Deel 1 van Brief aan een 'collega' - waarin hij opkrabbelend ver over een grens gaat
Hij staart voor de zoveelste keer naar de brief die Iris hem een paar dagen geleden in handen drukte. In gedachten, zonder echt naar de tekst te kijken. Die kent hij inmiddels uit zijn hoofd. Lieve meneer X, Voortvloeiend uit mijn coaching-gesprekken met Iris, waren u en ik kortgeleden een avond heel dicht bij elkaar voor een gebeurtenis waar ik enerzijds naar verlangde, maar anderzijds vreselijk tegenop zag. Mijn gevoel riep al dagen ‘doe het niet’, en deed dat zelfs nog toen ik al voor u stond, naakt, zonder u te kunnen zien. Gelukkig, zeg ik achteraf, werd de roep van mijn gevoel verslagen door de aansporing van mijn verstand: ‘zet door meisje, laat deze kans niet schieten’. Uw ‘behandeling’ was intens en riep in mijn lichaam een scala aan onbekende sensaties op, die zich uiteindelijk samenbalden in mijn onderbuik en vervolgens mijn lichaam weer uitstroomden via een ongekend heftig, langdurig en bevredigend orgasme. Het was fantastisch om voor het eerst van mijn leven letterlijk van top tot teen te voelen wat een man met zijn lichaam kan losmaken in dat van een vrouw door het aan het zijne te koppelen. Het was een bevrijdende ervaring die het niet te onderdrukken verlangen deed ontwaken mijn seksuele ontdekkingstocht voort te zetten. Dat ik daarbij een ervaren en betrouwbare begeleider nodig heb staat voor mij vast. Daarom vraag ik u, met enige schroom: wilt u mij alstublieft begeleiden bij die ontdekkingstocht, en liefst ook bij alle andere aspecten van mijn leven? Ik weet weliswaar niet hoe u eruitziet, hoe u heet of waar u woont. En ik weet ook niet of u jong, middelbaar of misschien zelfs oud bent. Maar ik weet wel een beetje hoe u in het leven staat uit wat Iris mij verteld heeft over de manier waarop u haar al jaren begeleidt. En ik zal nooit vergeten hoe u van het verlies van mijn maagdelijkheid een bruisend feest wist te maken. Liefs, Lotte. Hij heeft nog geen idee hoe hij zal reageren. Niet reageren is natuurlijk geen optie na het samenzijn dat Lotte in haar brief bijna poëtisch beschrijft, maar hij voelt zich de laatste tijd erg onzeker. Hij slaapt slecht en krijgt zijn malende gedachten maar niet onder controle. Het is alsof een paar slopers de aanval hebben ingezet op de fundamenten van zijn comfortabele seniorenleven en hij krijgt maar niet helder hoe hij het dreigende instortingsgevaar kan afwenden. Enige tijd geleden heeft Iris, wetenschappelijk medewerker aan de universiteit in hun woonplaats, hem verteld dat zij benaderd is door een interuniversitaire selectiecommissie, met het verzoek deel te nemen aan een internationale studie. Zij moet daarvoor één, mogelijk twee jaar in de VS verblijven. Ze is uiteraard enthousiast over het eervolle verzoek en hij begrijpt dat ze de kans graag wil grijpen. Hij begrijpt ook dat nee zeggen geen optie is. Dat zou haar zo krachtig ontwikkelende carrière naar een zijspoor leiden. Hij worstelt dus met de vraag of hij haar zal volgen, wat zij graag wil, maar hij op zijn gevorderde leeftijd niet meer ziet zitten. Niet meegaan betekent echter bijna zeker het einde van hun bijzondere relatie, want hij verwacht niet dat ze na twee jaar zal terugkeren naar Nederland, als ze internationale ervaring en bekendheid heeft opgebouwd. Zijn bestaan wordt dus binnenkort op z’n kop gezet, los van welke beslissing hij neemt. Een andere sloper raakte hem in de nacht na het samenzijn waaraan Lotte in haar brief refereert. Een droom had hem in één klap twintig jaar terug geworpen, naar de andere periode waarin hij zich in zijn bestaan bedreigd voelde. De periode waarin hij na twee ingrijpende gebeurtenissen met veel moeite zijn hoofd boven water probeerde te houden. De periode waarin hij zichzelf zo slecht in de hand had dat hij een ernstige misstap beging. Een misstap die hij ook nog eens meer dan een jaar regelmatig herhaalde, zich volkomen bewust van het feit dat hij misschien net buiten de grens van het strafrecht handelde, maar zeker in strijd met algemeen geldende normen en waarden. Beelden uit die tijd komen sindsdien steeds terug in zijn dromen. Hij schrikt soms meerdere keren per nacht wakker met dezelfde angsten als toen, wat tot gevolg heeft dat hij overdag continu slaperig is en de herinneringen maar blijven malen in zijn hoofd. Hij legt de brief weer op zijn bureau. Hoe kan hij in hemelsnaam op dit moment een goede begeleider zijn? Hij is veel te veel met zichzelf bezig. Hij heeft zelf een coach nodig. Bij die laatste gedachte veert hij op. Als hij vroeger vastliep in één van de complexe automatiseringsvraagstukken die hij in zijn werk tegenkwam, schreef hij een memo aan een fictieve collega, waarin hij het probleem uit de doeken deed. Meestal ordende hij op die manier zijn gedachten voldoende om de oplossing boven tafel te halen. Hij besluit die methode nu eens toe te passen op een persoonlijk probleem. Misschien kan hij zichzelf zo weer onder controle krijgen. Hij opent zijn laptop en begint voortvarend te tikken. Trouwe collega, Ik ben me ervan bewust dat herinneringen na verloop van tijd kunnen vervagen en ik weet ook dat een mens zijn herinneringen in de loop der jaren anders kan inkleuren, zodat ze mooier, leuker of minder pijnlijk worden. Ik beschrijf de gebeurtenissen en gesprekken zoals ik ze me nu herinner, ik kan niet beter, maar ik kan dus niet garanderen dat ze 100% accuraat zijn. Ik begin iets meer dan 20 jaar geleden, toen ik me ook vreselijk onzeker voelde. Mijn vrouw was vrij plotseling overleden en vrijwel tegelijkertijd raakte ik door een reorganisatie mijn baan kwijt. Daardoor viel ook de dagelijkse regelmaat weg die me tot steun had kunnen zijn in het doorworstelen van mijn rouwproces. Ik begon mezelf te verwaarlozen, kwam laat of helemaal niet uit bed, sloeg regelmatig een aantal dagen het douchen en scheren over, at voornamelijk wat ik bij de snackbar op de hoek kon krijgen en dronk vooral alcoholische dranken. Het had dramatisch kunnen aflopen, als pakweg een jaar nadat ik weduwnaar werd niet een reünie van mijn middelbare school had plaatsgevonden. Natuurlijk ging ik daar toen niet naartoe, ik had absoluut geen behoefte aan smalltalk met mensen waarmee het contact gereduceerd was tot de jaarlijkse kerstkaart. Maar Arnold, één van mijn beste vrienden tijdens onze middelbare schooljaren, ging wel. Hij miste me op de reünie en belde na afloop, op weg naar het station, bij mij aan. Hij schrok behoorlijk toen hij zag hoe ik erbij zat en luisterde aandachtig naar mijn klaagzangen. Vervolgens vroeg hij niet ‘kan ik je ergens mee helpen?’. Hij zei dát hij me ging helpen en hij vertelde er ook gelijk bij hoe. Lang verhaal kort: ik besloot Arnolds uitgestoken hand te grijpen en mezelf met zijn hulp aan mijn haren uit het verloederingsmoeras te trekken. Uiteraard pas nadat Arnold alle leeuwen en beren die ik op de weg zette, daar weer vakkundig vanaf had geschoten. Na de herfstvakantie startte ik, met dank aan het ook toen al bestaande lerarentekort en het feit dat ik dertig jaar eerder, tijdens mijn studie wiskunde, een toen vrij eenvoudig te verkrijgen onderwijsbevoegdheid had behaald, als leraar wiskunde op de scholengemeenschap waar Arnold voorzitter van de directie was. Op zijn verzoek (“met al die dienstjaren bij overheidsbedrijven heb je daar voldoende kennis voor”) gaf ik ook nog de paar uur per week maatschappijleer die hij maar niet ingevuld kon krijgen. Hoe het er nu voorstaat weet ik niet, maar toen betrof het een vrij grote openbare scholengemeenschap met een regiofunctie, in een middelgrote stad ergens op de noordflank van de Biblebelt. Voor mij niet naast de deur, maar ik kon voor een appel en een ei gebruik maken van een spartaans ingericht, maar verder prettig vakantiehuisje net buiten de stad. De weekenden ging ik meestal naar huis. Na een poosje wennen begon ik langzaamaan weer grond onder mijn voeten te voelen. Ik had het soms zelfs gewoon naar mijn zin. Het lesgeven kostte me inhoudelijk geen moeite en ook het orde houden viel gelukkig erg mee. Ik had natuurlijk geen ervaring in de grote stad in het Westen waar ik woon, maar de leerlingen waaraan ik les gaf leken me rustiger, beleefder en meegaander dan hun westelijke soortgenoten. Eén klas (5-VWO) week duidelijk af van dat patroon. Arnold had me er voordat ik van start ging al voor gewaarschuwd, ongeveer met de volgende woorden: “Elke school heeft wel zo’n klas. Volgens mij was de onze er ook één. De leerlingen zijn gemiddeld genomen intelligenter dan in andere klassen en daardoor eerder verveeld, zeker als je alleen maar vertelt wat ze zelf in het lesboek kunnen lezen. Ze zijn verbaal sterk en houden ervan de boel een beetje op stelten te zetten, onder leiding van een onbetwiste aanvoerder. In deze klas heet ze Iris, die, hoe tegenstrijdig het misschien ook klinkt, buiten school helemaal geen contact lijkt te hebben met haar klasgenoten. Ik heb een hekel aan de term probleemjongere, maar sommige kinderen starten hun leven in een omgeving waar zoveel bijzonderheden aan de orde zijn, dat het volgens mij niet verwonderlijk is dat ze zich als puber afwijkend gedragen, soms volwassener en soms juist kinderlijker dan je bij hun leeftijd verwacht. Dat geldt ook voor Iris. Haar moeder was zestien toen ze Iris op de wereld zette, scharrelt haar kostje bij elkaar als sekswerker en heeft een alcohol- en drugsprobleem. Ze is ’s avonds en in de weekenden nauwelijks thuis. Een vader is nooit in beeld geweest. En tot Iris hier op school begon is ze opgevoed door haar zeer streng gelovige oma en dus grootgebracht met ‘de mens is zondig en geneigd tot alle kwaad’, en het beeld dat denken aan seks zondig is en het praktiseren ervan alleen binnen een huwelijk tussen een man en een vrouw is toegestaan en altijd gericht moet zijn op het verwekken van nieuw leven. Ik kan natuurlijk niet met zekerheid zeggen dat het daardoor komt, maar Iris lijkt geobsedeerd door seks. Ze is het afgelopen jaar al drie keer in een bezemhok aangetroffen met elke keer een ander meisje uit een lager leerjaar. Beiden nogal schamel gekleed. Nog niet met een jongen. Het lijkt erop dat ze pas interesse krijgt in mannen als die wat ouder zijn, want diverse leraren vonden al eens een briefje van haar in hun postvakje, keurig met haar naam eronder, ze strijdt met open vizier. In die briefjes gaf ze heel expliciet aan welke lichamelijke activiteiten ze wanneer en waar met die docent wilde ontplooien. Vriendelijke gesprekken, boze gesprekken, één gesprek met de schoolpsycholoog, want daarna kwam ze niet meer bij haar opdagen, dreigen met schorsing, niets hielp.” Eerlijk gezegd had ik met 5-VWO niet zoveel moeite, ze waren net zo beleefd als, maar wel kritischer en rumoeriger dan de leerlingen in andere klassen. Bij wiskunde werd goed opgelet als ik uitleg gaf en over de ‘dodelijk saaie methode’ die ik bij maatschappijleer diende te gebruiken, maakten we heldere afspraken. Zo kwam er ruimte voor hun wens om te discussiëren over actuele onderwerpen, terwijl ze ook de vereiste lesstof tot zich namen. Van ‘op stelten zetten’ had ik nog niets gemerkt en over eventueel te ontvangen erotisch getinte briefjes maakte ik me geen zorgen. Ik was inmiddels vierenvijftig en kon me niet voorstellen dat zo’n jonge meid geïnteresseerd zou zijn in seksuele escapades met een in haar ogen waarschijnlijk stokoude man. Al snel volgden echter ontwikkelingen op beide fronten. In de tweede week van april gonsde het woord rokjesdag door de gangen. Op de aangekondigde eerste warme voorjaarsdag gaf ik het eerste uur maatschappijleer aan de beruchte 5-VWO klas. Toen de leerlingen de klas binnendruppelden werd ik vrolijk van hun outfit. Ze hadden er werk van gemaakt. De jongens liepen met blote voeten op slippers en droegen een korte broek met daarboven een overhemd met korte mouwen, waarvan de bovenste drie en de onderste twee knoopjes open waren. De meiden hadden hun lange broeken en nette rokken-tot-onder-de-knie ingeruild voor ultrakorte schots geruite plooirokjes, een wit bloesje waarvan bij de hals een knoopje meer openstond dan hun ouders verantwoord zouden vinden, en daaroverheen een zwart vestje. Ze maakten de Engelse kostschooloutfit af met een loshangend zwart dasje, witte kniekousen en zwarte schoentjes met een half hakje. Op andere dagen zaten jongens en meiden door elkaar, maar deze dag bleven de jongens allemaal achterin het lokaal en bezetten de dames de plaatsen meer naar voren. Nadat ik een paar complimenten over hun kleding rondgestrooid had, draaide ik me om naar het bord en schreef er een paar stellingen op die ik rond rokjesdag bedacht had. Toen ik me weer naar de klas draaide om een discussie over die stellingen te beginnen, bleek dat alle meiden hun vestje uitgetrokken hadden, dat hun bloesjes uiterst doorschijnend waren en dat de beha’s voor de gelegenheid thuis in de kast waren gebleven. Ik schrok en kon niet voorkomen dat ik een rood hoofd kreeg. Een succes dat gevierd werd met gelach en gejoel. Ik scheurde me los van de fraaie jonge borsten en de helder zichtbare tepels door mijn blik lager te richten, om tot mijn schrik te zien dat de meiden hun benen zover gespreid hadden, dat hun kleine witte slipjes hun schaamlippen nog maar gedeeltelijk bedekten. Het zweet brak me uit. Ik draaide mijn hoofd richting het raam om mijn blik op het lege en dus veilige schoolplein te richten, maar in die draai keek ik toch ineens nog even tussen Iris’ benen om te constateren dat bij haar zelfs dat minieme slipje ontbrak. Gelukkig bleek er die ochtend ook een automatische piloot in mij te huizen die vanaf dat moment de stuurknuppel in handen nam. Hij richtte mijn blik via de raampartij naar een punt op de muur, boven de hoofden van de leerlingen en met mijn blik op die hoogte liep ik naar achterin het lokaal en ging tussen de jongens op een leeg gebleven tafeltje zitten. “Zo, ik doe de les vandaag maar vanaf deze plek”, zei ik. “Als de dames zo vriendelijk willen zijn hun stoelen om te draaien, dan kunnen de andere mannen in dit gezelschap ook genieten van het uitzicht dat mij zojuist al geboden werd.” Het leverde applaus van de jongens op. Ze kregen trouwens niets te zien, want de vestjes gingen weer aan, de rokjes werden zo ver mogelijk naar beneden getrokken en de knieën gingen stijf tegen elkaar voordat de meiden de draai maakten. ’s Middags vond ik voor het eerst een briefje van Iris in mijn postbakje. Ze had het inderdaad ondertekend en sprak me ook in het briefje beleefd met ‘u’ aan. Ze vroeg frank en vrij of ik genoten had van de blik op haar kutje en of me opgevallen was dat het vochtig was tussen haar lipjes. Ik mocht ’s avonds best even bij haar thuis komen om te voelen hoe zacht haar gladgeschoren heuveltje was. Haar moeder was toch niet thuis. Ik besloot niet op het briefje te reageren en het ook niet aan Arnold te vertellen. Het leek me eigenlijk allemaal redelijk onschuldig. Een hitsig pubermeisje, meer niet. Iris was niet tevreden met die non-reactie. Een paar dagen later was er weer een briefje. En een paar dagen daarna weer. Enzovoort. Steeds wilde ze dat ik naar haar huis kwam. Om haar klitje te likken, om aan haar tepeltjes te zuigen of om lekker door haar gepijpt te worden. Uiteindelijk ontving ik zelfs een verzoek om haar te komen ontmaagden. Ze zou naakt voor me klaarliggen op haar kamertje. Daarom had ze dit keer ook een huissleutel in de envelop gedaan. Omdat dit briefje naar mijn idee de grenzen van onschuldig en hitsig pubermeisje overschreed en omdat ik me inmiddels ook afvroeg of de briefjes een onhandig ingestoken schreeuw om hulp waren, ben ik toen toch maar met haar in gesprek gegaan. Uiteraard op een plek waar we vanaf de gang voor iedereen goed zichtbaar waren. Zonder succes. Woorden gleden van haar af. Ze gaf nauwelijks antwoorden. Het interesseerde haar niet, ze zocht geen hulp en ze voelde zich helemaal niet schuldig. Maar de volgende dagen vond ik geen briefjes meer en kreeg ik het idee dat het gesprek toch wat vruchten had afgeworpen. Ten onrechte. Zo’n anderhalve week later, op woensdagavond, zat ik in mijn vakantiehuisje een repetitie van twee brugklassen na te kijken toen er werd geklopt. Ik deed de deur open en daar stond ze. Minirokje en een topje waar duidelijk geen beha onder zat. Ik stond perplex en siste haar toe: “Sodemieter op! Als je wilt praten, morgen op school. Als ik je hier nog een keer zie, breng ik de directie op de hoogte.” Zonder een reactie af te wachten smeet ik de deur dicht. De volgende dag deden we allebei alsof er niets gebeurd was, zeiden vriendelijk goedemorgen tegen elkaar toen ze met de rest van 5-VWO het klaslokaal binnenliep. Ook toonde ze zich zeer betrokken bij en goed op de hoogte van de gebeurtenissen in en rond de Irakoorlog, toen daarover een discussie ontstond in de klas. Ik gaf haar zelfs een compliment voor haar inbreng. Aansluitend aan het laatste lesuur had ik nog een overleg met de andere wiskundeleraren en na afloop daarvan haalde ik mijn colbertje op uit het leslokaal. Net als bij de meeste andere leraren hing het daar van aankomst tot vertrek aan een kleerhangertje, samen met een bijpassende stropdas. De schoolregels dicteerden voor de mannen ‘jasje-dasje’, maar niemand droeg die tijdens lessen en vergaderingen. De collega’s en ik zorgden er wel voor dat we die kledingstukken onder handbereik hadden. Voor het geval dat. Nadat ik wat boodschappen gehaald had reed ik naar het vakantiepark, parkeerde bij het huisje en liep met mijn doosje levensmiddelen naar de voordeur. Tot mijn verbazing zat de sleutel niet in de linker zak van mijn colbert, maar in de rechter. Daar stopte ik ‘m nooit, linkshandig als ik ben. Omdat iedereen weleens iets doet zonder er bij na te denken, besteedde ik er verder geen aandacht aan, deed de deur open en bracht het doosje naar de keuken. Daarna liep ik naar de slaapkamer om een T-shirt en een korte broek aan te trekken. Daar lag Iris, midden op het tweepersoonsbed, op haar buik, met een blinddoek voor, een kussen onder haar heupen en haar armen onder haar hoofd. Maar toch vooral poedelnaakt en met haar benen meer dan licht gespreid. Net boven haar billen lagen twee condooms. Er ontstond kortsluiting in mijn hoofd. Ik voelde mijn hartslag door mijn hele lijf en werd akelig duizelig. En heel erg driftig. Ik wilde tegen haar schreeuwen en haar door elkaar schudden, maar overspoeld door een golf van dierlijke geilheid, wilde ik haar ook strelen, kneden, likken, neuken. En toen was het ineens alsof ik buiten mezelf stapte om te kijken wat die man naast het bed zou gaan doen. Hij boog zich wat voorover en kneep plotseling hard in één van haar billen. Als reactie op die eerste aanraking trokken over haar hele lijf spieren samen, alsof ze nietsvermoedend schrikdraad aangeraakt had. Hij kneep met evenveel kracht in de andere bil en begon daarna in hoog tempo hard met zijn vlakke hand op haar billen te slaan. Ik had nog nooit een vrouw geslagen. Mijn echtgenote kreeg weleens een tikje op een bil als ze tijdens de ochtend- of avondroutine naakt langs me liep, maar daar was het meer dan 25 jaar bij gebleven. De klappen die ik nu uitdeelde waren geen speelse tikjes, ik sloeg met volle kracht, zonder veel rustmomenten. Ik wilde haar zoveel mogelijk pijn doen. Ik weet niet meer hoe lang of hoe vaak ik geslagen heb, maar ik liet me niet afremmen door haar geluiden en bewegingen. Ik stopte pas toen haar billen en het bovenste stukje van haar benen dieprood, bijna paars waren. Ze voelde met een hand aan haar billen, maar bleef verder stil liggen. Wellicht versuft door het gebeurde. Mijn boosheid was door het slaan niet merkbaar afgenomen. Mijn geilheid was er zelfs nog heftiger door geworden. Ik griste één van de condooms, die van haar lichaam afgegleden waren, van het bed, bevrijdde mijn stijve pik uit mijn broek en boxer en deed het condoom om. Ik kroop achter haar, riep zoiets als “mocht je bij nader inzien toch liever maagd blijven, jammer dan” en stootte met al mijn kracht bij haar naar binnen. Door het vele vocht dat ze tijdens het slaan kennelijk al had geproduceerd, gleed mijn pik in één keer helemaal naar binnen. De schreeuw die dat aan haar ontlokte was ongetwijfeld hoorbaar in een paar andere huisjes, ook al stonden ze best ver uit elkaar. Ik neukte haar een poosje met harde stoten, alsof ik nog dieper zou kunnen gaan, maar hield dat niet heel lang vol. Ik was zo opgewonden en haar kutje was ondanks al dat vocht zo strak, dat de ontlading al na een enkele minuut kwam. Ik gleed uit haar, draaide haar om en hielp haar met mijn tong, lippen en vingers naar een orgasme dat heel lang door haar lichaam bleef schokken. Pas toen drong tot me door wat ik gedaan had. Ze was nog (net) geen zeventien!!!! Ik werd misselijk, verdween naar het toilet om over te geven, wat niet lukte omdat ik sinds de middagpauze niets meer gegeten had. Toen ik uit het toilet kwam stond ze bij de voordeur, met haar jas aan. Ze keek naar de grond en fluisterde “ik kan maar beter gaan, denk ik.” Ik knikte. Ze opende de deur en vertrok. Ik trok mijn kleren aan, zocht paniekerig al mijn spullen bij elkaar en smeet die ongeorganiseerd in de koffer waarmee ik ze van huis had meegenomen. Binnen twintig minuten zat ik in de auto en ging ik op weg naar huis. Ik kon me maar moeilijk op de weg concentreren, moest ook moeite doen om niet steeds veel te hard te rijden, maar was wel opgelucht dat ik weg was uit het vakantiehuisje. Voordat de politie me kon komen oppakken. Dat de komst van de politie helemaal niet zo waarschijnlijk was en dat die me net zo goed thuis kon opwachten, kwam niet bij me op. Helder denken was er op dat moment niet bij. Thuisgekomen mailde ik Arnold dat ik ziek geworden was, naar huis was gegaan en vrijdag dus tot mijn spijt niet op school zou verschijnen. Ik was van plan om helemaal niet meer terug te gaan, maar wilde in het weekend nadenken over de redenen die ik daarvoor zou opgeven. Ik ging naar bed, waar de slaap uiteraard niet wilde komen omdat ik in het donker liggend haar geluiden bleef horen en elke keer als ik mijn ogen sloot haar lijf bleef zien, inclusief de schade die ik daarop had aangericht. En de momenten waarop ik toch even wat dieper wegzakte, zag ik beelden van woedende mensen die achter me aankwamen, waardoor ik weer klaarwakker schrok. Na een uur of twee besloot ik maar weer op te staan en de rest van de nacht en een groot deel van de vrijdag maalden voornamelijk irreële gedachten door mijn hoofd. Zoals bijvoorbeeld: ‘Zij heeft me uitgelokt’, niet onwaar maar dat gaf me nog steeds niet het recht om te doen wat ik deed. Of: ‘Nu blijkt dat je een pedoseksueel bent’. Onzin natuurlijk, ik wil helemaal geen seks met kinderen. Ik had ook helemaal geen seks met haar willen hebben. Bovendien was ze natuurlijk geen kind meer. Ik was geil geworden van een fysiek zo goed als volgroeid vrouwenlichaam, dat aangestuurd werd door een brein dat nog onvoldoende rijp was om de gevolgen van het vervullen van fysieke verlangens te overzien. Dus moet je als volwassene en zeker als je achtendertig jaar ouder bent, je geilheid onderdrukken en met je poten van dat lichaam afblijven. Ergens op die vrijdag moet ik, zittend in een fauteuil, toch in slaap gevallen zijn, want ik werd wakker van de bel. Het was al half acht ’s avonds. De schrik sloeg me om het hart en ik keek uit het raam om te zien wie er drie verdiepingen lager voor de deur stond, bang dat het toch de politie zou zijn. Maar er stond zo te zien maar één persoon, onder een paraplu. Ik liep naar de hal en drukte op de knop van de intercom. Wie is daar? “Ik ben het, mag ik alstublieft binnenkomen?” Lees verder in deel 2 Huisbezoek ©SubAdoration, aug 2023
|