Voor Hem.
ontwakende hoop Beelden van een roodgeslagen kontje branden op haar netvlies, laten haar wangen gloeien van schaamte. Ze ziet zichzelf, ziet hoe ze over Zijn schoot gedrapeerd ligt, hoe ze kronkelt bij elke slag, hoe ze met elke pets minder grip op zichzelf heeft en meer van Hem wordt. Nee, het is geen werkelijkheid…wenselijkheid daarentegen… In het verleden, in elke relatie die ze tot hiertoe had, leidden haar opzettelijke recalcitrantie en wispelturigheid al meermaals tot bestraffingen. Om haar gezicht te redden, zag ze zich uiteraard verplicht om pro forma tegen te pruttelen en er nadien, wanneer de sporen en de roes verdwenen waren, misnoegd over te doen. Want meisjes laten zich niet (zomaar) slaan, en vrouwen al helemaal niet. Toch had ze het telkens als een (opwindende) loutering ervaren, was het alsof ze door die pijnprikkels even haar rust terugvond. Helaas werd het meisje in haar ongegeneerd over het blozende hoofd gezien. Telkens verkeerde ze in de hoop dat ze zich (al was het maar even) niet groot en sterk hoefde te houden, dat ze zich compleet mocht geven, in al haar ‘kleinheid’, simpelweg omdat één van hen haar gegeseld had. Maar niks was minder waar. Ze begrepen de volle draagwijdte van hun daden niet, gingen na het geselen weliswaar over tot een Zich toe-eigenen van haar lijf, maar verzuimden haar geest te veroveren. Natuurlijk werd ze mateloos opgewonden van al dit ‘spelen’, uiteraard reageerde haar kutje telkens hevig, uiteraard bedoelde haar onderbuik altijd “ja” wanneer haar lippen een pover “nee” vormden, maar terwijl haar billen brandden, huisde er in haar hart kilte. Echt uiten wat ze wou, het kwetsbare meisje in haar laten spreken, dat durfde ze niet, want was dat trouwens wel normaal voor een zelfstandige en geëmancipeerde vrouw, een Man willen toebehoren, wensen dat Hij je kleedt wanneer en hoe het Hem belieft, graag wíllen buigen voor Zijn grillen, Zijn speeltje willen zijn en je bovendien nog eens geborgen voelen binnen dat alles? Eén keer had ze in een benevelde bui het lef gehad tegen haar toenmalige vriend te zeggen dat ze het niet erg zou vinden als hij betrekkingen met een andere vrouw zou onderhouden. Ja, zo zuinigjes had ze het geformuleerd. ‘Betrekkingen’, het leek haast over een zakelijke transactie te gaan in plaats van over stomende, vleselijke dierlijkheid. Toen ze deze woorden sprak, had ze “de ondraaglijke lichtheid van het bestaan’ voor ogen, waarin de geliefde van een man sprak “ik wil alles voor je doen, ik wil ze (andere vrouwen) voor je wassen, kleden, alles, als je me maar niet buitensluit.” Dat was precies hoe dit goed vermomde meisje zich ook voelde. Met een verhitte, geile onderdanigheid zou ze het voor hem gedaan hebben zonder zelf ooit iets te eisen, als hij haar maar tot de Zijne maakte. Niks is erger dan half onderworpen te zijn, weet ze nu. Onlangs, is ze iemand tegengekomen. Iemand die meteen aanvoelde welk vuur er in haar sluimerde, Iemand die er ook vrij snel mee dreigde haar over de knie te gooien, die dus haar stille fantasie geraden heeft. Een beeld waarvan ze spontaan in een parallelle gedachtenwereld terechtkomt, waardoor haar billen beginnen te tintelen en waardoor ze zich geregeld bewust wordt van haar onderlichaam dat een eigen leven gaat leiden telkens zij aan Hem denkt. Zonder haar ooit aangeraakt te hebben, zit Hij onder haar huid, nu al. Het besef dat het slechts een kwestie van tijd is voor Hij, na haar geest, nu ook haar lichaam neemt, vervult haar van een aangenaam nerveus makende gewaarwording. Krampen, angst en onrust ervaart ze wanneer ze aan Hem denkt. Geen praktische angst, want ze weet dat ze veilig is bij Hem, maar angst om over haar grenzen heen geduwd te worden. Angst om haar eigen wens erover heen geduwd te worden, angst om wat Hij nog allemaal in haar ontdekken zal en ontdekt heeft, dingen waarvan zij zelf niet eens op de hoogte is. Doordat ze reeds zoveel gepraat hebben en zij Hem zowat elke noemenswaardige kier van haar ziel heeft laten zien, heeft hij de plattegrond al op zak, als eigenaar van een uitgestrekt domein met vele goed in kaart gebrachte, maar voor anderen geheime, plekken. De ‘grond’ daadwerkelijk veroveren, is slechts een formaliteit. Vol ongeduld en aangename spanning, wacht ik af.
|
|