Deel 2 van Brief aan een 'collega' - waarin Iris uit de knop komt
Klik hier voor Deel 1 van dit verhaal. Ja, trouwe collega, Iris meldde zich op mijn woonadres. Ze was zo ongeveer de laatste die ik verwachtte. En eerlijk gezegd ook de laatste waarop ik zat te wachten. Ik kon de buitendeur met een druk op een knop ontgrendelen, maar omdat ik niet wist in wat voor gemoedstoestand ze verkeerde, leek dat me niet verstandig. Het was eenvoudiger haar weg te sturen als ze nog beneden op de stoep stond, dan als ze al helemaal naar boven was geklommen. Dus daalde ik de trappen af en deed de deur open. Daar stond ze met haar rugtas onder een kleine paraplu, die haar lang niet overal beschermd had tegen de regen. “Wat wil je van me? Hoe kom je aan mijn adres?”, vroeg ik kortaf. “Ik kom kijken hoe het met u gaat. Mag ik binnenkomen? Het regent nogal.” Er was van alles door mijn hoofd gegaan sinds zij het vakantiehuisje de vorige avond verliet, maar ik had me geen moment afgevraagd hoe het met haar zou zijn en of ik haar wel zomaar had moeten laten gaan. Ook voor haar was het ongetwijfeld een emotionele gebeurtenis geweest. En een pijnlijke, letterlijk. Ik schaamde me voor mijn egocentrische houding en liet haar binnen. Nadat ik wat te eten en te drinken voor ons beiden gemaakt had, gingen we tegenover elkaar aan tafel zitten. We aten zwijgend, totdat de broodjes op waren en de koffiemokken leeg. Iris doorbrak de stilte. “Ze zeiden dat u ziek bent, maar zo ziet u er niet uit.” “Klopt. Ik ben niet lichamelijk ziek.” “Hoe lang denkt u dat die ‘ziekte’ duurt?” “Ik kom niet terug op school.” “Hoe gaat u dat uitleggen? Ik heb Iris geneukt en gebeft, dus nu kom ik niet meer?” “Ik weet nog niet hoe ik het ga verwoorden, maar ik heb een onvergeeflijke fout gemaakt en kom dus niet terug op school.” “Er zijn maar twee mensen die weten wat er gebeurd is. Ik houd mijn mond wel en als u dat ook doet, gebeurt er verder niks.” “Toch kom ik niet terug op school.” “U mag niet weggaan!” Ze schreeuwde het bijna en sloeg met haar vlakke hand op tafel. Ik keek haar verbaasd en geschrokken aan. Haar ogen waren vochtig. Ze begon een tirade die ik me ongeveer als volgt herinner. “Andere leraren maatschappijleer volgen domweg de lesmethode, wij vinden die saai. Als u erachter komt dat we daarom klieren, maakt u tijd en ruimte voor discussies over actuele gebeurtenissen. Daar leren we veel meer van. Als ik bij andere wiskundeleraren zei dat ik iets niet begreep, herhaalden ze wat ze eerder zeiden. Dan snapte ik het natuurlijk nog steeds niet. U legt het dan op andere manieren uit totdat ik het wel begrijp. U neemt mijn onbehoorlijke briefjes eerst voor kennisgeving aan. Pas als ik een grens overga, moet ik komen praten, maar in plaats van te gaan preken over gedrag aanpassen en van school sturen, wat anderen doen, vraagt u wat me dwars zit en of ik een idee heb waar de drang om die briefjes te schrijven vandaan komt.” Ze ging steeds sneller en harder praten. “Ik móet overgaan dit jaar en ik móet volgend jaar slagen voor mijn examen. Langer houd ik het echt niet uit in dat kutdorp waar ik woon. Ik wil dan op kamers, ver weg van dat mens dat me ooit baarde en dat andere mens dat er met al d’r geboden en verboden en d’r hel en verdoemenis voor gezorgd heeft dat ik zo verknipt ben en zo geobsedeerd door seks. En hoe krijg ik dat allemaal voor elkaar als u weggaat? Als ik niet meer bij u terechtkan?” Al pratend waren haar ogen zo vochtig geworden dat een paar tranen naar beneden biggelden, een mascara-spoortje achterlatend op haar wangen. Ik begreep haar betoog niet helemaal, maar had haar niet onderbroken, want als iemand ‘leegloopt’ is dat niet het moment om te beginnen over eventuele inconsequenties of door te vragen over details. Ook nu ze aan het eind van haar betoog leek te zijn, begon ik nog maar niet over de in mijn ogen vreemde manier waarop ze de afgelopen weken had laten blijken dat mijn aanwezigheid kennelijk zo belangrijk voor haar was. En ook niet over de stevige kanttekeningen die geplaatst moesten worden bij het reddersbeeld dat ze van mij had geboetseerd. Ik probeerde het gesprek een andere kant op te sturen. “Wat wil je gaan studeren?” “Pedagogische wetenschappen. Misschien leer ik dan mezelf te begrijpen en kan ik anderen behoeden voor de route die ik tot nu toe volgde.” “Dappere keuze.” “Ik hoor een ‘maar’. U vraagt zich zeker af waarom ik anderen als professional wil gaan begeleiden, terwijl ik zelf met niemand wil praten.” “Scherp!” “Vooral die schoolpsycholoog, maar anderen waren meestal net zo, straalde zo overduidelijk uit dat het voor haar gewoon een baan was, met haar hameren op professionele distantie. Ze kunnen me nog tien keer naar haar toesturen, maar ik zal haar nooit iets vertellen over wat zich echt in mijn hoofd afspeelt. Dat doe ik alleen aan iemand die oprecht in me geïnteresseerd is en zich in mij wil verdiepen. Ik kan me trouwens maar moeilijk voorstellen dat zo iemand bestaat. Al zoveel mensen gingen me helpen, maar als puntje bij paaltje kwam………..” Ik haalde adem om nu toch ook wat te gaan zeggen, maar ze was nog niet klaar. “Bovendien kan ik niet over mijn diepste zielenroerselen praten als ik rechtop aan een tafel zit, en al helemaal niet als die in zo’n klinisch praathokje staat als op school. Dat soort gesprekken komt op gang als je samen door een bos loopt of over het strand, als er ook stiltes mogen vallen en de ander je niet zit aan te staren terwijl je worstelt met hoe je iets begrijpelijk moet verwoorden. Ik ken een meisje dat zo’n goede band heeft met haar stiefvader dat ze dat soort gesprekken met hem voert. Ze kruipt tegen hem aan op de bank en terwijl ze naar de boten kijken die langsvaren over de rivier achter hun huis, komen hun intieme gesprekken op gang. Dat maakt me zo jaloers, had ik ook maar zo iemand.” Ik gaf aan dat ik met haar eens was dat de setting waarin zo’n gesprek plaatsvindt heel belangrijk is, medebepalend voor succes of mislukken. Daarna keek ik op mijn horloge. “Je kunt vanavond niet meer terug naar huis. Ik zal de logeerkamer zo wel even voor je klaar maken. Zullen we nu proberen te gaan slapen en morgen samen op het strand gaan wandelen? Kijken of dat goede gesprekken oplevert?” Ze veerde een beetje op. “Ja, dat wil ik wel. Graag zelfs, geloof ik.” Ik lag lang wakker. Tot een uur of drie wierp ik regelmatig een blik op de wekker. Daarna ben ik toch in slaap gesukkeld, want bij de volgende blik was het half acht. Ik stond op en constateerde voor de passpiegel dat mijn outfit van trainingsbroek en T-shirt gekleed genoeg was voor het geval Iris al op was. Ik trof haar in de keuken, bezig met het klaarmaken van wat boterhammen die ze in de vriezer gevonden moest hebben. Ze liep op blote voeten en droeg niet meer dan een tanga en een spaghettibandtopje dat een paar centimeter van haar rug en buik onbedekt liet. Op haar grotendeels onbedekte billen waren de sporen van mijn woede-uitbarsting anderhalve dag geleden, nog duidelijk te zien. Ik schaamde me opnieuw. Even was ik bang dat haar kledingkeuze een alternatief briefje was, maar de manier waarop ze goedemorgen zei, vroeg of ik ook een boterham wilde en aangaf dat ze nauwelijks geslapen had, wekten meer de indruk dat ze nu eenmaal gewend was ’s ochtends zo spaarzaam gekleed door het huis te lopen. Ik hoopte dat het ook betekende dat ze zich, ondanks het gebeurde, veilig voelde bij mij. Helaas regende het nog steeds en gaf de weersverwachting weinig hoop op snelle verbetering. Wandelen op het strand leek niet langer een goed idee, maar Iris wilde gelukkig nog wel praten. Alles wat haar de afgelopen nacht wakker gehouden had, moest er nu maar eens uit. “Hoe zou je dat het liefst willen doen als we niet gaan wandelen?”, vroeg ik. “Ik denk niet dat u dat wilt, maar het liefst wil ik op bed op mijn zij liggen, en dat u achter me gaat liggen en me stevig vasthoudt. Ik denk dat ik me dan veilig zal voelen. Het is echt geen nieuw trucje om u te verleiden. Echt niet. U moet me geloven.” Ik twijfelde, maar wilde haar ook graag de omgeving bieden die ze dacht nodig te hebben om eindelijk eruit te gooien wat ze in de loop der jaren opgekropt had. “Kom maar mee dan”, zei ik, “gaan we kijken of dat werkt.” We gingen naar mijn slaapkamer en lagen even later lepeltjesgewijs. Ik had mijn armen op schouderhoogte om haar heen geslagen. Zo kon ik haar tegen mijn borstkas trekken zonder haar borsten te raken. Ook zorgde ik ervoor dat ik haar billen niet raakte met mijn onderlichaam, want dat vertoonde ongewild toch verschijnselen van beginnende opwinding. Minutenlang lagen we zo in stilte bij elkaar. En toen begon ze te praten. Eerst voorzichtig, soms hakkelend, maar al gauw werd het een stortvloed van narigheid en voor mij onbegrijpelijke acties en reacties van haar moeder en vooral haar oma. Ik geef daar verder geen details over, want die staan echt los van mijn huidige onzekere gevoelens en zijn ook wel heel erg privé. Op een gegeven moment kon ze niet verder en barstte in huilen uit. Ik wist niet of ik er verstandig aan deed, maar ik begon haar over haar hoofd te strelen. Als antwoord daarop pakte ze mijn andere hand en schoof die onder haar topje naar haar borsten toe. Ik probeerde mijn arm terug te trekken, maar zij snikte “streel ze alstublieft.” Al wist ik dat ik opnieuw de fout in ging, het was heerlijk om aan haar verzoek te voldoen. Toen ik voelde hoe haar tepels hard werden realiseerde ik me dat ik haar borsten donderdagavond wel gezien had, maar niet aangeraakt. Al strelend voelde ik de spanning langzaam uit haar lichaam glijden. Ook het snikken werd minder en even later werd haar ademhaling gelijkmatig en trager. Ze was in slaap gevallen. Omdat ik bang was dat ze weer wakker zou worden als ik achter haar vandaan kroop en omdat ik zelf ook nog wel een uurtje slaap kon gebruiken, deed ik ook mijn ogen dicht en zakte langzaam weg, met één hand op haar hoofd en de andere op één van haar borsten. Toen mijn ogen weer open gingen, zat ze op haar knieën naast me op het bed, met haar billen op haar hielen. Ze keek me stralend aan, met licht twinkelende ogen. Een blik die ik nog niet eerder van haar gezien had. Ze moest waarschijnlijk nog veel meer van zich afpraten, maar de eerste ronde had zo te zien positief uitgepakt. Ineens trok ze haar topje uit, boog zich voorover en bracht een tepel dicht bij mijn mond. “U was gestopt met strelen. Dat vinden ze niet fijn.” Ik wist waar dit toe zou leiden. Ik wist ook dat het verkeerd was en dat ik er nog geen twee dagen geleden kotsmisselijk van was geworden. Toch verzette ik me niet, zelfs niet voor de vorm. Iris’ actie voelde op dat moment helemaal niet als briefje om te verleiden, maar als een volkomen logisch en gepast vervolg op haar bekentenissen voordat we in slaap vielen. Ik nam het aangeboden kleinood tussen mijn lippen en streelde haar andere borst met een hand. Haar hand trok ondertussen het dekbed van me af en ging op weg naar mijn trainingsbroek. “Vind u dat goed?”, vroeg ze zachtjes. Ook nu verzette ik me niet. Het was heerlijk om te voelen hoe haar hand aarzelend mijn al hard geworden pik blootlegde en die wat onzeker begon te strelen. “Toen ik me donderdag uitkleedde en in mijn blootje op uw bed ging liggen was ik er zeker van dat u uw verzet zou opgeven”, zei ze zachtjes. “U zou me dan inwijden in het liefdesspel zoals u wiskunde doceert, stapje voor stapje, goed in de gaten houdend of uw leerling het nog begrijpt en pas dan weer een stapje verdergaan. Dat u ook boos zou kunnen worden was niet bij me opgekomen, en zeker niet dat u zo emotioneel en buiten zinnen zou kunnen reageren. Alsof u me het hele wiskundeboek in één keer wilde uitleggen door het schreeuwend tegen mijn hoofd te gooien. Wilt u het nu nog een keer stapje voor stapje doen?” Ze wist het antwoord. Ik had al twee keer geen verzet meer geboden. Ik vroeg haar wel te stoppen met ‘u’ zeggen. Dat suggereerde een afstand tussen ons die niet meer bestond. Het voelde zoals we daar op dat bed rustig bij elkaar waren helemaal niet meer zo verkeerd als het natuurlijk nog steeds wel was. Er was maar één probleem, ik had geen condooms in huis. En zij had ze ook niet meegebracht. Maar na haar “ik ben aan de pil en heb nog nooit met iemand anders geneukt” en mijn bekentenis dat ik de oorzaak was van mijn kinderloosheid en de laatste anderhalf jaar ook met niemand anders in bed had gelegen, voldeed ik aan haar wens. We streelden elkaar van top tot teen, kusten elkaar voor het eerst, lieten onze tongen langdurig met elkaar worstelen op eigen en andermans terrein, koppelden onze geslachtsdelen lange tijd, in verschillende houdingen en kwamen uiteindelijk bijna tegelijk klaar toen ik haar klitje stevig, maar niet ruw onderhanden nam met mijn vingers, terwijl zij op haar buik lag en ik op haar rug, met mijn pik diep in haar. We vielen opnieuw in elkaars armen in slaap en het was al in de tweede helft van de middag toen we samen de douche opzochten, waar we elkaar masserend inzeepten en bij het afspoelen veel meer water gebruikten dan nodig was om fris en schoon te worden. Ik kleedde me aan en ging in de buurt wat te eten halen bij een chinees restaurant. Na het eten keken we een romantische film op televisie. Eerst zaten we allebei in een eigen fauteuil, maar toen de film nog maar een kwartiertje op weg was, kroop Iris op mijn schoot. Het meeste van de film ging daarna langs me heen, omdat ik minder aandacht had voor de beelden dan voor Iris’ reacties daarop. We waren deze dag zo heerlijk samen geweest, in onze eigen geheime bubbel, waarin het helemaal niet vreemd was dat een jong meisje en een middelbare man soepel schakelden tussen de relaties coach-coachee, vader-dochter, en oude bok-groen blaadje. Zoals we daar samen in die stoel zaten leek dat de normaalste zaak van de wereld en kon ik me haast niet voorstellen dat de buitenwereld daar anders over zou kunnen denken. Na afloop van de film besloten we samen dat de bok en het blaadje deze dag genoeg aan hun trekken gekomen waren en gingen elk naar onze eigen slaapkamer. Iris had al gedoucht en ontbeten toen ik zondagochtend opstond. “Ik ga zo maar weer eens naar het station”, zei ze. Ze wilde haar hart nog vaker bij mij luchten als dat mocht, maar voor dit weekend was het genoeg geweest. Ik zei dat ik daar graag op haar tijd een weekend-wandeling aan wilde besteden, en beaamde dat samen reizen in mijn auto niet zo verstandig zou zijn. “Dus je komt gewoon weer naar school morgen?” “Ja, dat denk ik wel.” “Goed zo.” Ze omhelsde me, kuste me vol op mijn mond en gaf me toen de kopie-sleutel van het vakantiehuisje die ze donderdag had laten maken. “Ik zal je daar niet meer lastigvallen”, zei ze met een brede glimlach. Het was de eerste dagen na dat weekend wel even wennen om elkaar op school tegen het lijf te lopen, en zeker om in mijn klaslokaal met elkaar om te gaan alsof er niets gebeurd was, maar het lukte ons volgens mij. In het ruime jaar tussen haar eerste bezoek aan mijn huis en haar afscheid van de school, kwam ze niet alle, maar wel veel weekenden op vrijdagavond of zaterdagochtend naar me toe, en reisde meestal op zondagmiddag weer terug. Ook in vakanties was ze vaak een paar dagen mijn gast. We praatten dan veel met elkaar, eerst vooral over de negatieve jeugdherinneringen die steeds meer bij haar naar boven kwamen, later ook over hoe ik met vallen en opstaan met het verlies van mijn echtgenote leerde omgaan. Hoe we naar de gebeurtenissen en problemen in ons land en in de wereld keken, kwam trouwens ook regelmatig aan de orde. Verder hielp ik haar met de vakken waar ze moeite mee had en oefende ze bij mij met oude examens, die we daarna met elkaar doornamen. Maar ons samenzijn draaide ook bijna altijd uit op seks. Misschien was het voor haar geen obsessie meer sinds haar ruwe ontmaagding en de ervaringen in het daarop volgende weekend, maar het was nog wel steeds een keuzevak waar ze graag samen met haar mentor tijd aan besteedde, en dan vooral aan de practica. Ze vond het heerlijk om dingen die nieuw voor haar waren en waarover ze had gelezen of die ze op foto’s en filmpjes had gezien, uit te proberen en te blijven oefenen, ook nadat ze die tot in de puntjes beheerste. Voor mij was het een hobby waaraan ik te lang geen tijd had besteed, maar die ik enthousiast weer oppakte. De situatie veranderde na haar schoolexamen. Allereerst luchtte het me toch op dat we elkaar op school niet meer tegenkwamen en dat ze achttien was geworden, ook al had ik het idee dat ik mijn zorgen daarover al eerder achter me gelaten had. Verder kwam Iris op de verdieping onder de mijne wonen. Dat kon, omdat die ook in mijn bezit was. Toen mijn vrouw en ik net getrouwd waren, ontving zij een grote erfenis. We kochten daar het huis van waar ik nog steeds woon. Het omvatte de 2e en 3e verdieping van een ouderwets binnenstadpand plus een grote zolder. De woning was ruim genoeg voor een gezin met de vier kinderen die wij in onze fantasieën zouden krijgen. Toen duidelijk was dat er helemaal geen kinderen kwamen, lieten we de woning zo verbouwen dat de 2e verdieping en de 3e plus zolder voortaan twee aparte woningen waren, en verkasten mijn vrouw en ik naar de 3e verdieping waar een keuken en een badkamer waren aangelegd. De 2e verdieping verhuurden we via een huisvestingsmakelaar voor expats. Ik had hem gevraagd geen nieuwe huurder te zoeken na het vertrek van de huurder wiens contract afliep in het voorjaar waarin Iris eindexamen deed. Eerst wilde ze het aanbod niet accepteren, omdat ze dat niet zou kunnen betalen. Toen ik zei dat ze er gratis mocht wonen wilde ze het al helemaal niet meer, omdat ze dan het idee had dat ze het met seks betaalde en altijd voor me klaar moest staan. Die seks wilde ze zelf misschien nog wel meer dan ik, maar alleen uit vrije wil. Ze wilde niet het gevoel krijgen dat ze zich prostitueerde en ze wilde ook zo nu en dan nee tegen me kunnen zeggen. We kwamen overeen dat ze hetzelfde zou betalen als wat ze kwijt zou zijn aan een studentenflatje. We zagen elkaar dus nog steeds in de weekenden en de vakanties. Doordeweeks zat ik aan de andere kant van het land om (inmiddels alleen nog) wiskunde te doceren en in de weekenden bespraken we wat die week in haar studie, in Nederland en in de rest van de wereld aan de orde was geweest, roddelden we soms wat over collega-leraren die zij ook nog kende en deelden we de meeste nachten het bed met elkaar. Ik genoot dan met volle teugen van het kijken naar en spelen met haar lichaam, en van wat zij met mijn lichaam deed. Zij genoot zeker weten van wat ik met haar lichaam deed en hield vol dat ze ook van mijn lichaam genoot, maar dat kon en kan ik me nauwelijks voorstellen. Toen we een keer op een zaterdagavond in het donker naakt in elkaars armen lagen bij te komen van een intens samenzijn, vroeg ze ineens: “Kun je je nog herinneren dat we het bij maatschappijleer een keer hadden over de invloed van het christendom op onze samenleving?” “Wow, die zag ik niet aankomen”, reageerde ik lachend. “Maar weet je het nog?” Ik begreep nu dat het een serieuze vraag was en dat ze niet anticipeerde op ‘zeg eens iets waardoor ik mijn erectie kwijtraak’, wat ik weleens zei als we zo uitpuffend bij elkaar lagen. “Ja, dat weet ik nog wel. Hoezo?” Ik herinnerde me dat Iris zich vooral met de discussie bemoeid had toen het ging over zonde, biecht, straf en vergeving. In de visie van de kerk van haar oma was het onmogelijk om via een ritueel vergeving te krijgen. Dat kon alleen door genade van God die je in een soort van goddelijke openbaring duidelijk moest worden. Zoiets als wat Paulus op weg naar Damascus had meegemaakt. En zonder zo’n openbaring op enig moment in je leven kwam je ook niet in de hemel. Iris had niets met die visie. Met die van de lichtere protestantse kerken ook niet trouwens. In haar woorden: “het is daar voldoende om te zeggen dat je berouw hebt, dan is het goed, helemaal geen straf of zo.” De Rooms-Katholieke aanpak sprak haar wel aan. Zelf hardop tegen iemand die je niet aan hoefde te kijken, zeggen wat je fout gedaan hebt, daarna horen wat je straf was en als je die straf had uitgevoerd was alles weer goed. Dat vond ze mooi. Ze wist nog wel een tweetal verbeterpunten: om te beginnen moest degene aan wie je je zonde opbiechtte geen anonieme professional zijn die beroepsmatig zat te luisteren, maar iemand die heel dicht bij je stond, die oprecht teleurgesteld zou zijn door wat je vertelde. Ten tweede moest de straf niet bestaan uit het zoveel keer opzeggen van een ‘gedichtje’, maar iets zijn wat je echt pijn deed, bijvoorbeeld door de tijd of de euro’s die je moest opofferen, of misschien wel door de lijfstraf die je moest ondergaan. “Dat gesprek schoot me laatst te binnen toen ik terugdacht aan die eerste keer”, zei ze. “Dat ik daar naakt voor het grijpen lag was natuurlijk geen biecht, maar door de straf die je me op mijn billen gaf realiseerde ik me heel goed dat ik veel te ver gegaan was. Iets wat na een bestraffende toespraak nog nooit gebeurd was. Tegelijkertijd gaf dat pak slaag me ook het rustgevende gevoel dat de zaak daarmee afgehandeld was, maar jij zag dat waarschijnlijk anders.” Ik had daar nooit zo over nagedacht. Het pak slaag was in ieder geval geen in rust bedachte straf geweest, maar een emotionele uiting van mijn kwaadheid. Als ze op haar rug had gelegen was ik misschien wel losgegaan op haar borsten of had ik haar in haar gezicht geslagen. “Geen idee. Maar waarom begin je daar nu over?” “Wil je alsjeblieft naar me luisteren als ik iets opbiecht en me dan straffen tot jij vindt dat het voldoende is en ik het dus mag loslaten? Ik had dit niet zien aankomen en wist niet wat ik moest zeggen. Ik merkte wel dat het idee haar op haar eigen verzoek te straffen me opwond. “Vertel maar meisje”, zei ik dus. Wat ze op haar geweten had was inderdaad ver beneden peil geweest, en hoewel ze de materiële gevolgen keurig had vergoed, zou de relatie met de andere betrokkene waarschijnlijk nooit meer terugkeren naar het oude niveau. Toen ze uitverteld was liet ik haar bij het voeteneind van het bed, waar de meeste vrije ruimte was, op de grond knielen en voorover buigen tot haar hoofd de grond raakte en haar armen gestrekt naar voren lagen. Ook moest ze haar knieën zover mogelijk uit elkaar zetten. Ik griste de brede leren riem uit mijn broek, die in het heetst van die avond in een hoek van de kamer terechtgekomen was. Ik bracht de gesp en het andere uiteinde van de riem bij elkaar in mijn hand. Nadat ik Iris een stopwoord had gegeven voor als het echt niet meer zou gaan en haar duidelijk gemaakt had dat ik zo min mogelijk geluid wilde horen, sloeg ik tien keer met de riem op haar billen. Hard, met voor mij voldoende tijd tussen de slagen om de impact van elke slag apart te kunnen zien en voor haar voldoende tijd om diezelfde impact te voelen en te verwerken. Vervolgens sloeg ik drie keer tussen haar billen op haar uiteen geweken schaamlippen en het roze daartussen. Ik herhaalde die serie nog twee keer. Gezien het toenemende gesnuif en gesnik vermoedde ik dat een vierde serie haar teveel zou worden. Ik zei nog niet dat het klaar was, maar zette een stoel achter haar en ging daarop naar haar zitten kijken. Ik liet de riem zo nu en dan op mijn eigen been terechtkomen. Elke keer dat ze dat hoorde ging er een schokje door haar lichaam. “Het is klaar”, zei ik, “kruip naar me toe”. Terwijl ze het deed zette ik mijn benen wijd uit elkaar. Ze begreep het signaal, kwam tussen mijn benen zitten en nam mijn pik in haar mond. Voor mij was het geen onderdeel meer van de straf, maar het leek erop dat zij het wel zo opvatte, want toen ze voelde dat ik bijna klaar kwam liet ze me niet, zoals anders, uit haar mond glijden om het met haar handen af te maken en het sperma over haar borsten te laten glijden. Ze nam me juist dieper, tot aan haar keel in haar mond, ontving mijn sperma daar en slikte het door. Drie dingen waar ze een hekel aan had. In de maanden na deze strafsessie kwam ze vaker dingen opbiechten, wat meestal leidde tot het pijnigen van haar billen, met verschillende hulpmiddelen. De opgebiechte zaken waren soms wel wat gekunsteld, maar haar een flink pak op haar billen geven maakte me lekker geil, dus ik zei er niks van. Tot op een keer het opgebiechte zo’n miniem vergrijp was, dat ik haar met haar gedrag confronteerde. Met een rood hoofd gaf ze toe kleine misdragingen te verzinnen om een ruwe behandeling uit te lokken, omdat ze daar op dat moment behoefte aan had. Omdat ik voluit genoot van het geven van dat soort behandelingen spraken we af dat ze die behoefte voortaan gewoon kenbaar zou maken zonder gekunstelde biechtprocedures. Ook spraken we af de werelden van lust via pijn, en van dominantie en onderdanigheid/discipline/gehoorzaamheid samen verder te gaan onderzoeken en uitproberen. Toen ze daarna weg wilde lopen trok ik haar met een onverhoedse beweging over mijn schoot, schoof haar rok omhoog en haar slip naar beneden, waarna haar billen een pak slaag incasseerden van hetzelfde kaliber als die emotionele eerste keer. “Als je me voor de gek houdt met nep-misdragingen krijg je ook straf”, zei ik nadat ik haar na afloop met ‘rokje omhoog, slipje naar beneden’ naar een hoek gedirigeerd had en op een afstandje van de verschillende rood-tinten op haar billen genoot. Lees verder in Deel 3 (slot) Biecht, boetedoening en wederopstanding © SubAdoration, aug 2023
|