meisjes die vragen ....
Je komt binnen. Eva. Mijn meisje. Ik krijg een kus. Mijn hand glijdt langs je billen. En voel onder je rokje. Geen slipje. Ik weet het. Zo hoort mijn meisje te zijn: beschikbaar. Ik glij over je heerlijke billen. Je verstijft. Ik ben verbaasd. Glij nu naar binnen, door je spleetje, in je grotje. Geen gekreun. Merkbaar onwillig geef je je over. Ik ben nog verbaasder. Ik trek me terug en draai je gezicht naar me toe. Kijk je aan. Vragend. “Mijn rokje,” zeg je aarzelend. “Vanochtend mocht ik zelf kiezen.” Je wijst op je rokje. “Ik koos dit.” Ik knik. Het is een lief rokje. Sexy. Je billen komen er prachtig in uit. Het is erg kort. Ik knik nogmaals. “Ik ben de stad in geweest.” Er begint me wat te dagen. Ik kijk haar indringend aan. Je begint te blozen. “Ik... ik ben onvoorzichtig geweest.” “Heb me onbekommerd gedragen.” “Me niet beschermd.” Ik ging zitten op het terras, zomaar.” “Liep een trap op, zomaar.” “Het woei.” “Keek alleen maar om me heen.” “Uitdagend.” “Ik werd gezien.....” “Was het opwindend?” vraag ik. Je knikt. “Voel je je schuldig?” Je schudt je hoofd. “Je hebt straf verdiend.” Ik laat mijn stem streng klinken. Onmiddellijk zie ik je veranderen. Je ogen gaan naar binnen. Je geeft je over. Je weet weer dat je van mij bent. Je verlangt naar je straf. Je bent zo mooi nu.... Je krijgt wat je wilt. Maar nog niet. Nonchalant pak ik de krant en ga lezen. Ik zie je aarzelen: wat nu? Moet je ‘in wacht’ gaan staan? Maar ik heb niets gezegd. ‘In rust’ dan? Maar je had straf verdiend. Ik weet dat je graag bij me zou willen kruipen nu. Dat mag je altijd. Dat weet je. Maar nu.... nu voelt dat niet goed. Hulpeloos besluit je mijn voorbeeld te volgen en te doen alsof er niets gebeurd is: je gaat je boodschappen uitpakken. Opruimen. Schoonmaken. Maar je onrust wordt almaar groter. Waarom doe ik niets? Waarom laat ik je gaan? Waarom ben ik zo wreed? Is dat je straf? Ja. Maar wreed ben ik niet. Als je handelingen steeds trager worden en de eerste traan op je wangen verschijnt, roep ik je. Wreed kijk ik wel. Snel ben ik ook. Ik sta op. Grijp je bij je haren. Trek je op de bank. In je haast te gehoorzamen, struikel je bijna. Ik druk je voorover, knielend voor de bank. Schuif je rokje omhoog. Gesp mijn riem los. In één ruk trek ik hem uit mijn broek. Hij is breed, dik, hard. Zonder aarzeling, zonder waarschuwing sla ik. Uit volle macht. Zonder te wachten, sla ik opnieuw. Met volle kracht. Zonder pauze sla ik door. Een regen van slagen. Mijn arm wordt moe. Nog stop ik niet. Pas als je volop huilt en je kreten onverstaanbaar worden, stop ik. Je hebt gekregen waarom je vroeg. Zoals altijd. meer verhalen van Hij Van Wie Zij Is vind je hier: Hij Van Wie Zij Is
voor Mijn Meisje
|
|