of: wat je bij een dichte deur moet doen
Denise werd pas wakker toen Ghizlan de ketting waarmee ze was vastgelegd losmaakte. Slaperig keek ze Ghizlan aan. Ze droeg weer een zijden jurk, maar wel in een andere kleur. Zij zag er ook opgefrist uit. Had Denise nu zolang geslapen of Ghizlan zo kort? Ghizlan hielp haar met opstaan en toen ze de slaaptempel -dat was het, toch?- verlieten zag ze aan het licht dat door de ramen viel, dat het wel laat was, maar niet heel erg laat. Met het beeld van Ghizlan naast haar, samen in slaap vallend, nog op haar netvlies voelde ze zich zonder zorgen. Ghizlan had geen haast, vaak hield ze even in om zich naar Denise om te draaien. Elke keer leek het of ze teder naar haar glimlachte, een glimlach die Denise graag beantwoordde. Voor Denise was het duidelijk dat Ghizlan er van genoot haar te mogen meevoeren. Met de ketting losjes aan haar hand voerde ze Denise door delen van het paleis waar ze nog niet eerder was geweest. Het was een ingewikkeld stelsel van kamers en open ruimtes, allemaal grillig gevormd. Bijna alle deuren naar de kamers waren open en Denise kon zien dat geen enkele gelijk was, noch in afmeting, noch in vorm, noch in kleur en inrichting. Maar hoe grillig het er ook uitzag, twee patronen vielen Denise op: alle ruimtes lagen min of meer rond een grote open tuin. Ze lagen er niet letterlijk aan, sommige kamers zelfs op een afstand van twintig tot dertig meter, maar alle kamers hadden uitzicht op de tuin. Soms door glazen wanden, soms door ramen, soms door grote deuren. De tuin was min of meer rond. Ze kon dan wel de overkant niet goed onderscheiden, maar ze was er van overtuigd dat er zich daar soortgelijke ruimtes bevonden. En dat, als je maar door zou lopen, je uiteindelijk aan de overkant terecht zou komen. En nog weer verder lopend de cirkel rond zou maken. Het was een prachtige tuin. Palmen, bloemen, vijvers, fonteinen, maar ook stukken zand en rots: zo had ze zich altijd een oase voorgesteld. Maar ze wist niet eens of de harem zich wel in een oase bevond, laat staan dat dit er een onderdeel van was. Het was dat ze vast van plan was om te ontsnappen, maar anders zou dit oord toch dichtbij haar idee van het paradijs komen. Om zichzelf niet tot dergelijke gedachten te laten verleiden, besloot ze de andere kant op te kijken en de buitenmuur te onderzoeken van het cirkelvormige paleis. Zo open alles was richting tuin, zo gesloten was het aan de andere kant. Nergens zag ze een raam, of opening. Wel viel haar op dat elk vertrek, zelfs elke open ruimte ,een deur had in die muur, een deur waarop zich altijd een grote spiegel bevond, bijna zo groot als de deur zelf, maar wel altijd gesloten. De deuren van de kamers daarentegen stonden zoals gezegd allemaal wagenwijd open. Maar toch niet allemaal: de grote dubbele deur waar ze nu langsliepen was gesloten. Het was net alsof Ghizlan haar blikken volgde, en zag wat zij zag. “Slavinnen mogen nooit een deur openen of een deur sluiten.” Denise keek haar verbaasd aan. Meteen stopte Ghizlan. “Je wist dat niet?” “Jij bent de eerste die me door het paleis leidt. Daarvoor werd ik altijd wakker in een kamer, en bleef daar. Soms werd ik daarna wakker in een andere ruimte. Maar nooit verliet ik die zelf.” “Dan ben ik blij dat ik het je vertel. Want later zal je ongetwijfeld meer vrijheid krijgen. Dan wordt je zwaar gestraft als je betrapt wordt op het openen of sluiten van een deur. Slavinnen mogen zelfs nooit een deur aanraken. Tenzij ze daar natuurlijk letterlijk opdracht voor krijgen. Ik zeg letterlijk, want wees nooit zo dom om een kamer binnen te gaan, of aan te kloppen, als je alleen een opdracht hebt gekregen er naar toe te gaan. Dan wacht je opzij van de deur.” “Wat bedoel je dan met letterlijk?” vroeg Denise. “Zie je die kamer?” Denise kon door de ramen aan weerszijden van de deur zien dat de kamer blauwe wanden had en blauwe kussens op de vloer. Ghizlan wees op de dubbele dichte deur. “Dat noemen we de Blauwe Kamer. Als je opdracht krijgt om naar de Blauwe Kamer te gaan, en de deur is dicht zoals nu, dan ga je naast de deur staan, zodat die open kan zonder dat je in de weg staat. Je gaat dan in de wacht staan zoals je dat is geleerd. Voor mij is dat wijdbeens met mijn jurk van voren opengeslagen en mijn handen op mijn blote billen. Voor andere slavinnen is dat bijvoorbeeld met hun handen in hun nek, ellebogen strak naar achter, het hoofd gebogen.” “Ik weet niet hoe ik in de wacht hoor te staan.” “In dat geval kniel je, billen op je hielen, handen op je dijen, je rug recht. Doe maar even.” Denise wilde voor Ghizlan gaan knielen, maar dat was niet de bedoeling. “Niet voor mij liefje, maar naast de deur, met je gezicht er naar toe.” Ghizlan voerde haar mee naar de deur en maakte haar handen los. Denises eerste poging keurde ze echter af. “Veel te dicht bij de deur. De deur kan zo wel open, maar niemand kan er langs. Nee, ook niet te dicht bij de muur. Iemand die open doet, moet je zien zitten zonder last van je te hebben. Precies, zo. Dus ook niet te ver bij de deur vandaan, want iemand die door de gang loopt mag niet over je struikelen. En iedereen die langs komt moet meteen zien dat je voor de deur wacht, dat wil de Meester zo.” Denise probeerde de positie aan te nemen die Ghizlan genoemd had. Dat viel nog niet mee. Eerst zat ze niet rechtop genoeg. Toen legde ze haar handen verkeerd op haar dijen. Ze moesten altijd open zijn, haar handpalmen naar boven dus, nooit met de rug van haar hand naar boven: dat was een symbool van geslotenheid. Ze moest haar hoofd buigen en kijken naar haar handen. Maar ze merkte dat juist dat het rechtop zitten weer moeilijker maakte. Wat waarschijnlijk ook de bedoeling was. Wachten was niet bedoeld als ontspanning. “Als je nou de opdracht had gekregen: ‘Ga naar de Blauwe Kamer en ga naar binnen,’ dan had je naar binnen mogen gaan. Zonder te kloppen. Want anders hadden ze dat gezegd: ‘Ga naar de Blauwe Kamer en klop aan.’ Duidelijk?” “Helemaal. En bedankt.” Denise meende dat laatste. Was iedereen maar zo duidelijk als Ghizlan, had iedereen maar zoveel geduld als zij. “Dus als ik maar niet door een gesloten deur wil, mag ik overal komen?” vroeg Denise. “Ik wel, jij niet. Ik ben een slavin en jij nog niet.” “Weet je misschien wanneer ik dat word?” vroeg Denise, handig van de gelegenheid gebruik makend om meer informatie over haar lot te vergaren. “Wanneer ik mijn brandmerk zal krijgen?” “Ik weet het niet zeker,” antwoordde Ghizlan terwijl ze Denise weer omhoog hield, “vandaag natuurlijk niet, vandaag word je nogmaals getest denk ik. Daarna test Meester je meestal nog een keer.” “Ben ik dan vannacht voor de eerste test geslaagd?” Ghizlan moest lachen. “Ben je bang dat hij je afkeurt, omdat je Meester je in je gezicht sloeg vannacht? En dat nog wel drie keer achter elkaar?” “Ja,” erkende Denise bedremmeld. “Ik denk dat hij dat altijd wel gedaan zou hebben. Hij zocht volgens mij een mooie gelegenheid.” “Slaat hij jullie dan vaak zo ...” “Zo wreed?” vulde Ghizlan aan, “zo met vlakke hand in het gezicht? Sommige meisjes, waarvan hij denkt dat het goed voor ze is. En hij heeft altijd gelijk, toch? Maar je hoeft met hen geen medelijden te hebben hoor. Zij worden niet zo vaak door Achad gestraft. Het gaat het er hem in jouw geval meer om hoe je reageerde. En dat deed je heel mooi.” “Mooi?” vroeg Denise verbaasd. “Naar binnen gekeerd. En uiteindelijk: verslagen. Daar houdt je Meester van. Hij houdt van verzet. En hij houdt van overgave.” Terwijl Ghizlan haar nu verder leidde door de open ruimtes, vervolgde ze: “Je vroeg wanneer je je brandmerk zou krijgen.” “Over een paar dagen zul je weten of hij je goedkeurt en mag blijven, of dat hij je gaat verkopen. In beide gevallen moet de Slavenkoopman komen. Ben je goedgekeurd dan ook de Rechter. In dat geval krijg je na de echte keuring de volgende dag je brandmerk. Word je afgekeurd dan word je bij ons niet gemerkt en neemt de Koopman je meteen mee. Tel de paar dagen erbij op voordat de Koopman en de Rechter er zijn dan weet je dat het brandmerken nog wel even op zich laat wachten. Tot zolang ben je hier niks en mag je dus ook niks.” Inmiddels waren ze bij de ruimte aanbeland waar ze naar toe moesten. Jammer, want Denise had beslist nog meer vragen. Hoezo Slavenhandelaar, hoezo Rechter. Waarom moesten die aanwezig zijn vóór ze gebrandmerkt kon worden. Maar goed, ze was blij met de antwoorden die ze al wel had gekregen: ze had dus nog even de tijd om haar ontsnappingsplan te smeden. Alleen verdomd jammer dat ze in die tijd zo weinig vrijheid kreeg. Nou ja, goed beschouwd: geen enkele. Daar moest ze echt snel wat op weten te vinden. De kamer waar ze naar binnen gingen leek erg op haar kamer van de afgelopen dagen. Een groot bed, dik tapijt, klein boudoir met kruk, een halfopen badkamer, warme lichte kleuren en één gesloten deur met spiegel in de achterwand. Dat die laatste er in haar vorige kamer ook was geweest, realiseerde zich trouwens pas nu. Maar deze kamer had daarnaast ook nog twee kleine fauteuils en een bankje. En op die eerste twee zaten Aisha en Adilah. Ze hoorde nog net de één tegen de ander zeggen: “Maar jij houdt toch ook van Achad,” waarop de ander reageerde met: “Ja, maar jij houdt ook van...” voor ze beiden zwegen toen ze hen zagen. “Dag Denise, je hebt lang geslapen.” Dus toch lang. En tegen Ghizlan: “Deed ze het goed bij onze Meester?” “Zelf vindt ze van niet,” lachte Ghizlan, “maar ik vind van wel.” “We hadden niet anders verwacht!” ‘Wat hadden ze niet anders verwacht?’ dacht Denise: ‘dat ik vond van niet, of dat Ghizlan vond van wel?’ Ze kreeg meteen het antwoord. “Nieuwe meisjes denken altijd dat ze het fout doen. Dat is ook de bedoeling van onze Meester. Hij doet altijd iets zodat ze dat gaan denken. Dat ze zich schamen. Dat ze bang zijn dat ze hem hebben teleurgesteld.” ‘Tsja,’ dacht Denise, ‘het klopt precies. In alles hadden ze gelijk.’ “Maar waarom hebben jullie me dan niet daarvoor gewaarschuwd?” “Dat zeggen we toch?” “Als we je hadden gewaarschuwd, had hij nog veel meer akelige dingen moeten verzinnen. Het enige waar hij op let is op jouw reactie.” Tsja, best dom van haar om zich dat niet te realiseren en de meisjes meteen een verwijt te maken. “Sorry,” zei ze bedremmeld, “nou schaam ik me ook al voor jullie.” “Geeft toch niet, dompie.” “Maak haar nou eerst maar even los.” Niet alleen haar ketting werd door Ghizlan verwijderd, ook haar polsen werden losgemaakt, want die had Ghizlan direct weer aan haar halsband vastgemaakt toen ze opstond na het neerknielen. Hè, dat voelde veel beter. “Zeg,” zei één van hen tegen Ghizlan, “je zult wel moe zijn na zo’n korte nacht.” Dus ook kort... “Als jij je nou eens door Adilah laat verwennen, dan ontferm ik me over Denise.” Dat was Aisha dus, die had gesproken. Nu zag ze het ook zelf. “Meen je dat nou echt? Jullie hebben vast allebei de opdracht gekregen om Denise te verzorgen,” zei Ghizlan tegen Aisha. Het viel Denise op dat Ghizlan er vanuit ging dat een reactie van Adilah niet nodig was. Alsof ze er vanuit kon gaan dat die bij voorbaat zou instemmen. Interessant. “Ga nou maar,” stelde Aisha haar gerust, “ik red me wel met Denise, nietwaar Denise? En daarna moet ik haar toch zelf meenemen naar de Kleedkamer.” Denise moest glimlachen. Alsof haar oordeel er toe deed. Toch knikte ze met een brede grijns. Als ze iets voor Ghizlan kon doen, dan graag! De twee meisjes vertrokken en voor het eerst waren Denise en Aisha met elkaar alleen. Aisha en Adilah hadden voor haar onafscheidelijk geleken, maar waren dat dus niet. Als ze het afgeluisterde gesprek goed begreep, zelfs helemaal niet. “Kom,” zei Adilah, “eerst even je bad laten vollopen. Daarna ga ik je masseren. Ga maar vast op je buik liggen.” ‘Mmm,’ dacht Denise, ‘lekker. Zou iedere slavin dat hier kunnen: masseren?’ Masseren was altijd al iets geweest dat ze had willen leren. ‘Nee, dat moest ze niet denken. Ze zou hier niets leren. Ze zou ontsnappen!’ Ze lag al toen Aisha terugkwam. “Eerst je banden los. Je moet straks in bad, dus dan moet het toch. Kan ik meteen je polsen masseren.” Het masseren was niet echt nodig, maar toch evengoed heerlijk. “Kom, sluit de kraan en stap er vast in. Ik kom zo.” Ook na haar ervaring afgelopen nacht keek Denise toch vreemd op van dat ‘Ik kom zo.’ Denise stapte in bad, een wonderlijk breed bad overigens, en zag nog net Aisha uit haar zijden jurk stappen. ‘Ook al weer zo’n mooi rank lijfje,’ dacht ze, ‘daar kunnen Hollandse meisjes als ik toch niet aan tippen. Jammer dat de Sheikh het daar niet mee eens is.’ Aisha stapte in. Samen in bad. Denise had verwacht dat Aisha haar op één of andere manier het hof zou maken. Het werd haar echter snel duidelijk dat Aisha alleen bij haar in bad stapte omdat Denise verzorgen zo veel gemakkelijker was. En wat ze echt heel lief vond: Aisha nodigde haar uit ook haar op dezelfde wijze te verzorgen. Wonderlijk, wie had ooit gedacht dat ze met een vrouw samen in bad gaan heel gewoon zou vinden. Om dan elkaar ook nog eens intensief te wassen, sponzen en scrubben. Nog opmerkelijker echter was dat ze het heimelijk zelfs jammer vond dat Aisha niet verder ging dan alleen maar te verzorgen. Gelukkig wilde Aisha daarna dat ze samen languit in bad gingen liggen. Het water was warm en geurde heerlijk naar etherische olie. Wat was het? Eucalyptus? Ze raakte er heel ontspannen van. Bijna wilde ze daarin wegglijden. Maar ze had nog vragen die beantwoord moesten worden. “Aisha,” begon ze aarzelend. “Jaah,” antwoordde Aisha loom. “Adilah en Ghizlan ehhh hebben die ehhh” Tot Denises verrassing antwoordde Aisha zonder dat ze haar zin hoefde af te maken. “... een band? Ja, ze zijn geliefden. Al zolang Adilah hier is.” “Maar Adilah houdt ook van Achad.” “Mmmm, ieder meisje houdt van Achad. Nou ja, Ghizlan als enige niet, nou ja, niet op die manier tenminste. Daarom is het ook zo oneerlijk.” ‘Aha,’ dacht Denise, ‘op die manier oneerlijk.’ Aisha keek Denise aan. “Oh, dat heb jij gehoord. Dat ik dat tegen Adilah zei. Dat het oneerlijk was. Zij heeft Ghizlan al en dan wil ze ook nog Achad.” “Ben je dan jaloers?” Aisha zuchtte. “Ik weet dat het raar is. Wie is nou jaloers op zo’n lief kind als Adilah. En eerlijk, ik gun haar Ghizlan heel erg. Net zoveel als ik Ghizlan Adilah gun. Veel meer eigenlijk, want die heeft niemand anders. Nou ja, als geliefde dan.” “Maar Achad is...” Denise aarzelde hoe ze dat nou op een goede manier moest zeggen. “Achad is van ons allemaal. Ik weet het,” weer zuchtte Aisha. Dat was niet helemaal wat Denise bedoelde. Maar misschien was het maar beter zo. “We willen allemaal Achad voor onszelf. Dat hij voor je kiest. Maar ja, dat doet hij natuurlijk nooit. Achad bindt zich niet. Niet aan één van ons tenminste. We willen hem te graag, denk ik vaak.” Aisha dacht even over haar eigen woorden na. “Ja, we willen hem zooo graag ... dat hij dus niet alleen onze lichamen wil, maar ons als onszelf. Zucht. Moeten we maar genoegen mee nemen, wij slavinnen. Maar beter ook trouwens. Anders zouden we elkaar het licht in de ogen niet gunnen.” ‘Maar waarom wilde hij dan mij zo graag?’ dacht Denise: ‘Was dat dan alleen maar een pose? Een trucje om mij te krijgen waar hij me hebben wilde? Moest wel!’ “Dus jullie verlangen echt naar hem? Alle slavinnen?” Aisha moest lachen. “Je gelooft het echt niet hè. Dat Achad geweldig is. Lief en aardig. Ook wel streng natuurlijk. En wreed als hij wreed moet zijn.” Denise zag dat ze wegdroomde bij die herinnering. Echt, ook bij dat laatste “wreed als hij wreed moest zijn.” Beter: juist bij die gedachte. Ze snapte niets van slavinnen zoals Aisha, dat was wel duidelijk. “Maar,” kreunde Aisha nu haast, “als minnaar is hij .... onbeschrijfelijk.” ‘Nou, fijn voor haar,’ kon Denise niet laten verbitterd te denken, ‘bij mij was het vooral zijn manier van geselen die bepaald onbeschrijfelijk te noemen was.’ En tot slot echt naar Denise gericht: “Achad: je houdt van hem. Of zoals jij: je haat hem. Nadira: die respecteer je.” Waarom ze dat laatste er aan toevoegde begreep Denise niet helemaal. Het zal met hun vorige gesprek te maken hebben. Dat was steeds wisselend over Achad en Nadira gegaan. Maar waarom ze dat nu zo zei? “Nadira: die respecteer je?” Wat bedoelde ze daar mee? Maar ze weigerde het Aisha te vragen. Bang voor een antwoord dat ze niet wilde horen. © Paul Gérard
| Haremslavin | | incl. verzendkosten Erobird Boekwinkel | paperback editie: € 15,00 | hardcover de luxe: € 17,50 |
|
verhalen maken dromen waar nu te bestellen: “Haremslavin” als paperback, gebonden de luxe en eReader reeds verschenen: “In de ban van zijn wil” als paperback, gebonden de luxe en eReader te bestellen bij: Erobird Boekenwinkel
|