Gepost op vrijdag 06 mei 2011 - 05:05 pm: |
|
|
Het is soms een piepklein gebaar waar iets heel groots mee kan worden bezegeld.
“Buk je!” Ze bukt. Ze strekt haar knieën en probeert haar vingertoppen – gespreid want zo moet het – op de grond te plaatsen. Dit gaat pijn doen, dat weet ze nu al. Ze zal de komende dagen met moeite kunnen zitten. Lopen zal ook wel pijnlijk worden want Hij heeft de vervelende eigenschap haar zolang te laten staan dat het uiteindelijk lijkt dat haar kuiten en bovenbenen in brand lijken te staan. Ze vervloekt zichzelf om haar eigenwijsheid. Het was gewoon te koud geweest voor een kort rokje en het waaide enorm. Ze had echt geen zin gehad om verkouden te worden en het griepje, dat door het land waarde, wilde ze evenmin meekrijgen. Niet nu het zo druk was op haar werk en ze twee ingewikkelde rapporten moest afmaken en er minstens vijf bestuderen. Haar bureau op haar werk en haar werkkamer thuis waren overladen met stapels papier – een janboel, waar ze maar nauwelijks overzicht op had. Ze kon en mocht niet ziek worden; Niet nu. Dus had ze Zijn bevel genegeerd om in een kort rokje en een ruimvallend topje met diep decolleté te verschijnen. Ze had het keurig in haar tas zitten, maar voor de veiligheid een broek en een trui aangedaan en haar jas. Na haar aankomst in het restaurant was ze naar het toilet gesneld om zich te verkleden. Ze had gehoopt dat ze Hem kon verrassen en dat Hij haar zonde niet zou opmerken. Hij was meestal begripvol en ze had erop gerekend dat haar uitleg voldoende was voor een ‘generaal pardon’. Daar had ze zich dus danig in vergist. Haar zonde tegen Zijn kledingvoorschrift was Hem in het verkeerde keelgat geschoten. Hij had geen woord gezegd ter begroeting en haar een half uur lang met een donkere blik doodgezwegen. Ze legde Hem nogmaals haar overwegingen uit, en toen Hij bleef zwijgen nog maar een keer. Ten langen leste zei Hij iets. “Je verhaal slaat nergens op! Je bent een sub van likmevestje.” Na die openingszin was een preek gevolgd over haar houding. Over het aantal regels dat ze had overtreden. Over het hoe en waarom van die regels. Over principes van gehoorzaamheid en dienstbaarheid. Over symboliek tegenover de praktijk. En uiteindelijk ook over het huidige weer, het weerbericht en verkoudheid en griep. Elke tegenwerping van haar kant had Hij met een kort handgebaar afgekapt. En telkens maakte Hij een aantekening in het logboekje dat Hij van haar gedrag bijhield. Voor de rest was Hij puur ongezellig en nurks gebleven de hele lunch lang. “Nou gezellig!” had ze gezegd toen ze waren uitgegeten en Hij had afgerekend. Uit boosheid had ze eraan toegevoegd: “Je schrijft nooit iets in je logboekje als ik iets goeds doe!” Dat was kennelijk de reden geweest waarom Hij zich zonder iets van haar aan te trekken omdraaide en weg ging. Geen afscheid nemen. Niets. De kramp in haar kuiten begint. Hij staat er nog steeds bij en zegt niets. Hij weet hoe klein ze zich voelt. Hij weet ook hoe gekwetst ze is, want ze heeft zelden écht een grote mond, althans niet uit moedwilligheid. Maar eerlijk is eerlijk. Na wekenlang zogenaamde 'slimmigheden’ van haar kant en een schier eindeloze opeenvolging van haar zogenaamde ‘grappigheden’ was het Hem meer dan genoeg. Hij heeft er moeite mee zich te concentreren als haar mondje maar ratelt en zij elk woord, elke zin en iedere opdracht pareert met een plagerijtje of een uitdaging. Soms is het belangrijk dat ze zwijgt, haar plek in stilte inneemt en zich beheerst, voor Hem. Omdat Hij het wil en nog meer omdat Hij er groot belang aan hecht. Omdat zij het voor Hem alleen doet. Een teken van haar volledige instemming en overgave. Hij weet dat ze innig van hem houdt en zij weet het van Hem. Ze kennen elkaars zwakke plekken en eigenaardigheden. Maar waar Hij altijd rekening houdt en zijn omgang met haar zo inkleedt dat Hij haar zwakke plekken ontziet, daar zal zij altijd Zijn gevoeligheden prikkelen en Hem ermee uitdagen. Ze weet al heel lang dat Hij daar een hekel aan heeft en negeert dat volkomen. Nu zal zij helaas moeten voelen waar zijn grens ligt. “Als jij mijn regels overtreedt krijg je een bestraffing.” “Dat weet ik Meester...” “Voordat je verder gaat met protesteren...” “Maar ik protesteer niet... Het was hartstikke koud! Ik wilde niet...” “Mond dicht!” “maar...” “Mond! Dicht!” “....” Ze haalt adem voor het volgende protest. Hij legt zijn hand op haar heup en buigt zich voorover en fluistert een paar zinnen in haar oor. Heel zacht. Na een poosje drupt een traan uit haar ogen op de grond. Even later nog een. Ze snuift en haalt haar neus op. Hij heeft enkel zijn hand op haar heup gelegd en klopt hij zachtjes op haar billen. Zij zucht een aantal keren diep achter elkaar en er druppen nog meer tranen op de grond. Hij gaat op zijn knieën naast haar zitten en fluistert nog meer in haar oor. Als Hij fluistert protesteert ze nooit. Als Hij Zijn stem verheft is zij een en uitdagende, opstandige plaaggeest. Zijn gefluister duurt vrij lang. En bij elke zin druppen er meer tranen, en zucht ze dieper. Tenslotte staat Hij op en streelt over haar rug en billen. “En daarom krijg je straf, niet vanwege die kleren.” Zelf doet ze haar korte rokje omhoog en trekt haar slipje omlaag. “Je krijgt er twintig.” “Ik heb er meer verdiend,” zegt ze met een klein stemmetje. “Hoeveel meer?” “Dat durf ik niet te zeggen Liefste...” Ergens ver weg slaat een kerkklok drie, in de kamer slaakt zij een kreet één tel nadat de cane haar billen raakt.
|
|
|