten, de terrasstoelen als halfdode dichters tegen elkaar gezet, de crèmebleke parasols droefgeestig dicht. Maar Charlotte leek zich vrijer te voelen dan ooit en huppelde vlinderlicht als in haar kindertijd over het door eeuwigheid verkleurde dakpannenrood van de lopers die over de marmeren traptreden lagen. Ze leek een danseres van Degas, zo gewichtloos vloog ze omhoog, Virginia in betovering meeslepend door het doolhof van het landhuis. Charlotte’s kamer was gestorven door de blinden die slechts zonnestrepen op de treurige wanden toelieten en de geheimen doofden die ze er ooit met haar beleefd had. Tot ze de lawine van licht veroorzaakte door de blinden wijdopen te gooien en de verrukking van de roze tinten die Charlotte’s kamer overheersten uit de dood ontwaken liet. “Dit is mijn monster. Een smerige vent met één oog, een cycloop die nooit meer vergeet wat hij gezien heeft.” klonk Charlotte nog net niet hysterisch in haar uitbundigheid, en met haar camera zwaaiend als met een bloementuil na het winnen van een dressuurwedstrijd. In het interieur van Charlotte’s kamer detoneerde die camera enorm. Het leek het enige detail dat aan de tijd herinnerde waarin het zich afspeelde. Maar Charlotte leek er door gewapend en bedreigend mee te worden, want was een fotocamera niet ook het geheugen van de zonde? Zoals die brutale foto waarop Charlotte in lingerie haar met een provocerende lach aankeek terwijl ze Doreens rijzweepje voelde pijnigen. “Alles uittrekken,” knalde Charlotte eruit, de fotocamera als een Winchester op haar richtend. “Alles?” Maar Virginia wachtte de discussie niet af en begon met een gespeeld treuzelen haar in kwellend zondagswit gesteven blouse los te knopen. Ze speelde een vertraagd afgespeelde filmscène zoals je ze wel eens zag in het studentenfilmhuis, terwijl Charlotte haar met een mitrailleurvuur zonder genade fotografeerde. Als een hinde liep ze om haar heen, geen detail van de ontkleding verzuimend en Virginia ophitsend tot het moment dat opwinding nog maar één uitweg bezat. En in die fase van opwinding ontdeed ze zich van de allerlaatste belemmering die het boze oog scheidde van haar volledige naaktheid. “Liggen, ga op bed liggen. Je benen wijd!” Leek Charlotte zichzelf op te hitsen terwijl het geluid van de fotocamera in de versnelling ging en in extase leek te raken. “Streel je, vinger je, masturbeer je,” Schreeuwde Charlotte die nu echt op de Roxanne leek van de eerste drie hoofdstukken. Dit was echt, zo echt dat de haar opgedrongen ingetogenheid als een voorjaarsknop in orgastisch lila uiteenspatte en in de meeslependheid ervan haar in de onbeschermde roes van het orgasme stortte. Overwonnen door de verleiding van de slechtheid die ze zo graag beschreef maar zelden bedreef, was het intiemste aller intiemste door Charlotte voor altijd vastgelegd, en had ze haar totale uitlevering aan Doreen ermee bevestigd. In de na-zindering van haar orgasme kroop de ontnuchtering weer terug op de plek waar die altijd het boze vingertje roert, en Virginia trok door schaamte getroffen haar benen dicht en vond dat ze te ver gegaan was. Charlotte’s drift leek ook bedwongen, en in deze rust zakte ze naast Virginia neer op het randje van het bed. “Ze zijn erg gewaagd,” strooide ze nog wat zout in Virginia’s schaamte. Virginia draaide zich loom op haar rug en het directe oogcontact dat met Charlotte ontstond deed die schaamte meteen omsmelten in het goud van verlangen. Hoe naargeestig schaamtegevoel ook was, verlangen overvleugelde het zodra het er was. “Kom, we gaan in de tuin op verhaal komen bij een lekkere fles witte wijn,” veegde ze bij Virginia het laatste restje gêne weg, en in niets meer dan een geleende kimono die zo licht voelde dat die er bijna niet was, volgde ze Charlotte naar de tuin. De melange van buitengeuren dwong tot een nieuwe roes die door de zon en de wijn aangemoedigd werd. Charlotte zat ontwapenend in haar jurkje van madeliefjesblauw haar decente alter ego te acteren. Virginia nam zelfs niet meer de moeite haar naaktheid in de geleende kimono van iriserend kardinaalrood toe te dekken. De uitgezakte banaalheid van een warme zomermiddag had zich zó aan haar opgedrongen dat ze eerst verlamd, en dan pas geshockeerd keek naar de mand die geluidloos op het grasgazon viel, en waaruit een paar dode fazanten met slappe nekken slingerden tussen haar voeten en de vuile laarzen van de man die haar breed en bezweet overschaduwde. Zo wijdbeens ze had gezeten voordat ze hem zag, zo bekeek hij haar met alle details die ze door de verlamdheid waarin ze verkeerde zich bekijken liet. Hoe oud hij was was door zijn getekende gezicht en getaandheid nauwelijks te zeggen, maar zijn handen maakten haar machteloos toen hij haar kimono van haar schouders schoof en ze geheel naakt en sprakeloos wegsmolt in het moment. “Harold kende je nog niet?” Klonk Charlotte geniepig in de meeslependheid van de opwinding waarin Virginia zich hopeloos verweven voelde. Zijn vingers kropen zo vuil en bebloed als ze waren vanaf haar borsten omhoog tot waar haar lippen zich gedwongen opende en hij haar mond dwingend penetreerde. Toen hij zwijgzaam verdween proefde ze nog de melange van dier, man en wreedheid waarmee hij zijn aanwezigheid aan haar vereeuwigd had. Charlotte’s spottende lach vervolmaakte de spanning waarin ze wegdreef. 9. De regen had die avond het mooie zomerweer verstoten. Virginia probeerde de reeks van ervaringen in een chronologie te plaatsen omdat wanorde zich van haar herinneringen meester gemaakt had. Op de achtergrond knaagde het aan haar dat Charlotte die gewaagde foto’s van haar gemaakt had en ze ook nog in haar bezit had. Het was angst die bij vlagen in de opwinding van haar machteloze positie oploste, want ze besefte dat het bezit van die foto’s haar kwetsbaar gemaakt had. Zo kwetsbaar als ze altijd gefantaseerd had dat ze zijn wilde, maar nu het werkelijkheid geworden was, de vrees toeliet die ze in haar fantasieën nooit ruimte schonk. Sue’s roman lag kleverig van de citroenkwast als een zielig relikwie op haar tafel. Juist het deel dat ze die middag in de tuin gelezen had was vergekleefd. De voorzichtige poging de bladzijden van elkaar te scheiden bleek hopeloos. Ze probeerde nog niet verkleefde pagina’s te vinden in haar ontembare nieuwsgierigheid. Iets anders, maar minstens zo kleverig was het beeld dat ze van Doreen had. Steeds weer drong iets van herinnering zich aan haar op. De oogopslag die ze zich van Doreen herinnerde, de vlugge gebaartjes, haar attitude. Het voelde als een déjà vu, en al even onverklaarbaar als een déjà vu hoort te zijn. Maar het irriteerde haar dat de gedachte dat ze Doreen ergens van kende niet oploste maar juist bleef doorzeuren als kiespijn. En naarmate de tijd verstreek na de laatste ontmoeting met Doreen kwam er steeds meer terug uit de herinneringen die ze over haar had. En ook vroegere herinneringen schoven voetstaps terug uit het door verdringing bestorven niets. Doreen herinnerde ze zich, maar anders. Niet met het zwarte ponyhaar dat haar zo streng als een kostschooljuffrouw stond, maar los en golvend als in een schilderij van een pre-raffaëlliet, en in een deerniswekkende meisjesachtigheid zoals ze zich herinnerde uit de tijd van het meisjesclubje. Hoeveel kon er in acht jaar veranderen aan het uiterlijk, aan de intonatie van de stem, en vooral, hoe kon een mens in die tijdspanne veranderen van schijnbaar machteloos tot machtswellustig en dominant? Hoe dat kon zou ze nooit weten, maar wel dat het kon, toen ze besefte in de seconde dat haar kamer getroffen leek door een aardschok, en ze zich vastklampte aan de tafel waar de Sue’s roman zo triest lag. Ze wist het opeens: dat Doreen Saffron was die de straf ondergaan had in de familiekapel van Charlotte’s ouders, en dat maakte opeens duidelijk dat Saffron een metamorfose van vlinder tot wesp ondergaan moest hebben om de Doreen te worden die ze nu was. En ook wist ze in die luttele seconde te begrijpen wat Saffrons beweegredenen waren. Het was wraak. Wraak om dat geniepige ritueel in de familiekapel, het was wraak om de vernederingen die Charlotte bevolen had en die ze in haar tot drie hoofdstukken beperkte roman met een eufemisme afgedaan had. Zo geniepig vond ze zichzelf opeens, en ze begreep daarom ook Doreens zucht naar rancune. Saffron was van deemoedig en labiel herrezen tot godin aan wie ze bereid was zich te offeren als blijk van schuldbesef. En het eerste offer had ze al geschonken met de tikken die ze van Doreen gekregen had. Het tweede offer waren de gewaagde foto’s die Charlotte van haar gemaakt had, en waarvan ze overtuigd was dat Doreen haar ertoe aangezet had. “O, machtig intrige,” verzuchtte ze terwijl haar hand de bron van de opeens zo overstijgende opwinding begon te beroeren, “Straf me Doreen, straf me hard en meedogenloos. Ik wil boeten,” zoemde haar stem hitsig voort onder de doem van de wilde schokjes waarmee ze haar lichaam in extase bracht en haar ziel tot schuldig veroordeelde. In de verdoving die het aanstormende orgasme dat genadeloos naderde greep ze haar mobieltje en toetste het telefoonnummer in dat in gouden cijfers op het groengemarmerde visitekaartje geprint stond. Het overgaan van de telefoon was martelend, de seconden leken gerekt tot minuten, haar hart bonkte als de voetstappen van haar moeder. “Met Doreen, op dit moment ben ik afwezig, maar wie wat te melden heeft kan dat na de piep inspreken,” klonk Doreens stem metalig streng. “Met Virginia. Ik weet dat je Saffron bent. Ik wil je graag spreken,” kreunde Virginia in het vlammend rood dat zich in haar orgasme ontketende. En achteraf gezien besefte ze dat ze het anders had kunnen zeggen, en dat ze zelfs had willen zeggen dat ze tot alles bereid was, maar na een orgasme komt altijd de inkeer, en ook nu raakte ze overmand door het gevoel dat ze zich dwaas gedragen had.
dit account wordt alleen gebruikt om te lange oude verhalen in meerdere delen op te splitsen reacties vind je in deel I gebruik onderstaande links voor het volgend/vorige deel
|