waarom het soms loont om vaag te blijven
Ze had het te bont gemaakt. Maar het was zo spannend geweest. Elke dag hadden ze wel minstens twee uur aan de telefoon gehangen met elkaar. Ze hadden over alles en niks gekletst. En continue was daar de spanning geweest van ‘de eerste keer’. Hij was geïnteresseerd in haar, lief, grappig, intrigerend. Hij kon lachen om grapjes die ze maakte maar haar vervolgens ook semi-streng toespreken. En zij had er van genoten. Ze was elke keer weer een beetje verder gegaan. Het was ook zo makkelijk. Ze was altijd al iemand die plagende grapjes maakte. En bij hem had ze zich zo op haar gemak gevoeld. Voor ze er erg in had was ze de grens al overgegaan. En natuurlijk had hij er om moeten lachen. Maar hij had ook gezegd dat als ze nu bij hem in de kamer had gestaan, hij ervoor zou hebben gezorgd dat ze het terug moest nemen. Uitdagend had ze hem verteld dat dat nu moeilijk ging aangezien hij ‘aan de andere kant van de wereld’ woonde. Maar ongemerkt was er wel een kriebel door haar lijf getrokken. Hoe vaker ze elkaar spraken, des te meer ging ze hem uitdagen. Het was spannend en veilig tegelijk. Tenslotte woonde hij helemaal aan de andere kant van Nederland dus wat kon haar nou gebeuren. Soms hoorde ze wel het waarschuwende stemmetje in haar achterhoofd dat ooit de dag zou komen dat ze elkaar voor het eerst zouden ontmoeten. Maar al snel had ze die gedachte weer verdrongen met de argumenten dat hij het tegen die tijd vast wel zou zijn vergeten en dat hij de eerste keer toch wel rustig aan zou doen met haar. Maar nu ze daadwerkelijk in haar autootje over de snelweg zoefde om hem te gaan bezoeken wist ze dat ze te ver was gegaan. Gisteren hadden ze elkaar nog gesproken. Ze was bloednerveus geweest en had de ene uitdaging na de andere voor zijn voeten gegooid. Ze wist dat het dom was maar ze had zichzelf niet kunnen helpen. Al haar goede voornemens om het rustig aan te doen waren als sneeuw voor de zon verdwenen. Maar hij leek er ook gewoon om te vragen! Uiteindelijk had hij geëist dat ze nu maar eens stil moest zijn en over haar woorden na moest denken. Eerst nog wat grinnikend had ze haar mond gehouden. Maar nu ze even niks mocht zeggen kwam wel de realisatie van wat ze allemaal had gezegd. En dat ze hem morgen zou zien. En dat hij heus niet in één dag alles zou vergeten. Ineens had het geleken alsof ze een hele droge keel had. Ze had moeite met slikken en probeerde een zachte kuch. Toen had hij het woord weer genomen. Hij had haar fijntjes gewezen op alles waarmee ze hem tot nu toe had uitgedaagd. En hij had haar gevraagd wat zij dacht dat zijn enige mogelijke antwoord hierop kon zijn. Hij had pas genoegen met haar antwoord genomen toen ze had gezegd dat ze daarvoor een pak op haar blote billen moest krijgen. “Goedzo” had hij gezegd. Maar daarmee was de kous nog niet af. Want voor hij haar een goede nachtrust wenste, gaf hij haar een overdenking mee voor de volgende dag: Wat ging zij doen om dat pak slaag ook echt te krijgen? Dus daar tufte ze nou over de snelweg. Het was bijna gevaarlijk te noemen want ze kon haar gedachtes maar moeilijk bij het verkeer houden. Hoezo moest ze dat pak slaag verdienen? Ze had toch gewoon wat domme dingen gezegd? Dingen die het waard waren om billenkoek voor te krijgen. Wat bedoelde hij dan met iets doen om het echt te krijgen? Zou hij soms van plan zijn helemaal niets te doen? Nee dat was onmogelijk. Daarvoor had ze hem teveel gepest… toch? Waarschijnlijk verwachte hij dat ze iets specifieks zou doen. Misschien moest ze hem meer uitdagen. Niet alleen in woorden maar ook in daden. Maar wat kon dat dan zijn? Gedachteloos stuurde ze de auto van de invoegstrook de volgende snelweg op. Het was dat de bestuurder van een passerende vrachtwagen goed oplette anders had ze haar Nissan zo tegen de zijkant van ‘Katro-meubelen’ gezet. De vrachtwagenchauffeur toeterde hard en stak een woedende hand op. Ze hield in en bleef even achter de vrachtwagen hangen om de bibbers in haar lichaam weer onder controle te krijgen. Dit was te gek voor woorden. Ze moest zich nu echt even op het verkeer concentreren en die gedachtes over straf van zich af zetten. Misschien moest ze hem gewoon uitlachen in zijn gezicht. Daar kon geen mens tegen. Als dat hem niet over het randje zou helpen om haar eens flink over zijn knie te leggen… Maar ja, de kans dat hij dan echt zo kwaad werd dat hij niet meer wist wat hij deed was dan wel erg groot. Nee, dat kon ze beter niet doen. Als ze hem wilde uitdagen moest ze dat zo doen dat hij nog wel rationeel het pak slaag kon uitdelen. Zou hij dan gevoelig zijn voor lichamelijke afwijzing? Ze kon bijvoorbeeld zich afwenden bij de ontmoeting, geen kus geven, hem zelfs wegduwen. Dat vroeg toch ook wel om een correctie. Alhoewel… bij een relatie die nog zo pril was zou het wel eens heel verkeerd kunnen worden opgevat en kon ze straks onverrichter zake weer naar huis om hem nooit meer te mogen zien. Tjonge, zou hij weten wat hij had veroorzaakt met zijn opmerking? Ze draaide nu de snelweg af om richting zijn dorp te gaan. Ze had nog hoogstens een kwartier om te bedenken hoe ze dat pak slaag kon veroorzaken. Maar aangezien ze moest zoeken naar de juiste straat en dus erg met haar omgeving bezig was, stond ze uiteindelijk toch voor zijn deur zonder een vastomlijnd plan. Nou ja, dan maar improviseren! Hij deed gelijk de deur open nadat ze had gebeld. Het leek wel of hij achter de deur had staan wachten. Met een zenuwachtig lachje nam ze hem op. Hij was nog niets veranderd na de keer dat ze in het restaurantje hadden kennisgemaakt. Met een wijds gebaar nodigde hij haar uit binnen te komen. Hij nam haar jas aan, hing het aan de kapstok en ging haar voor naar de woonkamer. De gordijnen waren dicht en er brandde een warm licht. Ze keek eens goed om zich heen. Ze zag de computer waar ze met hem nachtenlang had gechat. Op tafel zag ze wat vaktijdschriften en op het bijzettafeltje stond de telefoon met snoer waar ze hem zo om had uitgelachen. Verder rond kijkend viel haar de hoek van de kamer op die helemaal leeg was. Dat was natuurlijk de plek die hij bedoelde toen hij het had over de hoek waar je met je rode billen nog eens kon nadenken over wat er was gebeurd. Ineens realiseerde ze zich dat ze werd bekeken. Met blozende wangen ging ze zitten op de bank waar hij naar wees. Hij vroeg of ze koffie wilde en dankbaar zei ze ja. Dan had ze tenminste even de tijd om wat tot zichzelf te komen als hij naar de keuken ging. Binnen een paar minuten was hij echter alweer terug en ging tegenover haar zitten in een hoge, rechte stoel. Hij vroeg hoe haar dag was geweest. Lachend vertelde ze hem dat hij haar wel de hele dag had beziggehouden en ze noemde als voorbeeld het vrachtwagenvoorval. Misschien niet zo’n hele goede keus want hij keek wat zorgelijk, ja zelfs wat boos toen ze klaar was. Maar ze kon opgelucht ademhalen want hij ging over op een ander onderwerp. Hij besprak hoe de vergadering was gegaan, wat voor een brief hij naar de KNVB had gestuurd en informeerde naar de gezondheid van haar moeder. Na verloop van tijd begon ze zich wat meer te ontspannen. Het kletsen verliep nog net zo makkelijk als door de telefoon en ze voelde zich helemaal op haar gemak bij hem. Ze begon ook weer ongemerkt grapjes te maken en leek bijna te vergeten waarom ze was gekomen. Hij was het echter niet vergeten. Na een grapje over zijn ‘oude’ leeftijd trok hij vragend zijn wenkbrauwen op. “Daar zou jij toch geen grapjes meer over maken?” Spontaan was haar droge keel weer terug. Het was waar dat ze hem had beloofd geen grapjes meer te maken over het leeftijdsverschil maar door de gemoedelijke sfeer was dat haar een beetje ontschoten. Het was er uit voor ze er erg in had. Vanonder haar wimpers keek ze hem aarzelend aan. Hij was achterover gaan zitten en keek haar nog steeds aan. Er leek iets te zijn veranderd in zijn blik. De lachrimpeltjes waren weg en zijn ogen leken haar ziel binnen te dringen. “En heb je eigenlijk nog nagedacht over mijn vraag?” Het gevreesde moment was aangebroken. Nu moest ze heel sterk uit de hoek komen met een bijdehand antwoord… maar er kwam niks. Verschillende gedachtes raasden door haar hoofd maar geen daarvan had ze iets aan. Ze kon hem alleen maar schaapachtig aankijken. Ze probeerde nog met een lauw glimlachje haar schouders op te halen maar halverwege de beweging gaf ze het al op. Ze wist het gewoon niet! “Dan weet je wat je te doen staat!” Ongelofelijk, waarom had ze zichzelf in deze positie gemanoeuvreerd? Het was toch wel heel gek dat een volwassen vrouw met een verantwoordelijke baan zich zo liet commanderen. Dat ze zich zo liet kleineren dat ze nu met haar broek en slip op de knieën in de hoek moest staan. Waarom deed ze zichzelf dit aan? Ze kon gewoon haar broek optrekken en weglopen. Ze kon hem de huid vol schelden en vertellen dat ze hem nooit meer wilde zien. Maar dat deed ze niet. In plaats daarvan stond ze al drie kwartier in haar blote billen in de hoek van de kamer. Ze staarde naar de witte muur zonder te zien. Haar hoofd tolde van alle oplossingen die ze probeerde te bedenken. Wat moest ze doen voor een pak slaag op haar billen? Schreeuwen? Vloeken? Hem slaan? Haar middelvinger opsteken? Hem door elkaar schudden? Wat wilde hij nou toch van haar?
|