Magda zit zonder stroom, maar de elektricien die komt helpen...
Met een zucht legde Magda Schreuder, advocate, de telefoonhoorn terug op het toestel. Je had van die dagen dat alles tegen leek te zitten. Ze was met hoofdpijn opgestaan, het soort dat alleen weggaat door het slikken van, teveel, aspirines. Of door zoiets als een flinke portie buitenlucht. Maar dat laatste, in de vorm van een uitgebreide boswandeling met Brammetje, haar ruwharige teckel, zou er om twee redenen ook niet inzitten. Ten eerste was Brammetje ziek, verbleef voor enkele dagen ter observatie bij de dierenarts en ten tweede was het weer daar ook niet bepaald geschikt voor: laaghangende grijze lucht en een constante drensregen. Aldus behoorlijk chagrijnig was ze afgedaald naar het kantoorgedeelte van haar bungalow! om daar getrakteerd te worden op het telefonisch afmelden van Tinie, haar secretaresse, wegens griep. En daar was dan nu het bericht van het electriciteitsbedrijf bijgekomen, dat er vandaag iemand kwam om de bedrading te vernieuwen. Inwendig krachttermen bezigend, had ze er echter toch van afgezien die job uit te stellen. Met al hun electronische apparatuur was dat gewoon onverantwoord. En daar zat ze dus nu achter haar bureau. Een zeer saaie dag in het vooruitzicht met secretaresse werk dat geen uitstel kon lijden als enige afleiding. En die monteur over de vloer natuurlijk. Hopelijk was het een beetje een schappelijk type, die niet rookte en haar ook niet lastig viel met stomme praatjes. Magda zuchtte. Vooruit. Twee pijnstillers om mee te beginnen. Die eerste uit een nieuw doosje. Daaraan kwam ze tenminste niet tekort. Wat een troost. Net toen ze de enige cliëntenafspraak van die dag had verzet, de man had gelukkig niet moeilijk gedaan, ging de bel. De monteur ongetwijfeld. Op weg naar de deur een blik naar buiten werpend, zag ze de gele VW-bus inderdaad staan. Misschien kwam de baas zelf wel, die grijze die zo zeurde altijd over de 'slechte' tegenwoordige tijd, met luie monteurs, die liever naar Hilversum 3 zaten te luisteren dan te werken. Dat kon ze er nou net nog bij gebruiken. Maar nee, dat angstig vermoeden kwam gelukkig niet uit. Er stond een jonge, blonde vent voor de deur, die ze nog nooit eerder had gezien. Magda trok de deur open. “Dag mevrouw. Ik kom voor de bedrading.” God, dacht, wat een schatje. Die halflange haren, ronde blauwe ogen... “Ja. Kom binnen.” De man stapte langs haar heen het halletje in. Hij had haar maar even aangekeken, een beetje verlegen. Magda sloot de deur, keek onderwijl goedkeurend naar zijn goedgevormde billen, verpakt in strakke jeans. Nou, ze had in ieder geval iets aantrekkelijks om tegen aan te kijken, tussen de saaie bedrijven door. De man, ze schatte hem vijf, zesentwintig, stond wat aarzelend bij haar kapstok. Ze snapte het niet helemaal. Waarom hing hij zijn leren jack nou niet gelijk op? Plaats genoeg toch, zou ze zeggen. Behalve haar suPde jas en zwartgummi regencape was hij leeg. “Eh...mag ik m'n Jack daar hangen, mevrouw?” “Ja hoor. Ga je gang.” Beleefd hoor. Maakte ze ook niet alle dagen mee. Ze mocht dit meneertje wel. Hij zette zijn zwarte gereedschapstas neer en hing zijn jack op. Ze zag een rood-blauw geruit overhemd verschijnen, de mouwen opgestroopt en het kraagje zover open, dat je nog juist een zwart t-shirt randje zag daaronder. Magda glimlachte. Ruitjes. Typerend hoor. Heel wat anders dan de mannen uit haar kring. Dat was meer colbertjes, dure shirts en dergelijke. Hij zou ook vast wel geen dubbele voornaam hebben. Henk of Gerard bijvoorbeeld, leek haar waarschijnlijker. “Nou, ik neem aan dat je het wel vindt, verder. De meterkast is hier (ze wees links naast zich). Als je iets wilt vragen, ik ben op mijn werkkamer, achter deze deur aan de rechterkant.” “Ja mevrouw. Ik zal u waarschuwen wanneer de stroom eraf gaat.” Verbeeldde ze het zich nou, of stond hij te blozen? Echt een schatje hoor. Terwijl Magda terugliep naar haar bureau, waar de stukken van een nieuwe strafzaak op haar te wachten lagen, trok er een aangenaam kriebeltje door haar lijf. In de uren die volgden, bleef de jongen haar bezig houden. Niet door een opvallende houding, of de gevreesde beuzelpraat, maar simpelweg door zijn aanwezigheid. Magda betrapte zich erop, dat ze iedere keer naar hem keek, zo gauw hij in het zicht kwam. Zo vorderde ze bepaald niet met haar zaak-voorbereiding. Wat wel vorderde, was een duidelijke erotische geprikkeldheid van haar lichaam. Hoofdpijn of niet, steeds als ze wat langer naar de blonde monteur keek, stuwde haar bloed niet alleen naar haar constant bonzende slapen, maar ook duidelijk verhevigd naar haar tepels, haar onderbuik. Het verbaasde haar een beetje. Goed, ze hield van mannen, maar haar lust om te vrijen, had toch meestal enige tijd nodig om op te bloeien bij een nieuw kontakt. Wat had deze man voor speciaals, waardoor het proces zo versneld plaatsvond? Hij had een aantrekkelijk lijf, zeker, met zijn brede nek en schouders en Magda was bijzonder gecharmeerd van zijn brutale, naar buiten gebogen duimen. Maar dat was het niet alleen waardoor ze hem zo leuk vond. Er was meer. Zijn gezicht bijvoorbeeld. Er lag doorlopend een uitdrukking op als kon hij elk moment uitbarsten in een of andere heftige emotie. Hij deed haar aan Brammetje denken als hij iets van haar wilde. Een aaitje, een uitje, een stoeipartijtje... Vooral de voortdurend iets geopende lippen van de jongen, vol en rood, veroorzaakten dat effect. Wat haar echter nog het meest frappeerde, was zijn ogenspel. Ze wist zeker, dat hij heel vaak naar haar keek, maar als ze haar blik op hem richtte, zag ze die ogen steeds onmiddellijk van de hare wegvluchten. Alsof hij bang voor haar was... Eerlijk gezegd genoot ze daar wel van. Evenals van zijn beleefdheid. Het begon een geliefkoosd spelletje van Magda te worden hem Ja mevrouw, of Nee, mevrouw te ontlokken. Goed zo, dacht ze iedere keer, voel maar wie hier de baas is. Terwijl een nuchterder deel van haar schamper opmerkte of ze niks anders te doen had dan zich bezighouden met dat soort kinderachtige spelletjes. Banaal gewoon. En dan met zo'n jonkie. Ze schatte hem toch minstens zo'n 12 jaar jonger. Nee, ze moest haar gedachten maar meer bij haar werk zien te houden. Hij werkte tenslotte ook ijverig door. Althans dat leek haar zo. En bovendien. Hij mocht eens verbeelding krijgen, met al die aandacht van haar. Wie weet kon hij nog geen twee en twee bij elkaar optellen. Behalve hun vak, waren ze vaak maar matig algemeen ontwikkeld, dat soort mannen. Traditioneel ook, vaak. Geen partij voor haar, toch? Wat Magda ook echter deed, tegen elven had ze nog geen twee bladen van haar stukken bestudeerd. Het was een mooie boel. “Heeft uw secretaresse vrijaf, mevrouw?” hoorde ze ineens naast zich. De blonde electra-held stond bij haar en keek haar vragend aan. “Nee,” zei Magda, beduusd door de directheid van zijn vraag, “niet dat het je iets aangaat, trouwens.” “Nee...eh, nou ja, kijk, ik zag haar lege bureau en toen vroeg ik: me af...” “Ze heeft griep.” “0. Vervelend voor u.” “Nou, eerder voor haar, zou ik zeggen.” “Ja, maar u heeft het vast druk enzo...” Ja, waar wou hij nou heen? Magda keek opmerkzaam in zijn gezicht. Ging hij nou toch vervelend smoezen? De blauwe kijkers echter stonden nog steeds even verlegen, alleen was er een soort gretige glans bijgekomen waar Magda zéér onrustig van werd. Ze kreeg zin hem even gemeen in zijn wang te knijpen of zoiets en daar schrok ze een beetje van. “Inderdaad,” zei ze, snibbig van de weeromstuit, “ik heb het druk. Wat wil je?” “Niks. Alleen vragen of ik eh...of ik soms een bakkie koffie voor u kan zetten...” Mijn god, wat keek die knul lief. Die was ergens op uit, dat kon niet anders. Maar wat? “Jíj wilt koffie dus,” zei ze, expres gemeen. Slijmerd dat het was. “Achgos..., ja. Tuurlijk wel. Ik dacht alleen...u zal wel gewend zijn, dat...” “Ja, ja, het zal wel. Vooruit maar. Je kunt alles in de keuken vinden. Door de hal links.” “Dank u wel,” kreeg ze terug, volstrekt onlogisch vond ze. Ze keek hem na zoals hij naar de hal verdween. Hoezo, dank u wel? Was hij dankbaar voor iets wat hij voor háár ging doen? Nou ja, voornamelijk voor haar dan. Wat een softie, zeg. Gewoon geknipt om een beetje te treiteren. Pakken, op de een of andere manier. Koffiepauze Even later moest Magda naar het toilet. Ze stond op en begaf zich naar de hal. Ze dacht dat mister blue-eyes wel in de keuken zou zijn. Bij het betreden van de vierkante ruimte achter de voordeur echter, trof ze hem bij de kapstok aan, met zijn gezicht in de plooien van haar gummi regencape. Magda stond perplex. Wat gingen we nou krijgen? Wat hadden ze haar toch voor een vogel op haar dak gestuurd? “Hoort dat soms bij koffiezetten?” zei ze plompverloren. De schrik van de man was bepaald bevredigend om te zien. Hij deinsde van de kapstok weg en keek haar aan, bloedje-rood. Prachtig vond Magda hem zo. “N-nee. . . dat heb ik al gedaan... ‘t staat nog op. Daar stond ik op te wachten.” “Logische plek.” Hij stond bepaald met zijn mond vol tanden nu en had er vreselijk veel moeite mee om haar aan te blijven kijken. Ze kreeg zin zijn ontsteltenis nog wat te vergroten. “Sta je vaker te neuzen in spullen van de mensen waar je bij komt werken, hm?” “Nee, maar die van u.. .die...” Hij maakte de zin niet af, staarde naar de grond. “WBt die van mij... wat is daar mee, eh, hoe heet je eigenlijk?” “Thomas.” Het werd haast gefluisterd. “Thomas. Zo. Nou, geef eens antwoord?” “Ze zijn zo mooi. Ik wou effe kijken.” Hij keek: haar voorzichtig weer aan, als om te zien hoe ze zou reageren op die verklaring. Verdomd, hij was net Brammetje zo, met dat koppie een beetje schuin, die kwetsbaar glanzende ogen. Het maakte Magda vreemd week en dat kon ze niet uitstaan. Zo'n invloed als dat joch had. “Kijken. Wou je dat kijken noemen, met je kop er zowat in.” “Dat gummi-spul ruikt altijd zo lekker...” Dit werd zo kinderlijk-eerlijk gebracht, dat Magda even niks terug te zeggen wist. In de keuken begonnen pruttelgeluiden op te klinken, ten teken dat het apparaat bijna uitgewerkt raakte. “Straks heb je nog staan kwijlen...” zei Magda toen, impulsief. Het beeld droeg duidelijk bij aan haar erotische geladenheid. Absurd eigenlijk. Maar gbd wat lekker. Geschud van een blond hoofd. Licht gehijg. Toen, met moeite blijkbaar, een antwoord. “Nee. Ik zou niet.. .heus, mevrouw. D’r is niks met uw jas gebeurd.” Magda zuchtte. Wat een situatie: Wat een verleiding ook om d6ór te gaan met dit vreemde spel. Maar dat kbn toch niet, in feite. Of WPl? “Nou,” zei ze, om toch maar af te ronden en ook omdat ze toch wel heel nodig moest plassen, “vooruit dan maar. Ga maar koffie halen. Voor mij met melk, zonder suiker. En geen fratsen meer, of ik bel je baas.” “Ja mevrouw. Ik heb het begrepen. En niet bellen alstublieft. Ik gedraag me wel.” Hij verdween als een haas naar de keuken. Tegenover haar bureau, in de stoel voor de cliënten, liet ze Thomas zijn koffie drinken, samen met haar. Kon ze eens rustig naar hem kijken, alles misschien wat relativeren. Alleen dat laatste lukte sIecht. Ze bIeef hem een heerlijke stand-in voor Brammetje vinden. Met liefde zou ze hem de halsband van haar hondenmannetje om zijn brede nek binden. Het ding lag rechts op haar bureau, op een stapeltje dossiers. Thomas blik ging er nu en dan heen, terwijl hij zijn koffie dronk, met al zijn vingers om de mok geklemd. Zijn handen waren trouwens ook nog immer intrigerend voor Magda. Maar zijn blikken bleven haar boven al het andere het meest prikkelen. Die combinatie van gretigheid en terughouding, ze moest er steeds weer van zuchten. Iets als een gesprek tussen hen kwam nauwelijks op gang. Magda zweeg, omdat ze praktisch niks anders kon bedenken te persoonlijke opmerkingen, zoals die ene buitensporige in de gang. En Thomas zou wel te verlegen zijn. Hoewel hij er vrijmoedig genoeg bijzat zo, met zijn ene been omhoog, zijn enkel rustend op de knie van zijn andere. Magda gluurde, over de rand van haar eigen mok, Tinie gebruikte nooit mokken eigenlijk, naar zijn kruis. Hij had of een boel in zijn zakken gestopt, of het opgevulde effect kwam ergens anders vandaan... Magda zou wBt graag willen voelen. Ze zuchtte weer eens. Blééf dat nou zo? Ze leek zelf wel een teef. Een loopse. Thomas zette zijn mok weg. Hij streek met zijn tong langs zijn onderlip en knikte toen in de richting van Brammetjes riem. “Heeft u een hond mevrouw?” “Ja. Een teckel. Een ruwhaar.” “Leuk. Ik hou van beesten. Zelf heb ik ook een hond. En twee katten. Lekkere mormels.” Zoals hij dat zei. Warm spontaan. Magda kon hem wel opvreten. “Kun je ze wel alleen laten, zo overdag?” Dat was politiek. Kon ze wellicht uitvinden of hij een vrouw had. “Ja hoor. Dat zijn ze wel gewend. En soms kan ik tussendoor effe naar huis. Of mijn vriendin laat Guus effe uit, als ze tijd heeft.” Het nettere “even” kreeg hij duidelijk niet over zijn lippen. Een vriendin dus. Kijk aan. WBs ze teleurgesteld? Magda speelde nadenkend met een potlood. Tikte ermee op de papieren v66r zich. Zweeg. “Die van u, mag die hier niet komen?” Op haar teentjes getrapt wees ze zwijgend naar de linkerhoek van haar kamer, achter Thomas’ rug, waar Brammetjes mand stond. Thomas draaide om, keek, draaide weer terug. “0. Nou ja, het kbn toch, met die klanten van u. Eh ik dacht ook, omdat ik em niet zie...” Hij dacht nogal wat af, zo tijdens zijn werk, Thomas. “Brammetje is ziek. Bij de dierenarts voor een paar dagen.” “Achjee. Erg?” “Dat weten we nog niet. Ik hoop het niet.” “‘t Zit u ook niet mee, hP. Secretaresse ziek, hond ziek. Lullig.” Zijn medeleven was gemeend, al bracht hij het wat grof. Magda smolt gewoon voor die knul, met zijn openheid. Welke vent kwam zo eerlijk met zijn gevoel naar buiten? Magda werd er zelf ook steeds minder gereserveerd van. Sterker nog. Ze kreeg de neiging haar redelijk denken gewoon op te geven. Het was alarmerend. De telefoon begon te rinkelen, als een nuchter verwijt aan haar verhitte gemoed. Magda zuchtte en nam toen op. Terwijl ze luisterde naar de koele stem van een justitie-ambtenaar, zag ze Thomas opstaan en uit haar kamer verdwijnen. Back to business. gebruik onderstaande link om naar deel II te gaan
dit verhaal werd door reintoch (met toestemming van de schrijver/ster) geplaatst op de site voordat het Verhalen Forum bestond wij hebben dus helaas geen account van hem/haar de naamlink gaat naar de Oppassers, en de vermelding van Oppasser bovenaan is natuurlijk niet terecht
|