Gepost op donderdag 23 februari 2006 - 08:11 pm: |
|
|
Sarah schoof met een bijna wiskundige nauwkeurigheid haar rokzoom tot op de plek waar dr. Loyd niets dat zich boven haar knieën bevond ontwaren kon. Hij keek op vanaf zijn in smaakvol leer gestoken cahier en noteerde iets. “Het begin is altijd het moeilijkste,” stak hij van wal, terwijl hij zijn vulpen langs zijn ringbaardje streek, in wat voor Sarah op een vast ritueel leek. “Je draagt een spannend slipje.” dacht ze hem te horen zeggen, maar ze wist dat dit weer één van haar wanen was. Ze schoof haar benen nog krachtiger tegen elkaar en probeerde het blozen dat zich al begon aan te dienen te vermijden. “Je beeldt je dus situaties in die niet plaatsvinden.” Klonk dr. Loyd beslist, en Sarah liet zich overrompelen door de bloosdrift die haar volkomen machteloos aan zich onderwierp. “Trek je slipje maar uit,” liet ze hem zeggen in plaats van wat hij werkelijkheid zei, en ze greep zich krampachtig vast aan de leuningen van de fauteuil. “Nee!” Regeerde ze bits. “Nee?” “Nee, ik bedoel juist ja.” Een dominant tikkende klok in een stoffig Victoriaans stijltje begon haar gevoelens onaangenaam te verstoren. “Geef eens een voorbeeld van zo’n inbeelding?” Tegen de hoge vensters van de spreekkamer klonken hagelstenen, de klok leek steeds luider te tikken, en Sarahs hartslag begonnen mokerslagen te worden. “Zoals daarnet?” probeerde ze. “Daarnet?” “Ik dacht dat u iets anders zei dan wat u werkelijk zei.” “Wat dacht je dan wat ik zei?” Sarah begon te transpireren en voelde dat haar ademhaling gestoord werd door een baksteen die op haar borst leek te rusten. Ze gloeide als een bezetene en snakte ernaar haar gezicht in koud water te dompelen. “Spreek je rustig uit, daar zitten we hier tenslotte voor,” porde dr. Loyd haar zichtbare aarzelen op tot openhartigheid. “Dat u zei dat ik mijn slipje uit moest trekken.” Klonk haar stem wezensvreemd door de dissonanten van de hagelbui en de tikkende klok heen. Ze zag hem een notitie maken maar ook dat hij zich niet verwonderde over wat ze net vertelde, maar haar met een strak gezicht bleef observeren. “Heb je ook andere onverklaarbare gevoelens die hier genoemd zouden moeten worden?” Sarah liet de visioenen tot zich toe waaraan ze zich avond aan avond had overgeven, en die door de vraag van dr. Loyd haar bijna tegelijk, en in slecht gemonteerde filmbeelden aan haar voorbijschoten. “Ik denk het wel.” “Vertel er wat over,” klonk dr. Loyd bijna dwingend. “Ik krijg soms signalen door dat ik bepaalde dingen moet doen.” “Zou je het dwanghandelingen kunnen noemen?” “Zo lijkt het wel.” “Waarom heb je je slipje nog niet uitgetrokken?” “Moet dat nu?” “Wat moet nu?” trok dr. Loyd een verbaasd gezicht. “Sorry, ik beeldde me weer iets in.” “Wat beeldde je je dan in?” “Dat u vroeg waarom ik mijn slipje nog niet uitgetrokken heb.” “Je dacht dus dat ik je dat vroeg te doen?” “Ja.” Sarah voelde dat ze aan het twijfelen raakte over wat er wel en wat er niet gezegd was, en een onberekenbare spanning drong zich aan haar. Ze probeerde zich op dr. Loyds handen te concentreren om te vermijden dat ze oogcontact met hem kreeg, maar juist ook zijn handen ontlokte haar beelden die haar verontrustten en meezogen naar die magische waanwereld waarin ze vaak rondzwierf. Toen haar blik gevangen werd door de lederen, gecapitonneerde chaise longue begon het fatale gevoel als een wreed duiveltje haar te bestoken. Onrust maakte plaats voor opwinding, opwinding voor een onbegrensd verlangen. Het leer glansde zo prachtig en ze probeerde zich de koude materie voor te stellen op het moment dat ze in volmaakte passiviteit zich erop neer zou vlijen. De obscure clichés van onbetrouwbare psychologen schoten vlam in haar fantasiewereld. “Vertel eens iets meer over de dingen die je doen moet die je in de signalen doorkrijgt.” Sprak dr. Loyd met zo’n analytische gelaatsuitdrukking dat Sarahs gedachten ervan op hol sloegen en ze zich ademloos begon af te vragen wat ze hem allemaal durfde toe te vertrouwen. Binnen deze chaos in haar gedachten zwol ook de tot dan stille en door haar gemeden opwinding aan tot fysieke kenmerken, die ze maar al te goed kende, en waarvan ze hoopte dat dr. Loyd ze niet zien zou. Haar hart bonkte wanhopig bij de gedachte dat ze hem alles wat ze in die mysterieuze dwang gedaan had aan hem zou openbaren. Ondanks de gure wind die de hagelbui pijnigend hard tegen het venster deed roffelen, voelde ze alleen maar hitte. “Soms midden in de nacht…” Sarah besefte dat de schroom voor het uitspreken van de details dr. Loyd ertoe bewegen zou haar ervan te overtuigen dat ze openhartig moest zijn, om de toedracht van haar wanen uit te kristalliseren. De opwinding die zich genadeloos in haar diepste afspeelde begon zich om te zetten in een op intuïtie drijvend acteren, dat de schroom voor openhartigheid omsmolt tot een tactisch gedrag dat niet geheel vrij was van intrige. Ze voelde zich door de maximale kwetsbaarheid waarin ze zich bevond overgeleverd aan de neerbuigendheid van dr. Loyd, en zijn beroepsmatige recht haar over het allerintiemste te ondervragen. De situatie waarin ze zich bevond zou ze zelf verzonnen kunnen hebben in één van haar nachtelijke fantasieën. Maar over haar fantasieën bezat ze alle macht, over dit samenzijn met dr. Loyd was haar macht gereduceerd tot wat ze hem antwoordde. “Wat gebeurt er dan?” drong hij aan. “Dan moet ik opstaan en me voor het raam uitkleden.” Sarah zag een spoortje transpiratie over dr. Loyds gezicht trekken dat in zijn ringbaardje verdween. Zelf verdroeg ze de warmte die haar gevangen hield evenmin. Toen dr. Loyd in een schijnbaar automatisme zijn vulpen langs zijn lippen streek en heel kort tussen zijn tanden vastbeet drong zich een niet negeren associatie aan Sarah op. “Wil je voor me masturberen?” Zag Sarah de lippen van dr. Loyd formuleren terwijl de vulpen langzaam teruggetrokken werd. “Nu?” “Wat nu?” klonk dr. Loyd bijna lomp. “Nee, ik dacht dat u wat anders zei.” “Wat dacht je dat ik zei?” “Dat u mij vroeg of ik wilde masturberen,” schoof als een warme windvlaag over Sarahs gortdroge tong. “Waarom denk je dat je het je verbeeldde dat ik dat zei?” “Omdat het dwaas is.” “Tenzij het deel uitmaakt van een therapie.” Sarah verschoof zich ongemakkelijk in de stoel waarin ze zich psychologisch vastgenageld voelde en ontweek de provocerende blik van dr. Loyd. Ze beet zich vast in de vraag of hij dat nu wel of niet gezegd had, maar de onzekerheid daarover nam alleen maar toe. “Het zou kunnen zijn dat je overmatig beheerst wordt door een drang naar kuisheid, met die wanen als afweermechanisme. Wat je absoluut niet wilt komt in die wanen tot leven, en dat veroorzaakt weer schuldgevoelens.” De verwarring waarin Sarah verkeerde bleef onverminderd hangen maar kreeg bijval van opwinding die zich overal nestelde waar ze dat gewend was. Of hij haar nu wel of niet verzocht had te masturberen liet hij in onzekerheid hangen in een geniepig schuldgevoel dat in schaamte oploste. Toen ze in een afleidingsmanoeuvre haar blik richtte op de boekenkast die in een imposant mahonie het vertrek theatraal vulde, zag ze met dieprode letters op de rug van een dik boek “Gustav Klimt” staan, en schoven de beelden terug in haar herinnering van de tekeningen van masturberende meisjes, die haar tekenleraar op zijn werktafel in een geopend boek had laten liggen als geheimtaal aan leerlingen die hij tot de zonde wilde verleiden. Nee, zeker van boos opzet was ze niet geweest, toen ze daar aan de grond genageld had staan kijken naar de meisjeshanden die in volmaakte kalmte deden wat ze zelf in diepe schaamte gehuld, ook deed. De vraag of Gustav Klimt die meisjes rustig tekenend geobserveerd had terwijl ze zich aan zoiets intiems overgaven had haar dagenlang geobsedeerd. En in vluchtige fantasieën had ze het zich voorgesteld zo voor haar tekenleraar te liggen terwijl ze naar adem zocht omdat het orgasmenduiveltje haar dwong tot een motorische hulpeloosheid. Niemand had ooit haar orgasme aanschouwd. Het allerintiemste had ze nooit met iemand gedeeld, en juist dat vormde voor haar een taboe dat alleen in fantasieën te verdrijven was. In gekonfijte visioenen bedacht ze zich op de chaise longue bij haar tekenleraar, zich onverholen overgevend aan masturberen en eclatante orgasmen. “We zouden een therapie kunnen proberen,” verbrak dr. Loyd Sarahs wegdrijven abrupt. Sarah zweeg omdat haar intuïtie haar zei dat er iets op til was dat een wending in haar saaie bestaantje kon geven, en ze ook de blikken waarmee dr. Loyd haar grondig aftastte haar niet ontgaan waren. De man die in onberispelijk kostuum aantekeningen zat te maken over haar intiemste gevoelens was achter deze beschaafde façade het roofdier dat ze in mannen zag. Hij had door de machtsverhouding die er tussen patiënt en psycholoog bestond de koordjes in handen die haar tot marionet maakte. “Soms is het goed te doen waar je juist bevreesd voor bent,” begon dr. Loyd een zin die bij Sarah alles in vuur en vlam zette. Ze ontweek zijn blik om hem er niet van te weerhouden die zin cruciaal vervolg te geven, want ze begreep precies wat hij bedoelde. “En soms kan het in therapeutisch opzicht zinvol zijn nog verder te gaan.” Toen pas keek ze hem aan met koortsige ogen en een opwinding die haar genadeloos in een greep hield. Het plafond leek het te begeven met ornamenten en al, de boekenkast rilde in het vocht van haar ogen en haar handen omklemden de machtige leeuwenkoppen van de oude stoel waarin ze bevangen door opwinding zat, toen dr. Loyd eindelijk de zin uitsprak die ze hem het liefst hoorde uitspreken. “Probeer nu te masturberen.” Dr. Loyd schoof het uiteinde van zijn vulpen langs zijn lippen en beet er weer licht op, toen Sarah haar hand van de stoelleuning liet glijden en op haar schoot legde waar de zoom van haar rok het grensgebied tussen kuisheid en zonde aangaf. Toen haar hand verder schoof naar waar dr. Loyd dat wilde keek ze hem recht in de ogen. Verborgen onder het plissé van haar rok zocht ze blindelings een opening in haar slipje wat ze na een korte tocht vanaf haar navel vond. In een bijna instinctieve precisie schoof ze haar middelvinger naar het wolkje slijm waarin haar clitoris als een zich openende bloesemknop aanvoelde. Haar mond opende, haar tong schoof bevochtigend van mondhoek tot mondhoek in de seksuele onmacht waarin haar geest haar lichaam tot zich genomen had. Haar hand begon in een pianissimo te bewegen maar opgejaagd door de opwinding als dirigent ging het geleidelijk over in krachtige staccato’s. Toen ze zag hoe dr. Loyd in een geniepige symboliek het uiteinde van zijn vulpen diep tussen zijn lippen zoog verloor ze de macht over haar motoriek en bewoog zoals ze gewend was te bewegen als ze masturbeerde. Ze voelde de drift van haar orgasme als in een door een duistere hemel flitsend weerlicht naderen en sloeg haar benen wijdopen toen de donderslag haar doodde in een allesoverheersend orgasme. Tot het tijdschrift waarin ze zat te bladeren met een knal op het glanzende parket uiteenviel in een verfomfaaide waaier. “U kunt komen, zei de vrouw die dr. Loyd moest zijn, en meer op het rubensachtige moedertype leek dan op de man die ze zich in een Freudiaanse stereotiep voorgesteld had. En de spreekkamer waarin dr. Loyd haar binnenvoerde werd in een bleek Ikea-hout de totale demontage van haar gerookte hunkering. “Dus je hebt agorafobie?” Begon dr. Loyd de sessie.
|
|
|