Gepost op vrijdag 06 mei 2005 - 11:11 am: |
|
| handleiding voor het schrijven van (sm) verhalen
fonts voorbeelden
Voorbeelden van de beschikbare fonts Standaard is Arial. Gebruik een ander lettertype alleen om accenten te leggen. Gebruik sowieso voor een verhaal geen kleiner lettertype dan Arial. Kleine lettertypen zijn op een website slecht leesbaar! Instructie Selecteer je tekst en kies het font van je keus. of: Zet de cursor aan het begin van je tekst en klik op het gewenste lettertype. Ga vervolgens naar het eind van de tekst. Druk op -Lettertype- (het bovenste vakje) voor de sluitcode. uitleg onderstaande voorbeelden: De naam van het lettertype staat steeds in groot - en is meestal ook het lettertype voor Windows, Tussen haakjes de naam bij Mac Vervolgens het soort letter "slipje" in vet, "een heel klein bloemetje" in cursief, "zeker weten" in vet èn cursief. Let op: deze lettertypes zijn standaard meegeleverd bij Windows en Mac. Als je een eigen lettertype gebruikt heb je grote kans dat die op een andere pc niet zichtbaar is. arial schreefloos En diezelfde ideeën pas ik dan ook toe op m’n slipje: onschuldig wit, maar wel echt klein. Niet een string, wat dat zou te zijn, en net geen tanga. En een heel klein bloemetje op de voorkant. Nou, wat zeggen jullie, gaaf toch! Zeker weten! trebuchet (Helvetica) schreefloos En diezelfde ideeën pas ik dan ook toe op m’n slipje: onschuldig wit, maar wel echt klein. Niet een string, wat dat zou te zijn, en net geen tanga. En een heel klein bloemetje op de voorkant. Nou, wat zeggen jullie, gaaf toch! Zeker weten! verdana (Geneva) schreefloos En diezelfde ideeën pas ik dan ook toe op m’n slipje: onschuldig wit, maar wel echt klein. Niet een string, wat dat zou te zijn, en net geen tanga. En een heel klein bloemetje op de voorkant. Nou, wat zeggen jullie, gaaf toch! Zeker weten! tahoma (Geneva) schreefloos En diezelfde ideeën pas ik dan ook toe op m’n slipje: onschuldig wit, maar wel echt klein. Niet een string, wat dat zou te zijn, en net geen tanga. En een heel klein bloemetje op de voorkant. Nou, wat zeggen jullie, gaaf toch! Zeker weten! lucida sans unicode schreefloos En diezelfde ideeën pas ik dan ook toe op m’n slipje: onschuldig wit, maar wel echt klein. Niet een string, wat dat zou te zijn, en net geen tanga. En een heel klein bloemetje op de voorkant. Nou, wat zeggen jullie, gaaf toch! Zeker weten! lucida console (Monaco) schreefloos En diezelfde ideeën pas ik dan ook toe op m’n slipje: onschuldig wit, maar wel echt klein. Niet een string, wat dat zou te zijn, en net geen tanga. En een heel klein bloemetje op de voorkant. Nou, wat zeggen jullie, gaaf toch! Zeker weten! comic (cursive) En diezelfde ideeën pas ik dan ook toe op m’n slipje: onschuldig wit, maar wel echt klein. Niet een string, wat dat zou te zijn, en net geen tanga. En een heel klein bloemetje op de voorkant. Nou, wat zeggen jullie, gaaf toch! Zeker weten! georgia schreefletter En diezelfde ideeën pas ik dan ook toe op m’n slipje: onschuldig wit, maar wel echt klein. Niet een string, wat dat zou te zijn, en net geen tanga. En een heel klein bloemetje op de voorkant. Nou, wat zeggen jullie, gaaf toch! Zeker weten! Book Antiqua (Palatino) schreefletter En diezelfde ideeën pas ik dan ook toe op m’n slipje: onschuldig wit, maar wel echt klein. Niet een string, wat dat zou te zijn, en net geen tanga. En een heel klein bloemetje op de voorkant. Nou, wat zeggen jullie, gaaf toch! Zeker weten! Times new roman (times) schreefletter En diezelfde ideeën pas ik dan ook toe op m’n slipje: onschuldig wit, maar wel echt klein. Niet een string, wat dat zou te zijn, en net geen tanga. En een heel klein bloemetje op de voorkant. Nou, wat zeggen jullie, gaaf toch! Zeker weten! schrijfletter (niet zichtbaar op alle pc's) helsmly, murphyscript, coronet En diezelfde ideeën pas ik dan ook toe op m’n slipje: onschuldig wit, maar wel echt klein. Niet een string, wat dat zou te zijn, en net geen tanga. En een heel klein bloemetje op de voorkant. Nou, wat zeggen jullie, gaaf toch! Zeker weten! agatha (niet zichtbaar op alle pc's) sylfaen, modern En diezelfde ideeën pas ik dan ook toe op m’n slipje: onschuldig wit, maar wel echt klein. Niet een string, wat dat zou te zijn, en net geen tanga. En een heel klein bloemetje op de voorkant. Nou, wat zeggen jullie, gaaf toch! Zeker weten! Courier new (courier) monospace En diezelfde ideeën pas ik dan ook toe op m’n slipje: onschuldig wit, maar wel echt klein. Niet een string, wat dat zou te zijn, en net geen tanga. En een heel klein bloemetje op de voorkant. Nou, wat zeggen jullie, gaaf toch! Zeker weten! Impact (Charcoal) sans-serif En diezelfde ideeën pas ik dan ook toe op m’n slipje: onschuldig wit, maar wel echt klein. Niet een string, wat dat zou te zijn, en net geen tanga. En een heel klein bloemetje op de voorkant. Nou, wat zeggen jullie, gaaf toch! Zeker weten! MS Sans Serif (Geneva) sans-serif En diezelfde ideeën pas ik dan ook toe op m’n slipje: onschuldig wit, maar wel echt klein. Niet een string, wat dat zou te zijn, en net geen tanga. En een heel klein bloemetje op de voorkant. Nou, wat zeggen jullie, gaaf toch! Zeker weten! MS Serif (New York) serif En diezelfde ideeën pas ik dan ook toe op m’n slipje: onschuldig wit, maar wel echt klein. Niet een string, wat dat zou te zijn, en net geen tanga. En een heel klein bloemetje op de voorkant. Nou, wat zeggen jullie, gaaf toch! Zeker weten!
we doen ons best.... maar wie helpt mee?
|
|
reintoch
Beheerder
Bericht Nummer: 90 Aangemeld: 02-2002
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op zondag 12 maart 2006 - 03:54 pm: |
|
Voorbeeld van een Goede en Foute opmaak |
Hoe ziet een goede opmaak er uit Lees voor de richtlijnen voor een goede opmaak de berichten hierna. Hie een voorbeeld hoe het moet, en -tweemaal- hoe het niet moet. Het is een deel uit een verhaal uit Het Instituut van Paul Gerard: “Goedgekeurd” Zo is het Goed goed leesbaar, rustig tekstbeeld Allemaal wisten ze wat er gebeurd was: Juliette was gecaned in de directiekamer. Juliette was heel verbaasd. Hoe konden ze dat weten? Nou ja, ze hadden haar en Marjan op het strafbankje zien zitten, maar dat zij een caning had gekregen? En zij alleen? De meiden schoten in de lach toen ze het vroeg. “Wat denk je nou,” vroeg Marcha: “Denk je nou echt dat we jou niet hoorden. Tsjezus meid, wat kan jij schreeuwen.” Subiet moest Juliette blozen. Of ze wìst dat ze geschreeuwd had! Die ideeën over zich beheersen waren absoluut dwaas geweest. Ze was er schor van geworden. Maar de meiden trokken zich van haar schaamte niets aan. Ze wilden alles weten. Daar hadden ze recht op, want in het meidenwereldje van de kostschool was er geen privé. Zeker niet als het om straf ging. Dus moest Juliette vertellen. Over de rij docentes die haar hadden opgewacht, incluis Maartje en de directeur. Hoe ze samen hadden moeten verschijnen voor hen. Hoe ze eerst werden aangeklaagd, daarna schuld moesten bekennen en om een strenge straf moesten vragen. Om tenslotte het vonnis aan te horen. De meiden werden er opgewonden van: dat was ècht bijzonder. Niemand had het ooit eerder meegemaakt. Opgelucht bedacht Juliette dat Marjan haar dus vooraf ècht had willen helpen: ze had niet geweten van het beschuldigen en schuldbekennen. Maar dat ze dan ondanks dat zo adequaat had gereageerd. “Jemig Marjan, dat jij meteen wist dat je schuld moest bekennen en zo. Ik zou zweren dat je dat al vaker meegemaakt had.” Marjan haalde haar schouders op. Marcha verduidelijkte het voor Juliette. “Als je eenmaal weet hoe het hier werkt, is dat geen kunst. We worden voortdurend gecommandeerd joh. In de houding! Je hebt je misdragen! Brutaal kind! Biecht op!” Alle meiden schoten in de lach van deze perfecte imitatie van een kostschoollerares. “Protesteren heeft geen enkele zin.” Was dat Paulien? “Je moet ze gewoon altijd hun zin geven,” vulde Aya aan. Alle meiden bemoeiden zich er nu mee. “Spijt tonen, berouwvol zijn.” “En altijd om straf vragen.” “Vragen, smeken zul je bedoelen.” “Ik val altijd subiet op mijn knieën als het effe kan.” “Kus hun voeten.” “Ik trek meteen al mijn broekje uit.” “Ja hè, en biedt je blote billen aan. Doe niet zo stom joh.” Dat was Marjan, die het duidelijk niet eens was met een aantal van de reacties, en zeker de laatste niet. “Wat ben je toch een stomme trut, Nina, straks gelooft Juliette je nog. Staat een beetje op te bieden tegen elkaar.” En tegen Juliette: “Geloof ze niet, meid, ze willen alleen maar indruk maken. Maar volgens mij zijn degenen met de grootste mond nou net degenen die nog nooit straf gehad hebben.” Net zoals ik, dacht ze, maar ze hield wijselijk haar mond. Ze keek hen aan, vier waren het, die beschaamd terugkeken. Betrapt! En waren die vier nou net niet die zogenaamde internetmeiden? Marjan dacht van wel. “Maar wat we hier wel leren is dat tegenspreken nooit helpt.” Juliette kon een glimlach niet onderdrukken. “Ja sorry, ik weet het, ik hou me niet aan m’n eigen advies, het was gewoon stom om te protesteren.” Ze keek Juliette smekend aan. Die begreep haar onuitgesproken verzoek. Ze zou echt niet zeggen hòe Marjan had geprotesteerd. Want ondanks alle bravoure van de meiden begreep ze dat Marjan’s actie ècht not-done was. “Maar dat van berouwvol doen klopt absoluut. Altijd je heel onderdanig opstellen. Nooit uitvluchten verzinnen, want ze zijn allergisch voor smoezen. Dus ook al heb je ze zat, gewoon verzwijgen want geheid dat ze je dan nog harder pakken. En altijd proberen te raden wat ze willen dat je zegt. En da’s helemaal niet zo moeilijk hier. Ze zijn er gewoon altijd op uit om je te straffen. Dus daar vraag je dan om. Altijd goed.” Zo is het Fout te weinig alinea’s en wit: een letterbrei gesproken tekst niet op een nieuwe regel Allemaal wisten ze wat er gebeurd was: Juliette was gecaned in de directiekamer. Juliette was heel verbaasd. Hoe konden ze dat weten? Nou ja, ze hadden haar en Marjan op het strafbankje zien zitten, maar dat zij een caning had gekregen? En zij alleen? De meiden schoten in de lach toen ze het vroeg. “Wat denk je nou,” vroeg Marcha, “denk je nou echt dat we jou niet hoorden. Tsjezus meid, wat kan jij schreeuwen.” Subiet moest Juliette blozen. Of ze wìst dat ze geschreeuwd had! Die ideeën over zich beheersen waren absoluut dwaas geweest. Ze was er schor van geworden. Maar de meiden trokken zich van haar schaamte niets aan. Ze wilden alles weten. Daar hadden ze recht op, want in het meidenwereldje van de kostschool was er geen privé. Zeker niet als het om straf ging. Dus moest Juliette vertellen. Over de rij docentes die haar hadden opgewacht, incluis Maartje en de directeur. Hoe ze samen hadden moeten verschijnen voor hen. Hoe ze eerst werden aangeklaagd, daarna schuld moesten bekennen en om een strenge straf moesten vragen. Om tenslotte het vonnis aan te horen. De meiden werden er opgewonden van: dat was ècht bijzonder. Niemand had het ooit eerder meegemaakt. Opgelucht bedacht Juliette dat Marjan haar dus vooraf ècht had willen helpen: ze had niet geweten van het beschuldigen en schuldbekennen. Maar dat ze dan ondanks dat zo adequaat had gereageerd. “Jemig Marjan, dat jij meteen wist dat je schuld moest bekennen en zo. Ik zou zweren dat je dat al vaker meegemaakt had.” Marjan haalde haar schouders op. Marcha verduidelijkte het voor Juliette. “Als je eenmaal weet hoe het hier werkt, is dat geen kunst. We worden voortdurend gecommandeerd joh. In de houding! Je hebt je misdragen! Brutaal kind! Biecht op!” Alle meiden schoten in de lach van deze perfecte imitatie van een kostschoollerares. “Protesteren heeft geen enkele zin.” Was dat Paulien? “Je moet ze gewoon altijd hun zin geven,” vulde Aya aan. Alle meiden bemoeiden zich er nu mee. “Spijt tonen, berouwvol zijn.” “En altijd om straf vragen.” “Vragen, smeken zul je bedoelen.” “Ik val altijd subiet op mijn knieën als het effe kan.” “Kus hun voeten.” “Ik trek meteen al mijn broekje uit.” “Ja hè, en biedt je blote billen aan. Doe niet zo stom joh.” Dat was Marjan, die het duidelijk niet eens was met een aantal van de reacties, en zeker de laatste niet. “Wat ben je toch een stomme trut, Nina, straks gelooft Juliette je nog. Staat een beetje op te bieden tegen elkaar.” En tegen Juliette: “geloof ze niet, meid, ze willen alleen maar indruk maken. Maar volgens mij zijn degenen met de grootste mond nou net degenen die nog nooit straf gehad hebben.” Net zoals ik, dacht ze, maar ze hield wijselijk haar mond. Ze keek hen aan, vier waren het, die beschaamd terugkeken. Betrapt! En waren die vier nou net niet die zogenaamde internetmeiden? Marjan dacht van wel. “Maar wat we hier wel leren is dat tegenspreken nooit helpt.” Juliette kon een glimlach niet onderdrukken. “Ja sorry, ik weet het, ik hou me niet aan m’n eigen advies, het was gewoon stom om te protesteren.” Ze keek Juliette smekend aan. Die begreep haar onuitgesproken verzoek. Ze zou echt niet zeggen hòe Marjan had geprotesteerd. Want ondanks alle bravoure van de meiden begreep ze dat Marjan’s actie ècht not-done was. “Maar dat van berouwvol doen klopt absoluut. Altijd je heel onderdanig opstellen. Nooit uitvluchten verzinnen, want ze zijn allergisch voor smoezen. Dus ook al heb je ze zat, gewoon verzwijgen want geheid dat ze je dan nog harder pakken. En altijd proberen te raden wat ze willen dat je zegt. En da’s helemaal niet zo moeilijk hier. Ze zijn er gewoon altijd op uit om je te straffen. Dus daar vraag je dan om. Altijd goed.” Zo is het ook Fout: Te veel wit: onrustig beeld, geen overzicht gesproken tekst niet op een nieuwe regel Allemaal wisten ze wat er gebeurd was: Juliette was gecaned in de directiekamer. Juliette was heel verbaasd. Hoe konden ze dat weten? Nou ja, ze hadden haar en Marjan op het strafbankje zien zitten, maar dat zij een caning had gekregen? En zij alleen? De meiden schoten in de lach toen ze het vroeg. “Wat denk je nou,” vroeg Marcha, “denk je nou echt dat we jou niet hoorden. Tsjezus meid, wat kan jij schreeuwen.” Subiet moest Juliette blozen. Of ze wìst dat ze geschreeuwd had! Die ideeën over zich beheersen waren absoluut dwaas geweest. Ze was er schor van geworden. Maar de meiden trokken zich van haar schaamte niets aan. Ze wilden alles weten. Daar hadden ze recht op, want in het meidenwereldje van de kostschool was er geen privé. Zeker niet als het om straf ging. Dus moest Juliette vertellen. Over de rij docentes die haar hadden opgewacht, incluis Maartje en de directeur. Hoe ze samen hadden moeten verschijnen voor hen. Hoe ze eerst werden aangeklaagd, daarna schuld moesten bekennen en om een strenge straf moesten vragen. Om tenslotte het vonnis aan te horen. De meiden werden er opgewonden van: dat was ècht bijzonder. Niemand had het ooit eerder meegemaakt. Opgelucht bedacht Juliette dat Marjan haar dus vooraf ècht had willen helpen: ze had niet geweten van het beschuldigen en schuldbekennen. Maar dat ze dan ondanks dat zo adequaat had gereageerd. “Jemig Marjan, dat jij meteen wist dat je schuld moest bekennen en zo. Ik zou zweren dat je dat al vaker meegemaakt had.” Marjan haalde haar schouders op. Marcha verduidelijkte het voor Juliette. “Als je eenmaal weet hoe het hier werkt, is dat geen kunst. We worden voortdurend gecommandeerd joh. In de houding! Je hebt je misdragen! Brutaal kind! Biecht op!” Alle meiden schoten in de lach van deze perfecte imitatie van een kostschoollerares. “Protesteren heeft geen enkele zin.” Was dat Paulien? “Je moet ze gewoon altijd hun zin geven,” vulde Aya aan. Alle meiden bemoeiden zich er nu mee. “Spijt tonen, berouwvol zijn.” “En altijd om straf vragen.” “Vragen, smeken zul je bedoelen.” “Ik val altijd subiet op mijn knieën als het effe kan.” “Kus hun voeten.” “Ik trek meteen al mijn broekje uit.” “Ja hè, en biedt je blote billen aan. Doe niet zo stom joh.” Dat was Marjan, die het duidelijk niet eens was met een aantal van de reacties, en zeker de laatste niet. “Wat ben je toch een stomme trut, Nina, straks gelooft Juliette je nog. Staat een beetje op te bieden tegen elkaar.” En tegen Juliette: “geloof ze niet, meid, ze willen alleen maar indruk maken. Maar volgens mij zijn degenen met de grootste mond nou net degenen die nog nooit straf gehad hebben.” Net zoals ik, dacht ze, maar ze hield wijselijk haar mond. Ze keek hen aan, vier waren het, die beschaamd terugkeken. Betrapt! En waren die vier nou net niet die zogenaamde internetmeiden? Marjan dacht van wel. “Maar wat we hier wel leren is dat tegenspreken nooit helpt.” Juliette kon een glimlach niet onderdrukken. “Ja sorry, ik weet het, ik hou me niet aan m’n eigen advies, het was gewoon stom om te protesteren.” Ze keek Juliette smekend aan. Die begreep haar onuitgesproken verzoek. Ze zou echt niet zeggen hòe Marjan had geprotesteerd. Want ondanks alle bravoure van de meiden begreep ze dat Marjan’s actie ècht not-done was. “Maar dat van berouwvol doen klopt absoluut. Altijd je heel onderdanig opstellen. Nooit uitvluchten verzinnen, want ze zijn allergisch voor smoezen. Dus ook al heb je ze zat, gewoon verzwijgen want geheid dat ze je dan nog harder pakken. En altijd proberen te raden wat ze willen dat je zegt. En da’s helemaal niet zo moeilijk hier. Ze zijn er gewoon altijd op uit om je te straffen. Dus daar vraag je dan om. Altijd goed.”
billen...stil wachtend...over mijn schoot...
| |
reintoch
Beheerder
Bericht Nummer: 149 Aangemeld: 05-2002
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op maandag 03 april 2006 - 02:06 pm: |
|
Waarom de opmaak van een verhaal zo belangrijk is |
het waarom van een goede opmaak en de regels in het kort Op deze site proberen we zoveel mogelijk een standaard opmaak voor verhalen te hanteren. Waarom? Belangrijkste reden is dat een webpagina geen boek is. Bij een boek kun je exact bepalen hoe het er uit ziet, een boek heb je in je hand. Een bladzijde vormt een overzichtelijk geheel. Hoe je een webpagina ziet is echter afhankelijk van de gebruikte webbrowser en de grootte van je beeldscherm. Gebruikt een website vaste kolommen, dan is dat niet voor alle beeldschermen goed leesbaar. Op een beeldscherm mis je dat overzicht, is scrollen noodzakelijk en het beeld per definitie onrustig. Wij hebben er voor gekozen dat onze site flexibel te houden en geschikt voor alle beeldschermformaten en de nadelen daarvan te compenseren door een standaard-opmaak voor de verhalen. Bovendien vinden wij dat een standaard opmaak de lezers uitdaagt lang op de site te blijven: steeds ziet een verhaal er -ongeveer- hetzelfde uit. de standaard opmaak voor verhalen In het artikel hierboven zie je een voorbeeld van hoe het niet en hoe het wel moet, en hieronder de regels in detail. Hier de belangrijkste regels samengevat: Een evenwichtige verdeling van regels wit: niet te veel, niet te weinig. dus: overzichtelijk Regelmatig een nieuwe regeltekst die afgesloten wordt door een ‘hard regeleinde’ oftewel het drukken op de ENTER-knop) dus geen letterbrei. hier meer over opmaak Gesproken tekst met “ ” omgeven. Voor elke “....” een nieuwe regel en na “....” eveneens een nieuwe regel dus : duidelijk wanneer gesproken wordt, gemakkelijk leesbaar hier meer over gesproken tekst Zinnen beginnen met een hoofdletter en eindigen met . ? ! of ... dus hoofdletters en leestekens goed gebruiken Spaarzaam gebruik maken van ... (puntjes), alleen als het echt zin heeft dus: prettig en rustig om te lezen hier meer over het gebruik van leestekens Opmaak als vet, groot, klein, lettertype, cursief alleen gebruiken om iets te benadrukken dus: voor normale tekst gewoon arial gebruiken (is standaard) Het is natuurlijk de bedoeling dat de schrijvers voor hun verhalen deze regels gaan gaan toepassen. Je zult merken dat het helemaal niet zó veel gevraagd is. Maar dat het de eerste keren nog niet goed gaat, hoort er bij. We passen je verhalen -zeker als je merkt dat ze met zorg zijn geplaatst- met liefde voor je aan. Wèl met de bedoeling dat je het daarna zelf in de vingers gaat krijgen. Kost dat ons echter tè veel werk, dan verplaatsen we een verhaal naar hetzij de rubriek "tijdelijk", hetzij de rubriek "Verhalen Lab" wanneer een verhaal in onze ogen niet goed leesbaar is, zodat daar in alle rust aan gewerkt kan worden.
we doen ons best.... maar wie helpt mee?
| |
reintoch
Beheerder
Bericht Nummer: 318 Aangemeld: 02-2002
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op dinsdag 09 september 2008 - 03:35 pm: |
|
Opmaak: alinea's en nieuwe regels - een handleiding |
Opmaak handleiding even de begrippen duidelijk: een alinea is de tekst tussen regels wit (boven en onder) een nieuwe regel is tekst die aan de linker kantlijn opnieuw begint, en ontstaat wanneer je een op ENTER drukt (een harde return toevoegt) gebruik regelmatig een nieuwe regel (harde return) Te veel regels achter elkaar zonder regeleinde (harde return) maakt een tekst moeilijk leesbaar, vooral op een beeldscherm. Maar elke zin met een nieuwe regel laten beginnen is weer te veel van het goede. Doe dat alleen als je verhaal om veel pauzes vraagt. Of, zeg maar, een staccato stijl. Elke 3 - 6 regels een nieuwe regel (een harde return zonder wit) is een goed uitgangspunt. 10 regels zonder nieuwe regel is echt te veel. Natuurlijk zoek je daarvoor een geschikt punt: dáár waar er als het ware even een adempauze is in je verhaal. gebruik alinea’s Een alinea is het stuk tekst tussen twee regels wit. Normaliter bevat het dus meerdere “nieuwe regels” - zie de paragraaf hierboven. Een alinea vormt een afsluiting van een deel van het verhaal. Zeg maar een hoofdstuk in een hoofdstuk. Het vormt, na een nieuw hoofdstuk of paragraaf met kopje, de sterkste pauze die mogelijk is. Het verhaal bepaalt dus in sterke mate de lengte van alinea’s. Maar.... Een website kent geen bladzijden, een andere middel om overzicht bij het lezen te creëren. Daarom gebruiken we op deze site de alinea óók als methode om overzicht aan de lezer te bieden. Probeer daarom een alinea (dus regel wit) te forceren als er op (denkbeeldig) een A4-tje tekst van je verhaal geen enkele regel wit voorkomt. maar ook niet te veel wit Veel wit binnen je verhaal veroorzaakt echter het tegenovergestelde: het maakt een verhaal onoverzichtelijk. Vaak wordt een regel wit gebruikt alsof het een regeleinde is. Dat is dus niet de bedoeling. Meestal loopt het verhaal ook gewoon door en kun je die regel wit gewoon weg laten. Als je een regel wit om de 10 regels tekst plaatst moet je je echt afvragen of dat absoluut noodzakelijk is. Voor een 'goed-fout' voorbeeld, klik hier elke regel een harde return Soms plaatsen schrijvers een verhaal (of bericht) met na elke regel een harde return. Vaak zelfs middenin een zin. Wat er dan gebeurd is dat er een kunstmatige rechterkantlijn ontstaat. Je dicteert als het ware een kolom met vaste breedte. Dat is ook meestal de oorzaak. Je hebt dan je tekst opgeschreven in een ander programma dan ons programma en het kopiëren veroorzaakt dat hoe het bij jou toevallig op het scherm stond, ook zo blijft, Dus daar waar normaal een regel flexibel doorloopt, is die nu vastgezet. Grootste boosdoener is het kopiëren van tekst uit een email(programma). Haal zelf alle ongewenste regeleindes er uit. Dat doen we beslist niet voor je (is een pokkenwerk, zoals je wel zult merken). Dit geldt ook voor berichten en advertenties. Voorbeeld: Langzaam schoof ze haar slipje naar beneden, zodat haar billen ontbloot werden en ze gereed was voor het pijnlijke pak slaag wat haar te wachten stond. Ze had het verdiend, dat was duidelijk.
billen...stil wachtend...over mijn schoot...
| |
reintoch
Beheerder
Bericht Nummer: 317 Aangemeld: 02-2002
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op vrijdag 05 september 2008 - 05:09 pm: |
|
Gesproken tekst: een handleiding |
Gesproken tekst en aanverwante zaken Vooraf: dit zijn de regels van de site. Je zult ze niet in het Groene of Witte boekje vinden. Iedere uitgever heeft zijn eigen regels. Die doet dat vanwege de uniformiteit, maar ook om het schrijvers ‘makkelijk’ te maken en discussie te vermijden. Wij dus ook... Ik heb voor onderstaande regels gekozen, niet alleen omdat ik het mooi vind staan, en het een verhaal prettig leesbaar maakt, maar ook vanwege het gebruik op internet (we hebben geen kolommen met een vaste breedte): je weet nooit hoe het op iemands scherm er uit gaat zien. Dit zijn de regels in het kort:- gesproken tekst tussen “”
- gesproken tekst op een nieuwe regel
- na gesproken tekst óók een nieuwe regel
- leestekens (.,?! en ...) altijd binnen de aanhalingstekens
- tussen leesteken en aanhalingsteken geen spatie
- “zegt hij”, “vraagt hij” e.d. achter “...,” en zonder hoofletter
Voor de duidelijkheid: deze regels zijn niet vrijblijvend. Maar heb je een bijzondere reden om hier van af te willen wijken, geef dat dan even via een privé boodschap aan een Oppasser door. (in de uitleg hierna voorbeelden in een ander lettertype) inhoud gesproken tekst tussen dubbele aanhalingstekens gesproken tekst op een nieuwe regel na gesproken tekst óók een nieuwe regel leestekens (.,?! en ...) altijd binnen de aanhalingstekens tussen leesteken en aanhalingsteken geen spatie “zegt hij”, “vraagt hij” e.d. achter “...,” en zonder hoofdletter tip: vermijd “zegt hij” e.d. zoveel mogelijk een tweegesprek gedachten ander gebruik van “ ” en ‘ ’ monoloog gesproken tekst tussen “” Elke gesproken tekst (dat wat iemand letterlijk zegt) hoort tussen dubbele aanhalingstekens. dus: “Wat zeg je?” en niet 'Wat zeg je.' Bij voorkeur tussen “ ” in plaats van " ", maar lukt je dat niet, dan zetten wij " " om naar “ ” gesproken tekst op een nieuwe regel Gesproken tekst begint altijd met een nieuwe regel (niet een extra regel wit!). Dus niet: Boos keek hij haar aan. “Het is echt geweldig,” sprak hij smalend, “hoe jij er uit ziet!” maar: Boos keek hij haar aan. “Het is echt geweldig,” sprak hij smalend, “hoe jij er uit ziet!” Of eventueel: Boos keek hij haar aan en sprak smalend: “Het is echt geweldig, hoe jij er uit ziet!” En als je echt ‘het boos kijken’ wilt koppelen aan wat hij zegt (let op de : ): Boos keek hij haar aan: “Het is echt geweldig, hoe jij er uit ziet!” Maak zo’n inleidend stukje alleen dan niet te lang (of gebruik weinig gesproken woord). Maar zoals je bij het volgende voorbeeld kunt zien: heel vaak je je dan nòg beter het gesproken woord op een nieuwe regel laten beginnen. Hij bekeek haar van top tot teen alsof ze naakt voor hem stond, voor hij uiteindelijk de verlossende woorden sprak: “Je bent mooi.” na gesproken tekst óók een nieuwe regel De de volgende niet-gesproken zin komt daarna óók weer op een nieuwe regel. Dus niet: “Ik eis gehoorzaamheid!” Ze lachte. “Werkelijk? En als ik nou liever ongehoorzaam ben?” vroeg ze liefjes. Maar: “Ik eis gehoorzaamheid!” Ze lachte. “Werkelijk? En als ik nou liever ongehoorzaam ben?” vroeg ze liefjes. Merk dat het volgende een heel andere betekenis heeft (ze zegt het dan lachend, en dat hou je normaal geen hele zin vol!): Ze lachte: “Werkelijk?” Wat je vaak ziet is het volgende: “Kom hier!” sprak hij en terwijl ze gehoorzaamde, stroopte hij zijn mouwen op om haar over de knie te nemen en een geweldig pak slaag voor haar blote kont te geven. Niet fout, maar duidelijk niet de bedoeling. En waarom niet zo: “Kom hier!” sprak hij. En terwijl ze gehoorzaamde, stroopte hij zijn mouwen op om haar over de knie te nemen en een geweldig pak slaag voor haar blote kont te geven. Je krijgt de in -mijn ogen- mooie pauze er gratis bij. Nog een voorbeelden: Hij sprak: “Je hebt een spellingsfout gemaakt.” “Maar ik heb mijn best gedaan,” zuchtte ze, “zoals ik nog nooit mijn best heb gedaan.” (de zin die ze uitspreekt wordt in tweeën gehakt, dan is een komma en geen hoofdletter het beste) “Regels zijn regels. Je verdient straf!” Hij pauzeerde even om van de smaak van zijn woorden te genieten. “Straf betekent een pak slaag, dat weet je,” vervolgde hij sardonisch: “Je slaan doe ik met ... liefde.” (Hier spreekt hij meerdere zinnen en het “vervolgde hij sardonisch” levert een pauze op. Het gedeelte na de : krijgt zo iets extra sardonisch.) Ook goed: “Straf betekent een pak slaag, dat weet je,” vervolgde hij sardonisch. “Je slaan doe ik met ... liefde.” Maar ook hier begint het tweede deel met een hoofdletter (want is een nieuwe zin). Na het tweede gedeelte met aanhalingstekens moet je echt altijd een nieuwe regel beginnen! Leestekens (.,?! en ...) altijd binnen de aanhalingstekens Leestekens (.,?! en ...) komen altijd binnen de aanhalingstekens, dus géén leesteken direct achter een aanhalingsteken! En alleen een komma gebruiken als er geen ander leesteken gebruikt wordt. dus niet: “Ja”, zei hij. (komma achter ”) “Ja?”, vroeg hij. (komma overbodig) “Ja” zei hij. (komma vergeten) maar: “Ja?” vroeg hij. Tussen leesteken en aanhalingsteken geen spatie Tussen het leesteken en het aanhalingsteken hoort geen spatie (belangrijk bij het invoeren van 'schuine' aanhalingstekens), wel eventueel achter het aanhalingsteken. Dus niet: “Ja “,vroeg hij. (let op - je ziet hier het aanhalingstekens ‘verkeerd om’ staan. Dat doet een tekstverwerkingsprogramma dus automatisch als je de spatie verkeerd zet! Maar: “Ja?” vroeg hij. “Ja,” zei hij. of zelfs: “Ja?!” vroeg hij. “zegt hij”, “vraagt hij” e.d. achter “...,” en zonder hoofdletter Vaak zie ik het volgende: “Kom hier.” Sprak hij. in plaats van: “Kom hier.” Sprak hij. Merk dat er ook iets heel anders staat wanneer je een hoofdletter gebruikt (lees het maar hardop). “Sprak hij” krijgt dan heel veel nadruk. Zo in de geest van: Hìj zegt het en niemand anders. Of: hij denkt het niet, hij zègt het. Terwijl “sprak hij” juist zo onopvallend mogelijk moet zijn: het is een hulpje voor de lezer. Oftewel een fout gebruik van verduidelijkingen zoals: “zei hij”, “vroeg hij”, “zei hij peinzend”, daar gaat het hier om. Verduidelijkingen van wat door wie gezegd wordt -en eventueel hoe- horen bij het gesprokene, maar na de letterlijke tekst en buiten de “”. Vóór het gesprokene gebruik je een dubbele punt en hoofdletter, na het gesprokene een komma en geen hoofdletter. Dus niet: Hij sprak “kom hier.” “Kom hier.” Sprak hij. “Kom hier:” Sprak hij. maar: Hij sprak: “Kom hier.” (maar is bijna nooit echt mooi). “Kom hier,” sprak hij. Een tip: Vermijdt zoveel mogelijk het gebruik van “zei hij” en dergelijke. Heel vaak kun je het achterwege laten. We weten immers al dat er gesproken wordt door het gebruik van “ ” en heel vaak weten we ook wie het zegt.. een tweegesprek Een goed uitgangspunt is echter om toevoegingen als “zei hij” zo weinig mogelijk te gebruiken. Ook “vroeg hij” is vaak overbodig. Meestal kun je immers met het vraagteken duidelijk maken dat het een vraag is. Gebruik daarom het daarom alleen als je iets wil benadrukken, of wilt duidelijk maken. Bijvoorbeeld dat het Piet is, die het zegt. Of dat hij het vrolijk zegt. Maar ook dat soort verduidelijkingen moet je niet te vaak geven. Het wordt al snel vervelend. En vaak weet je al dat iemand vrolijk is, hoef je dat niet nog eens te benadrukken. Een voorbeeld: Jan zei: “Ik zei niets,” hoewel iedereen hem had horen spreken. “Je liegt!” sprak David. “Ik lieg toch nooit?” “Maar nu toch wel.” Hier is het duidelijk dat Jan en David afwisselend spreken. Ik begin steeds met een nieuwe regel, en hoef na de inleiding niet meer aan te geven wie er spreekt. Zijn Jan en David alleen, dan kan het verhaal zelfs als volgt vervolgen. Jan gaf Piet een duw. Een gevecht ontstond.... Jan keek Piet strak aan. “Doe dat nooit weer!” (door de vorige zin is het duidelijk dat Jan aan het woord is) “Wat bedoel je?” (de volgende zin, dus mag je er van uitgaan dat Piet antwoordt) “Dat weet je best!” (Jan weer) etc... Gedachten Wanneer je in een verhaal èn gesproken tekst gebruikt èn (letterlijke) gedachten dan werkt het gebruik van “ ” voor zowel gesproken als gedachte woorden verwarrend. Wanneer je niet zo vaak de letterlijke gedachten van iemand aanhaalt, is het het beste geen “” te gebruiken. Je geeft een letterlijke gedachte dan simpel aan door "dacht hij" toe te voegen. Of door het letterlijke karakter van de gedachte te vermijden. Dus bijvoorbeeld: “Kom hier!” sprak hij. Bekijk het maar, dacht ze. Of “Kom hier!” sprak hij. Ze dacht aan van alles, maar niet aan gehoorzamen. Laat je je hoofdpersoon echter van alles (letterlijk) denken, dan is het beter om italics te gebruiken. Of, als je dat niet wilt, een afwijkend lettertype. Doe dat met name als je hoofdpersoon afdwaalt naar vroeger, of haar gedachten steeds wat anders is als wat ze zegt. Bijvoorbeeld. “Ik ben je slavin.” Maar dat wil niet zeggen dat ik je gehoorzaam. “Je kunt doen met me wat je wilt.” Dwing me, alsjeblieft, laat het me niet moeten vragen..... Wel handig dat de eerste keer dat je dat doet, je duidelijk maakt dat het gedachten zijn. Ander gebruik van “ ” en ‘ ’ Je kunt “” ook gebruiken voor namen. Of schriftelijke tekst. Of een citaat. Eigenlijk staat “” voor alles wat letterlijk zo is. Hierboven gebruik ik het bijvoorbeeld om aan te geven dat ik “zegt hij” als letterlijke aanduiding aan te geven, niet als onderdeel van de zin. Als ik dat niet zou doen, zou de zin onleesbaar worden. Haal de “” maar in gedachte er uit.... Gebruik ‘’ daarentegen voor iets dat niet letterlijk is. Bijvoorbeeld symbolisch, spreekwoordelijk, denigrerend. Een paar voorbeeldjes: Ze werd opgenomen in het “Instituut”. (zo heet het blijkbaar) Ze werd opgenomen in het ‘Instituut’. (het Instituut stelt blijkbaar niet veel voor) Het was “af”. (betekent dat het letterlijk klaar is). Het was ‘af’. (betekent dat het geweldig is). Als iemand letterlijk iemand anders aanhaalt, heb je -gezien bovenstaande- een probleem. Bijvoorbeeld: “Volgens mij sprak Caesar de woorden: “Veni, Vidi Vici,” voor hij de Tiber overstak.” Niet mooi. Ik zou kiezen voor: “Volgens mij sprak Caesar de woorden: Veni, Vidi Vici, voor hij de Tiber overstak.” of gewoon “Volgens mij sprak Caesar de woorden: Veni, Vidi Vici, voor hij de Tiber overstak.” maar acht, zo snappen we het ook wel .... “Volgens mij sprak Caesar de woorden: ‘Veni, Vidi Vici,’ voor hij de Tiber overstak.” Monoloog Geen regel zonder afwijkingen. Soms is een persoon heel lang aan het woord en wil je toch een nieuwe regel invoeren. Of spreekt hij ‘staccato’-achtig. Met losse zinnen dus. Natuurlijk kun je dan steeds elke regel met “ beginnen en met ” afsluiten. Maar dat levert een erg onrustig beeld op. Begin de volgende regel dan niet met een “. Een gebruik de afsluitende alléén op het eind van de complete monoloog. een voorbeeld: Paul sprak: “Deze dag is een heel bijzondere dag. Het is een dag van geluk. Marjan is mij eigendom geworden. Lang heb ik gedaan over het opvoeden van haar. Ik kan jullie gerust vertellen dat het een hele strijd was. Marjan was beslist ‘quite a handfull’. Maar ik ben geslaagd in mijn doel, nietwaar Marjan?” Marjan glimlachte bleekjes. Maar je mag ook beginnen met: Paul sprak: “Deze dag is een heel bijzondere dag. etc......” etc......”}
billen...stil wachtend...over mijn schoot...
| |
Paul Gérard
Oppasser
Bericht Nummer: 11 Aangemeld: 04-2003
Beoordeling: Stemmen: 1 (Waardeer!) | Gepost op woensdag 07 mei 2003 - 10:03 pm: |
|
Hoofdletters en leestekens: een handleiding Er zijn veel minder duidelijke regels over het gebruik van leestekens dan er zijn over spelling. Ik hanteer zelf de volgende regels voor leestekens en hoofdletters (voorbeelden in cursief): Interpunctie: hoofdletters, punten en komma’s, leestekens - Zinnen beginnen met een hoofdletter en eindigen met . , ! ? of .....
- Wat specifieker:
- een bijzin begint met een komma, zonder spatie daarvóór;
- een vraag eindig met ? zonder spatie daarvóór
- een uitroep met een ! zonder spatie daarvóór
- Volgt een nieuw zin dan komt tussen het laatste leesteken en de nieuwe zin een spatie.
- Gebruik je ";" dan geen hoofdletter dus.
Voorbeeld: Jan en Loes kwamen aanlopen, en zagen mij! Loes glimlachte; Jan grinnikte; ik verbleekte. Ik vroeg: “Heb ik straf verdiend?” Ik zag ze denken: is ze nu echt zo dom? Ja dus! Helaas... Maar daar hadden ze geen boodschap aan. Wanneer gebruik je een leesteken de dubbele punt : Een ":" gebruik je als je iets of iemand aankondigt bijvoorbeeld een gedachte dat iemand iets gaat zeggen een statement of citaat de puntkomma ; Eigenlijk vind ik dat een puntkomma in een verhaal niet thuis hoort. Het is meer iets voor een essay. Beetje kort door de bocht: je gebruik een puntkomma om een zin in tweeën te hakken, zonder een nieuwe zin te beginnen en dus zonder een hoofdletter te gebruiken; omdat de onderdelen van die zin uit twee min of meer gelijke delen bestaat, kun je echter geen komma gebruiken en gebruik je de puntkomma. De zin vorige zin is meteen een voorbeeld. Begin je toch met een nieuwe zin, denk ik dan... de komma , Hoofdregel: je gebruikt een komma wanneer je een pauze wilt inlassen zodat de zin leesbaar wordt. Dus lees een zin hardop voor, om te bepalen of een komma nodig is. Voorbeeld: hoor het verschil De meisjes van de Meester, die ongehoorzaam waren geweest, kregen een pak slaag. De meisjes van de Meester die ongehoorzaam waren geweest, kregen een pak slaag. In het eerste geval wordt er van uitgegaan dat alle meisjes van de Meester ongehoorzaam waren. In het tweede geval worden alleen dìe meisjes gestraft die ongehoorzaam waren. bij het gebruik van "en" Voor “en” gebruik je alleen een komma als dat het lezen vergemakkelijkt. Voorbeeld: Jan en Anna kwamen aanlopen. Anna zag mij, maar aarzelde en dacht: wat is hier aan de hand! En liep weer verder, want er was niets te zien. Maar Jan, en ik natuurlijk ook, wisten wel beter. Gebruik een komma ter scheiding van twee werkwoorden. Voorbeeld: Als we dit invoeren, zou dat verschrikkelijke gevolgen hebben. streepjes - - tussenzin gebruik bij een tussenzin Wil je een tussenzin gebruiken, dan is - - vaak handig, zeker als je al komma’s hebt gebruikt. Het werkt ook sterker als pauze dan een komma. Voorbeeld: Ze was verliefd, maar boos en dronk de melk -volle zoals gebruikelijk- met volle teugen, zodat ze een snor kreeg, en zette het pak weer in de koelkast. in plaats van haakjes () Eigenlijk zijn haakjes taboe in een verhaal. Het is te ehhh inhoudelijk. Gebruik dan streepjes, als je toch iets wilt opsommen en/of verduidelijken. Voorbeeld: Ik lief haar zelf de strafinstrumenten halen -de cane, de roe, haar panttoffel- zodat ze zich extra bewust zou zijn van wat komen ging. puntjes ... gebruik bij afbreken Gebruik ... als je wilt uitdrukken dat iemand zijn zin niet afmaakt, bijvoorbeeld doordat deze door een ander onderbroken wordt, afgeleid wordt of wegmijmerd. Voorbeeld: “Ik denk dat jij ...” “Jij hebt niet te denken!” als je iets beweert dat ter discussie staat Voorbeeld: Is het niet zo dat alle vrouwen feitelijk slavinnen zijn.... als je een pauze wilt afdwingen Voorbeeld: De aarde beefde en niets was meer zoals het vroeger was... als je wilt dat de lezer zelf het vervolg invult Voorbeeld: En heel langzaam viel ze in slaap en droomde .... Gebruik na puntjes geen komma meer: dat is niet nodig en bovendien staat het lelijk. Maar het allerbelangrijkste: gebruik de ..... niet te vaak, want dan gaat het effect verloren en kan het zelfs je tekst onleesbaar maken. enkele en dubbele aanhalingstekens “” ‘’
- Gesproken taal wordt omgeven door “” - zie voor meer info bovenstaand bericht
- Ook titels van bijvoorbeeld boeken krijgen een “”
- Wil je aangeven dat iets niet letterlijk bedoeld wordt, gebruik dan ‘’
- Accenten en cursief kun je gebruiken om een woord te benadrukken.
verhalen maken dromen waar
| |
reintoch
Beheerder
Bericht Nummer: 152 Aangemeld: 05-2002
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op dinsdag 11 april 2006 - 12:30 pm: |
|
Over Titels en Ondertitels en Vervolgverhalen |
titels, ondertitels en vervolgverhalen We vinden het erg belangrijk dat de titel en ondertitel van een verhaal informatief zijn: de lezers uitnodigen tot lezen. En wanneer er sprake is van een vervolgverhaal: dat alleen de ondertitel dat aangeeft en wel op een 'standaard manier'. Titel Eerst de titel: daar ben je vrij in, maar het moet wel een titel zijn, geen ondertitel (bijvoorbeeld: waarin we kennismaken met Marietje, dat is duidelijk een ondertitel). Een goede titel is kort en krachtig. Hij mag natuurlijk nooit eerder gebruikt zijn. Vermijd daarom titels als "De eerste keer" of "Kennismaking met Sm". Gebruik je een naam in de titel, zorg dan ook dat die naam nooit eerder in een titel gebruikt is! Ondertitel Dan de ondertitel: die moet informatief zijn, iets toevoegen naast de titel, en niet het voor de hand liggende aangeven (zoals titel: Het Bos, ondertitel: de straf; het is tenslotte een spankingsite). Belangrijk: herhaal de titel van je verhaal nooit in de ondertitel! Op de site staan -bij het plaatsen- een paar voorbeelden van een ondertitel. Waar een titel kort moet zijn, mag een een ondertitel dat niet: hij moet immers de lezer extra informatie bieden! Een ondertitel is absoluut verplicht. Vervolgverhalen Dan de regels voor vervolgverhalen. In de titel mag je niet aangeven dat het een vervolgverhaal is. De titel van het eerste hoofdstuk mag wel de titel van het geheel zijn, maar liever niet (eigenlijk alleen wanneer je bij plaatsen nog niet weet dat het een vervolgverhaal wordt!). In de ondertitel zet je welk hoofdstuk het is (of dat het een serie is- zie het voorbeeld) en waarvan, en daar begin je dan ook mee. Maar vergeet niet daarna ook iets informatiefs over dàt hoofdstuk te vermelden (wij maken er dan twee verschillende regels van). Een paar voorbeelden: titel: Een Drama in Bed ondertitel: “Slaapkamer Perikelen”, hoofdstuk 1: waarin er van slapen weinig sprake is of: ondertitel: nieuwe belevenissen van Meisje Marieke: waarin er van slapen weinig sprake is Lengte van vervolgverhalen Vervolgverhalen mogen niet te kort zijn, zeker niet als het geen zelfstandige verhalen zijn. In dat geval plaats je de hoofdstukken onder elkaar op dezelfde ‘pagina’. Houd als vuistregel aan dat een verhaal maximaal 8 A4-tjes, en (bij het samenvoegen van korte verhalen) minimaal 3 A4-tjes bevat. Dat geldt overigens ook voor schrijver die heel korte verhalen schrijven, bijvoorbeeld van een half A4-tje. Wil je een nieuw deel van je verhaal in een al bestaand verhaal plaatsen (zie bovenstaande) dan doe je dat zelf door gebruik te maken van het potlood icoontje in de rechterbovenhoek van je verhaal. Wil je iedereen er op attent maken dat je een nieuwe aflevering hebt geschreven, dan plaats je zelf een reactie in je eigen verhaal waarin je dat vertelt("Je Reactie"). Bij het wijzigen van een verhaal wordt er namelijk geen email-bericht verzonden. Ook zal het velen, die je verhaal al eerder lazen, niet opvallen dat er een nieuwe aflevering is. Al dit gedoe voorkom je natuurlijk door alles in één keer te plaatsen, maar als je heel graag snel wilt plaatsen, tsja dan.... meer info: (te) lange verhalen Wijzigen titel en ondertitel Heb je een verhaal geplaatst, dan kun je zelf titel en ondertitel niet meer wijzigen. De titel kan daarna altijd nog heel eenvoudig door de Beheerders gewijzigd worden. De ondertitel die boven het verhaal zelf staat echter alleen in uitzonderlijke gevallen, want het is heel veel werk. De ondertitel in de verhalenlijst daar en tegen gaat net zo gemakkelijk als de titel. Even een mailtje, en het is zo gepiept. Ondertiteldiscussie Zie voor de discussie die naar aanleiding van dit verhaal volgde: Ondertitels? Maar waarom dan toch?
we doen ons best.... maar wie helpt mee?
| |
reintoch
Beheerder
Bericht Nummer: 196 Aangemeld: 05-2002
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op vrijdag 03 juli 2009 - 11:36 am: |
|
over lange verhalen en korte webpagina's |
Een webpagina moet niet te lang zijn: dat is een gouden regel voor elke websitebouwer.. We gaan er voor deze verhalensite vanuit dat een webpagina# bij voorkeur niet langer is dan pakweg 6 A4-tjes (voor een normale webpagina is dat al erg lang), maar zeker niet langer is dan ongeveer 8 A4-tjes (Arial, 12pt, 2,5 cm marge), 4500 woorden tip: bijna elke tekstverwerker heeft een woordenteller Het blijkt namelijk dat verhalen die langer vrij snel corrupt raken met rare leestekens. Is het langer dat moet je dus je verhaal verdelen in delen. Je mag dan bij uitzondering direct meer 'delen' plaatsen. Mooier is het natuurlijk je je verhaal in meer hoofdstukken opdeelt. Maar doe dat alleen als je er ook inhoudelijk achterstaat. Voor hoofdstukken en afleveringen geldt nog wel de regel: maximaal 1 hoofdstuk per week Hou dan ook rekening met de aparte regels voor vervolgverhalen. lang verhaal opdelen in delen We kunnen ons voorstellen dat je vindt jouw verhaal ondeelbaar is en in één keer gelezen moet worden. Dus ook in één keer geplaatst moet worden. In dat geval (en alleen dan) mag je de titel laten volgen door "deel" plus een romeins getal (II, III). Het gaat immers hier niet om verschillende hoofdstukken of afleveringen (zie het artikel hierboven). Behalve het openingsdeel dus. Wel mag je in zo'n geval alle delen tegelijk plaatsen (is zelfs aan te bevelen). Je mag dan ook een inhoudelijk "onderwerp" boven de delen weglaten. zo doe je dat: Gebruik de term "deel" en niet hoofdstuk, of aflevering. En gebruik voor de titel steeds dezelfde titel. De eerste titel dus normaal: met pictogrammen en zonder 'deel'. De volgende delen met de vermelding deel X en zonder pictogrammen. Gebruik bij de delen ook geen inhoudelijk onderwerp. Ik gebruik voor de delen bij het onderwerp: deel II (dit verhaal is opgeknipt in 5 delen). Als je \-1 { ....} wordt het nog minder storend zichtbaar. Hier zie je een voorbeeld: verhalen van Janneman Let op: het wijzigen van het onderwerp kost héél veel moeite. Dus maak geen fouten! Ik ga daarna ervoor zorgen dat er alleen in het eerste deel reacties geplaatst kunnen worden. motivatie Maar nog afgezien van genoemde gouden regel (en die heb ik echt niet zelf verzonnen) is het lezen van een lange verhaal-webpagina niet prettig. Een boek kan je even wegleggen, een webpagina niet. Het is ook niet voor niets dat echt lange teksten in pdf formaat op een website gezet worden. Wat ik dus in feite beoog is dat een webpagina niet langer mag zijn dan wat je in één computerleesbeurt uitleest. Hoe spannend een verhaal ook is, 8 A4 is (voor mij) het maximum. Voor sommige lezers zal dat maximum veel meer zijn - als het je maar mooi vindt. Voor velen echter zal dat nog veel minder zijn, daarvan ben ik overtuigd. Vandaar mijn advies om het tot 6 A4-tjes te beperken Waar het om gaat is dat je als lezer niet hoeft af te haken bij een verhaal wat je wel mooi vind (maar niet verslavend) alleen omdat je ‘computerleestijd’ voorbij is. En als schrijver wil je toch gelezen worden? Door zoveel mogelijk mensen! En... nu blijkt dat verhalen die ècht lang zijn snel corrupt kunnen worden. * één van de redenen waarom verhalen slechts één keer per week geplaatst mogen worden, is dat ik als Beheerder het anders niet meer bij kan benen. Of, als je verhalen (nog) niet goed genoeg zijn voor deze site, ik op tijd op de rem kan trappen. Vandaar de uitzondering ** ben je van mening dat je verhaal geen correctie behoeft (goedgeschreven, zonder veel spellingsfouten, maar ook voldoend aan de standaardopmaak), en je nog niet eerder een verhaal geplaatst hebt, dan mag je het ter beoordeling aan mij toezenden # om preciezer te zijn: het verhaal-deel van een webpagina, de commentaren tellen natuurlijk niet mee - overigens is ook deze webpagina te lang, vandaar het gebruik van veel berichten en supkopjes, en het overzicht met links bovenaan de webpagina
we doen ons best.... maar wie helpt mee?
| |
reintoch
Beheerder
Bericht Nummer: 153 Aangemeld: 05-2002
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op dinsdag 11 april 2006 - 02:39 pm: |
|
Opheffen van je Account als Schrijver |
je account opheffen Wil je een verhaal schrijven, dan wordt je gedwongen om je aan te melden (zeg maar: een account/lidmaatschap verkrijgen). Er blijken schrijvers te zijn die hun account na het plaatsen meteen weer opheffen. Dat is niet de bedoeling. Je kunt dan niet meer je eigen verhaal wijzigen. Of verwijderen. Niemand, zelfs de beheerder niet, kan je nog bereiken. Mocht je je je later weer aanmelden, dat blijft dat ook voor je eerder geplaatste verhalen gelden! Maar waarom zou je je account willen opheffen? Immers, als je wilt, kun je heel eenvoudig instellen dat je geen kennisgevingsmail meer krijgt. Of alleen een kennisgeving van berichten die geplaatst zijn bij je eigen verhalen. Of alleen kennisgevingen bij “Plaats je Verhaal”. Etc. etc. En mocht je vervelende privé boodschappen krijgen, alsjeblieft, laat ons dat dan weten, dan nemen wij maatregelen. Voor zover wij weten komt het verzenden van vervelende boodschappen amper voor. En in dat ene geval hebben wij de persoon in kwestie van de site verwijderd. Ook heel eenvoudig trouwens: wijzigen van je schrijversnaam. En het wijzigen van je andere profiel gegevens (je inlognaam uitgezonderd). Iets ingewikkelder: wijzigen van je email adres. Tot slot: Realiseer je ook dat, zodra je je account verwijdert, je ook de zeggenschap over je verhaal verliest: immers wij kunnen je niet meer bereiken. Je hoeft natuurlijk niet bang te zijn dat wij er iets buiten onze site mee doen. Wel voelen we ons dan vrij om je verhaal aan te passen en/of te verplaatsen.
we doen ons best.... maar wie helpt mee?
| |
reintoch
Beheerder
Bericht Nummer: 151 Aangemeld: 05-2002
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op maandag 10 april 2006 - 07:59 pm: |
|
“Verhalen Forum”: het verplaatsen verhalen en uitleg van bijzondere rubrieken |
over waar welk verhaal en wanneer Recent Geplaatste Verhalen Alle verhalen komen binnen op de “voorpagina” van het “Verhalen Forum”. Daar blijven ze minimaal 2 maanden ‘in de etalage’ staan: direct onder het kopje “Recent Geplaatste Verhalen”. Daarna worden ze verplaatst naar: of de eigen rubriek van een schrijver/ster of naar één van de “Aanbevolen verhalen” rubrieken of, als het een themaverhaal is, naar de desbetreffende themarubriek (zie hieronder: Thema Rubrieken) of naar “Diverse verhalen, allerhande schrijvers” gedichten plaats je direct in "gedichten", net zoals waargebeurde verhalen in “Waar-gebeurde verhalen” (binnen in “Diverse verhalen, allerhande schrijvers”). Ook in het Verhalen Lab mag je zelf je verhaal plaatsen (voor een toelichting: zie hieronder) een toelichting op een aantal bijzondere rubrieken op het Verhalen Forum: Aanbevolen verhalen Belangrijk verandering is ook het ontstaan van de rubrieken “Aanbevolen 'klassieke' SM Verhalen”, “Aanbevolen 'vrije' SM Verhalen” en "Aanbevolen Spanking Verhalen" En tenslotte de rubriek "korte aanbevolen verhalen". We hopen hiermee een soort ‘kwaliteitskeurmerk’ voor verhalen af te geven. Voorwaarde voor plaatsing is dat de verhalen goed geschreven zijn, en dat de Beheerder het een mooi of bijzonder verhaal vindt. We gebruiken daarvoor dit logo:
Aanbevolen ‘veelschrijvers’ Daarnaast is er nog een nieuwe rubriek gemaakt: “Aanbevolen ‘veel’schrijvers” (binnen de rubriek “Aanbevolen 'vrije' SM Verhalen”). Omdat verhalen van ‘veel’schrijvers in hun eigen rubriek geplaatst worden, vallen deze buiten de ‘aanbevolen’ boot. Dat vonden we erg jammer, want vaak zijn ze niet voor niets ‘veelschrijvers’. Daarom geldt voor deze rubriek hetzelfde als voor “Aanbevolen verhalen”: de Beheerder kiest één verhaal van een veelschrijver uit dat die extra mooi vind en plaatst het -als kopie- in deze rubriek. Zo kunnen lezers vast proeven hoe de veelschrijvers schrijven, om, als dat bevalt, dus daarna meer van hen te gaan lezen. Verhalen Lab De voorpagina is onze “etalage”: de plek waar iedereen het eerst kijkt. Daarom worden verhalen die slecht leesbaar zijn, verplaatst naar een speciale rubriek daarvoor: "het Verhalen Lab" (binnen “Diverse verhalen, allerhande schrijvers”). Daar kunnen schrijvers rustig -en eventueel met onze hulp- sleutelen aan hun verhaal. Ook de plek om zelf een verhaal te plaatsen als je vooraf commentaar en/of hulp wilt hebben, of als je onzeker bent of een verhaal geschikt is voor deze site. Tijdelijk Verhalen die te zeer afwijken van onze opmaakregels worden verplaatst naar de rubriek "Tijdelijk" (ook binnen “Diverse verhalen, allerhande schrijvers”). Zijn deze verhalen aangepast, dan verhuizen ze weer naar de etalage. Waar Gebeurd Hieronder verhalen die “waar gebeurd” zijn, maar niet geschreven zijn in de verhaal-vorm. Dat wil zeggen: een inleiding, een ontwikkeling, en een slot. Veel schrijvers voelen de behoefte om hun eigen ervaringen op papier te zetten. Maar alleen je ervaringen beschrijven, maakt een verslag nog niet een verhaal. Vaak zijn het een opeenvolging van (sm)handelingen geworden, met weinig emotie. En vooral: weinig ontwikkeling. Als je wilt weten wat iemand meegemaakt heeft, als je een beeld wilt krijgen van de werkelijkheid, dan kan dat heel lezenswaardig zijn. Vandaar deze bijzondere plek voor dergelijke beschrijvingen: "Waar Gebeurd" (ook binnen “Diverse verhalen, allerhande schrijvers”). Thema Rubrieken Schrijven op een thema: veel schrijvers hebben reeds ontdekt hòe inspirerend dat kan zijn! Er zijn op dit moment drie thema's: Therapeuten & Cliënten Mirjam: het meisje dat niet van haar tepels af kon blijven Bod op Slavin Eva Je herkent ze door dit symbool voor de rubriek: We moedigen alle schrijvers aan om nieuwe verhalen te schrijven voor deze thema's. Je plaats ze echter gewoon op de voorpagina. Later verhuizen ze dan naar deze rubriek.
we doen ons best.... maar wie helpt mee?
| |
Paul Gérard
Oppasser
Bericht Nummer: 29 Aangemeld: 04-2003
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op zondag 29 februari 2004 - 07:42 pm: |
|
Een Handleiding voor het schrijven: inleiding Een goed verhaal is..... Ik ben al langer bezig met het idee om nu zelf eens op te schrijven waar volgens mij een goed verhaal aan moet voldoen. Ook met het idee om andere schrijvers op weg te helpen. En ook om wat makkelijker te kunnen reageren op verhalen van anderen. Vaak reageer ik nu niet omdat het dan snel te persoonlijk wordt, te afkrakerig, en dat is wel het laatste wat ik wil. Niet dat ik het ‘beter weet’: ook voor mij is het moeilijk om te bepalen wanneer een verhaal een goed verhaal is. Nog afgezien van het feit dat het dan nog altijd alleen maar mijn ‘smaak’ is. En -al schrijvend- ontdek ik voortdurend hoe weinig ik weet, zoals jullie straks wel zullen merken als ik een aantal stijlfiguren ga behandelen. Ik wil dit doen in een aantal bijdragen (berichten). * De persoonsvorm * De tijd * De opbouw * Spanning in verhalen * Schrijfstijl Denk ik, want ik heb geen idee wanneer de volgende editie verschijnt (het mag vind ik niet ten koste gaan van het schrijven van verhalen), laat staan hoe deze er uit zal zien. Maar eerst: De persoonsvorm
verhalen maken dromen waar
| |
Paul Gérard
Oppasser
Bericht Nummer: 30 Aangemeld: 04-2003
Beoordeling: Stemmen: 1 (Waardeer!) | Gepost op zondag 29 februari 2004 - 08:26 pm: |
|
De persoonsvorm Ik-vorm Verreweg de meest gebruikte persoonsvorm in sm verhalen is de IK figuur (ik lees nu elders dat dat ook voor alle amateur-verhalen geldt), oftewel de eerste persoon. En laat dat nou net de aller moeilijkste zijn. Natuurlijk, ik begrijp dat verlangen wel om de ik figuur te gebruiken. Je bent zelf de hoofdpersoon in je verhaal. Veel verhalen zijn ook vooral het beschrijven van wat werkelijk gebeurd is (maar daarover in een andere bijdrage meer). Het is ook de meest directe manier om je als schrijver tot je lezer te richten. Maar is het daarmee verstandig? Mijn antwoord daarop is heel stellig: NEE. Waarom? Als je vanuit de ik-figuur schrijft, kun je alleen beschrijven wat de hoofdpersoon doet, ziet, voelt. En weinig schrijvers realiseren zich hoe groot die beperking is. Daarnaast vereist een verhaal schrijven dat je distantie neemt van wat je wilt beschrijven. Een verhaal ìs niet het beschrijven van wat gebeurd is. Een verhaal is geen verslag. Een goed verhaal moet een mysterie zijn, veel onbeantwoord laten. Daarom zou het goed zijn om eerst te schrijven -bijvoorbeeld- vanuit de alwetend verteller (de volgens mij gemakkelijkste vorm) en pas daarna de ik-figuur. Tot zover dit pleidooi om niet in de ik-figuur te schrijven. Eerst een voorbeeld waarin de ik-figuur wel prachtig is gelukt (ik wil in de voorbeelden zoveel mogelijk mijn eigen verhalen vermijden): “Een druppeltje genot”, van MisTique. Goed gelukt met name omdat de derde persoon, de Meester, hier vaak letterlijk aan het woord komt, en dus de ban van de ik-figuur breekt. Jij-vorm Welke andere mogelijkheden heeft de schrijver: De jij/je/u vorm, de tweede persoon: je beschrijft heel direct de gevoelens van een ander. Strak volgehouden komt deze vorm niet vaak voor. Op deze site ken ik geen voorbeeld. de verschoven ik-vorm Wat vaker gebeurt, is dat je de ik-figuur daar tussendoor voegt. Immers Jij -ik dus- beschrijft de ander. Je schrijft wel vanuit een ik, maar de gevoelens van de persoon die je beschrijft, zijn in feite een ander. Soms letterlijk door jij te gebruiken: “je bent stil. Je hoofd op je schouders, denk je aan ....” “Wreed”, van Hij Van Wie Zij Is is een mooi voorbeeld. Maar soms komt het letterlijke “jij” niet eens voor. “Straffen in het Lang” van Meesteres Mistress is daarvan een voorbeeld. Vaak wordt ze gebruikt bij verhalen vanuit de Meester. Veel van de “Boden op Slavin Eva” zijn geschreven in deze figuur. Je zou deze stijl ook de verschoven ik-figuur kunnen noemen, omdat het ogenschijnlijk in de ik-figuur geschreven is. Zij-vorm Natuurlijk: de hij-figuur (of zij/ze natuurlijk), of de derde persoon. Het biedt alle mogelijkheden van de ik-figuur: het blijft heel direct, maar het is toch heel gemakkelijk even een stapje terug te doen. Je kunt nog steeds vanuit één persoon schrijven, maar neemt nu veel meer afstand en kunt gemakkelijker zijpaden bewandelen. Een mooi voorbeeld vind ik “Buk je”, van Anne. Met iets meer afstand door ook het gebruik van de eigen naam: Willem-Jan in plaats van alleen “hij” is “Slavin van een onbekend merk”, van W.J. van Kethel. Let op: die W.J. is natuurlijk Willem-Jan. Bij de verhalen in “De zaak Dieuwertje” van Phoenix, zie je dat hoewel consequent de derde persoon wordt gebruikt, elk verhaal òf vanuit Dieuwertje òf vanuit Evert wordt geschreven. alwetend verteller Dat zijn allemaal stijfiguren met duidelijk 1 persoon in de hoofdrol. Bij de derde persoon kun je ook de hoofdpersonen laten wisselen. Je krijgt dan een bijzondere vorm van de derde persoon: de alwetend verteller. Je beschrijft wat je ziet op afstand. Soms komt er zelfs geen “hij” aan te pas: “de man eiste van het meisje dat zij zich overgaf”. Maar meestal ga je daarna over op hij en zij. “Hij bond haar vast. Zij verzette zich niet.” Zorg er altijd voor dat duidelijk vanuit wie je schrijft, ook al wissel je voortdurend van aandacht. Dat kan zeker, maar doe het niet te veel, want dan breng je de lezer in verwarring, zeker als er meerdere hij’s of zij’s zijn. “De Piercing” van Diana is een mooi voorbeeld van twee personen, die zelfs vrij consequent bij naam genoemd worden. Dat geeft haast een soort van ritueel beeld. Hij Van Wie Zij Is doet het weer anders in “Een Plechtigheid”: in het begin zijn er duidelijk een hij en een zij. Maar daarna worden ook andere personen ingevoegd, die we persoonlijk leren kennen. En sommige momenten alleen door hun observaties: zie aan het eind wat de ambtenaar alleen kon zien... Geheel onpersoonlijk wordt de alwetend verteller in een verhaal als “Even Voorstellen”, en “Het Gebouw”. Verhalen die ogenschijnlijk nuchtere, afstandelijke beschrijvingen lijken te zijn. Maar ondertussen.... monoloog De monoloog: een derde praat tegen de luisteraar. Je kunt steeds even een pas op de plaats maken door te beschrijven wat er gebeurt, met jou, de luisteraar. Tot mijn spijt zijn er geen gastschrijvers die in die vorm geschreven hebben. Een voorbeeld van mijzelf dus: “de Directeur”. Een variant hierop is dat er geen luisteraar is, maar een alwetend verteller. dialoog Een heel lastige. Maar als het lukt erg bevredigend. Je kunt natuurlijk daartussen stukjes alwetend verteller plaatsen. Of de aandacht naar 1 persoon verplaatsen. Veel van de “Denise!” verhalen zijn in deze vorm geschreven, bijvoorbeeld “Zafira”. Toch is daar steeds duidelijk één hoofdpersoon. Ook in mijn andere verhalen -ontdek ik nu- is er altijd één hoofdpersoon, hoewel dat soms behoorlijk op de achtergrond raakt. In “Klasse-Oudste” is de hoofdpersoon dan wel Juliette, maar krijg je toch ook veel over het innerlijk van Maartje te lezen. En “De Volgende” is zo nu en dan echt een een-tweetje. De alwetende schrijver Je richt je direct tot de lezers zonder dat je nu feitelijk de ik-figuur gebruikt. In feite is het letterlijk de schrijver die het woord neemt. Het is een zeer afstandelijke figuur. Maar als hij goed gebruikt wordt zeer relativerend en humoristisch. Lang volhouden is erg moeilijk. Hij Van Wie Zij Is maakt er heel even gebruik van (als motivatie waarom de plechtigheid toch verteld wordt) in “Een Plechtigheid”. verhaal vertellen Ook een variant is het vertellen van een verhaal. De “ik” of “zij” vertelt een verhaal. Daarbij ontstaat dus een verhaal in een verhaal. Zelf heb ik dat toegepast in “Schoolmeisje”, waarin naast veel dialogen ook de verhalen van Marjan en Moniek verteld worden. verschillend perspectief En tenslotte nog één vorm hier in het bijzonder aangehaald: het verschillend perspectief. Ik vind het zelf heerlijk om te beoefenen in “Het Instituut”. Hoe dezelfde gebeurtenissen vanuit verschillende mensen, verschillend optiek beschreven worden. Bij mij is dat de derde persoon. Maar het kan ook vanuit de eerste persoon: lees het prachtige “Yvette”, van Henk Voogel.
verhalen maken dromen waar
| |
Sanne van der Togt
Beginnend lid Inlognaam: Sanne25
Bericht Nummer: 7 Aangemeld: 02-2004
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op zondag 29 februari 2004 - 09:29 pm: |
|
Laten rusten en herschrijven Het is natuurlijk niet de bedoeling dat het letten op stijl en dergelijke het verhaal verpest. Als tip misschien: schrijf je verhaal in één keer op en laat het even liggen. Het gevoel staat nu op papier De dag erna (of wanneer het uitkomt) pak je het er weer bij en herschrijf je het. Dat hoeft niet ten koste van het gevoel te gaan. Het gaat vaak om kleine dingen als; tegenwoordige en verleden tijd door elkaar gebruiken, een zin opknippen in 2 zinnen, woorden toevoegen of weglaten enz. Het zijn namelijk ervaringen of persoonlijke fantasieën en anderen waren er niet bij. Het is dus belangrijk dat het gevoel aan iedereen overgebracht wordt. En dat is hardstikke moeilijk. Maar het helpt vaak als je het even laat bezinken. De woorden in het papier laten zakken, noem ik dat maar. En daarna gewoon durven schrappen en aanpassen. Lezers kunnen niet in het hoofd van een schrijver kijken. Ik merk zelf als ik bepaalde verhalen later terug lees dat het gevoel soms nog sterker aanwezig is en dat ik dat dan gebruik om aanpassingen te maken. Soms kom je de eerste keer niet op de juiste woorden of zinnen. Misschien is dat een handige schrijf-tip; onderdruk de drang om het direct te posten, maar laat het even rijpen. Als je er iets aan sleutelt heb je vaak een veel gaver verhaal. Wie schrijft wil gelezen worden en is dus eigenlijk een schrijver op het moment van 'publicatie'. Dus niet zo bescheiden
Verzint woorden, waar een spell-checker op crashed
| |
reintoch
Beheerder
Bericht Nummer: 89 Aangemeld: 02-2002
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op maandag 06 maart 2006 - 07:44 pm: |
|
fictie versus waar-gebeurd |
over de (on)waarschijnlijkheid en de (on)geloofwaardigheid van (SM)verhalen In veel SM Verhalen zie je een worsteling tussen het waar gebeurde karakter van wat beschreven wordt, de wens om het sm-spel in al haar subtiliteit op een realistische wijze te beschrijven, en toch het verhaal spannend en opwindend te houden. We willen beschrijven van wat we meegemaakt hebben. We willen vooroordelen tegen SM bestrijden. We willen dat men weet dat SM over liefde gaat. En toch willen we een verhaal schrijven. Een verhaal dat de lezers boeit. Omdat het een verhaal is. Waar-Gebeurd wordt Fictie. Een Verslag wordt een Verhaal. En de schrijver moet aan de slag met de begrippen “geloofwaardigheid” en “waarschijnlijkheid”. Waar moet hij/zij rekening mee houden? Welke keuzes kan hij/zij maken. In dit artikel wil ik daar de helpende hand bij bieden. het onwaarschijnlijke geloofwaardig verteld Ik hou van onwaarschijnlijke verhalen: zo hou ik erg van Fantasy, en van SF, en beiden zijn binnen de literatuur de genres die het onwaarschijnlijke als leidraad hebben. Onwaarschijnlijke verhalen zijn prachtig en spannend als ze geloofwaardig vertelt worden. Dat ze onwaarschijnlijk zijn, valt je dan niet meer op. Je gaat op in de wereld die gecreëerd wordt. En zo hoort het ook. Als je het onwaarschijnlijke geloofwaardig vertelt, heb je een verhaal. het waarschijnlijke ongeloofwaardig verteld Ik zou het zelfs om willen draaien: als je het waarschijnlijke ongeloofwaardig beschrijft, heb je geen verhaal. Maar een -meestal vervelend- verslag. Heel veel SM verhalen lijden onder dat euvel. Verhalen in de ik-figuur die minutieus beschrijven wat ze meegemaakt hebben, zijn mij een gruwel. Want ze beschrijven niet van binnen uit. Geen motieven, geen emoties anders dan platte gevoelens als pijn en genot. Plat, omdat ze beschreven worden als stimulus-respons, er zit niets tussen slag en de pijn, de streling en het genot. Dat maakt dergelijke verhalen voor mij ongeloofwaardig. Ik neem aan dat de werkelijkheid natuurgetrouw beschreven wordt, maar ik geloof er niet in. het waarschijnlijke geloofwaardig verteld Natuurlijk: er is nog een mogelijkheid. Een waarschijnlijk verhaal (of zolang we het over SM verhalen hebben meestal: een werkelijk gebeurd verhaal) wordt geloofwaardig verteld. In mijn ogen is dat één van de moeilijkste opgaven als schrijver. Er zijn weinig schrijvers die dat naar tevredenheid lukt. Zeker als de Ik-vorm gebruikt wordt. Je moet -vind ik- als schrijver van een verhaal (let wel: “verhaal”, niet “verslag”) afstand kunnen nemen om een werkelijkheid te creëren. En een schrijver van een werkelijk gebeurd verhaal die dat als “ik” schrijft, maakt het zich heel erg moeilijk, zeker als de “ik” en de “schrijver” ook nog één en dezelfde zijn. Mijn advies: niet proberen. Schrijf het waar-gebeurde niet in de ik-figuur òf laat de werkelijkheid los en modelleer dat wat er gebeurd is naar je eigen fantasie, naar dat wat er had moeten gebeuren. Of doe beiden! Alleen: hoe onwaarschijnlijk mag je zijn... Eerst een uitzondering: extreem onwaarschijnlijk, oftewel absurd. Als je dat heel goed kan is het prachtig. Zelf denk ik dan meteen aan Monty Python. Extreem onwaarschijnlijk lijkt makkelijk, maar is absoluut vreselijk moeilijk, wil je het goed doen. Mijn advies aan schrijvers van sm verhalen: begin er niet aan, tenzij je veel ervaring hebt met ‘waarschijnlijker’ verhalen. Ok, afgezien dan van die uitzondering: hoe (on) waarschijnlijk moet je zijn? In de eerste plaats is dat een heel persoonlijke vraag. Ik kijk bij films en detectives veel naar de “waarschijnlijkheid”. Het zal mij veel sneller opvallen dan de meeste kijkers, en mijn partner vind me bij tijd en wijlen behoorlijk irritant wat dat betreft. Ik heb voor mijzelf het criterium: als het mij tijdens het kijken opvalt, dan is dat meestal geen goed teken. Realiseer ik het mij achteraf, dan heeft de maker zijn werk voortreffelijk gedaan. Dat principe kun je ook op verhalen toepassen: als het je tijdens het lezen niet bezig houdt, maar alleen achteraf, is het verhaal geslaagd. Want voor de lezer tijdens het lezen geloofwaardig. Dus: iedere schrijver kan met een onwaarschijnlijk verhaal wegkomen, als hij het onwaarschijnlijke maar geloofwaardig maakt. onwaarschijnlijkheid en de werkelijkheid Verhalen zijn fictie. Of je nou net doet alsof je de werkelijkheid beschrijft, doet er in feite niet toe. Vaak doet een schrijver zijn best om de lezer te laten denken dat het allemaal werkelijk gebeurd is. Kunstgrepen in die zin zijn memo’s die je invoegt, de ik-figuur die je gebruikt, een verantwoording die je schrijft, de briefvorm ..... noem maar op. Maar het blijft fictie. Vaak hoor je daarnaast zeggen dat de werkelijkheid absurder is dan de fantasie. Dat is een waar woord. En in die zin is de werkelijkheid ook niet interessant voor een verhalenschrijver. Want: als je zo’n verhaal hoort, denk je: hoe is het mogelijk. Niet: wat boeit me dit. Voor een goed verhaal is het dan ook niet relevant of het al dan niet mogelijk is. Als je het niet geloofwaardig weet te vertellen, heb je er niets aan als je weet dat het wel degelijk mogelijk is. Voor onwaarschijnlijke verhalen lees je de krant! Toch is het wel belangrijk voor je als schrijver om te weten hoe (on)waarschijnlijk hetgeen is dat je beschrijft. Hoe onwaarschijnlijker, hoe meer aandacht je er aan moet besteden. Dat kun je enerzijds doen door in de hoofdpersoon te kruipen. En anderzijds door je verhaal zo op te bouwen dat elke “kleine onwaarschijnlijkheid” geloofwaardig is. En niet opvalt. Grootste gevaar daarbij is, zeker wanneer het om SM verhalen gaat (SM verhalen horen -meestal- toch ook opwindend te zijn), dat je te veel wilt uitleggen. Daar zit je als lezer niet op te wachten. Je zult dus veel aandacht moeten besteden aan het ‘doceren’ van die bouwstenen om een nieuwe werkelijkheid te bouwen. Een goed voorbeeld zijn verhalen waarin de hoofdpersoon voor het eerst kennismaakt met het “sm-spel”. Als verhaal moet dat vooral spannend zijn (en opwindend eventueel) en je zit dàn niet te wachten op de uitleg van alle subtiliteiten of het rechtzetten van allerlei vooroordelen. Als verslag kan het juist essentieel zijn dat je dat wèl doet. een goed schrijver Een goed schrijver moet daar allemaal rekening mee houden. Hij behoort de intentie te hebben een verhaal geloofwaardig te vertellen. Onwaarschijnlijkheden te maskeren. En dat is nu ook wat ik graag als credo van deze site zou willen benoemen: zorg dat je verhalen geloofwaardig zijn. Hoe onwaarschijnlijk ze ook mogen zijn. En goed geschreven. En mooi geschreven. Het is dan aan de lezer te beoordelen of dat gelukt is. Het is zijn ervaring. En die zal voor een ieder anders zijn. En aan een redacteur om in te schatten of dat voor het merendeel van de lezers gelden zal. Ook dat. dit artikel ontstond tijdens een discussie rond een verhaal van Janneman. hier heb ik het omgevormd en aangevuld als artikel bij de 'schrijvershandleidingen'. oorspronkelijke discussie
billen...stil wachtend...over mijn schoot...
| |
Paul Gérard
Oppasser
Bericht Nummer: 75 Aangemeld: 04-2003
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op zaterdag 04 maart 2006 - 01:56 pm: |
|
schuttingtaal op deze site |
schuttingtaal: mag dat? Soms is schelden en vloeken, razen en tieren, en opzettelijke beledigen -binnen een sm setting- heel erg opwindend. Veel mensen binnen -en buiten de sm- vinden het buitengewoon geil als hun partner hen een gore slet noemt met een stinkende hoerekut. Of een lul zonder ballen met .... (hier schiet mijn creativiteit te kort - ik ben tenslotte zelf een meester gericht op slavinnen). Als je dat je partner op het goede moment toewerpt, wordt deze daardoor juist het tegenovergestelde (is de hoop...): een heerlijke opwindende en bereidwillige partner. Tenminste, als die daar gevoelig voor is natuurlijk. Ik denk dat iedereen mijn punt wel meekrijgt: voor velen is onbetamelijk woordgebruik, dat wat je normaal niet mag zeggen, heel erg opwindend. Een extra bron van vernedering. Het opwekken van een geile sfeer. Maar gaat dat ook op voor verhalen? Een verhaal waarin dat de hoofdtoon vormt, is niet prettig om te lezen. Het is allesbehalve opwindend. Tenminste, dat is mijn stelling. Het komt een enkele keer voor dat een groot schrijver ze bezigt, maar dat is dan ook beslist niet om de lezers een geil gevoel te geven, integendeel. Daarentegen heb ik gemerkt dat het voor sommige schrijvers wel heel opwind is om op te schrijven. Net zoals het opwindend kan zijn tijdens het vrijen te roepen, kunnen schrijvers het opwindend vinden om schuttingtaal te schrijven. Het schrijven zelf wekt geilheid op. Het zijn daarmee echter niet verhalen om te lezen, of het moet de lezer zijn aan wie die woorden toevoegt, de hoofdpersoon het verhaal, je (sm) partner bijvoorbeeld. Kortom: het zijn verhalen ‘voor het schrijven’. Niet om door anderen gelezen te worden, en zeker niet om te publiceren. Op deze site horen ze in naar mijn mening niet thuis. Betekent dat dan dat, als je een opwindend verhaal schrijft, je geen schuttingtaal mag gebruiken? Dat kan wel degelijk. Het kan zijn dat je het nodig hebt omdat één van je personages nou eenmaal zo praat. Het kan zijn dat je een contrast wil neerzetten. Het kan zijn dat je bovenstaande geilheid wilt beschrijven. Maar het heeft alleen echt effect als je het geïsoleerd en gedoseerd gebruikt. Als je het vrouwelijke geslacht vaak noemt, en je doet dat elke keer op een groffe manier, werkt dat niet meer. Zeker als je steeds hetzelfde woord gebruikt, gaat dat tegenstaan. Nou weet ik dat wat voor de één grof is dat voor de ander niet is. Voor jou kan “kut” een koosnaampje zijn voor een vagina, voor een ander is het een neutrale benaming en voor een derde is het een grof scheldwoord. Toch denk ik dat ook hierin je rekening moet houden met je lezerspubliek. En je aanpast aan wat je bij hen aan reactie verwacht. Oftewel: je lezers bepalen grotendeels de norm. Want: ik vind deze site niet de plek om wat dat betreft grenzen te willen verleggen, je lezers ‘op te voeden’. Hier (smverhalen.nl) gaat het belang van de lezer vóór dat van de schrijver. Maar waarom zou je ook (veel en voortdurend) schuttingtaal willen gebruiken? Er zijn zo veel mooiere stijlfiguren om wat te doen met schuttingtaal. Zo komt bijvoorbeeld één keer iemand laten zeggen “open je kut” veel harder aan als je daarnaast vooral liefkozende termen gebruikt, dan het voortdurend hebben over hoerekutten en vieze sletten. Of door schuttingtaal te omlijsten met een heel romantische en/of poëtische beschrijving snijdt zo’n woord als het ware door je tekst. En wat ik zelf vaak nog mooier vind, is grof taalgebruik te omschrijven. Vaak maakt dat het nog veel beeldender dan schuttingtaal letterlijk te citeren. Bijvoorbeeld: “hij beet haar in de meest groffe bewoordingen toe zich te ontkleden, de goorheid van zijn taalgebruik raakte haar diep in haar ziel, ze voelde zich smerig, ze voelde zich een slet, ze voelde zich geil.” Kijk, dan denk ik dat je dus een punt gemaakt hebt.
verhalen maken dromen waar
| |
Laura Brookner
Beginnend lid Inlognaam: Laura
Bericht Nummer: 7 Aangemeld: 09-2005
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op dinsdag 07 maart 2006 - 02:57 pm: |
|
Over schrijven. |
Erotisch taalgebruik Een discussie over de kwaliteit van een erotische vertelling gaat vaak over de geloofwaardigheid van het geschrevene. Als het over de kwaliteit en dus geloofwaardigheid gaat, gaat het over een subjectief oordeel, dat helemaal afhankelijk is van de beschouwer. Wat ik vaak hinderlijk vind in een erotische vertelling is dat de gebeurtenissen elkaar zó snel opvolgen dat je nauwelijks tijd krijgt het je te verbeelden, laat staan hetgeen er tussen de regels geschreven zou kunnen zijn, te interpreteren. Het suggestieve zou behouden moeten blijven, maar de lezer moet ook de gelegenheid krijgen zijn eigen verbeeldingskracht in de vertelling te ontwikkelen. De lezer is ook altijd meeschrijvend. Zelf hecht ik zeer aan een stoffering van een vertelling om de omgeving en daarmee de sfeer te duiden. Ook de psyche mag wat mij betreft een flankerende rol vervullen in een vertelling, want erotiek gaat nog meer over emoties dan over de handelingen die die emoties oproepen. Zeker wanneer het over het sadomasochisme gaat zouden die een leesbare rol moeten spelen in een vertelling. Maar ook dat is subjectief, en zullen we over moeten laten aan het oordeel van de lezer, die er vooral zinnenprikkelend vermaak aan wil ontlenen. Over het gebruik van schuttingstaal vrees ik dat een veelvuldig gebruik ervan een vertelling smoort, maar een incidenteel gebruik de kracht ervan juist versterkt. Te “snerpend” taalgebruik maakt immuun en blasé, en zal steeds meer eisen om nog te prikkelen. Belangrijk is het wankele evenwicht te vinden tussen wat je zelf graag schrijft en wat de lezer graag leest, zonder concessies te doen aan je eigen ideeënwereld, en dat blijft waarschijnlijk een onmogelijke opgave.
|
reintoch
Beheerder
Bericht Nummer: 147 Aangemeld: 05-2002
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op woensdag 01 maart 2006 - 11:01 am: |
|
een pseudoniem is beter |
een pleidooi voor het niet gebruiken van je eigen naam, maar een pseudoniem dit artikel is eerder gepubliceerd naar aanleiding van het verwijt dat mensen berichten onder pseudoniem plaatsen. Waarom wij -beheerders van deze site- schrijvers eerder ontmoedigen om onder hun echte naam te schrijven, dan omgekeerd. In de eerste plaats is een pseudoniem veel veiliger. Jij kunt nu wel zeggen dat je onder je eigen naam schrijft, maar zoals Janneman al aangaf: die zekerheid hebben wij als beheerders allerminst. Het kan zelfs zo zijn dat je iemand anders zijn naam misbruikt. En dat is niet hypothetisch, dat is eerder op deze site voorgekomen. Ik kan je vertellen dat dat een heel vervelende ervaring was voor die persoon. Ook heeft Paul Gerard, één van de andere beheerders al eens een contactadvertentie voorbij zien komen onder zijn naam (op een andere site), die beslist niet van hem was. Wij vinden het dan ook vervelend dat mensen benadrukken dat ze onder eigen naam schrijven, en daarmee andere schrijvers stimuleren dat ook te doen (waar wij het dus absoluut niet mee eens zijn, en wij zijn tenslotte de beheerders). En last but not least. Deze site is een verhalensite, die graag goede verhalen wil publiceren. Daarbij gaat het om verhalen, fictie, geen verslagen. Daarom is het goed om de persoon van de schrijver los te zien van zijn verhalen. Een verhaal staat los van diens eigen opvattingen en ervaringen. In een verhaal kun je dingen beschrijven die in werkelijkheid taboe voor je zijn. Zelfs al schrijf je over eigen ervaringen, het blijft een verhaal en daarmee niet de werkelijkheid. Ook daarom is het goed om een pseudoniem te gebruiken. Zodat iedereen dat beseft. Daarbij: het is ook veel leuker om als schrijver allerlei trucjes toe te passen om de schijn van ‘waar gebeurd’ op te roepen en toch door het gebruik van een pseudoniem dat alles weer in twijfel te trekken. Dat is de kracht van een verhaal. Dat is de kracht van internet. Illusies als werkelijkheid. namens de beheerders, reintoch
we doen ons best.... maar wie helpt mee?
| |
Laura Brookner
Nieuw lid Inlognaam: Laura
Bericht Nummer: 5 Aangemeld: 09-2005
Beoordeling: Stemmen: 2 (Waardeer!) | Gepost op woensdag 01 maart 2006 - 11:47 am: |
|
Pseudoniem. |
Het hanteren van een pseudoniem kent een lange traditie in de literatuur. Veel, en vaak zeer befaamde schrijvers, hebben er gebruik van gemaakt. Omdat er in de meer erotisch gerichte literatuur vaak dieperliggende gevoelens van de personages en/of van de schrijver geuit worden, is het gebruik van een pseudoniem soms zeer bevrijdend omdat het ontlast van enig stigma over de inhoud. Wat zeker ook van belang is en moet meewegen is dat je nu nooit een zinnig oordeel kunt geven over wat je over pakweg tien jaar voelt. Het zou zo kunnen zijn dat je iets geschreven hebt waar je na jaren niet meer achter staat, of er zelfs met enige gêne op terugkijkt. Wie nu al zeker is over wat die over tien jaar voelt moet wel heel sterk in zijn schoenen staan. En is het ook niet zo dat de “echte” naam er één is die niet zelfverkozen is, en ook zelden het verkozen imago dekt? Eigenlijk is het tegenstrijdig dat in een wereld die prat gaat op de geestelijke vrijheid het individu niet zelf bepalen mag hoe die zich noemen laat. Wie niet professioneel actief in de kunsten is, en zich dus niet bindt aan een artistiek credo, maar toch iets op het overgevoelige gebied van de erotiek wil creëren doet er beter aan dit onder pseudoniem te doen. Te meer daar er voor professionele kunstenaars beschermende regels als Beeld- en auteursrecht bestaat, die aan argeloze vrijetijdsartiesten onthouden zijn, is in dat geval een pseudoniem te verkiezen om te voorkomen dat de “echte” naam misbruikt wordt. We leven in een grimmige wereld waarin naïviteit vaak een noodlottige houding is.
|
Ghostwriter
Lid Inlognaam: Ghostwriter
Bericht Nummer: 14 Aangemeld: 11-2004
Beoordeling: Stemmen: 1 (Waardeer!) | Gepost op woensdag 01 maart 2006 - 10:24 pm: |
|
Amateurs, en hun rechten |
auteursrechten Aan de kern van Laura's betoog heb ik niets toe te voegen. Zelfs als je ruimdenkende familie en vrienden hebt, verwed ik er mijn (virtuele) pen om dat ze je anders aan gaan kijken als ze weten dat je verhalen met SM-strekking schrijft. Dit is nog steeds een vrijwel-taboe-onderwerp, de sexuele revolutie noch Sex voor de Buch hebben daar iets aan kunnen veranderen. Eén ding geloof ik echter dat Laura verkeerd heeft: auteursrecht geldt voor eenieder die iets publiceert in beeld, spraak of geschrift, zelfs impliciet, dus zonder uitdrukkelijke copyrightvermelding. Dat geldt in elk geval in Nederland en Denemarken, die m.i. redelijk in de pas lopen met de rest van de EU. Ik zou durven argumenteren dat een pseudoniem hier tegen je kan werken, omdat je dan zult moeten proberen te bewijzen dat jij en niemand anders werk X voortgebracht hebt. In Angelsaksische werken zie ik soms een melding afgedrukt in de trant "Sean Doughnahall hereby asserts the right to be named author of this work", maar waarom dat daar staat weet ik eigenlijk niet.
|
|