Een intiem (in)kijkje in de belevingswereld van een meisje dat zich blijft verwonderen
Het onvermijdelijke. Al de hele dag weet ik wat er zit aan te komen. Die vreemde mengeling van angst en opwinding. Het besef dat ik het verdien, het besef dat het meer zal zijn dan waar ik naar verlang. Ik pak mijn iPhone van tafel en tik een berichtje aan mijn man. L. Hoe laat ben je thuis, schatje? E. Uurtje L. Ok (...) L. …moet ik bang zijn? E. Ja Duidelijk, kortaf. Hij zit waarschijnlijk in de auto, realiseer ik me. Weer dat gevoel. Angst, opwinding. Ik was aan het werk, maar er komt geen letter meer uit mijn vingers. Ik dood de tijd met het kijken naar youtube tutorials voor het perfect aanbrengen van foundation en winged eye liner. Je moet toch wat. Elke minuut kijk ik door het keukenraam. Als ik de BMW het pad op zie rijden maakt mijn hart een sprongetje. Opwinding. Angst. Angst en opwinding. De hele tas, heeft hij me beloofd. Alles wat er in zit. Ik weet wat hij van me verlangt in dit soort situaties. Ik open de voordeur nog voordat hij zijn sleutel in het slot steekt. Ik sla twee armen om zijn nek en zoen hem vol passie. Ik ben zo lief als ik maar zijn kan. Liever kan ik niet. Hij slaat zijn armen om mijn middel en pakt me even stevig vast. “Laat me eens in je ogen kijken.” Hij heft mijn kin op. In één oogopslag ziet hij wat er de afgelopen uren door me heenging. Hij zet de boodschappen op het aanrecht en ik ruim ze op. Het gaat moeizaam. Mijn motoriek is verstoord. Mijn hersenen werken niet optimaal. Opwinding. Angst. Angst en opwinding. Ik voel de hand in mijn nek. Zijn grip is stevig en vertrouwd. De hand dirigeert me naar de hal, de trap op, duwt me naar boven. Een bemoedigende tik tegen mijn billen. Ik volg gewillig. I know the drill. Hij zet me tegen de muur. Kordaat en voortvarend, zo is hij. Het is serieus. Een serieus vergrijp, iets dat ons allebei diep raakt. Iets dat er toe doet. Vastberaden was ik, om dit pak slaag kranig te doorstaan. Als een lief, onderdanig meisje. Maar het lukt niet. Hij slaat zo hard, telkens net op dat plekje waar mijn benen overgaan in mijn billen. Al snel lig ik te jammeren, terwijl ik normaal een behoorlijk pak slaag kan incasseren. Het besef dat dit nog maar het begin is, geeft een paniekgevoel. Hij stopt en dwingt me op mijn knieën voor hem, neemt mijn gezicht in zijn hand. Het is deze blik - warm, vol liefde, maar onverbiddelijk en streng - waar ik zo voor gevallen ben. Ik zeg wat hij wil horen en voel dat ik het meen. Hij is nog lang niet klaar met me, hoor ik hem zeggen. De hele tas. Ik blijf me erover verbazen. Hoe hard hij kan slaan. Hoe hij me kan raken, zonder genade. Hij, nota bene hij, die de wereld over zou reizen voor mijn geluk. Een liefde zo diep. Als ik hem smeek te stoppen, gaat hij door. Als ik huilend door mijn knieën zak, sommeert hij me terug in positie om de volgende klap te ontvangen. Ik verbaas me over mijn eigen gehoorzaamheid, schijnbaar moeiteloos. Over de omvang van het vertrouwen. De troost is voor later. Ik heb dit nodig. Hij heeft het nodig. Ik blijf me verwonderen. Over hoe pijn, overgave en liefde met elkaar verweven kunnen zijn. Hoe de tranen, de rust en het geluk bij elkaar komen. D/s bestaat in de diepste essentie bij de gratie van tegenstellingen, realiseer ik me. Nergens voel ik me zo sterk als klein in zijn armen. Dit is liefde. Van een ongekende soort.
What you need is a big strong hand To lift you to your higher ground
|