Weddenschap
Mariska krijgt uitleg
19. Weddenschap "Heb je een beetje door hoe de vork in de steel zit?" vroeg Ed. Hij had zijn arm om Mariska heen geslagen en zat met haar op de luxe zitbank in het appartement van de Rector. Die was bezig wijn voor hen in te schenken. "Maar half", zei Mariska. "Ik geloof dat ik wel zo'n beetje begrijp wat jullie in je schild voerden bij dat proces tegen de anderen, maar wat was dat voor een weddenschap waar je het over had?" "Ja, dat was onze supertruc. Ik had gewed dat jij niet zou toegeven, dus niet die belofte zou afleggen, en de Campusraad, inclusief de Rector, beweerde van wel. Als ik won zou jij geen straf krijgen." "Oòòh, hoe haal je het in je hoofd?! Gewèd, nota bene! Mij zo gemeen behandelen voor een weddenschap! Hoe kreeg je ze trouwens zo gek?" Ed grinnikte. "Ze blijft opstandig, merkt u dat?" Hij kuste haar. "Hmmm, ze is zo'n heerlijke meid." "Ja, toe nou maar", weerstreefde Mariska blozend. "Vertel maar liever hoe briljant je de zaak hebt aangepakt, want je zit vast te popelen. Ik beloof je ademloze bewondering." "Ai," zei Ed, "leg mijn zwakke plekken maar onbarmhartig bloot. Kan ik voor jou dan niets verborgen houden?" "Je bent een man, dus ijdel." "Toe maar, nog een schep erbovenop. Maar goed, we zullen alles vertellen, of in ieder geval de grote lijn." Met een blik op de Rector: "Zal ik beginnen?" De Rector knikte. "Goed dan. Het begon allemaal met het verzet, dat jij met mevrouw De Ridder ging organiseren. Ik weet niet welke strategie je uiteindelijk zou hebben gekozen om onze macht te ondermijnen, maar ik betrapte je en verhaastte zodoende de uitvoering van je plannen. Jullie richtten een Comité op en hielden een manifestatie, maar de mannen sloten de rijen en gaven geen duimbreed toe. Weer weet ik niet waartoe de situatie had kunnen leiden, als er niet, van beide kanten, op een confrontatie was aangestuurd. Jij moest nog een straf ondergaan en jullie wilden dat koste-wat-het-kost verhinderen. De Campusraad had wel erg dom moeten zijn om bij die gelegenheid geen val op te zetten. Ik zit niet in de Campusraad, maar de tekenen waren duidelijk genoeg, zeker nu ik iets in die richting verwachtte. Je weet dat ik je nog heb gewaarschuwd, na jullie demonstratie en kledingactie. Wel, ik was ondertussen afgezet als jouw beschermer. Bart had mij elke omgang met jou verboden en bovendien werd je taboe verklaard, dus veel kans om je nog wat goede raad te geven kreeg ik niet. Machteloos moest ik toezien hoe je afstevende op de onvermijdelijke catastrofe." "Wat hadden we dàn moeten doen? Die straf maar rustig over zijn kant laten gaan? Dan hadden we ons ongeloofwaardig gemaakt!" "Precies, dat was juist het mooie ... of het beangstigende. Net als in een Griekse tragedie was het noodlot niet af te wenden. Jullie konden geen kant uit en dus hoefde de val alleen maar dicht te klappen. Toch vraag ik me af of je achterban het werkelijk niet zou hebben begrepen als je niets had gedaan." "Misschien. Bea wilde dat, maar dat was vooral om mij te pesten. Ik denk dat ze het helemaal geen naar idee vond om mij aan het kruis te zien staan." "Ja, ik ben ook niet voor niets weer haar beschermer geworden." "Hè wat? Wou jij dan dat ...? Ach, je zit op te scheppen. Toen jij Bea weer kreeg, kon je nog niet weten hoe alles zou lopen. Toen hadden ze nog niet eens gedreigd ons taboe te verklaren." "Dat is waar. Ik overdreef een beetje, maar toch heb ik mij doelbewust weer aan Bea laten koppelen. Ik was ervan overtuigd dat ze haar verzet dan zou opgeven. Met een beetje goede wil zou ze zelfs nog wat aanhang meenemen, temeer omdat niet alleen Bea een betere beschermer had gekregen. Je moet niet onderschatten hoeveel meisjes op die manier kunnen worden gepaaid." "O, daarom wou je me toen niet vertellen waarom je Bea weer had genomen! Wat ben jij eigenlijk een in-gemeen ventje!" "Daarom hou je zeker zoveel van me? Mijn hoofddoel was: jou beschermen. Tenslotte was ik jouw beschermer, ja of nee? Bart telde niet mee; dat was voor mijn gevoel maar een intermezzo. Als jij je verzet had moeten staken wegens gebrek aan medestanders, was er verder niets gebeurd. Tot op zekere hoogte werkte die strategie wel, want jouw aanhang werd gehalveerd. Aan de andere kant hadden we nog wel wat nieuwe toeloop verwacht." "Die was er ook wel." "O zeker, maar ze durfden kennelijk niet mee te doen met de bezetting van het schavot. Goed, het vervolg kon ik natuurlijk ook voorspellen. Jij zou zwaar worden gestraft. Ik heb al verteld hoe ik daar tegenaan keek. Wat kon ik doen? Ik zag er maar één gat in: met de Rector gaan praten, want ik wist inmiddels dat hij de leider van het Genootschap was. Daar was jij achter gekomen en zo zie je maar dat dat toch nog ergens goed voor was. Ik ging gewoon naar zijn spreekuur en legde hem mijn zorgen voor. Dat was dus nog weken voordat het tot een uitbarsting kwam. Het wonder gebeurde. De Rector was het met mij eens. Sterker nog: het 'klikte' tussen ons, als u me de uitdrukking wilt vergeven." De Rector glimlachte. "Dat klopt. We 'zaten op dezelfde golflengte', zo dat heet. Ik heb ook grote bewondering voor je, Mariska, en het stuitte me net als bij Ed tegen de borst om je te moeten breken. Aan de andere kant moest het verzet natuurlijk wèl ophouden. In het verlengde daarvan was er een praktisch probleem, namelijk hoe ik de Campusraad mee zou kunnen krijgen. Het ongeduld groeide en er waren steeds meer leden die op een harde aanpak aandrongen. Ik vroeg Ed of hij suggesties had en we maakten een afspraak om alle aspecten van de zaak eens grondig door te nemen. We vroegen er nog iemand bij van wie we een goede inbreng verwachtten en, wel, toen hebben we er een Beleidscommissie van gemaakt, die ook mocht meevergaderen met de Campusraad. Al die tijd gingen we er zonder meer van uit dat we de strijd zouden winnen. Zoals Ed al zei, was de gelegenheid om bij het kruis een val voor jullie op te zetten te mooi om te laten schieten. We konden dan in één klap de harde kern van het vrouwenverzet inrekenen. Het enige wat we niet wisten, was hoe groot die harde kern zou zijn. We hadden toch wel op een vijftig à zestig meisjes gerekend, maar dat bleek veel te hoog geschat. Maar als we jullie hadden verslagen, wat dan? Er zouden een heleboel processen komen en daar dachten we uitvoerig over na. Ik zal onze gedachtengang ongeveer proberen te schetsen. Het idee was dat jij niet moest worden gestraft, maar wel moest ophouden met je verzet. Toen was het niet zo'n grote stap om dat uit te breiden naar alle opstandige vrouwen. Eigenlijk was die straf maar bijzaak. Dat begrepen we vooral pas goed toen we een alternatief hadden bedacht: die belofte om voortaan af te zien van opstandige activiteiten in ruil voor kwijtschelding van straf." "Ja, dat zogenaamde 'grootse gebaar'", flapte Mariska eruit. Bij het idee alleen al kwam haar boosheid weer boven. De Rector glimlachte weer. "We beseften natuurlijk heel goed dat we de vrouwen daarmee, zoals jij het zo fraai uitdrukte, hun ziel zouden laten verkopen. Dat was nu juist de bedoeling, want een vrouw wie dat is overkomen zagen we echt niet meer in verzet komen. We meenden dat het ons wel zou lukken als we de druk groot genoeg maakten; vandaar dat het vonnis zwaar moest zijn. Eén grote complicatie was er, Mariska, en dat was jij. Daarbij waren Ed en ik het voor de verandering een keertje oneens. Ed beweerde dat jij op die manier niet te vangen was en ik dacht van wel, als we het vonnis maar zwaar genoeg maakten. Ik moet dus toegeven dat ik je heb onderschat. Maar goed, we kwamen te spreken over het eergevoel dan wel de eerloosheid van vrouwen en vonden toen eigenlijk dat we de vrouwen alle kans gaven om hun eer, of zoals jij zegt: hun ziel, te redden. Ze hóéfden immers niet toe te geven. Maar ze zouden het vrijwel allemaal doen, daar waren we van overtuigd. Mariska zou dat eigenlijk moeten zien, bedacht ik. Dan zou je wel inzien hoe zinloos je verzet was. Maar ja, alle meisjes zouden individueel worden berecht, door verschillende Raden. Maar als we nu eens ... Begrijp je? Zo werd het idee geboren om ze allemaal door de Campusraad te laten berechten, in een groot proces, met jou als toehoorder. Dat had bovendien het voordeel dat ik, als President, alle kneepjes van onze tactiek zelf in de hand had. De Campusraad stemde in met onze ideeën. Maar, Mariska, we speelden niet helemaal open kaart tegenover de Campusraad. Dat idee om jou er als toehoorder bij te hebben bleek allerlei onverwachte kanten te hebben, die we nauwgezet bestudeerden. "Ja," zei Ed, "ik wist natuurlijk dat jij je mond niet zou kunnen houden. Als het moest hadden we je desnoods een prop in je mond kunnen stoppen, maar al pratend en denkend kwamen we op een beter idee. Waarom zouden we de vrouwen niet alle kans geven om hun eer te redden? Laat ze maar overleg plegen, zeiden we. Laat Mariska daar zelfs maar bij zijn. Eén van tweeën: Of je zou de vrouwen meekrijgen en dan zouden ze hun straf niet ontgaan, of, niet schrikken, jouw teleurstelling zou des te groter zijn." "Oòòh, wat een rotstreek!" zei Mariska. "Nee! Dat heb je al eerder gezegd, maar je vergeet weer, dat het de vrouwen zèlf waren die jou die teleurstelling bereidden, niet wij. Wij gaven ze alleen de gelegenheid daartoe." "Ja, dat zei je de vorige keer ook, maar toch ben ik het daar niet helemaal mee eens. Jullie plaatsten mij in een uitzonderingspositie en daardoor kon ik ze niet overtuigen." "Daar heb je wel een beetje gelijk in, maar ik denk niet dat het veel verschil heeft gemaakt. Maar om door te gaan, jij moest dus op het juiste moment, na het 'grootse gebaar' van de President, de gelegenheid krijgen om mee te doen. Dus kreeg jouw bewaker de opdracht om je precies tot dat moment in bedwang te houden." "En als ik nu toevallig niets had gezegd?" "O, niets aan de hand. Dan had jouw bewaker opdracht gekregen om je naar de andere vrouwen te brengen. Wel Maris, dan is het nu tijd voor de ademloze bewondering die je me hebt beloofd, want weet je wanneer we dit hele plan klaar hadden, tot in details? Een week voordat jij aan het kruis moest." Mariska hield even haar adem in en sperde haar mond open. "Ben ik zo bewonderend genoeg? Een week, zeg je? Dus ... dus ... toen we in het park liepen wist je alles al. Had je me niet kunnen waarschuwen?" "Je bedoelt dat ik je niet ons hele plan uit de doeken heb gedaan. Dat zal ik je uitleggen. Om te beginnen mocht ik eigenlijk al helemaal niet met je praten; dat had Bart me immers verboden. Bovendien had de Campusraad me laten zweren dat ik niets van onze plannen zou verraden. Maar stel nu dat ik dat toch had gedaan, zou je dan hebben toegegeven? Stel dàt. Dan was jouw straf zonder verzet voltrokken en dan was je daarna vrolijk verder gegaan met je Comité. Dat was nu ook weer niet de bedoeling. Nee Maris, om in dit geval mijn loyaliteit te grabbel te gooien had ik zwaardere argumenten nodig gehad. Maar ik ben zo ver gegaan als ik kon, door je dringend te adviseren met de Rector te gaan praten. Ik hoopte vurig dat je dat zou doen, maar daar was je helaas te eigenwijs voor." Mariska vond het maar beter om daar niet op te reageren. "Je hebt me ook gewaarschuwd om niet alleen buiten te lopen", zei ze. "Wist jij eigenlijk dat Bart me zou kidnappen?" "Niet met zekerheid, natuurlijk, maar ik hield rekening met zoiets. Het was immers zijn verantwoordelijkheid dat jij op tijd op het schavot zou zijn. Maar met of zonder kidnap, ik twijfelde er geen seconde aan, dat jij op het schavot zou komen. En dan zou je dus worden gegeseld en dat wilde ik niet, dus besloot ik om het dan maar zelf te doen. Het leek me echt te gek om jou daar voor de hele meute te geselen, zonder dat iemand in de gaten had dat het nep was." "Wist u daarvan?" vroeg Mariska aan de Rector. "Ik wel, maar verder niemand. Zelfs de leider van de groep die het verzet moest breken wist het niet. Ik had een bewaker opdracht gegeven om zich in jouw buurt op te houden. Daar zat niets vreemds in. Wist die leider veel dat Ed die bewaker was? Hij was zelfs zo vriendelijk Eds zweep zolang vast te houden." "Goh," zei Mariska, "jullie zijn me het stel wel. Maar hoe zat het nu precies met die weddenschap? Want dat snap ik nog steeds niet." "Wel, dat zat zo", zei de Rector. "We wilden dus, zoals gezegd, jullie straf kwijtschelden in ruil voor de belofte het verzet op te geven, maar daarnaast wilden we nog iets en wel de hervorming van de rechtspraak: een eerlijker proces, gewone verlichting, geen zwarte hemden en hoofdkappen meer. Onze manier om processen tegen de meisjes te voeren was namelijk nodeloos vernederend en dus een bron van onrust. Dat stamde nog uit de begintijd van het Genootschap en had toen wel zin, maar intussen zijn we sterk genoeg. Júíst als we zouden winnen - en daar gingen we, zoals gezegd, vanuit - zou het een mooi gebaar, een gebaar van verzoening, zijn om de vrouwen in dit opzicht tegemoet te komen. En we wilden nòg iets. Jij, Mariska, had ons er met onze neus bovenop gedrukt, dat sommige meisjes ... ja, hoe zeg ik dat? ... een speciale benadering vereisen. Als we jou niet wilden breken - en dat wilden we niet - waren we eigenlijk gedwongen je als gelijkwaardig te behandelen. Betekende dat dan niet dat we àlle meisjes als gelijkwaardig moesten erkennen? We kregen een beter idee: Voor sommige meisjes moesten we een speciale status creëren, de status van 'ere-vrouw'. Het probleem met dit alles was, dat we de Campusraad moesten zien te overtuigen. Vooral dat idee van 'ere-vrouwen' stuitte op heftige tegenstand van de hard-liners, ondanks ons betoog dat zo'n speciale status de meisjes ook zou isoleren en dus als bron van verzet zou neutraliseren. Kijk, één voorstel hadden we wel door de Raad kunnen loodsen, twee misschien ook nog wel, maar drie voorstellen was teveel. We overvroegen dus eigenlijk. En in dat kader kwamen we op het idee van een weddenschap. Dat moet jij maar vertellen, Ed." "Goed. We hebben al verteld dat de Rector en ik het niet eens waren over wat jij zou doen. Volgens mij zou jij de gevraagde belofte nooit afleggen en hij dacht van wel. Ik denk dat het wel een van onze meest briljante vondsten is geweest om daar een spel van te maken. De taakverdeling was als volgt. Ik uitte mijn twijfel over die belofte. O zeker, zei ik, alle of praktisch alle meisjes zullen die belofte afleggen, maar Mariska niet. Mariska is niet zomaar een meisje; die is uit ander hout gesneden. Die geeft niet toe, wat je ook doet. Natuurlijk kun je haar breken als je maar lang genoeg doorgaat, maar geen enkel dreigement zal haar doen zwichten. Kortom, Maris, ik zat flink over je op te scheppen om de Raadsleden uit te dagen. De rol van de Rector was a) om me aan het woord te laten, b) om me uit te lachen. Waar wedden we om, zei hij, maar ik deed of ik aarzelde. Elke keer als ik weer over je begon op te scheppen, daagde de Rector me opnieuw uit en elke keer werd ik harder uitgelachen. Dat gaf niets, want zo wenden ze aan het idee van een weddenschap. Wel, toen de stemmen min of meer staakten over onze voorstellen, zei ik dat ik een originele manier wist om de impasse te doorbreken, namelijk die weddenschap. Ze hadden me immers uitgedaagd en uitgelachen? Nou, dat moesten ze dan maar eens waarmaken. Ik wed om onze voorstellen, zei ik. Als jij, zoals ik volhield, niet zou toegeven, moesten al onze voorstellen worden aangenomen. Dus nu was ìk ineens de uitdager. Als jullie er zo zeker van zijn dat Mariska zal toegeven, dan durf je deze weddenschap toch zeker wel aan? vroeg ik. Maar enkele slimmerikken hadden door, dat jij dan in alle gevallen geen straf zou krijgen. Op dat punt heb ik open kaart gespeeld. Zouden jullie, vroeg ik, een kunstwerk als de Nachtwacht van Rembrandt willen verscheuren? Welnu, Mariska is, innerlijk en uiterlijk, een kunstwerk van de natuur. Willen jullie dat dan wèl breken? Kortom, ik hield het betoog dat ik aan het eind van het proces in het kort heb herhaald. Temeer, zei ik, omdat er een beter middel is: Haar als ere-vrouw apart zetten. Als jij niet zou toegeven, betoogde ik, was het bewijs van jouw uitzonderlijke kwaliteiten dunkt me toch wel geleverd en zou jij dus ook in aanmerking komen voor de speciale status van ere-vrouw. De Rector steunde me natuurlijk, door ze op een subtiele manier uit te dagen. 'Dus jij houdt vol dat Mariska voor geen enkel dreigement zal zwichten?' vroeg hij mij. 'Nu, dan verlies je gegarandeerd. Om te beginnen krijgt ze natuurlijk een nog zwaarder vonnis dan de anderen, omdat ze de leidster van het verzet is.' De Raad liet zich manipuleren en begon over de zwaarte van het vonnis te debatteren, waarmee ze dus het idee van een weddenschap accepteerden. 'Geen enkel dreigement', die woorden werden door de hard-liners opgevat als een vrijbrief om het jou zo moeilijk mogelijk te maken. Het verschrikkelijkste wat ze konden bedenken, was dat jij mij nooit meer zou mogen zien. Wat hebben ze zitten lachen toen ze met dat idee kwamen. Toen had ik ze het liefst willen kielhalen met z'n allen, terwijl ik een gezicht moest blijven trekken alsof het me allemaal niets uitmaakte. Het kwam bij niemand op, dat ze mij op die manier net zo hard zouden straffen als jou. Het was riskant, want al ben je dan niet zomaar een vrouw, je bent toch een vrouw en vrouwen zijn geneigd alles aan de liefde op te offeren. Ik kon natuurlijk niet terugkrabbelen, maar ik vroeg een gunst, namelijk of, als ik het won, de maatregelen onmiddellijk van kracht konden worden en of ik ze hoogstpersoonlijk, in jouw bijzijn, mocht afkondigen. Wel, de Rector had daar geen bezwaar tegen en daarom vond de Raad het ook goed. Wel moest ik natuurlijk, zoals ik daarnet al zei, zweren dat ik niets tegen jou zou zeggen. Daar had ik geen enkele moeite mee, want ik wilde zèlf ook eerlijk weten of ik gelijk had of niet. Dat heb ik ook hardop gezegd en daarmee heb ik, denk ik, een zeker wantrouwen dat hier en daar bestond, weten weg te nemen. Aldus werd afgesproken en daarna kon het ze uiteraard niet meer schelen wie jouw verdediger zou worden bij het proces. Ik had Bart intussen aangeklaagd en de Raad vond het best dat ik zijn plaats innam. Tijdens mijn pleidooi bezorgde je me overigens nog even een paar heel moeilijke momenten." "Ja, dat pleidooi", meesmuilde de Rector. "Daar had die vrijer me niets van verteld, Mariska. Hij dreef me er waarachtig even mee in het nauw." "Nee, dat had ik achter de hand gehouden voor het geval ze niet op die weddenschap zouden ingaan. Niet dat ik er veel van verwachtte, maar de Rector had dan aan mijn kant gestaan en met zijn hulp had er misschien een kansje in gezeten. Nu was het vooral bedoeld als intellectueel steekspel en om de Raad even te laten voelen wat een echt proces was. Jij boycotte het proces, zoals ik wel had verwacht, dus ik dacht dat het geen kwaad kon. Helaas hield je dat niet vol en putte je toch hoop uit mijn pleidooi. Toen voelde ik echt even de grond onder mijn voeten wegzakken. Had ik je dan toch overschat? En zou ik je dan misschien op dat andere punt ook overschatten? Werkelijk hoor, het zweet stond in mijn handen toen de Rector zei dat je me nooit meer zou mogen zien. Maar goddank, alles ging goed. Jij won mijn weddenschap, liefste, en zo heb je toch nog iets bereikt, jij heerlijke, verrukkelijke schat van me."
mijn eigen uitgeverij: Erobird lees ook: “Leve de seksualisering”
|
|