Gepost op donderdag 03 november 2011 - 11:28 am: |
|
|
als huisvrouw mag je doen waar je zin in hebt, of toch niet...?
naar een fantasie van Nina&Zofia Vanavond mocht ik voor hem koken. Voor het eerst. Ik ben zo blij. Weet je, hij is echt mijn Man. Mijn eerste grote liefde. Zo sterk en groot. Machtig. Alles heeft hij in de hand. Nooit is hij onzeker. Toen hij op me toestapte in de dancing vroeg hij me ook niets. Hij pakte gewoon mijn hand en nam me op sleeptouw. En ik volgde hem. Zo is hij. Zo ben ik. Hij maakt dat ik me bijzonder voel. Niet dat hij niet kritisch is hoor. Zo keek hij strak naar mijn rokje. Nou ja rok, hij was best wel lang. Dat zei die dus. Ik blozen. Maar ja, hij heeft gelijk. Het geeft me zo’n heerlijk gevoel dat hij vindt dat ik kort mag dragen. Mini! Ik heb meteen een super kort rokje gekocht. En zo’n strak truitje waarbij je navel bloot blijft. Toen ook maar hoge hakjes erbij. Jee, wat voelde ik me sexy. Heb ze in de winkel aangehouden. Een beetje wiegen met m’n billen kon ik echt niet laten. Mannen die naar je fluiten! Wouw, dat was me nog nooit overkomen. Nu ben ik dus aan het koken. Lekker zo in mini. Met een heel sexy slipje eronder. Of zal ik die uittrekken. Nee. Ik ben aan het koken. Toch? Ik hoor hem binnenkomen. Ik wordt er helemaal opgewonden van. Maar natuurlijk draai ik me niet om. Wacht tot ik voel dat hij achter me staat en me bewonderd. Dan draai ik langzaam mijn hoofd om om gekust te worden. Pats. Zijn hand slaat mijn hoofd weer de andere kant op. Ik schreeuw. Mijn handen laat ik werkeloos op het aanrecht rusten. Mijn hoofd gebogen. Langzaam voel ik een traan langs mijn wangen lopen. Dan begin ik pas goed te huilen. Ik weet niet of hij wat zegt, want ik hoor het niet. Ik hoor alleen mijn eigen huilen. Dan trekt hij me aan mijn haar naar zicht toe. En bijt me in het gezicht: “Je bent een hoer, een godverdommese hoer.....Slèt, Slèt Slèt Slèt” Hij grijpt me met zijn grote handen bij mijn kin. Hard. En trekt me bij zijn gezicht. “Je bent gezien. In de stad. Als een hoer liep je te sjansen met kerels. Fluitende kerels en jij liet je fluiten.” Hij duwt me nu van zich weg en ik beland met mijn rug tegen het aanrecht. Mijn handen achter me vinden steun. En terwijl hij afstand neemt en bijzonder misprijzend mijn kleding beziet, voel ik me boos worden. Eindelijk boos worden. Ik voel mijn lijf zich rechten. Mijn trots zwelt weer. Hoe durft hij. En terwijl hij schamper zijn schofterige woorden in me spuwt, verlies ik alle voorzichtigheid. “Jij vieze vuile sletterige hoer, goedkoop en ordinair...” En bij dat laatste woord vlieg ik hem eindelijk aan. Zijn ogen wil ik uitkrabben, zijn haren uitrukken, hem vernietigen. Oh, krabben laat hij me. Eventjes. Dan grijpt hij rustig, nonchalant zelfs in één beweging mijn polsen. En draait ze op mijn rug. Ik schreeuw van frustratie en pijn. Want hij is zo sterk. En zo machtig. En hij buigt door. Hard. Tot ik niets anders kan doen dan door mijn knieën zakken. Op de grond. Mijn verzet is gebroken. Hij dwingt mijn gezicht op de koude stenen vloer. ‘Genade, meester, genade.’ Ik denk het, maar mijn woorden mompelen die woorden onwillekeurig mee. Kus de vloer, gebied hij. En ik kus de vloer. “Goed zo,” zegt hij. Ik hoor de woede uit zijn stem verdwijnen. “Zo sletje van me,” zegt hij. “Ik zal je opvoeden. Wil je dat? Je hebt een keus. Nu. Daarna niet meer.” “Ja,” hoor ik mezelf zeggen. “Ja, voed me op.” Maar ik geloof niet dat hij wachtte op mijn antwoord. Hij heeft me al opgepakt en gooit me over zijn schouder. Als een lappenpop voert hij me de keuken uit. Slap hang ik daar. Machteloos. Machteloos? Niet echt. Want ik wil me machteloos voelen. Nu. In zijn handen. Hij legt me op de eetkamertafel. Trekt resoluut mijn broekje uit. Hij gaat me nemen. Eindelijk. Niet dus. De eerste klap merk ik niet eens, zo onverwachts is hij. De tweede des te meer. En de derde en de vierde. Bij de vijfde kom ik in verzet. Ik probeer me op te richten en zijn hand te grijpen. Hij duwt me zonder omhaal terug. Dan voel ik de woede weer in me opzwellen. Ik kom in verzet. Ik ga vechten. Ik ga krijsen. Hij laat het toe. Denk ik. Want als ik sta, heeft hij een touw in zijn hand. Hij gooit me weer terug op de tafel. En hoe ik ook vecht, ik voel dat hij me stap voor stap overmeestert. Mijn rechter pols bindt hij, en mijn linker pols. Ik kan nog alleen maar trappen. Wat ik dus doe. Maar als hij mijn linker been vastgrijpt en strekt weet ik dat de strijd verloren is. Ik geef op. Hier lig ik, uitgestrekt op de tafel. Mijn buik op de tafel. Mijn armen en benen gespreid. Heel rustig zegt hij nu: “Ik ga je opvoeden.” Weer ontbloot hij mijn billen. Weer slaat hij me. Nu met een liniaal. Die hij van mijn bureautje heeft gepakt. Slaat hij. Hard. Heel hard. Weer schreeuw ik. Weer huil ik. Van pijn. En vernedering. En genot. Want het doet niet alleen pijn. De slagen doen nog iets anders met me. Iets ongekends... Als zijn slagen stoppen, gaat dat door. Ik merk amper dat hij me losmaakt. Mijn kleding uittrekt. Zijn handen over mijn lijf laat glijden. Hij tilt me weer op. En legt me weer over zijn schouder. Teder en voorzichtig nu. En legt me op mijn bed. Schikt zijn kleren, terwijl ik als in een waas naar hem kijk. Schenkt zichzelf een borrel in. Drinkt. Terwijl ik daar lig. Naakt. Op het bed. Roerloos. En open. Dat komt hij naar me toe. Begint me langzaam te strelen. Strelen wordt masseren. Over mijn hele lijf. Met zijn grote handen. Zo wordt ik één met zijn handen. “Je bent een braaf meisje,” zegt hij.
als je geeft èn neemt heb je dubbel plezier
|
|
|