Gepost op dinsdag 08 november 2011 - 02:41 pm: |
|
|
waarin we kennismaken met Het Instituut, Moniek en de Directeur
Instituut voor Discipline Onderzoek & Advies b.v. versie 2021 Het heldere wit van het houten naambordje stak duidelijk af tegen de groen uitgeslagen muur. “Instituut voor Discipline Onderzoek & Advies b.v.” stond er in kleine letters te lezen. Je verwachtte een dergelijke gewichtig klinkende naam niet bij het uiterlijk toch wat verwaarloosde grote herenhuis. Het bevond zich wat achteraf gelegen enkele kilometers buiten het kleine stadje. Het park waarin het lag was duidelijk verwilderd, maar aan de veel bereden oprijlaan was te zien dat het gebouw wel degelijk druk bezocht werd. Nu was er echter niets anders te zien dan het Fiatje dat voor het gebouw geparkeerd stond. Een jonge man en vrouw stapten uit. Hij liep doelbewust naar de deur en drukte op de bel. Zij volgde hem, aarzelend, wellicht wat geïmponeerd door het grote gebouw, of was ze eerder verontrust vanwege de verwaarloosde staat en verlatenheid? Ze staarde nieuwsgierig naar de tekst van het naambordje. Las het en keek ze op naar de man. Even leek ze bleek weg te trekken. Tot haar man omkeek en ze begon te blozen. Was hij haar man? Hij had veelbetekenend naar haar geglimlacht. Knikte bemoedigend. Dat moest dus haast wel. Ze werden opengedaan door een jonge vrouw, ongeveer van hun leeftijd. Ze nam hun jassen ongevraagd en leidde hen naar één van de grote deuren in de hal. Ze klopte aan en opende de deur voor hen zonder op antwoord te wachten. Ze keek de man nadrukkelijk aan en gaf hem een kort knikje, de vrouw negerend, waarop hij naar binnen stapte en zijn metgezellin hem aarzelend volgde. Achter hen werd de deur gesloten. Een man van een jaar of 40 in zakenpak stond op van achter zijn grote bureau. Hij begroette de man en schudde hem hartelijk de hand. “Directeur van het Instituut,” stelde hij zich voor. “Welkom op ons Instituut voor Discipline Onderzoek en Advies” en wees op de stoel voor het bureau als uitnodiging om plaats te nemen. De vrouw leek hij echter niet te zien. Niet vreemd dat ze zich geen daardoor houding wist te geven en besluiteloos bij de deur bleef staan. Pas na het uitwisselen van enige beleefdheden keek de Directeur even in haar richting, en vervolgde als terloops: “U heeft Moniek reeds meegebracht, uw vrouw....” Voor haar dus geen hand ter verwelkoming, maar slechts een simpele constatering van haar aanwezigheid. Waarop de mannen hun gesprek vervolgden. Onzeker bleef de vrouw, Moniek weten we inmiddels, bij de deuropening staan. Moest ze gaan zitten? Maar er was geen tweede stoel bij het bureau. Wat werd er van haar verwacht? Eindelijk keek de Directeur opnieuw haar kant op. Zag haar hulpeloosheid. Hij fronste zijn wenkbrauwen. Was het uit ongeduld? Of irritatie. Of wellicht slechts uit verveeldheid? In ieder geval keek hij haar een paar seconden aandachtig aan. Om haar vervolgens, wuivend met zijn hand, te gebaren naast het bureau plaats te nemen. Staand, dat wel, want zoals gezegd: een stoel ontbrak. En vervolgde wederom het gesprek met haar man. Onzeker als ze was keek ze naar haar echtgenoot, maar ook van hem was geen steun meer te verwachten, ook hij had zich van haar afgekeerd. Waarop ze maar gehoorzaamde, op de aangewezen plek ging staan en met een zenuwachtig lachje om haar mond wachtte op wat komen ging. Tot haar verbazing spraken de mannen over het weer, over voetbal, het laatste nieuws. Niet over het Instituut. Niet over de reden van hun bezoek. Zelfs niet over haar. Al snel stopte ze met luisteren, want het was duidelijk dat waarover het gesprek ging van geen belang was. Het was afleiding voor waar het echt om ging: zij. Zij die hier stond, en niet zat. Naast het bureau. Naar haar werd niet gekeken. Met haar werd niet gepraat. Discipline onderzoek en advies, dat had op het bordje bij de deur gestaan. Daarvoor was zij hier. Daaraan zou ze worden onderworpen. Dat was de onderliggende boodschap die ze voor haar hadden door haar hier zo te laten staan. Vertwijfeld en alleen met haar gedachten... Over haar man. De wens die ze had uitgesproken. Zijn pogingen daar gehoor aan te geven. Haar vertwijfeling. Hoe lief hij daarop gereageerd had... Ongemerkt was de Directeur er toe overgegaan in de papieren op zijn bureau te bladeren en mompelde: “Hm, Moniek. Meisje Moniek. Of was het Juffrouw Moniek? Mevrouw Moniek? Wellicht Dame Moniek?” Met een schuin ook keek hij haar aan: “Duidelijk niet dat laatste.” Ze schrok. Ze voelde zijn indringende en onderzoekende blik. Hij was duidelijk niet blij met wat hij zag, want hij schudde meewarig zijn hoofd. Wachtte even, schraapte zijn keel en sprak haar geringschattend toe: “Gehoorzaam hm? Gedwee zou ik eerder zeggen. Maar duidelijk in het geheel niet zo het hoort, dus. Zijwaarts naast het bureau, dat wel. Rechtop ja, ogen geloken, ook dat. Durft geen oogcontact te maken. Begrijpelijk. Maar handen ontspannen langs het lichaam, tsja....” en klakte afkeurend met zijn tong. Hij keek haar streng en afwachtend aan. Met als enig gevolg dat het afgelopen was met die ontspannen houding van haar. “Op je rug, die handen!” Dat had effect. Moniek schrok en corrigeerde schielijk haar houding. En verstijfde vervolgens opnieuw. Bang om hem opnieuw te mishagen. Bang om te bewegen, bang om naar iets anders te kijken dan haar eigen voeten. Maar hij keek al niet meer en verdiepte zich verder in de papieren voor zich. Met informatie die kennelijk haar betrof. Want door haar wimpers heen zag ze hem zo nu even naar haar opkijken. En instemmend knikken. Dat de documenten haar betrof klopte. Want eerder had de Directeur van het Instituut een uitgebreid gesprek gehad met Anthony, haar man. Zonder haar medeweten! Dit was wat hij had opgeschreven: Moniek is bibliothecaresse en gewend om zelfstandig te werken. Ze is prettig in het contact en altijd bereid om anderen te helpen. Haar vriendinnen vinden haar geëmancipeerd. En dat was ze ook wel, wist ze zelf. Maar thuis lag dat anders. Ze hield van hem, haar Anthony. Hij was zorgzaam en attent, en een fijne minnaar. Echt, ze had niets te klagen. Toch had ze altijd het gevoel dat er iets ontbrak. Ze wist alleen niet wat... Totdat een collegaatje haar het boek ‘Haremslavin’ gaf. De naam van de schrijver, ene Paul Gérard, zei haar niets. De titel sprak haar ook niet echt aan. Ze had niets met harems, of slavinnen, laat staan met haremslavinnen, wie dat ook mochten zijn. Toch begon ze te lezen. Ze leed al snel mee met de hoofdpersoon. Verschrikkelijk, ben je lekker op vakantie, word je voor een harem ontvoerd als blanke slavin. Maar naarmate de hoofdpersoon twijfelde of het wel zo erg was: het leven als slavin binnen een harem, begon ook Moniek te twijfelen. Het idee dat een man zoveel macht over je had, al je diepste verlangens kende... En toen de hoofdpersoon door die verschrikkelijke Achad aan het plafond werd opgehangen realiseerde ze zich dat ze dat niet alleen verschrikkelijk vond, maar ook opwindend. Zelfs toen hij haar strafte met zijn zweep omdat ze zich niet aan hem wilde overgeven, kon ze niet stoppen met lezen. En merkte ze tot haar eigen verbazing dat ze dat ze geil was. Dat was wat er aan haar leven ontbrak: een man als Achad. Ze gaf het boek aan hem, haar man. Tot haar verbazing glimlachte hij: hij kende het boek. Hij zei zelfs dat hij wel haar Meester wilde zijn... Maar dat werd hij dus niet. Hij gaf haar opdrachten die zij zonder protest gehoorzaam uitvoerde. Maar strafte haar niet. Immers: waarvóór zou hij haar moeten straffen, ze was immers heel gehoorzaam? Toch was dat iets wat een Meester behoorde te doen. Daarom strafte hij haar op een keer zonder reden. Ze protesteerde ze niet. Ze kleedde ze zich uit en liet ze zich geselen. Het deed pijn, maar dat vond ze niet erg. Maar was hij daarmee haar Meester, haar Achad? Ze voelde geen gezag. Hij bleef haar man, haar Anthony, ze had hem lief. Ze wilde zijn slavin zijn, maar dat was ze niet. Ze wist niet hoe ze hem moest dienen en hij wist niet hoe hij haar moest domineren. Toen hij haar daar op een dag mee confronteerde, zei ze dat het waar was. Mocht hij hulp zoeken, had hij haar gevraagd. Ze had hem indringend aangekeken en volmondig ‘ja’ gezegd, ‘dat mag je’. Waarop ze even nadrukkelijk weer wegkeek hem zo laten wetend niet verder te vragen. Haar man had contact opgenomen met het Instituut en de Directeur had hem uitgenodigd voor een bezoek. De Directeur had hem uitgelegd welke taak het Instituut zich stelde: onderzoek naar de disciplinaire mogelijkheden. Zowel lichamelijk als geestelijk. Regels en Rituelen. Maar ook kleding of het ontbreken daarvan. Het aan- en uittrekken. Straffen natuurlijk. En pas daarna: het ontwikkelen van een disciplinair plan. Wat dus duidelijk iets anders was dan Moniek om te vormen tot de slavin van haar man. Het was één van de mogelijkheden die onderzocht zou worden. En zelfs als het onderzoek duidelijk maakte dat Moniek opgevoed kon worden tot slavin, wilde dat nog niet zeggen dat hij, haar man, haar dominant zou kunnen zijn, laat staan haar die opvoeding zou kunnen geven. Hierover kon noch wilde het Instituut een garantie geven. Maar Anthony hield van haar en hij wilde haar graag die kans geven. Of hij haar Meester zou worden, was van later orde. Op voorstel van de Directeur werd besloten Moniek voor onbepaalde tijd intern te plaatsen en haar vooraf niet in te lichten. Alleen dat ze drie weken vrijaf zou moeten vragen van haar werk. En dat dat te maken had met haar verlangen slavin te zijn... De formaliteiten van haar toestemming zou een onderdeel vormen van het onderzoek. De opname zou een streeftijd kennen van zeven dagen, waarin het disciplinair plan zou worden opgesteld, waarschijnlijk meteen gevolgd door een basistraining. Na het contract aldus te hebben opgesteld en ondertekend, nam Monieks echtgenoot met een warme handdruk afscheid van de Directeur. Zodra Monieks verlofperiode inging, zou hij haar persoonlijk komen brengen. Om haar aan het Instituut te overhandigen. Het Instituut voor Discipline Onderzoek & Advies. De Directeur scheen inmiddels uitgestudeerd op de papieren voor hem en pakte uit een bureaula verscheidene formulieren. Die diende niet alleen voor het verzamelen van de benodigde informatie. Zuiver het stellen van vragen en het verrichten van onderzoek had een groot symbolisch belang. Daarmee diende voor haar de toon gezet voor wat later volgen zou: een diepgaand en verreikend onderzoek naar haar mogelijkheden, waarbij vernedering en pijn nooit ver zouden zijn. Eindelijk richtte hij zich weer tot Moniek. “Juist, een onderzoek naar de disciplinaire mogelijkheden van ehh Meisje Moniek, juist...” “Laten we haar dan maar eens goed bekijken”. Hij stond op en bleef vlak voor haar staan en keek haar in de ogen. “Hmm. Opgemaakt. Oogschaduw, lippenstift, rouge waarschijnlijk. Bescheiden, maar toch. Jammer.” Tegen haar echtgenoot: “We hebben de meisjes hier het liefst zo puur mogelijk.” En daarna weer richting Moniek, die nog steeds niet naar hem durfde te kijken. “Verzorgd gekleed. Blouse en rok. Nylons en bescheiden hakken. Een eerste onderzoek naar lichaam en geest lijkt me op zijn plaats.” Hij stapte naar haar toe en ging voor haar staan, bekeek haar aandachtig en knoopte langzaam haar bloes los. Een behaatje werd zichtbaar. “Zo, zo.... We laten de borstjes verschuilen. Nooit gehoord dat die aan de man behoren?” Hij keek haar strak aan en, daar zij nog steeds strak naar de grond keek, kuchte hij. Ze schrok. “Kijk mij aan.” Onmiddellijk gehoorzaamde ze. Maar nog steeds begreep ze niet wat hij van haar verlangde. Indringend keek hij haar aan. Met een dwingende knikje en een: “Hop, hop, en snel,” versterkte alleen maar haar vertwijfeling. “Uit!” Dat begreep ze. Hij wilde... Nee?! Blozend gehoorzaamde ze en maakte de knoopjes van haar bloes los, trok hem uit en legde hem op tafel. Ze bracht haar handen naar haar rug om haar beha los te haken. Vol schaamte keek ze de Directeur aan toen ze het textiel van haar borsten verwijderde. Wat voelde ze zich naakt voor zijn ogen. De Directeur echter bekeek het tafereel met genoegen en strekte zijn handen om haar te betasten. Hij omvatte haar borsten, streelde langs haar tepels, pakte deze tussen duim en wijsvinger, rolde ze voorzichtig. “Heel aardig. Soepel en toch sterk, veerkrachtig...” En kneep. Ze gaf een harde gil. “en toch gevoelig.” Hij nam afstand, zweeg onderzoekend en noteerde zijn bevindingen en richtte zich tot haar echtgenoot: “Haar billen, ons volgend onderzoeksgebied.” En tegen Moniek: “Hm wat wacht je nog. Hoor je niet wat ik zei? Ja, draai je om.” Geschrokken gehoorzaamde ze. “Til je rok op. Hop, hop. Juist. En hoger. Toe maar...” Een licht gekleurde panty verscheen, strak gespannen over haar stevige billen. “Bah, een panty. Was ik al bang voor. Hoe stuitend en oncharmant. Hier zal nog heel wat moeten gebeuren,” en begon haastig weer enkele notities te maken. Moniek bleef, zonder haar man aan te durven kijken, haar rok ophouden. Toen de Directeur even later van zijn papieren opkeek en haar nog steeds in panty en slip zag staan, gebaarde deze enigszins geïrriteerd met zijn hand: dat is niet meer nodig. Snel liet ze haar rok vallen en legde haar handen weer op haar rug, haar blik weer op de vloer gericht, bang als ze was om weer een fout te maken. Hij had echter geen oog meer voor haar en was druk in de weer met het maken van notities. Na een minuut of vijf was hij uitgeschreven en stapte vervolgens op haar toe, nam haar bij de hand en, terwijl zijn andere hand haar billen een lichte tik gaven, leidde hij haar naar een zijkamertje. Dat werd gevormd door twee grote, manshoge kamerschermen in de hoek bij de grote ramen. Raar, dacht ze toen de bij de opening aanbelande: hierachter ben je onzichtbaar vanuit de kamer, maar zichtbaar vanuit het park. Gelukkig oogde het park net zo verlaten als daarvoor. Toch schrok ze toen ze zag wat zich achter het kamerscherm bevond. Het was smalle verrijdbare tafel, met aan de kant waar zij zich nu bevond een dik buisvormig leren kussen bevestigd dat in hoogte verstelbaar was. Ze trok bleek weg, want ze vermoedde de bedoeling daarvan. Als zij daarover zou moeten buigen zou ze zichtbaar zijn, heel zichtbaar vanuit het park. Verlaten of niet... Hij gebood haar inderdaad voor de tafel te gaan staan, over het kussen heen te buigen en zich op de tafel uit te strekken. De tafel zelf was vrij laag zodat haar billen mooi naar boven uitstaken. Welk effect versterkt werd nadat de Directeur het kussen niet alleen hoger draaide, maar ook schuin naar achter. Zo wezen haar billen hoog de lucht in, hingen haar benen vrij met slechts haar tenen aan de grond. Maar niet voor lang. Maar eerst sloeg hij haar rok omhoog en verwijderde geroutineerd haar schoenen, panty en slip. Twee omklede stangen werden vervolgens van onder de tafel uitgeklapt en zijwaarts bewogen, zodat haar onderbenen vrij boven de grond zweefden, haar dijen wijd gespreid werden en haar vagina zich opende. Hij onderzocht haar billen, streelde, kneep, klopte, krabde met één nagel. Trok ze van elkaar en schudde ze licht hen een weer. Streek over haar schaamlippen, er langs, en betastte daarna voorzichtig diens binnenzijde. Hij knikte tevreden toen hij merkte dat ze vochtig was. Beroerde haar met zijn wijsvinger en drong langzaam maar diep bij haar naar binnen. Hij draaide zich half om naar haar echtgenoot, terwijl hij met zijn andere vingers in haar intimiteit op verkenningstocht ging en richtte zich tot hem. “U weet dat dit slechts een zeer ... Onwillekeurig ontsnapte haar een lange zachte kreun. Natuurlijk, ze wilde zich niet laten gebruiken onder ogen van haar man, maar ze kon zich eenvoudigweg niet langer inhouden. “... een zeer voorlopig onderzoek.” Ze liet het gaan en kreunde voluit, waarop de Directeur haar nu met aandacht vingerde. “Ze is geil dit meisje. Hmmm botergeil. Wil klaarkomen ongetwijfeld” Een extra kreun en een hap naar adem bevestigde die veronderstelling. “Maar dat kunnen we natuurlijk niet toestaan.” Hij trok zich nu uit haar terug en richtte zich weer tot de echtgenoot, haar nahijgend achterlatend, om, nadat ze besefte wat er gebeurd was, beschaamd de ogen te sluiten. En om na te genieten, ook dat. “Ik kan u nu wel vertellen dat mevrouws prognoses als slavin er uitstekend uitzien. Ze reageert adequaat, snel en is niet alleen voldoende vochtig, maar snel in geile staat te brengen. Klaarkomen zal haar eerder overkòmen, dan dat ze er bewust naar op zoek is, me dunkt. Haar controle is dan ook ver te zoeken. Dat heeft zeker zijn voordelen, maar geeft ook beperkingen. Ze zal ook daarin nog veel moeten leren.” Jammer dat Moniek niet kon zien hoe vergenoegd haar echtgenoot keek toen hij dat hoorde. “Zeker, er zijn meer onvolkomenheden die ik heb kunnen vaststellen bij Moniek, maar...” hij draaide zich nu geheel om en ging uitgebreid zijn handen staan wassen “...me dunkt, met een diepgaand onderzoek, gepaard gaand met het ondergaan van een breed scala aan experimenten, moet een sluitend disciplinair plan zeker tot de mogelijkheden behoren.” Woorden die Moniek deden opschrikken uit haar vernedering van genot. Ze probeerde zich op te richten, natuurlijk zonder succes, want daarvoor lag haar billen te hoog en haar dijen te wijd. Het echter wel tot gevolg dat de Directeur zijn monoloog staakte en verstoord raspend zijn keel schraapte. Waarop ze geschrokken direct haar poging staakte, verslagen haar oude houding weer aannam en haar ogen sloot. “Zoals ik u al zei, nog heel wat onvolkomenheden. Ze heeft geen idee van haar plaats, noch wat er van haar verlangd wordt. Nee, Moniek lijkt me een meisje wat danig moet worden aangepakt. Zeker. Maar met de belofte van veelbelovende resultaten. Dat ook. Haar gedrag is bepaald nog ongepast voor een slavin. Of sub, zoals we haar hier zullen gaan noemen.” Monieks echtgenoot keek hem vragend aan. “Sub, zoals in Submissive. Helaas vertaald dat niet echt goed. Want ‘Onderdanige’? Dat bekt niet lekker. En Slavin is hier een eretitel, en dáár heeft ze nog geen recht op, nietwaar? Dus houden we het in haar geval voorlopig op Sub. Of Subje... ” Maar ik had het over haar gedrag als ehh Sub. Ze kent haar plaats niet. Weet niet hoe zich te gedragen. Verlegen met de situatie. Maar wel gehoorzaam. Dat is zeker een pluspunt.” Hij maakte weer enige aantekeningen als om zijn eigen woorden te onderstrepen. “Voor we echter over gaan tot nadere afspraken, wilde ik haar huidgevoeligheid nog provisorisch testen, met name het oppervlak van haar billen. Een belangrijk object hier, voorwaar. Als we haar moeten straffen, en dat lijkt me onvermijdelijk, zeg maar zelfs: gewenst, dan zal dat daar zijn: op haar billen. En als we daar te omzichtig mee moeten omgaan, beperkt dat onze mogelijkheden.” Hij ging naar een rek aan de muur, haalde acht zweepjes waarvan het koord steeds iets dikker werd. Hij nam de dunste. Strekte zijn arm. Sloeg. Bukte. En mat de dikte van de ontstane striem met een schuifmaat. Vervolgens pakte hij een kleuren staalkaart van diverse kleuren rood: van zeer lichtroze tot diep donkerrood, en bepaalde aan de hand daarvan de kleur van de striem. Om tenslotte alle resultaten zorgvuldig op te schrijven. Vervolgens nam hij het volgende zweepje. Waarop alle handelingen zich herhaalden. Handelingen die Moniek in stilte onderging. Natuurlijk, bij elke slag verstarde ze heel even, maar dat was alles. Wat ook gold voor haar gevoelen van vernedering. Gewoon negeren, dacht ze. Zo werkte hij alle tien de zweepjes af. Staarde enige tijd naar de zojuist beschreven papieren. En constateerde: “Prima. Vijf is optimaal. Een prima weerstandsvermogen mag ik wel zeggen.” Hij legde de zweepjes terug en pakte nu een kleine cane: een dun en soepel stokje van rotan. Hij stelde zich naast Moniek op, strekte zijn hand tot vlakbij haar billen en sloeg. Hij herhaalde dat in een rustig tempo negen maal, iedere keer iets meer kracht, en elke slag met een centimeter ruimte naast de vorige. Natuurlijk schokte ze bij iedere slag van de cane. Toch bleef ze liggen. Wel ontsnapte haar bij elke slag nu een kreun en bij de zesde kon ze zich niet meer bedwingen en schreeuwde. Na de laatste slag bleef ze stil liggen, zachtjes nasnikkend, terwijl de Directeur het ritueel van daarnet rustig en onbewogen herhaalde. Ook pakte hij nu een digitaal apparaatje waaraan een sonde was verbonden met een zuignapje. Overal mat hij hiermee de temperatuur van iedere striem op. Wat ze zachtjes nahuilend lijdzaam onderging. Ze voelde zijn koude handen en de sonde zonder dat ze die zag. Maar nu onderging ze haar vernedering anders. Nu was er acceptatie. Door haar tranen verzette ze zich niet langer. Voelde ze zich een object, een lichaam overgeleverd aan een ander. Niet langer van haarzelf. En voor het eerst begon ze te voelen wat het kon zijn: een slavin worden. Niet langer van zichzelf zijn, maar van een ander. Onderworpen. Hetzelfde gevoel dat ze had gehad bij het lezen van ‘Haremslavin’. Nu niet langer een duister verlangen, maar werkelijkheid. En terwijl ze verder wegdroomde en nadacht over haar verlangens en wat ze had gelezen over de belevenissen van Denise in de harem, had de Directeur allang zijn experimenten met haar gestaakt. Hij had op zijn horloge gekeken en was in gesprek met haar echtgenoot begonnen over van alles en nog wat, echter niet over straffen, billen en opvoeding en al wel helemaal niet in relatie tot Moniek. Zo liet hij tien minuten verstrijken. En concentreerde zich weer opnieuw op de billen van Moniek. Hij gleed licht met zijn hand over de huid, zo de gezwollenheid van haar billen ervarend. Ze rilde licht. En tot haar grote verrassing koesterde ze zijn aanraking. Ze lag daar om aangeraakt te worden. Voelde dat hij haar gezwollenheid voelde, het resultaat van al zijn slagen. Voelde de trots daarover. Dat ze dat had doorstaan. Natuurlijk, ze wist dat ze geschreeuwd had. Dat was onvermijdelijk geweest. En ook daarover voelde ze trots. Maar ze had het ondergaan. Had niet geprotesteerd. Tevreden was ook de Directeur toen hij het resultaat van zijn arbeid inspecteerde. Maar nam toch niet genoegen die gevoelsmatige tevredenheid. Hij wilde een wetenschappelijk onderbouwing van zijn observaties. Uit zijn instrumentarium pakte hij een dunne, maar brede metalen strip en een schuifmaat. Hij legde de strip voorzichtig op één van de striemen en mat met de schuifmaat de afstand tussen latje en bil. Zo bepaalde hij de dikte van de zwelling in tienden van millimeters. Bij elke aanraking van het koude metaal rilde het meisje en kreunde licht. Hij ging echter onverstoorbaar verder door daarna ook de breedte van de striemen op te meten met de bek van de schuifmaat. Waarbij hij zelfs iedere striem op verschillende plaatsen mat, om zo een beeld te krijgen met een gemiddelde nauwkeurigheid in een tiende millimeter. Ook deze gegevens noteerde hij zorgvuldig. Waarop hij naar zijn bureau terug ging en plaats nam, Moniek aan haar lot overlatend. Waarmee ze dit keer geen enkele moeite had. Okay, daar lag ze. Geslagen en vernederd, met haar billen de lucht in, haar kut open en niet in staat die te sluiten. Haar rok op haar rug gedrapeerd als enige herinnering aan de keurige mevrouw die ze bij binnenkomst was geweest. Ze had er vrede mee. In de verte hoorde ze de stem van de Directeur. “Nogmaals, ook hier een goed resultaat: de huid laat uitstekend een strenge tuchtiging toe. Hij is vrij gevoelig, gelukkig, maar zal niet stuk gaan, optimaal dus voor een goed pak slaag, niet waar. Haar beheersing en wil tot incasseren zijn eveneens redelijk tot goed. Me dunkt samenvattend dat de voorwaarden tot een strikte gezagsrelatie alleszins aanwezig zijn.” Anthony reageerde verheugd, maar zwijgend. Dat laatste wist ze natuurlijk niet, maar bedacht ze zelf erbij. Het leek alsof de Directeur zich plotseling realiseerde dat Moniek nog lag te wachten in de bijkamer. “Haalt u haar even,” vroeg hij aan de echtgenoot. Die dat verzoek onmiddellijk inwilligde, het kussen weer omlaag draaide en haar liefdevol omhoog hielp. Maar vermeed haar aan te kijken. Waar ze tot haar verrassing blij mee was. De staat van willoosheid die ze ervoer wilde ze niet verliezen. De Directeur had daar echter geen boodschap aan. Geërgerd door haar lethargie gebood hij haar haar plaats weer in te nemen. Geschrokken gehoorzaamde ze hem. Naast het bureau wist ze. Nu met ontblote borsten en alleen een rok. Toch schaamde ze zich niet. Ze wilde nu gehoorzaam zijn. Ze rechtte haar rug. Borst naar voren, handen op de rug, hoofd gebogen, maar wel sluiks toekijkend. Goedkeurend keek hij naar Monieks gedweeë houding en constateerde dat zij haar plaats reeds begon te kennen. En vervolgde het gesprek met haar man. Natuurlijk met de bedoeling dat ze luisterde terwijl ze zich genegeerd wist. “Een onderzoeksprogramma waarbij de dame intern wordt gehouden, waarna een disciplinair plan gemaakt kan worden, lijkt me optimaal.” Haar echtgenoot knikte wederom instemmend. “Met onmiddellijke ingang.” Nogmaals knikte de man. De Directeur haalde vervolgens een formulier uit een bureaula en gaf dat aan hem. “Als u hier dan even wilt tekenen? En ook voor haar?” Haar man tekende ongezien. Tweemaal. Papieren waarvan zij niet alleen de inhoud niet kende, maar die haar man ondertekende zonder dat hij de moeite nam ze te lezen. Hij had niet eens naar haar opgekeken toen hij tekende. Ook voor haar. Haar gevoel van overgave veranderde in een lichte paniek, terwijl zij met geloken ogen voorzichtig spiedend naar beide mannen keek. Ondanks alles werd ze verrast door die paar laatste zinnen van de Directeur. Onderzoeksprogramma. Disciplinair plan. En vooral dat ‘per onmiddellijke ingang’. Betekende dat... Ze had drie weken vrij gevraagd. Haar eerste vrije dag, vandaag, had hij haar meegenomen. Was het dan de bedoeling dat ze de komende dagen... Drie weken? Van de mannen zou geen antwoord komen, wist ze. Het was duidelijk dat ze haar bewust buitensloten. Haar enige functie was daar staan in onwetendheid. Zonder haar zelfs nog maar een blik waardig te gunnen. Beiden gingen staan en schudden elkaar de hand. Met de opmerking van de Directeur dat hij spoedig weer contact met haar echtgenoot zou opnemen, begaven ze zich naar de deur. Nog voordat ze deze bereikt hadden, verscheen de jonge vrouw, die hen ook had ontvangen, om haar man uitgeleide te doen. De Directeur gebaarde echter dat ze dat aan hem kon overlaten, maar voegde haar in plaats daarvan de opdracht toe: “Moniek gereed maken graag, en breng haar daarna naar 2b, wil je.” En terwijl de mannen het vertrek verlieten zonder Moniek nog een blik waardig te achten, stapte de jonge vrouw energiek op Moniek toe. De strak geklede vrouw keek haar spottend aan en nam haar mee. Niet naar de deur, maar opnieuw naar het bijkamertje achter het kamerscherm. De tafel waar ze nog zojuist op had moeten liggen werd weggerold om ruimte te creëren. Haar liet ze echter bij het raam staan. Zonder een woord te spreken verwijderde de vrouw haar sieraden en rok. Uit een doos haalde ze enkele zachtleren armbanden, probeerde enkele en drukte de passenden met een klik in elkaar. Vervolgens knielde ze voor Moniek neer en herhaalde de procedure voor haar enkels. Ook een armband voor haar hals werd gepast, waaraan ze een ring met veersluiting bevestigde. Ze nam beide polsen van Moniek en drukte ze tegen de veersluiting aan. Ze deed een stap terug en keek geboeid naar Moniek, die hulpeloos met haar polsen tussen haar borsten en op de boeien na volledig naakt, lijdzaam wachtte op wat komen ging. Tevreden over wat ze zag, draaide ze Moniek om. Tegen het kamerscherm hing een spiegel, zodat ze zichzelf kon bewonderen. Wat ze inderdaad deed. Ze vond zichzelf mooi, zo geketend. En trots. Dit had ze gewild. En hoe ongewis ze ook was over wat erna zou gebeuren: ze voelde geen spijt, integendeel, maar verlangen. Haar begeleidster vond het echter al snel genoeg, draaide haar weer om en gaf haar een ferme tik op haar billen als teken om te gaan lopen. Leidde haar zo de kamer uit, de grote hal in, door een theaterzaal heen een soort opslagruimte in, nog een deur door en vervolgens een steile stenen trap af naar beneden. Zo belandden ze in de halfduistere kelder van het grote huis. Direct sloegen ze linksaf een lange gang door en daarna nog een keer kort linksaf. Met aan het eind links een zware deur, die haar begeleidster voor haar opende en achter haar meteen weer sloot. Weer bonden ze zich in een lange gang. Hier was echter amper licht, zodat het einde niet zichtbaar was. Wat niet gaf want direct rechts bevond zich het doel van haar lange mars: een kleine kamer, waarvan de voorkant en deur volledig bestond uit glas. Er bevond zich tegenover de deur een hoog raam, maar dat was geblindeerd. De wanden waren bespannen met zwart fluweel en ook het enige meubilair in de kamer, een poef en een eenvoudige bedbank, was met dit materiaal overtrokken. De vrouw dwong Moniek op het bed te gaan liggen. Snel werd een ketting aan haar halsband bevestigd die zelf weer aan de muur werd geklikt, zodanig dat ze slechts met moeite op haar zij kon liggen. Haar enkels werden aan de hoeken van het bed bevestigd, zodat haar benen tot spreidstand werden gedwongen. De vrouw controleerde de effectiviteit van haar gedwongen houding door langzaam met haar wijsvinger langs de binnenkant van haar dijen te strijken en vervolgens in een vloeiende beweging haar vagina binnen te glijden. Toen ze haar vinger na een tiental seconden terugtrok bleek deze nat te zijn. Ze glimlachte: het verblijf van Moniek op Het Instituut zou ongetwijfeld succesvol verlopen. Ze verliet de kamer en sloot de deur. De duisternis daalde plotseling en volledig in het kamertje neer. Zelfs het zwakke licht van de gang drong niet in de kamer door. Moniek was alleen. Alleen met haar gedachten. Haar verlangens. Haar hoop. En haar angst voor wat komen ging.... waar het zich allemaal afspeelde: het Gebouw - opent in nieuw tabblad © Paul Gérard
verhalen maken dromen waar
|
|
Paul Gérard
Oppasser
Bericht Nummer: 288 Aangemeld: 04-2003
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op vrijdag 13 december 2019 - 01:23 pm: |
|
Instituut voor Discipline Onderzoek & Advies |
Met de nodige trots mag ik het eerste -oude- maar geheel vernieuwde verhaal presenteren. Met ook een nieuwe titel: Opname. Dat vernieuwen was hier beslist een heel pittige klus. Dat krijg je dat een verhaal, waar alles mee begon, zo lang onveranderd blijft. Terwijl de verhalen - boek dus eigenlijk - zich steeds meer ontwikkelden. Ik merkte dat dit verhaal eigenlijk een wat afstandelijk introductie was van het Instituut. De Directeurs was zelfs eerder hoofdpersoon dan Moniek. Tsja, en als er één hoofdpersoon is in dit boek dan is het wel Moniek. Dat moest dus anders. Nu staan haar gevoelens centraal. Daarmee is het ook veel langer geworden... Wat ook veranderd is is de toon. Het was wel heel erg afstandelijk. Voor het neerzetten van zoiets als het Instituut is dat op zich niet verkeerd: je wilt dat het meisje zich heel klein gaat voelen. Maar hier was het tè. Zeker als je ziet hoezeer we later met haar gaan meevoelen in alles wat zij beleeft. Maar nu dus ook in dit eerste verhaal waarin ze wordt ‘opgenomen’. Maar ook op inhoud heb ik dit verhaal behoorlijk aangepast. Ze heeft een heel andere achtergrond gekregen. En zij neemt in deze versie zelf het initiatief, niet haar man. In eerste instantie natuurlijk. De vervreemding van de opening heb ik natuurlijk wel in tact gehouden. Maar wel duidelijker. Ben heel benieuwd hoe jullie het verhaal nu ervaren... Dus: ja, graag reacties...
verhalen maken dromen waar
| |
LeerMeester
Bevlogen lid
Bericht Nummer: 72 Aangemeld: 05-2009
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op zaterdag 14 december 2019 - 02:29 am: |
|
Kennis maken. |
Persoonlijk vind ik het prettig dat Moniek zelf de verhalen heeft gelezen, en daardoor kennis heeft gemaakt met de levensstijl. Ook al weet ze niet wat het met haar gaat doen, is ze tot de conclusie gekomen dat het haar intrigeert, ze wil wat met haar gevoelens doen. Ze beseft zich dat het consequenties heef voor haar als vrouw en voor haar zelfstandigheid als persoon. Het initiatief komt bij moniek zelf vandaan, het is geen verlangen van haar man wat ze probeert te beantwoorden, waardoor ze ontdekt dat ze de manier van omgang en interactie prettig vindt. Dit feit is voor mij als lezer prettiger, dan het andere scenario Het consensus aspect is hierdoor duidelijker, er is geen afgedwongen overgave. Het concept is door Moniek aangedragen, dat haar man het overneemt en naar eigen inzicht invult zonder overleg met Moniek doormiddel van het instituut in te schakelen zet de sfeer direct goed neer. Moniek is niet de organiserende factor maar de aangeefster, dat maakt dat het D/s sfeertje in al haar schoonheid fijn geïntroduceerd wordt.
LeerMeester, Voorheen bekend onder Leergierig. Ik heb een heerlijke slavin en kan genieten van andere D/s stellen.
| |
Jip
Bevlogen lid
Bericht Nummer: 42 Aangemeld: 06-2014
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op zaterdag 14 december 2019 - 04:00 pm: |
|
Gemengde gevoelens |
Tja, wat vind ik hier van? Om te beginnen: je schrijft natuurlijk heel goed. Je hebt maar een paar woorden nodig om een sfeer te schetsen waar ik als lezer helemaal in meegezogen wordt. Het wat vervallen herenhuis in een park, ik zie het zo voor me. De introductie is ook mooi. Ik ben het met De Leermeester eens dat het als lezer prettig is om te weten dat Moniek dit allemaal zelf wil en dat haar man probeert om haar dat ook te geven. De zoektocht daarnaar is heel mooi beschreven en met veel gevoel beschreven, een zinnetje als: “Waarop ze even nadrukkelijk weer wegkeek hem zo laten wetend niet verder te vragen.” vind ik prachtig gevonden, bijna kunst. Meesterlijke knipoog trouwens om jezelf ook nog even als schrijver in het verhaal te vlechten. Naarmate de directeur meer in beeld komt en hij verder gaat in zijn onderzoek, krijg ik het als niet liefhebber van het harde SM genre wel moeilijker. De directeur vind ik meteen een vervelende kerel. Ik mis bij hem elke vorm van sympathie of gevoel. Dan krijg ik het toch wel benauwd. Natuurlijk hoort dat er ook bij, maar ik zoek dat juist altijd wel in verhalen. Gelukkig is er nog wel dat mooie momentje waarop de echtgenoot haar bevrijd van het bankje, mooi zoals dat er weer even tussendoor komt. Dat maakt het allemaal weer draaglijk. En verder vertel je toch ook gewoon een spannend verhaal, waarvan ik toch wel benieuwd ben hoe het verder gaat. Zal ik dan toch stiekem eens naar het volgende hoofdstuk kijken? Groetjes, Jip.
|
Paul Gérard
Oppasser
Bericht Nummer: 289 Aangemeld: 04-2003
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op zaterdag 14 december 2019 - 07:16 pm: |
|
gestreeld ego |
Dank je wel, Leermeester en Jip. Dank jullie wel voor jullie mooie inhoudelijke reacties. Ik werd er emotioneel onder. Ik merk hoe het belangrijk is als schrijver om van lezers te horen hoe ze je verhalen ervaren. Wat ze erbij beleven. Ik dacht het laatste half jaar, sinds ik weer aan het schrijven ben aan Het Instituut en De Kostschool, vaak: ach, ik kan wel zonder reacties. Het was al fijn dat er gereageerd werd op Haremslavin. Maar deze verhalen (Instituut en Kostschool) lagen verscholen - ik zou haast willen zeggen: te verpieteren. Dan komt toch de twijfel weer om de hoek kijken... Dan de inhoud van jullie reacties... mijn truc Ik zat lang in de ‘tang’ van enerzijds willen dat Moniek ‘alles rond haar opname in het Instituut haar overkomt’ en anderzijds het leven dat ze gaat leven háár leven is, een leven dat bij háár past. Als schrijver van verhalen kun je je natuurlijk veel meer vrijheid veroorloven, dan in het echte spanking en bdSM werkelijkheid. In een verhaal wil ik vooral (onrealistische) sm romantiek. Toen ik de truc uitvond om haar er ‘in een eerdere fase mee te laten worstelen (wat het lezen van Haremslavin met haar doet)’ dacht ik opgetogen: ja zo maak ik beide duidelijk. En hoef ik me niet meer druk te maken dat ook op die manier dat natuurlijk helemaal not-done is. Ik wilde dat Moniek echt teruggeworpen werd op zichzelf. Daarvoor heb ik die nare directeur nodig. Die dat overigens ook maar ‘speelt’... Tsja, ik ben zelf (o.a.) acteur, en dan krijg je dat soort nuances. Omdat nog wat te benadrukken: in het volgende hoofdstuk introduceer ik de ‘echte slechterik’. Zo kan de Directeur wat gas terugnemen. En die -later- best wel wil toegeven dat hij soms ‘fout bezig is’. En dat ik dat dan ook nog kan doen in de vorm van wat zelfverheerlijking (Haremslavin)... Dat was echt heel leuk om te doen. Jezelf op een voetstuk plaatsen haha. Maar ik kan je beloven: dat grapje komt terug in latere verhalen... sympathie en gevoel Er zijn drie hoofdpersonen in Het Instituut en De Kostschool en daarvan is Moniek me het meest dierbaar. Ik kan je daarom beloven, Jip, dat ze veel liefde en aandacht krijgt. Ik wilde schrijven: voor haar geen harde sm; voor haar vooral veel ‘sympathie en gevoel’. Dat geldt trouwens ook voor Marjan, Juliette en Dora, de andere hoofdpersonen. Maar in het komende hoofdstuk .... verdient Moniek vooral veel sympathie van de lezer (maar beloof ik: geen harde sm). Leuk dat je schrijft:
Jip schreef::Gelukkig is er nog wel dat mooie momentje waarop de echtgenoot haar bevrijd van het bankje, mooi zoals dat er weer even tussendoor komt. Dat maakt het allemaal weer draaglijk.
Het was echt balanceren tussen de noodzaak dat de echtgenoot zich niet met de opname mocht bemoeien enerzijds, en de liefde die hij voor haar voelt anderzijds. Hij is eigenlijk het echte ‘slachtoffer’. Hij is het die zich opoffert. Maar dat kleine moment van tederheid: dat wilde ik hem niet ontzeggen.... door blijven lezen En lief dat je vraagt: “Zal ik dan toch stiekem eens naar het volgende hoofdstuk kijken?” In principe zijn de hoofdstukken die op de site staan nu gecorrigeerd. Zeker de komende 2 hoofdstukken zijn ‘af’. Ik zal nog dit weekend het volgende hoofdstuk ‘aankondigen’. Gemiddeld 2 in de week moet gaan lukken... En ik zou het erg leuk vinden als je ze in dat tempo zou lezen (en reageren)... Maar wie ben ik om je daarin te remmen?
verhalen maken dromen waar
| |
Paul Gérard
Oppasser
Bericht Nummer: 386 Aangemeld: 04-2003
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op vrijdag 17 december 2021 - 04:29 pm: |
|
nogmaals verbeterd |
Naarmate de boeken van Het Instituut en de Kostschool vorderen, blijf ik regelmatig de oudere verhalen verbeteren. Normaal doe ik daar geen melding van. Maar hier maak ik een uitzondering. In de eerste plaats omdat LeerMeester en Jip me bewust maakten van de noodzaak één stijl te hanteren. Afstandelijkheid is een thema in dit eerste hoofdstuk. Ik zelf was me al bewust dat het ook te afstandelijk kan zijn. En jullie benadrukten dat. Maar nu ik om een andere reden dit hoofdstuk weer wat moest bijvijlen viel me op dat ik het zo nu en dan geheel onterecht heb over 'het meisje'. In de opening is dat prima, maar zodra de hoofdpersonen bekend zijn volledig onnodig. Het verhaal gaat immers direct na de inleiding over tot een verhaal vanuit Moniek. Zij wordt een 'ze'. Je beleeft wat zij beleeft... En dat leest veel natuurlijker. En oh ja: ik heb Monieks echtgenoot een naam gegeven. Anthony. Dat had hij al in een eerder hoofdstuk gekregen, en hier haalt het ook weer een klein beetje van die afstandelijkheid weg.
verhalen maken dromen waar
| |
|