Over de landdag veilingen
over hoe je een slavin koopt zonder haar te bezitten
De Directeur nam voor de laatste keer op de Kringbijeenkomst het woord. “Het weekend loopt op zijn eind, en ik mag wel zeggen dat het ook voor mij een zeer bijzondere Kringbijeenkomst was. En ik wil daarvoor speciaal dankzeggen aan Juliette en Bernhard voor het voorbereiden van de veilingen. Veilingen die deze bijeenkomst uittillen boven alle andere die ik eerder heb meegemaakt. Ook natuurlijk dank aan onze voortreffelijke veilingmeester Josephine en haar secondanten. Maar ik wil me in het bijzonder even richten tot al onze meesters en slavinnen. Jullie allen hebben, en dat zal jullie wellicht verbazen, daarmee ook een groot voordeel ten opzichte van andere meesters en slavinnen verkregen. Want voor de eerste keer op de Landdag, de jaarlijkse bijeenkomst van het Genootschap, zal er ook op deze manier geveild gaan worden: per opbod en met speciale munten. En omdat onze Kring daarvoor als proefproject fungeerde, staat dat eigenlijk al vast voor onze slavinnen. De meeste andere slavinnen zullen dan nog wel op de oude manier geveild worden: onder couvert, een bod in een gesloten envelop.” Een big smile verscheen op zo’n beetje op ieders gezicht. “Maar eerst: wat is dat, die Landdag. De Landdag van het Genootschap wordt één keer per jaar gehouden, tien dagen lang. Daar komen in principe alle Kringen bijeen, dus ook alle meesters en slavinnen, inclusief hun dienstmeisjes. Het vindt altijd plaats in februari, dus gaat er voor ons nog één Kringbijeenkomst aan vooraf. Dat op de Landdag van het Genootschap slavinnen geveild worden is al jaren lang een goed gebruik. Alleen worden er op de Landdag alleen slavinnen geveild die van te voren door hun meester zijn aangemeld. Ook waarvoor je geveild wordt is bepaald anders dan wat jullie dit weekend meegemaakt hebben. Werd je dit weekend geveild voor het ‘gebruik’ van een uurtje of zo, op de Landdag is dat voor beduidend langer. Bovendien ga je nu bij je tijdelijke Meester ‘op bezoek’ en zonder dat je eigen Meester meegaat. Wel heb je altijd een ‘noodlijn’ met hem. Gaat er iets mis dan is één berichtje voldoende om je terug te halen. Er zijn vier varianten waarvoor je geveild kunt worden: een Dag-, Weekend- en Weekveiling, en heel soms: een Maandveiling. Voor de Dagveiling geldt dat je verkocht wordt voor de duur van één dag-en-nacht. De Weekendveiling geldt voor de duur van een weekend: van vrijdagavond tot zondagavond. De Weekveiling: van zaterdagavond tot zaterdagavond. En tot slot dus de Maandveiling: van vrijdagmiddag tot zondagochtend vier weken later. Niet alleen de tijdsduur waarvoor je verkocht kunt worden varieert, ook het ‘waarom’. Drie daarvan wil ik hier noemen: als kennismaking, als beproeving en om te wennen aan een nieuwe meester. Om met andere meesters kennis te maken dan die van je eigen Kring is er de ‘Uitleenveiling’. Meestal gaat het om een dag- of weekendveiling. Nieuwe slavinnen worden altijd een aantal keren op die manier geveild verspreid over de jaren. Maar ook ‘gevestige’ slavinnen, als hun meester vindt dat dat goed voor ze is. Of op de uitdrukkelijke wens van een àndere meester. Natuurlijk zullen Moniek, Marcha, Paulien en Juliette op deze wijze gefeild gaan worden, maar dus ook Magdalena, ook al is die allang eigendom van het Genootschap. Als je een nieuwe Meester gaat krijgen word je in ieder geval één keer ‘verkocht’ op een ‘Verkoopveiling’. Zie het als een proefmaand. Na die maand wordt dan besloten of er een nog nieuwe Verkoopveiling plaats moet vinden, of dat het wel duidelijk is wie je nieuwe Meester wordt. We nemen immers alleen genoegen met de perfecte match, nietwaar. En zolang die niet gevonden is....” Maartje keek hem met grote ogen aan. Niet omdat de Verkoopveiling voor haar een onbekend begrip was. Ze had er zelfs op de vorige Landdag eentje meegemaakt. Maar om wat hij niet noemde: haar naam. Bij de introductieveiling had hij zelfs Magdalena genoemd, die dat vast allang wist. Zou dat dan betekenen dat ze toch niet verkocht zou gaan worden? “En tot slot de ‘Beproevingsveiling’: die vindt plaats wanneer je Meester vindt dat het nodig is. Of het Genootschap... Wat dit jaar geldt voor Geertruida. Je Meester heeft overigens voor een dagveiling gekozen.” Geertruida knikte. Dat ze een Beproevingsveiling had te ondergaan was blijkbaar geen nieuws voor haar. Wel dat het maar voor een dag zou zijn. Daar had ze duidelijk geen enkel probleem mee. Juliette en Dora hadden wel een idee over het waarom... Voor Maartje bewees het echter dat ze gelijk had: ze werd niet verkocht. Wat moest ze daar nu van denken? “Ik wil nog even wat uitgebreider op de Uitleenveiling ingaan. In principe zal je koop ‘geconsumeerd’ worden voor de volgende Landdag plaats vindt. Natuurlijk, je weet aan wie je verkocht bent en voor hoelang, maar pas een paar dagen van te voren kom je weten wanneer je in bezit genomen wordt. Al wordt er natuurlijk wel rekening gehouden met je agenda. Want, mocht dat nog niet duidelijk zijn, slavinnen kunnen best een baan hebben. Natuurlijk wel een redelijk flexibele en fulltime banen zijn zeldzaam, maar toch: mogen, niet moeten. Tenzij je meester echt vind dat het goed voor je is.” Dat riep de nodige lachers op bij de dames. Dachten ze dat ze nooit meer hoefden te werken, kreeg je dat weer. En reacties als ‘en als ik nou geen zin heb’, ‘ik ben echt geen huissloofje’ en ‘ik wil stewardess worden, die zijn nooit thuis’. Maar dat laatste was duidelijk als brutale grap bedoeld en kwam, natuurlijk, van Marcha, “Terug naar de Uitleenveiling. Die heeft meer dan één doel: je kennismaking met andere meesters ligt voor de hand, maar ook voor je Waardebepaling voor en door het Genootschap is het belangrijk.” Zo, zag je de meisjes denken, onze waardebepaling. Zouden ze dan eindelijk te horen krijgen hoeveel ze waard waren als slavin? En wie er het meeste waard was? Dat Moniek veel waard was, daaraan twijfelde geen van hen. Maar Juliette? Zelf dacht ze dat ze eerder gratis zou worden weggegeven, dan dat ze voor een meester als slavin waardevol zou zijn. Slecht opgeleid als slavin, oud, en met veel te veel ballast aan opleiding en werkervaring die beslist nutteloos was voor een slavin... Nou ja, de Directeur had anders beweert, maar ja, hij was haar Meester. Dat dacht ook Marcha van zichzelf: dat haar Meester, mocht hij haar kwijt willen, voor haar als ex-hoertje geld zou moeten toeleggen. Niet dat ze daar mee zat. Ze kon immers altijd terug in de ‘business’. Alleen Paulien was vrij nuchter over haar ‘waarde’. Ze wist dat haar Meester dol op haar was, maar ook dat ze gewild was: knap, jong, voor alles in, en beslist seksueel ervaren... “Eigenlijk gaat dat jullie ook helemaal niets aan: jullie Waardebepaling. Je blijft hoe dan ook onwetend over hoeveel je werkelijk waard bent als slavin. Maar toch noem ik het. Waarom? Omdat er anders maar spookverhalen over rondgaan. Jullie Waardebepaling. Ja lach, maar, want voor jullie is het inderdaad iets om over te lachen. Jullie zijn buitengewoon kostbaar, en toch niets waard....” Natuurlijk kreeg hij weer de lachers op zijn hand. Dat was belangrijk, want het werd zo wel erg serieus allemaal. En dat zou nog erger worden, wist de Directeur uit ervaring. “Jullie worden eigendom van het Genootschap. Degene die jullie binnenbrengt, jullie eerste Meester dus, wordt daarvoor beloond. Net zoals elke keer dat je geveild wordt, dus hoe vaker je geveild bent, des te meer de status van je meester stijgt. Het is dan ook altijd raadzaam, als je daar tenminste belang aan hecht, om je meester te stimuleren om je te laten veilen. Dus jouw Waardebepaling bepaalt in feite voor een groot deel de Status van je Meester.” “Jullie zijn eigendom van het ‘Genootschap van Eigenaren’, maar er is wel degelijk ook een ‘Genootschap van Slavinnen’. Jullie eerste kennismaking met het ‘Genootschap van Slavinnen’ is altijd het ontmoeten van je eigen Beschermengel.” Je zag het onbegrip toenemen bij de meisjes. Wie wat waar? “Zoals een echte beschermengel betaamt waakt die over jouw welzijn. Je kunt alles aan haar kwijt, en ik wil haast zeggen moet alles aan haar kwijt. Ze, want het altijd een slavin, kan ook veel voor je betekenen. Welk probleem je ook hebt, zeker in relatie tot je Meester en het Genootschap: ze is in staat het op te lossen. Hoe ze dat doet hoef je niet te weten. Maar heb vertrouwen in haar. Heb je dat niet, meldt het en je krijgt een nieuwe Beschermengel. Dus vertrouw op je Beschermengel, misschien nog wel meer dan op je Meester. En bescherm haar: ga dus niet over haar roddelen en hou het voor jezelf wie de jouwe is. Gaan we nog een stapje hoger binnen het Genootschap van Slavinnen. Degenen die er voor zorgen dat je een Beschermengel krijgt is de Raad van het Genootschap van Slavinnen. Als je zelf een Beschermengel wordt, word je daarvoor gevraagd door iemand die lid is van de Raad. Die Raad heeft heel veel invloed binnen het Genootschap. Een advies van de Raad wordt door het Genootschap vrijwel altijd overgenomen, en vaak vergaander uitgevoerd dan dat de Raad dat bedoeld had. Wat dus in feite betekent dat niet de Meesters het voor het zeggen hebben, maar de Slavinnen.” Het bleef stil nu. De meisjes keken elkaar verbaasd aan. Dat betekende ... dat slavinnen de baas waren. Zij dus? Dat kon niet waar zijn. Erger. Zij wilden helemaal niet dat dat waar zou zijn. De Directeur zag hun ontzetting. Knikte instemmend. Zonder het uit te spreken bevestigde hij hun angst. Slavinnen waren de baas. “Uiteindelijk.” Hij sprak dat woord zo nadrukkelijk uit dat er een zucht van opluchting klonk. Dat klonk alsof ze er echt niets mee te maken kregen. Zij waren gelukkig ‘alleen maar’ slavin, en dan nog maar net... “En zo hoort het ook,” sloot hij beslist af. Zo, nu klonk die Raad ineens niet meer zo bedreigend. En de Directeur had dat eerder al benadrukt dat het welzijn van een slavin boven alles ging. Het was dus meer dan een vage belofte. Ze zouden benaderd worden door één van hen. Die zou hen in vertrouwen nemen. Die zou echt naar haar luisteren. Niet dat iedereen was daarvan echt overtuigd. Je zag Paulien en met name Marcha sceptisch kijken. Maar ja, dat was gezien haar verleden met mannen en bordelen niet verbazingwekkend... “Maar wees gerust: in je dagelijks leven is je Meester niet alleen de baas, maar ben jij ook voor hem het allerbelangrijkste. En diens meest kostbare ‘bezit’. Voor jullie Meesters, huidige en toekomstige, zijn de kosten om jullie te mogen bezitten: tijd, opoffering en zelfdiscipline, enorm groot. Daarom is het ook bepaald lachwekkend dat iemand als de ex van Juliette lid wilde worden. Of het merendeel van de aanwezigen op de bijeenkomst voor Aspirant Leden.” Zo, die zat, dacht Juliette verheugd, denkend aan haar voormalig echtgenoot. Ze wierp een triomfantelijke blik naar Moniek. Die glimlachte trots terug: haar man was nu haar ‘eigenaar’ èn hij was in dienst van het Genootschap. En dat huis waarin in ze nu woonden.... Daar was haar voormalige villa een tuinhuisje mee in vergelijking. En toen woonde ze toch echt ‘op stand’. “Ik heb het net gehad over de waarde die je als slavin hebt, dat die groot is, maar dat je zelf nooit te weten komt hoe groot, maar wel dat het samenhangt met de rijkdom van je Meester. Binnen het Genootschap geldt voor Meesters en Meesteressen dat je meer afstaat aan het Genootschap naarmate je rijker bent. Net zoals hoe rijker je bent des te meer een slavin kost. Op een gegeven moment komen de meeste Meesters daarom in dienst van het Genootschap. Soms rechtstreeks zoals voor Monieks echtgenoot geldt, vaker indirect. Of wordt het bedrijf wat eigendom is van je Meester, overgenomen door het Genootschap. Maar altijd is het uitgangspunt dat je Meester minder ‘zakelijke zorgen’ heeft en meer aandacht voor zijn Slavin. Zo simpel is het. Maar nogmaals: wees gerust, het leven van jou en je Meester zal er wat welstand betreft, uitzonderingen daargelaten, altijd op vooruitgaan. En voor jullie -hij keek alle aanwezigen nu afzonderlijk aan- zijn die uitzonderingen beslist niet van toepassing. Zelfs niet voor Juliette...” De meisjes lachten. Voor hun was Juliette altijd een ‘rijke mevrouw’ geweest. Als zij er al op vooruitging, dan zouden zij eh ja wat? Nooit meer hoeven te werken? Of juist wel? Als enige onder hen wist Moniek dat geen van beiden waar was. Zij had al een baan. Zij was de bibliothecaresse van het Genootschap. Dè Bibliothecaresse. Werk dat ze heerlijk vond om te doen. Maar ze vond het nog heerlijker dat ze niet hoefde te weten hoeveel ze daar mee verdiende. In haar leven speelde geld geen rol meer. Eindelijk was ze vrij van financiële zorgen, had ze de laatste maanden ervaren. Zeker nu ze in de villa bij het park woonde. Het park van het Instituut voor Discipline Onderzoek & Advies.
verhalen maken dromen waar
|