Gepost op zondag 19 maart 2006 - 02:25 pm: |
|
|
Moeten wachten maakt het erger!
Daar stond ze dan. De opdracht was heel duidelijk geweest. Als ze uit haar werk kwam, mocht ze haar tas nog wegzetten maar daarna moest ze gelijk voorover over de bank leunen. En dat had ze dus gedaan. Nu ongeveer een half uur geleden. Het begon nu toch wel een beetje ongemakkelijk te worden. De knopen van haar blouse en de sluiting van de rok drukten wat in haar buik en haar benen begonnen wel erg stijf te worden. Het was niet makkelijk om zo lang op hoge hakken voorover te staan. Toch bleef ze staan. Je wist maar nooit wanneer hij binnen zou komen. De telefoon ging maar ze durfde hem niet op te nemen. Dat zou namelijk betekenen dat ze overeind moest komen en dat was echt uit den boze. Ze keek naar de stereo en zag dat de klok al op half zeven stond. Normaal zou hij er al moeten zijn. Hij kwam altijd ongeveer gelijk met haar uit het werk. Ze zou zich toch niet vergist hebben in de dag? Ze kwam iets overeind met haar bovenlichaam. Zo drukte de sluiting van haar rok niet zo in haar huid. In gedachte ging ze nog eens de opdracht na. Hij had haar die al in het begin van de week gegeven. Ze moest op donderdag uit haar werk gelijk over de bank. Ja, hij had echt donderdag gezegd! En ze wist zo goed als zeker dat het deze week was. Hij had tenslotte gisteren nog een indirecte toespeling gemaakt op het uitzicht dat hij zou hebben op haar billen als ze op hem stond te wachten. Nee, ze had zich niet vergist, ze moest vandaag de opdracht uitvoeren. Die telefoon bleef wel heel lang rinkelen. Wat nou als het iets belangrijks was. Misschien was er wel iets met haar moeder gebeurt en probeerden ze haar nu te bereiken… Lag haar moeder misschien wel in het ziekenhuis.. of erger! En haar zus was natuurlijk niet te bereiken, die zat nu waarschijnlijk halverwege een operatie of zo. Dan moest ze de telefoon wel zelf opnemen. Dat snapte hij ook wel. Maar misschien was er ook wel niks aan de hand. Was het gewoon telemarketing. En dan zou je net zien dat hij binnen kwam op het moment dat ze met de telefoon in de hand stond uit te leggen dat ze echt niet geďnteresseerd was in een abonnement op de loterij. De ijzige blik die dan in zijn ogen zou verschijnen. Het koele gebod dat hij haar toe zou snauwen. ‘Leg neer!’ En de harde hand die haar vervolgens zou straffen. Of misschien wel erger… Nee, ze stond hier goed over de bank. De kans dat het over haar moeder zou gaan was wel erg klein. Ze wilde niet riskeren om hem teleur te stellen om niks. Gelukkig stopte de telefoon ook met overgaan. Voor de zekerheid drukte ze zichzelf nog iets dieper over de leuning. Het ongemak moest ze maar voor hem overhebben. Als ze nou alleen die schoenen maar uit kon doen. Haar spieren in haar benen gingen aardig verstijven. Haar knieholtes leken in een voortdurende staat van kramp te verkeren. Ze verplaatste nog eens haar gewicht van het rechter- op het linkerbeen. Gelukkig hoorde ze geluid voor de voordeur. Eindelijk kwam hij thuis. Vol spanning hoorde ze het gemorrel bij de deur. Hij zou natuurlijk lekker langzaam binnen komen om het haar nog even moeilijk te maken. En dan zou hij over haar rokje strijken en een klapje op haar billen geven. Waarschijnlijk kon ze een huivering dan niet meer onderdrukken. En hij zou het zien, zou de spanning nog iets verhogen door extra langzaam haar rok op te stropen. Zou hij haar een pleziertje geven ter compensatie van het lange wachten? Zou hij met zijn vingers onder haar slip gaan? Ze kreeg al kippenvel op haar armen bij het idee. Het duurde nou wel erg lang voor hij binnenkwam. Ze luisterde nog wat nauwkeuriger. Ineens hoorde ze een zware bons. Toen besefte ze dat hij het niet was. Het was de postbode geweest die voor de deur de pakjes had uitgezocht en nu de krant naar binnen duwde. Terwijl de plof van de krant nog in haar gedachte nagalmde, voelde ze de spanning in haar lichaam weer afnemen. De teleurstelling was zo groot dat ze even de brui eraan wilde geven. Ze stond hier nou al zo lang dat het echt niet meer leuk was. Ze kon net zo goed gewoon lekker een douche gaan pakken. En als hij dan thuis zou komen dan zou ze hem straal negeren. Dat zou hem leren haar zo te laten wachten. Maar toch bleef ze staan. Een raar mechanisme in haar vertelde haar dat dit goed was. Dat het niet aan haar was om te beslissen wat ze die avond deed. Dat het belangrijker was om te doen wat hij had opgedragen dan om te bewijzen wat een vrijgevochten vrouw ze was. Ze probeerde de stem in haar hoofd nog tegen te spreken maar wist dat het bij voorbaat een verloren strijd was. Ze wist dat ze ongemakken moest trotseren, dat ze pijn moest doorstaan maar ook dat ze daar rijkelijk voor zou worden beloond. Omdat hij wist hoe ze in elkaar zat. Opnieuw ging de telefoon. En opnieuw weerstond ze de neiging om naar de telefoon te lopen. Als het echt belangrijk was, zouden ze vanavond nog wel een keer terugbellen. Tenzij er iets met hem was gebeurd. Misschien was hij het wel om te vertellen dat hij niet kon komen. Dat zou natuurlijk verklaren waarom hij er nog niet was. Hij had waarschijnlijk autopech of stond in de file. En dan stond ze hier misschien wel drie uur voor niks in deze positie te wachten. Maar wat nog erger was, als ze niet op zou nemen zou hij wel eens boos kunnen zijn dat ze hem zo vaak liet bellen. Dan zou ze én stijve spieren hebben én gestraft worden. Net op het moment dat ze omhoog kwam, haar rok glad streek en een stap in de richting van de telefoon zette, hield het rinkelen op. Dus toch niet! Als hij het was geweest had hij wel langer gebeld. Bedachtzaam haalde ze een hand door haar haren. Ze zag er waarschijnlijk niet uit, misschien kon ze heel snel de borstel uit haar tas halen om haar haren te fatsoeneren. Maar alleen de gedachte aan de borstel deed haar al snel weer over de bank leunen. Ze kon het aandenken van twee dagen terug nog voelen als haar rok over haar billen gleed. En weer ging de telefoon. Nu hoefde ze toch echt niet lang meer na te denken. Dit was een slecht teken als de telefoon zo snel achter elkaar weer overging. Hij stond vast ergens met autopech en kon de avond niet meer thuiskomen. Of hij had een ongeluk gehad en moest naar de dokter. Zonder nog acht te slaan op haar haren of haar rok snelde ze naar de telefoon. Met een angstige stem pakte ze de hoorn op. Half en half een barse stem van een politieagent verwachtend herkende ze eerst zijn stem niet. De boodschap liet echter geen twijfel mogelijk. Hij was teleurgesteld. Zijn opdracht was duidelijk geweest en door de telefoon op te pakken had ze bewezen hoe ongehoorzaam ze was! Ze moest direct haar slip uitdoen, rok omhoog en met de cane tussen haar billen over de bank heen gaan staan. Hij kwam er nu aan!
|
|
|