de ambtenaar van de burgelijke stand spreekt
Hij begon zijn rede dan ook dat hij geen rede zou houden. Slechts een kort welkom. Aan een persoonlijke verhaal had geen van hen behoefte. Het ging om de ceremonie. Die zou persoonlijk genoeg zijn. Toch kon hij het niet laten om een paar persoonlijke verwijzingen te maken. Die hier natuurlijk niet herhaald kunnen worden. Maar duidelijk maken dat de eerdere opmerking over redes van ambtenaren ook in dit geval terecht was. Maar dit van wat hij zei was van belang: “U hebt besloten u vandaag in de echt te laten verbinden. U hebt gekozen voor het aangaan van Huwelijkse Voorwaarden. En een Persoonlijke Voltrekking. Daarom wil ik u zo dadelijk uitnodigen met het eerste, het aangaan van de Huwelijkse Voorwaarden, aan te vangen.” “Mag ik u, Zijn Meisje, verzoeken hier voor mij aan mijn rechterzijde te gaan staan, en u, Hij Van Wie Zij Is, aan mijn linkerzijde. Dank u.” Hij richtte zich vervolgens op Zijn Meisje. “Zijn Meisje, u heeft te kennen gegeven uw bezit te willen schenken aan Hij Van Wie Zij Is. Wilt u uw wens gestand houden. Wat is daarop uw antwoord?” Haar antwoord klonk zacht maar zonder aarzeling in de stilte. “Ja”. “Wil de getuige Zijn Meisje voorzien van haar bezit.” D. stapte naar voren en gaf Zijn Meisje haar tas. Niet een bruidstasje, noch een modieus tasje dat bij haar stemmige jurk paste, maar een leren boodschappentasje, met gouddraad of wat daar voor door moest gaan, versierd. Haar tas, ooit door haarzelf in Egypte op de bazaar gekocht. “Elk voorwerp dat u, Zijn Meisje, nu gaat schenken aan u, Hij Van Wie Zij Is, zal symbool staan voor alle gelijksoortige zaken die u, Zijn Meisje, bezit.” “U, Zijn Meisje, zult elk voorwerp aanbieden, knielend voor Hij Van Wie Zij Is, terwijl u mijn woorden herhaalt.” “En u, Hij Van Wie Zij Is, zal elk voorwerp aanvaarden terwijl u de woorden spreekt: ik aanvaard je geschenk, volledig en zonder voorbehoud.” “Begrijpt u dit beiden?” “Ja,” klonk het als één stem. “Wilt u mij dan eerst uw tas overhandigen.” Met een kleine revérance voldeed ze aan zijn verzoek. Hij gaf haar haar portemonnee. Ze knielde, terwijl ze de rokpanden van voren van elkaar schoof. Zo ontblootte ze haar benen zodat ze op haar blote knielen voor Hij Van Wie Zij Is knielen kon. Haar jurk viel in een wijde cirkel om haar heen. De heer H. van der H. sprak plechtig: “hierbij schenk ik je mijn geld.” Ze herhaalde zijn woorden: “hierbij schenk ik je mijn geld.” Het klonk als een bevrijding, en terwijl ze haar met haar handen naar boven reikte, de portemonnee aanbiedend, spraken haar ogen van de overgave die ze voelde. “Ik aanvaard je geschenk, volledig en zonder voorbehoud”. En nam haar geschenk. Attent nam V. de portemonnee van hem over. De ambtenaar reikte weer in haar tas. Nu gaf hij haar een schilderij. Maar niet voordat hij haar weer op liet staan. Zodat zij nogmaals knielen kon. “Hierbij geef ik je alles wat ik gemaakt, bedacht, ontworpen heb.” Ze herhaalde de woorden. Hij ontving haar geschenk. “Ik aanvaard je geschenk, volledig en zonder voorbehoud.” En voegde er uit eigen beweging aan toe: “ik aanvaard je creativiteit, liefdevol en in dankbaarheid.” Ze bloosde. Voor de laatste keer tastte van der H. in haar tas en gaf haar een foto. Zij was het zelf, als jonge vrouw: vol overgave keek ze in de lens, nog onbewust van haar de toekomst maar reeds bewust van haar gave tot geven. “Hierbij geef ik je mijn verleden, mijn herinneringen, alles wat ik in liefde bewaar, of wat ik diep van binnen in mij heb weggestopt”. Weer herhaalde ze de woorden. Maar bij “wat ik diep in mij heb weggestopt” stokte haar stem voor een moment, net alsof ze zich nu pas besefte wat ze hem schonk. Om het des te overtuigender uit te spreken. Even brak Hij Van Wie Zij Is daarop het protocol door haar handen, voor hij haar geschenk aanvaardde, liefdevol te kussen. Van der H. liet haar weer opstaan. Nee, in haar tas bevond zich niets meer. Toch had zij nog meer weg te geven. Kniel, gebood de ambtenaar. “Hierbij schenk ik je mijn sieraden.” Ze nam de gouden ketting van haar hals en reikte het aan Hij Van Wie Zij Is. Hij nam het aan zonder te spreken. Haar gouden horloge haakte ze van haar linker pols. Ook dat reikte ze hem aan. De ring met paarse steen aan haar vinger. De slavenarmband om haar rechter pols. Eén voor één aanvaardde hij de simpele strak vormgegeven sieraden. Als laatste reikte ze naar haar oren. Ook de goud met groen geëmailleerde sieraden verdwenen. Voorgoed? Dat was aan hem. Weer mocht ze staan. Weer mocht ze knielen. Voor de laatste maal in deze ceremonie. Maar eerst gebood H. haar haar paarse bolero van haar schouders te laten glijden. En gebood hij haar haar schoenen te overhandigen. Blootsvoets keek ze naar H. van der H. op. Vol verwachting. Wist ze wat er komen zou? Kende ze dan geen schaamte? Want wat Van der H. van haar verlangde was overduidelijk toen hij sprak: “Hierbij schenk ik je mijn kleding.” Meer hoefde ze niet te weten. Ze ontdeed zich van haar jurk, en terwijl ze deze hoog boven haar hoofd hield, knielde ze voor de laatste maal voor Hij Van Wie Zij Is neer. en herhaalde geëmotioneerd de woorden: “hierbij schenk ik je mijn kleding.” “Ik aanvaard je geschenk, volledig en zonder voorbehoud”. Waarop V. voor de laatste maal naar voren kwam en niet alleen haar jurk, maar ook haar bolero en schoenen meenam. Zodat ze naakt en zichtbaar voor iedereen in de zaal voor hem neergeknield lag. Haar hoofd nog steeds deemoedig gebogen, maar haar handen nu in de zijne. Bewust liet de ambtenaar een pauze vallen. “Dames en heren,” sprak hij na enige tijd richting zaal, “hiermee is een einde gekomen aan de symbolische schenking van Zijn Meisje aan Hij Van Wie Zij Is van al haar bezittingen.” “Waarop wij over kunnen gaan tot de formalisering van deze schenking”. “Bode, wilt u de tafel voor het ondertekenen naar voren schuiven”. En, naar het paar voor hem: “U hebt verzocht de ondertekening te laten geschieden op het meubelstuk dat u beiden erg dierbaar is. Ik heb begrepen dat het in huiselijke situatie wezenlijk anders wordt gebruikt, maar ik kan er mee instemmen dat het ook in dit geval een praktisch gebruik zal kunnen dienen”. Bij het zien van wat de bode voor haar neerzette, kon Zijn Meisje een blos op haar wangen niet tegenhouden: haar kruk. De blankhouten kruk van Ikea met roodhouten zitting. Waarop ze zo vaak en zo lang had gelegen. En, te horen naar de reacties van het publiek, met een voor iedereen welbekend doel. “Zoals ik al zei zullen wij uw kruk gebruiken om de Huwelijkse Voorwaarden op te ondertekenen. Maar eerst zult u er op plaats nemen om de Huwelijkse Voorwaarden publiekelijk voor te lezen. Zodat wij allen getuige zullen zijn dat u ten volle beseft wat u zult ondertekenen.” Hij Van Wie Zij Is hielp haar op te staan. Vluchtig drukte hij een kus op haar handen en liet haar op de kruk plaats nemen. Zonder zijn aanwijzing ging ze zo zitten dat haar benen licht gespreid waren, en haar lipjes open. Hij glimlachte en stapte opzij, zodat voor iedereen haar naaktheid nu zichtbaar was. De bode reikte haar het contract aan. Zonder aarzeling, en met luide en heldere stem las ze voor: Contract De ondergetekenden: Hij, geboren in de gemeente Leeuwarden, hierna te noemen “Hij Van Wie Zij Is” en Zij, geboren in de gemeente Halderberge, hierna te noemen “Zijn Meisje,” verklaren te zijn overeengekomen als volgt: Artikel 1: schenking huidig bezit - Zijn Meisje schenkt, zonder enig voorbehoud, al haar bezittingen aan Hij Van Wie Zij Is
- Hij Van Wie Zij Is aanvaard het eigendomsrecht van alle bezittingen van Zijn Meisje
Artikel 2: schenking toekomstig bezit
- alle bezittingen die Zijn Meisje in de toekomst zal verkrijgen worden onmiddellijk en zonder enig voorbehoud eigendom van Hij Van Wie Zij Is, met uitzondering van een ondertekend exemplaar van dit contract
- Hij Van Wie Zij Is aanvaard zonder enig voorbehoud het eigendomsrecht van toekomstige bezittingen van Zijn Meisje met alle daaraan verbonden rechten en plichten
Artikel 3: wat onder de bezittingen van Zijn Meisje wordt verstaan Onder de bezittingen van Zijn Meisje wordt verstaan: - alles wat in eigendom is van Zijn Meisje, en omvat dus ook haar geld en haar kleding
- alles wat Zijn Meisje gemaakt heeft en niet heeft weggeschonken, dan wel verkocht, dan wel verloren is gegaan
- alles wat Zijn Meisje in de toekomst zal maken
- alles wat aan Zijn Meisje in het verleden geschonken is, dat Zijn Meisje als geschenk heeft aanvaard en dat Zijn Meisje niet heeft weggeschonken, dan wel verloren is gegaan
- alles wat aan Zijn Meisje in de toekomst geschonken zal gaan worden
- alles dat in het verleden door Zijn Meisje door betaalde dan wel onbetaalde werkzaamheden heeft verkregen en wat op het moment van ondertekening nog in het bezit van Zijn Meisje is
- alles dat Zijn Meisje in de toekomst zal verkrijgen door betaalde dan wel onbetaalde werkzaamheden.
- alles dat Zijn Meisje op enigerlei andere wijze verkregen heeft dan wel waarop zij aanspraak maken kan
- alles wat op enigerlei wijze als eigendom van Zijn Meisje kan worden beschouwd, materieel zowel als immaterieel, nu en in de toekomst, dit te bepalen door Hij Van Wie Zij Is
Artikel 4: consequenties van het in artikel 3 bepaalde Vanaf het moment van ondertekening en geldend voor onbepaalde tijd zal Zijn Meisje niets in bezit hebben, geen eigendommen bezitten, noch zeggenschap hebben over bezittingen, met uitzondering van een ondertekend exemplaar van dit contract. Artikel 5: noodzakelijke toestemming van Hij Van Wie Zij Is - Zijn Meisje is niet bevoegd zonder uitdrukkelijke toestemming van Hij Van Wie Zij Is te beschikken over wat Zijn Meisje aan Hij Van Wie Zij Is heeft geschonken.
- ook al heeft Zijn Meisje de mogelijkheid over hetgeen zij heeft geschonken aan Hij Van Wie Zij Is zonder tussenkomst van Hij Van Wie Zij Is te beschikken, zal Zijn Meisje nimmer het recht hebben gebruik te maken van deze mogelijkheid, zonder de uitdrukkelijke en onbetwistbare toestemming van Hij Van Wie Zij Is.
Artikel 6: looptijd Dit contract geldt voor onbepaalde tijd en wordt slechts beëindigd door de dood van hetzij Zijn Meisje, hetzij Hij Van Wie Zij Is. Aldus opgemaakt en ondertekend in tweevoud op 28 november 2003 op het Gemeentehuis, Hij Van Wie Zij Is Zijn Meisje Het bleef heel stil terwijl zij voorlas. Pas bij het veelbetekenend uitspreken van het laatste: “Zijn Meisje,” klonk een gemeenschappelijke zucht uit de zaal. Ze had niet alleen alles weggegeven, het zou ook nog geformaliseerd worden. Nooit zou ze meer iets bezitten. Nooit zou ze dat nog zelf kunnen veranderen. Die zucht van de zaal.... was dat een zucht van bewondering... of van afschuw? Aan het trotse gezicht van Zijn Meisje te zien was dat voor haar van geen belang.
voor Mijn Meisje
|