Gepost op vrijdag 27 april 2007 - 09:31 pm: |
|
|
Spanning vooraf....
Bloednerveus parkeer ik mijn auto bij de winkels. Het is 18.30 uur. Voor de zesde keer in een half uur check ik mijn mobieltje en ja, hij doet het nog steeds. Ik kijk in de achteruitkijkspiegel, bekijk mijn gezicht, veeg mijn haren naar achteren en zucht diep. Drie weken geleden hebben we de knoop doorgehakt; we willen elkaar ontmoeten. Hij mij en ik hem. We kennen elkaar al behoorlijk goed, maar hebben elkaar nog nooit in levende lijve mogen aanschouwen. Ik had, efficiënt als ik ben, meteen mijn agenda gepakt om een afspraak te maken, maar hij had een ander plan. Hij wilde, dat ik vanaf dat moment elke vrijdagavond van 18.00 uur tot 21.00 uur telefonisch bereikbaar zou zijn. Als hij me dan zou bellen, zou ik ook de vrijheid moeten hebben om naar hem toe te rijden. Dus dat betekent; geen andere afspraken maken voor de vrijdagavond en me niet laten gaan op de vrijdagmiddagborrel van mijn werk. De afgelopen twee vrijdagavonden heb ik vergeefs en knappend van spanning drie uur lang zitten staren naar die stomme mobiel. Mooi niet dat hij belde en dat irriteert me mateloos! Ik ben nu bijna een jaar vrijgezel en sinds die tijd voorzichtig op zoek naar een leuke, Dominante man. Zonder arrogant te willen klinken, kan ik wel vertellen dat de Dominante mannen zich in rijen dik aandienen. Tja, aandienen… vinden ze vast niet leuk om te horen, maar het is nou eenmaal zo. Zelfs als je enig commentaar geeft, zijn er een aantal bereid zich onmiddellijk aan te passen! “Oh, maar ik kan wel vriendelijker zijn; ik dacht dat je dit leuk vond….” “Lieverd, maar natuurlijk is plassex niet noodzakelijk een eerste date.” “Oh, snoepje-schat, dan zal ik je niet meer constant “kutje” noemen.” Joejoe… Nou, dat zijn dus niet mijn types…. Wil een man wat, dan wil hij dat, ongeacht wat ik daar van vind. Nou ja… zoiets. Deze man is dus wel helemaal mijn smaak, althans… dat idee had ik. Maar nu hij me al twee vrijdagavonden laat zweten, weet ik het niet meer zo zeker. Het is nu ook alweer dik half zeven, dus vanavond zal hij ook niet meer bellen. Hoewel…. Hij heeft nog twee en een half uur. Ik heb ondertussen wel begrepen dat de echte Dominante man een ijzeren zelfdiscipline heeft. Een zelfdiscipline waar ik helemaal horendol van word! Maar mogelijk is dat, om dat ik zelf niet zo’n zelfdiscipline heb…. Het is overigens wel grappig hoe dat werkt. Ik heb hem de afgelopen twee weken, waar die twee beroerde vrijdagavonden dus in vielen, nog regelmatig aan de telefoon gehad. Het was toch mijn eer te na om te laten merken hoe ik heb zitten zenuwen bij die telefoon. Ik was eigenlijk ook bang, dat als ik iets zou laten merken van mijn ongeduld, het allemaal nog veel langer zou duren…. “He kleintje, wat heb je gedaan gister?” (En gister was natuurlijk vrijdagavond….) Dan schoot er van alles door me heen! Ik wilde vertellen over een mega-feest, waar ik aangeschoten had rondgehuppeld in een schitterend, kort, rood jurkje. Of van een leuke vlam, die ik zo plotseling tegen het goddelijke lijf was gelopen. Ik wilde wel van alles verzinnen om hem op de kast te krijgen, maar uiteindelijk stamelde ik tot twee keer toe: “Niks toch…?” Alsof ik wilde horen dat ie me heus niet vergeten was…. Maar nu is het weer vrijdagavond en ik ben het eigenlijk hartstikke zat. De voor-zenuwen duren dik vierentwintig uur en de na-teleurstelling was de afgelopen twee keer ook niet misselijk. Nu zit ik weer schoon, glad en tot in de puntjes naar-bloemetjes-ruikend naar mijn telefoon te staren. Ik lijk wel gek! Ok, nu wordt het tijd om mezelf te bewijzen. Ik ga hier de supermarkt in en ik laat mijn telefoon in de auto. Het is nu klaar met die onzin! Belt ie, dan belt ie…. En God, wat zal het hem verbazen als ik niet opneem…. Dat is hem natuurlijk in zijn hele leven nog niet gebeurd. Met behoorlijke pit gooi ik mijn telefoon in het dashboardkastje en smijt het dicht. Ik pak mijn tas en de twee lege flessen die ik in moet leveren en stap uit. Ik doe de auto op slot en met de pas van een snelwandelaar loop ik naar de ingang van de winkel. Ik heb eigenlijk heel erge spijt dat ik mijn telefoon niet bij me heb, maar kan me niet laten kennen tegenover mezelf. Wel realiseer ik me, dat dit wel eens de fout van mijn leven kan zijn…. Ja, natuurlijk…. Twee trage bejaarden staan ook flessen in te leveren, maar ze snappen er geen bal van…. “Mevrouw,” help ik onmiddellijk, “u hoeft niet na elke fles om een bonnetje te vragen. U kunt ze alle 26 tegelijk doen, hoor…. En dan pas op “bonnetje” drukken….” De rimpelige dame is verheugd. “Och kind, zo doen we dit al jaren! Is het werkelijk waar?!” Ik glimlach, maar niet helemaal oprecht… en denk aan mijn telefoon. Als ik NU terugren, kan ik misschien nog een smoesje verzinnen als hij al gebeld heeft. Dat ik net een kind uit de sloot aan het redden was of… een bejaarde aan het helpen. Ik schaam me diep voor mezelf, maar vlieg de winkel weer uit en open zo snel als ik kan naar mijn auto en het kastje. Ik graai mijn telefoon eruit en kijk…. Ik heb géén oproepen gemist… En nou is het klaar!! Ik ben veels te afhankelijk; dit is helemaal niet goed. Ik gooi mijn telefoon weer terug in het kastje en sluit de auto. Zo langzaam als ik kan, slenter ik de super weer in en glimlach vriendelijk naar iedereen die me aankijkt. Op mijn onrustige gemak doe ik boodschappen, maar mijn gedachten zijn constant bij mijn telefoon. “Lieverd, het is gelukt hoor… Met die flessen!” De bejaarde mevrouw kijkt me stralend en trots aan. “Hartstikke fijn, mevrouw. Dat scheelt vanaf nu een boel tijd!” Ineens heb ik ongelofelijk haast en weet zeker dat hij gaat bellen. Ik spurt naar de kassa, reken af en ga half rennend naar mijn auto. Ik zet mijn boodschappentas op de bijrijderstoel en pak mijn mobiel. Een oproep gemist…. Mijn hart staat stil, maar… het kan ook iemand anders zijn, die belde. Met een bewuste zucht, druk ik op het knopje dat me gaat laten zien WIE belde…. “Luc” “Oohh……,” kreun ik hardop en zie dat hij me acht minuten geleden belde. Mijn benen bibberen en ik vloek en jammer inwendig. Wat moest ik nou zo nodig bewijzen…? En waarom deed ik dat niet vorige week?! Met trillende vingers bel ik hem terug. “Luc? Met Lot. Sorry.” ……. “Ja, ik weet het. Het spijt me heel erg. Ik wilde me bewijzen.” ……. “Nou, dat ik eh… onafhankelijk was… en dat ik… Ik weet het niet. Het spijt me.” ……. “Ja.” ……. “Zeg het maar… Het spijt me echt.” ……. “Nee.” ……. “Echt??” ………. “Ok… Dank je, en nogmaals sorry… Ja, ik kom zo snel mogelijk.” ……. “Oh… ok.” ……. “Ja, tot zo.” Ik tril terwijl ik de auto start. Onderweg probeer ik te kalmeren; ik heb nog zeker 100 km te gaan. Ik ben onderweg naar Luc en heb geen idee wat me te wachten staat. Mijn geest is al gedeeltelijk leeg en mijn verwachtingen zijn hoog gespannen. Aan de andere kant hoop ik niet half mee te maken waar ik de afgelopen maanden over gefantaseerd heb…., dat zou me veels teveel zijn. Terwijl ik aanbel, recht ik mijn schouders, maar dat is niet omdat ik me nou zo zeker voel. De deur gaat open en we staan oog in oog. Luc en ik. Luc is niet knap en niet jong. Maar Luc kijkt zo geweldig uit zijn ogen, dat ik huiver. “Kom binnen, lieverd,” zegt hij.
|
|
|