Een echte mevrouw, deel II
deel II (dit verhaal is opgeknipt in 2 delen)
Die eerste minuten waren voor haar het ergst. Ze wist dat hij haar observeerde. Haar voorkomen beoordeelde, de wijze waarop ze zich gekleed had. Maar al snel had ze zichzelf weer onder controle. Als hij haar wilde beoordelen dan was dat zijn recht. Ze was het gewend om op haar kleding en voorkomen beoordeeld te worden. Ze was tenslotte vrouw èn diplomate. Haar beroepsmatig zelfvertrouwen keerde terug. Ze wist wat voor effect zij had op mannen als de Directeur: elegant, aantrekkelijk en onbereikbaar. Op enige afstand bekeken te worden paste bij haar. Een glimlach verscheen zelfs op haar lippen. Vergeten was -voor even- de reden waarom ze hier was. Maar niet voor lang. Met een zucht wist de Directeur dat hij voort moest gaan met zijn plannen voor haar. Ze had haar trots, en die zou haar moeten ontnemen. “Zou u zich willen omdraaien, mevrouw?” Aarzelend draaide ze haar rug naar hem toe. Gegeneerd natuurlijk, want zoiets doe je niet als dame. Haar armen liet ze nu langs haar lichaam vallen, om kaarsrecht en met geheven hoofd te wachten op, ja wat? Voor hem bevestigde haar houding die van de onbereikbare en sensuele vrouw. Maar hij genoot nu met name van haar billen. Haar rok was strak genoeg om te weten dat ze prachtig waren. Niet alleen om te voelen maar ook om ze te kastijden. Oh ja, hij wist dat zeker, ze zouden heerlijk meegeven als hij ze had onbloot en zou tuchtigen. Genoot ook van gedachte haar te bezitten, nu en later. Haar te kunnen bevelen, haar te laten doen wat ze niet wilde. Zijn eigendom was. Maar nu schoot hij door in zijn fantasie, besefte hij. Maar bevelen kon hij haar. Nu! “Zou u uw rok willen optillen, mevrouw?” De stilte was volkomen. En hoe zacht en vriendelijk hij ook had gesproken, toch schrok ze. Zijn verzoek was niet mis te verstaan. Toch verroerde ze zich niet, integendeel ze verstijfde . Natuurlijk wilde ze niet aan zijn verzoek voldoen. Toch wist ze dat ze geen keus had. Ze moest hem gehoorzamen en dwong zichzelf om te ontspannen. Langzaam tilde ze haar rok omhoog. Haar benen, gestileerd door de naad van haar kousen, werden steeds meer zichtbaar. Zichtbaar voor zijn ogen. Maar zouden haar kousen eindigen in een panty, jarretels, of kousenbanden? Hij verwachtte een panty, maar hoopte op kousenband. Naakte dijen in contrast met een uitdagende slip, hoe opwindend kon je het hebben? “Hoger, veel hoger,” verzocht hij haar daarom ongeduldig en dwingend. Langzaam, alsof zij zich bewust was van de erotische werking van die trage beweging, maar in werkelijkheid uit aarzeling en schaamte, tilde zij haar rok verder omhoog. Om hem de bandjes van een zwarte jarretel te onthullen. Geen panty, geen kousenband, wel een modieuze jarretel. Niet met van die smakeloze rechte bandjes, maar één met bandjes die fraai naar boven toe steeds breder leken te worden. Leken, want hij mocht er nu nog naar raden. Natuurlijk nam hij daar geen genoegen mee. “Doorgaan alstublieft, ” eiste hij van haar, nog steeds uiterst beleefd, maar toch met al een wat scherpe klank in zijn stem. Alsof die toon haar tot eindelijk overgave dwong, bewogen haar handen nu in snel tempo omhoog. “En uw benen spreiden, wijd graag.” Nu geen verzet meer. Eerder een automatisch gehoorzamen. Het speet hem dat hij haar gezicht niet zien kon. Terecht, want ze voelde zich verslagen. Haar verzet was gebroken. Gehoorzaamheid was alles wat haar restte. Zo te moeten staan, gespreid, met hoog opgeheven rok, zonder hem aan te kunnen kijken. Daarmee was ze tot object verworden, en daarmee zó vernederend. Ze voelde een traan komen. Ze vocht er tegen en zo bleef het bij die ene traan, die nu langzaam langs haar wangen naar beneden liep. Een traan die hij niet kon zien, gelukkig. Maar hij had genoeg om van te genieten. Ze droeg een smalle en hoog opgesneden glanzend zwarte slip, welk een mooi lijnenspel vormde met de ronde bogen van haar zwarte strakke jarretel. Haar billen waren stevig, met een bekoorlijke bolling en staken verleidelijk naar achter, precies zoals hij had gehoopt. Heerlijk om te kastijden. Ach, hij hield zo van dit beeld van een vrouw. De lijn van haar hoge zwarte naaldhakken, doorgaand in de lijn van haar kousen, eindigend bij de bogen van slip en jarretel, omrand door de stof van haar rok, gedienstig voor hem opgehouden. Hij zuchtte verheerlijkt en liet zich genotzuchtig achterover vallen in zijn stoel. En nam de tijd, zeeën van tijd, om er van te genieten. Toch kwam het moment dat hij haar moest verzoeken zich weer om te draaien. “Sluit uw benen en draai u daarna weer om, alstublieft.” Ze gehoorzaamde. Draaide zich om en keek hem weer aan. En hoe beschamend dat ook was, hierdoor kon ze zich herpakken. Haar zelfvertrouwen keerde terug. Nu met opgericht hoofd en rechte rug keek ze, beschaamd maar ongebroken, hem aan. Ook daarvan genoot hij. Hoe deze mevrouw Juliette van Gravendeel, een trotse vrouw die, ondanks dat ze dat was, zich zo schaamteloos liet bewonderen: met haar rok hoog geheven en haar benen licht gespreid. Dat was een beeld waar hij maar niet genoeg van kon krijgen. “Zou u zo vriendelijk willen zijn uw slip te verwijderen, mevrouw.” Zij wist dat het komen zou. Toch verstijfde ze en spande ze opnieuw haar spieren. Gevolgd door de paniek dit niet te willen. Maar ook niet wetend wat te doen. En hoe te gehoorzamen, want daaraan viel niet te ontkomen. Normaal was het een simpele handeling. Hoe vaak deed ze dat niet: haar rok optillen om haar slip naar beneden te trekken. Maar nu ze daar zo voor hem poseerde, haar rok extra hoog geheven zodat hij alles eronder kon bewonderen. Hoe elegant en sensueel dat ook oogde, wist ze. Nu kon ze niets anders bedenken dan die hoog opgehouden rok simpelweg weer los te laten. Zodat deze langzaam over haar billen terugviel om daarna nog even heen en weer te bewegen. Zou hij zijn verzoek moeten herhalen? Op scherpe toon, of zou een blik voldoende zijn? Hij had daar geen enkel probleem mee. Integendeel: eerst haar gebieden om hem aan te kijken met een simpel: ‘Aankijken’. De schaamte die dat zou opleveren. Daarna volgend door een scherp: ‘Uit’. Het lachje dat hij rond zijn lippen zou laten zien. Oh ja, hij deed het graag... Maar herhalen hoefde hij zijn verzoek niet, uiteindelijk. Traag bracht ze haar handen onder haar rok, haakte die onder haar slipje en trok het naar beneden. Elegant ging ze door haar knieën tot ze haar slipje los kon laten. Welke keurig op haar voeten aanbelandde. Toen opnieuw haar rechter voet optrekken zodat haar slipje van haar voet afviel. Die handeling herhaalde ze haar linker voet, maar nu om elegant het op te tillen zodat ze het vast kon pakken. Maar wat er mee te doen? Gewoon maar met beide handen vasthouden en afwachten, besloot ze aarzelend. Zo stond ze daar weer voor hem, nu gedwee naar beneden kijkend naar het slipje in haar handen. Een prachtig symbolisch beeld vond hij. Maar ach, zijn volgende verzoek was net zo symbolisch “Overhandig mij uw slip, mevrouw. U heeft hem niet langer nodig.” Het verzoek klonk zo alledaags, maar die laatste woorden... Ja die deden het. Hij zag haar weer rood worden. Maar, moest hij toegeven, het overhandigen deed ze weer aller elegantst. “Wilt u weer plaats nemen, mevrouw van Gravendeel?” Dat zou een anti-climax kunnen zijn, ware het niet dat daarmee voor haar het wachten weer begon. Bang voor wat komen gaat. Niet willen nadenken. Niet willen toegeven aan haar angsten. Het was wreed was van hem om haar te pijnigen door juist niets te doen en niets te zeggen. Om uiteindelijk zelf die stilte te verbreken door op te staan en vanachter zijn bureau naar haar toe te komen. “Niet dat ik op enigerlei wijze uw sieraden af wil keuren, mevrouw, in tegendeel, ik moet zeggen dat ze u bijzonder charmant staan, maar ik wil u toch verzoeken ze te verwijderen.” Zonder aarzeling voldeed Juliette aan zijn verzoek. Het waren immers maar sieraden. Kostbaar, dat wel, maar verder? Ach, ze was er zelfs niet zo aan gehecht. Ze overhandigde hem haar parelketting en armbanden. Haar ring mocht ze laten zitten. Hij legde haar sieraden in het ebbenhouten kist dat op zijn bureau stond. Om daaruit vervolgens twee smalle zwartleren bandjes te voorschijn te halen. “Ik hoop dat deze sieraden uw goedkeuring kunnen wegdragen, mevrouw.” Zonder op antwoord te wachten knielde hij voor haar neer. “Uw rechtervoet mevrouw.” Elegant voldeed ze aan zijn verzoek. Met zorg bevestigde hij het eerste bandje om haar rechterenkel. Ongevraagd wisselde ze van voet en kon hij ook de tweede enkelband bevestigen. Beide pasten perfect. Smal en elegant harmonieerde ze voortreffelijk met haar kousen en hooggehakte schoenen. Hij richtte zich, nog steeds geknield, weer tot haar alsof hij op haar goedkeuring wachtte. Ze voelde dat haarfijn aan en knikte vriendelijk alsof haar vernedering van daar net alweer vergeten was. “Dank u,” voegde ze daar nog aan toe. “Uw hand, mevrouw,” vervolgde hij. Bevallig bood ze, als voor een handkus, hem haar hand aan. Met eerbied, maar zonder kus ontving hij hem en pakte een gelijke, maar nu witte band, die even nauwsluitende om haar pols paste als bij haar enkels daarvoor. Rolvast knikte ze hem weer goedkeurend toe, om ook haar andere hand hem aan te reiken, die hij eveneens voorzag van een witte leren band. Ze legde haar handen weer terug op haar schoot, waarop hij zich achter zijn bureau terugtrok. Zo kon ze, zonder zich te verroeren, haar polsbanden inspecteren. Om zo de onopvallende halve ring te ontdekken waarmee iedere band was voorzien. Hij volgde haar blik naar haar enkels. Inderdaad, ook daar waren haar banden voorzien van een ring. Realiseerde ze zich waarvoor ze dienden? Hij dacht van wel, want ze keek hem daarna berustend en afwachtend aan. Maar hij nam opnieuw alle tijd. Opnieuw dat ongemakkelijk wachten. Ze vocht er zichtbaar tegen. ‘Nu geen traan’, dacht ze. ‘Concentreer je op de schoonheid van die banden. Ben niet bezig wat hij er mee van plan is. Hij zal je er mee vastleggen, dat was is wel duidelijk, maar hoe, en voor wat? Niet over nadenken nu. Het is zo als het is.’ Wat is ze mooi, realiseerde hij zich, als ze zich onzeker voelt. “Mevrouw van Gravendeel, zou u zo vriendelijk willen zijn mij te willen volgen?” Er ontsnapte haar een zucht van opluchting toen ze die woorden hoorde. Alles was beter dan dit woordenloze wachten. Elegant stond ze op, en wachtte tot hij haar voor zou gaan. Wat hij deed, na eerst de deur voor haar opengehouden te hebben. Hij leidde haar naar weer een ander privé vertrek. Ze had een huiskamer verwacht, of klaslokaal, of wellicht zelfs een strafkamer, maar in ieder geval niet de kamer waar ze nu in binnentrad. Hij was geheel wit: wanden, gordijnen en de hoge pool van een tapijt aan haar voeten. Aan de muren slechts een ets van een naakte vrouw en een grote spiegel. De kamer werd gedomineerd door een groot bed, in feite niet meer dan een matras op poten, met ervoor een eenvoudige witte poef. Het bed was geheel overtrokken met een strakke witte sprei, geen hoofdkussens, geen dekbed. Door de eenvoudige en volledig witte inrichting, het lage bed en de brede ramen leek de kamer groot en ruim, en straalde het rust uit. Hoewel verontrust door de aanwezigheid van het grote bed deed die rust ook bij haar zijn werk. Ze was een meter bij het voeteneind vandaan stil blijven staan, precies daar waar hij haar hebben wilde. Ze draaide vol berusting zich naar hem om en wachtte op zijn verdere aanwijzingen. Hij sloot de deur en wendde zich, vol égards, tot haar. “Mevrouw, zou u zo vriendelijk willen zijn plaats te nemen op het bed, op de rand, als het u schikt?” Ze deed wat hij haar vroeg en ging zitten, zonder aarzeling nu, zonder gène. Met haar handen naast zich, haar knieën niet over elkaar geslagen, maar losjes naast elkaar, keek ze naar hem op omdat hij voor haar was blijven staan. Zonder angst, wachtend op het volgende verzoek dat haar ongetwijfeld verder zou onteren. “Dank u. Zou u vervolgens op uw rug willen gaan liggen, echter zonder te gaan verzitten?” Hoewel een ietwat onbetamelijker houding dan daarnet was het nog steeds niet wat ze verwachtte. Op haar handen steunend liet ze zich voorzichtig zakken op het matras. Haar knieën staken nu iets omhoog, haar voeten rustten nog op de grond. Haar hoofd mistte een kussen zodat het natuurlijk aanvoelde om naar het plafond te staren. Haar armen legde ze naast zich neer, haar handpalmen kwetsbaar en vol overgave naar boven gekeerd. Ze sloot haar ogen. Ze wist hoe toegankelijk ze daar op het bed lag. Haar lichaam was aantrekkelijk, haar kleding ook. Maar sliploos. Ze wist hoe verleidelijk het voor hem moest zijn: om haar te bezitten, om haar te nemen. Om haar te neuken. Ja, dat waren woorden waar ze moeite mee had, maar dat was het wat er zou gaan gebeuren. Zou hij haar om toestemming vragen? En zou ze hem die geven? Ze aarzelde. Hij was een vreemde voor haar. Maar juist dat maakte het voor haar gemakkelijker. Ja, ze zou toestemmen. Ze voelde dat ze begeerd werd. Dat die begeerte haar raakte. Maar om haar toestemming vragen? Die had ze hem al gegeven, realiseerde ze zich. Voor meer dan alleen dat wat ze nu begeerde. Nee, niet begeerde. Wat ze als onvermijdelijk ervoer. Maar zou hij het desalniettemin aan haar vragen? Ze wist zeker van wel. Hij was en bleef een heer. Ook had al had ze voor hem geposeerd en voor hem haar slipje uitgetrokken, hij bleef daarbij voorkomend. En die banden waarmee hij haar polsen en enkels van voorzien had? Ze had die kleine sierlijke oogjes die je als versiering kon zien wel degelijk gespot. Ze wist dat hij haar daarmee kon binden. Ze wist ook zeker dat hij dat zou doen. Maar daarvoor of daarna? Ook nu weer, en hoe langer ze over nadacht, hoe zekerder ze het wist. Hij zou haar nemen. En zij, zij zou hem daarbij niets in de wegleggen. Ach, ze had zich al die hersenspinsels kunnen besparen. Hij was helemaal niet van plan om haar te nemen. Hij had andere plannen. Plannen die veel vernederende waren dan genomen worden. Plannen die haar overgave volledig zouden maken. Want dat en dat alleen was zijn intentie. Doordat ze haar ogen had gesloten, werd het voor hem eenvoudiger de handelingen uit te voeren nodig voor dat plan. Met zijn ogen op haar gericht, drukten zijn handen op een tweetal knoppen in de muur. Uit het plafond, zijwaarts boven het bed en ter hoogte van haar gezicht, zakten twee koorden naar beneden met aan beide een kleine musketon bevestigd. Ze stopten toen ze het tapijt raakten. Snel raapte hij de koorden één voor één op en knielde aan haar voeten neer, om vervolgens de musketons aan haar enkelbanden te bevestigen. Voor ze besefte wat hij had gedaan, stond hij weer naast de muur. Nu pas opende ze haar ogen en keek verward naar de koorden en hoe die in het plafond verdwenen. Toen pas voelde ze dat ook haar benen mee omhoog getrokken werden. Eerst door haar voeten van de grond te tillen, om vervolgens haar knieën naar haar buik te draaien. Nog stopten ze niet, maar veroorzaakten ze dat haar knieën gespreid werden en haar rok langs haar dijen gleed, om zo op haar jasje te vallen. Om toen haar benen ook langzaam achterover en omhoog getrokken werden, niet alleen haar kruis te ontbloten, maar ook te openen. De motor stopte en haar benen wiegden zachtjes heen en weer. Zo had hij het volle gezicht op haar opgetrokken billen en geopende vagina. Terwijl ze hem probeerde aan te kijken, steeg het bloed haar naar haar wangen. Hij keek haar aan. Zag ze wellust? Eindelijk, wist ze, eindelijk zal hij me nemen en zal ik voorgoed onteerd worden. Ze zou zich er gewillig aan overgeven, herinnerde ze zich. Alsof ze nu een keuze had. Maar dat maakte het alleen maar gemakkelijker voor haar. Misschien, heel misschien zou ze er zo ook van kunnen genieten. Ze liet haar hoofd weer vallen op het bed. Kom maar dacht ze, kom maar en neem me. Hoe kon ze zich vergissen. Onteren wilde hij haar. Daarin had ze gelijk. Maar altijd onverwacht. Wat betreft tijdstip. Wat betreft handeling. En wat betreft omvang en diepgang. Want elke keer wanneer ze dacht dat haar ontering nu volledig zou zijn, wilde hij haar daarin weer raken. Keer op keer. Totdat... Tot hij genoeg van haar had? Totdat haar man haar weer wilde? Totdat er niets meer te onteren viel? Totdat zij gelouterd en gezuiverd weer naar huis zou kunnen gaan, zoals haar man zo fraai geformuleerd had? Totdat zij zelf weer naar haar man terug durfde te gaan? Tsja... Eerlijk gezegd wist de Directeur dat zelf nog niet zo. Het waren slechts gedachten. Zo kwetsbaar en toch zo voornaam als ze daar nu hing. Bijna geheel gekleed en toch zo naakt. Voor het eerst voelde hij de behoefte om haar te laten gaan.... Snel zette hij die gedachte uit zijn hoofd. Mevrouw had met haar hulpeloosheid, en verlangen... ja zag hij dat goed, verlangen? hem volledige in verwarring gebracht. Aarzelde hij? En zijn grootse plannen dan, plannen die hij had met haar. Stonden die dan niet allang vast? Jazeker! Maar genieten van haar verwarring, daarvoor wilde hij de tijd nemen. Hij pakte het de witte poef en ging voor het bed zitten, vlak voor haar open kruis. En keek. Staarde. Strak en minutenlang. Zonder te bewegen. Wat zij trachtte te beantwoorden door haar ogen weer te sluiten en stil te blijven liggen, doodstil. Ze voelde dat hij keek. Keek naar haar open kruis. ‘Gewoon, zeg het nou maar, al was het alleen voor jezelf,’ dacht ze. ‘Je kut. Je openstaande kut. Daar kijkt hij naar. Jouw schaamteloze kut. Daar wordt hij geil van. Daarom zit hij daar. Als hij stijf genoeg is neemt hij je, dat weet je toch. En jij, wat wil jij? Wil jij hem in je?’ Wiegend in de lucht bewogen haar benen. Kantelde haar bekken. Draaide ze met haar billen. Mijn God, werd ze nat? Ze wist dat hij keek. Ook dat besef deed zijn werk. Hij die naar haar... vochtig zag worden. Voor hem spande ze haar lipjes. Bewoog ze haar dijen. Heen en weer. Haar billen die zich samentrokken, omhoog bewogen, niet langer onmerkbaar, maar onmiskenbaar. Haar ademhaling die daarop versnelde. Dat was het moment waarop hij had gewacht. Hij pakte de veer uit de binnenzak van zijn colbert en begon haar dijen langzaam te strelen. Langs haar schaamlippen, over haar schaamlippen. Door haar kutje. Haar nu vochtige kutje. Onmiskenbaar kon hij haar vocht nu zien glinsteren. Even vocht ze tegen de sensuele aanraking van de veer. Al snel moest ze het opgeven. Werden haar bewegingen openlijker, krachtiger. Reageerde ze op het ritme van de veer. Trachtte ze mee te bewegen. Te anticiperen. Te versterken. Gaf ze een ritme aan. Waarop hij dan weer reageerde. Anticipeerde. Versterkte. Kortom: ze vergat zichzelf in hun spel. Ze werd geil. Bloedgeil. Ze zou komen. Zonder het nog te beseffen. Maar dat besef kwam nu snel, pijlsnel. Op het moment dat hij stopte, vlak voor haar hoogtepunt. En samen met dat besef kwam de schaamte. En wat voor schaamte. Daar lag ze voor hem: mevrouw Juliette van Gravendeel-Maagdenburg. Met haar modieus gekapte haar. Haar verzorgde make-up. In haar keurig nette koningsblauwe mantelpakje, zo fraai harmoniërend met het witte bed. Haar hooggehakte pumps. Haar zwarte zijden kousen. Liggend op haar rug. Haar benen wijd gespreid naar boven. Haar naakte kruis. Open. Haar van geil nu glinsterende kut. Maar bovenal: haar licht geopende mond en zacht op en neer gaande borst. Hijgend. Van haar eigen ongewilde opwinding. Hoe vernederend. De vernedering van het willen komen en net niet kunnen. Het spel van de veer. Het spel tussen haar en hem. Het verlangen naar haar climax. Door hem, voor hem. Want nu haar adem langzaam weer normaal werd, met haar hoofd opzij en haar ogen gesloten, ontstond bij haar weer het besef. Besef van wie ze was. Besef van wat er was gebeurd. Hoe ze zich innerlijk verzet had tegen haar genot, maar hoe dat genot haar had overgenomen, haar intens verlangen daarna om klaar te komen, een verlangen dat bij haar nog steeds aanwezig was. Ze draaide haar hoofd weer naar hem toe en opende haar ogen. Zonder woorden smeekte ze hem: neem mij. Maar nemen wilde hij haar niet, nog lang niet. Misschien zelfs nooit. Haar laten komen, dat wel. Maar anders dan bij zijn eerste verleiding. Hij wilde dat ze zich machteloos zou voelen. Ze mocht zelf geen bijdrage leveren aan haar klaarkomen. Het mocht geen spel worden tussen hem en haar. Hij had het zelfs volledig uitgedacht en voorbereid. Hij zou ervoor zorgen dat zijn wijsvinger koud was als hij begon. IJskoud. Verpakte ijsklontjes in zijn colbert zorgden daarvoor. De tijd was nu daar. Zijn rechter wijsvinger deed pijn van de kou. Zacht gebood hij haar haar ogen te sluiten. Ze gehoorzaamde direct. Hij dwong zichzelf nog eventjes te wachten, te wachten op het moment dat ze zijn aanraking niet langer meer verwachtte. Toen pas legde hij zijn ijskoude wijsvinger voorzichtig op haar klit. Eventjes maar. Ze gilde en probeerde ongewild haar benen te sluiten. Wat natuurlijk maar heel ten dele lukte. Ze had geen idee wat haar had aangeraakt. Daar, waar ze zo graag aangeraakt wilde worden. Het was koud geweest. Wat kon zo koud zijn en zo klein? Ze had haar ogen onwillekeurig opengesperd, maar sloot ze ongevraagd. Want weten wat hij deed, dat wilde ze niet. “Goed zo,” zei hij bemoedigend, “maar nu stil blijven liggen. Heel stil” Ze gehoorzaamde. Weer legde hij zijn vinger daar waar ze het gevoeligst was. Even spande ze zich, maar nu zonder zich te bewegen. Wat het was, dat haar daar aanraakte, dat wist ze niet. Klein was het en koud. Zijn vinger bleef op nu zijn plaats. Voor even. Heel subtiel begon hij nu te bewegen. Om steeds op haar klit weer terug te keren. Heel langzaam heen en weer, heel subtiel druk uitoefenend, om die druk daarna weer los te laten. Aan haar ademhaling merkte hij dat haar geilheid zich weer opbouwde. Zag haar steeds vochtiger worden. Hij bleef doorgaan in hetzelfde tempo. Hij had geen haast. Zijzelf was zich überhaupt van niets meer bewust. Alleen maar van haar lust, haar onbeschrijfelijke lust. Bang was ze niet meer. Niet voor zijn stoppen, niet voor haar lust Alles wat eerder was gebeurd was verdwenen. Alleen genot en lust waren over. En ze kwam. Intens. En overvloedig. waar het zich allemaal afspeelde: het Gebouw - opent in nieuw tabblad © Paul Gérard reacties vind je in deel I gebruik onderstaande links voor het volgend/vorige deel omdat de "volgende hoofdstuk link" in de blauwe balk hieronder niet werkt naar het volgende hoofdstuk: Een echte ‘mevrouw’?
verhalen maken dromen waar
|