Gepost op dinsdag 08 november 2011 - 02:21 pm: |
|
| Het rapport
waarin Moniek leert hoe Het Instituut over haar oordeelt
Onwennig ging Moniek de directiekamer binnen. Haar directeur zat er al. Of was het haar Meester? Haar minnaar? Haar vriend? Of toch gewoon: hij, aan wie ze was uitgeleend? Gek, maar eigenlijk deed het er niet meer toe. Het Instituut had haar verzet gebroken. Ze had zich aan de Advocaat overgegeven. De man die haar had vernederd. De man die ze haatte. Zonder reserve. Volledig. Had. Zij. Zich. Gegeven. En, zucht, met liefde. En dat was goed. Zo had haar man het immers gewild. Het was geschied zoals hij had gewild. En zij had gehoorzaamd. Toen ze zich dat realiseerde, verdween de onwennigheid uit haar ogen. Ze was gewoon Moniek. En de Directeur was wie hij verkoos te zijn. Misschien een Meester, misschien een Minnaar. Maar bovenal: het was niet aan haar. Het was van geen belang. En terwijl ze dit dacht voelde ze zich weer opgewonden worden. Ze werd nat, ze wist het zeker. En ze moest er om glimlachen. Om zichzelf. Dat ze dat nu zo maar kon..... Maar de Directeur was vandaag geen Minnaar. Noch Meester. Nee, hij was Opvoeder. Hij nodigde Moniek voor zijn bureau plaats te nemen. En schoof een dik rapport haar richting uit. Haar naam stond op het voorblad: Moniek en daaronder meisje van zijn dromen en daar weer onder in mooie sierlijke letters: “Meisje, Vrouw of Slavin?” en, onder het midden, zakelijk, als samenvatting: Onderzoek naar haar Mogelijkheden Geďntrigeerd door die woorden wilde ze het rapport oppakken. “Later” sprak hij zacht, “later meisje.” “We willen niet dat je er door beďnvloed wordt. Niet door dit rapport. We willen niet dat je weer een wens van een ander vervult. Want dat is een terugkerend thema en wie je bent, hoe je je gedraagt: je wilt zijn wie de ander wil dat je bent. Of beter: waarvan je denkt die ander wilt dat je bent. Zelfs zo iemand als de Advocaat. Die je haat. Misschien zelfs omdat je die haat, wie zal het zeggen? Nee, kijk nu niet beschaamd naar beneden. Dat is prachtig. Dat is de mooiste eigenschap waarnaar een slavin kan streven, maar die ze zelden zal kunnen vervullen. Jij dus wel. Je gehoorzaamd je Meester. Je geeft je aan wie hij wil dat je je geeft. En wat dus nu bewezen is: volledig. Je geeft je zonder terughoudendheid. Je zou kunnen zeggen: de volmaakte slavin. Dat is wat je in je hebt.” Moniek bloosde. Dit was te veel. Dit kon niet waar zijn. Tocht knikte de Directeur. “Mooi dat blozen. Ook dat bevestigd mijn oordeel.” Ontroerd verscheen een traan in Monieks ogen. “Dank u, eh meneer.” “Maar toch is het slavin-zijn niet de kern van wie je nu bent. Hoogstens wat je wordt. Slavin-van. Iemands eigendom.” Ze droogde haar traan en keek hem verbaasd aan. “Daarom het centrale thema van dit rapport: ‘Moniek: meisje, vrouw of slavin’. Dus: wat ben je in de eerste plaats, denk je?” “Slavin? meneer de Directeur.” “Zou je dat het liefst willen zijn?” “Ik wil graag van mijn man zijn. En hij wil dat ik zijn slavin ben.” Hij knikte instemmend. “Heel mooi gesproken. Je kwam op het Instituut omdat je slavin wilde worden, slavin van je man. Dat klopt. Je bent voorbij je breekpunt gegaan. Je waarden en normen losten op. Wie je dacht te horen zijn. Je verzet. Je gaf je volledig, aan een man die je haatte. Je was in wezen op dat moment slavin. Zijn slavin. Voor zo lang als het duurde. En ik geef toe: dat was lang. In feite herhaal je nu je oude wens. Je wilt zijn slavin zijn, slavin van je man. Ik denk dat je nog te weinig zelf beseft dat je de slavin was van de man die je haatte. Alleen op dat moment, weliswaar. Maar toch. Of je dat ook kunt zijn van je man, is een tweede. Misschien wel, misschien niet. Maar de belangrijkste vraag is eigenlijk: ben je ook echt een slavin. Nu nog niet. Sterker: het is niet wat je bent. Dat heeft ons onderzoek aangetoond. “En, weet je meisje, wat jouw kern is....” Als ze geen slavin was, wat was ze dan? Ze keek hem wanhopig aan. Wist niet waar hij op doelde. “De kern is je meisje-zijn. Klein meisje. Ondeugend, brutaal, verlegen en verleidelijk, onschuldig, kuis ook, opwindend ..... maar altijd een meisje. Jong en nog onbedorven .... een Lolita die het maagdelijke nog in zich heeft.” Hij glimlachte toen hij haar verwarring zag. “Tegenstrijdig allemaal hč, kuis en verleidelijk, brutaal en verlegen, ondeugend en onschuldig. Het zijn allemaal elementen die meisjes in zich hebben. Soms zijn ze het ene moment dit, het andere dat, vaak zijn ze het zelfs allemaal tegelijk. Later, als ze volwassen zijn geworden, dan zien we nog slechts één persoonlijkheid. Maar als meisje zijn ze nog zo onbedorven, nog zo ongerept dat ze zichzelf kunnen zijn: een vat vol tegenstrijdigheden.” “En jij Moniek, jij hebt dat ‘meisje’ nog steeds in je. Sterker: als je het ‘meisje in je’ weer toelaat, dan zul je gelukkig zijn. Dat is wat ons onderzoek voorspelt. Dat is de kern van ons rapport. Natuurlijk, je bent ook een Mevrouw, gehuwd, bekwaam en betrouwbaar, met een mooie carričre nog voor zich. Een volwassen vrouw die zich volwassen gedraagt en als volwassene verantwoordelijk in het leven staat. En ook dat is een persoon van wie ik hou, veel van hou.” Moniek kleurde, en sloot verlegen even haar ogen. “Maar als je Slavin bent, dan zul je dat meisje zijn. En Ik zal je leren dat te worden.” “Het belangrijkste zal zijn dat je leert luisteren naar je meisjes-stem diep in je. Een aantal regels zal je daarbij helpen. Maar bovenal zal je leren je aan die stem-in-je over te geven. Natuurlijk, wij bepalen hoe dat meisje zich moet gedragen, en hoe ze er uit zal zien. Maar dat is slechts uiterlijk: binnen die regels zal je moeten leren jezelf te zijn, om alles wat je als volwassene geleerd hebt los te kunnen laten, om weer spontaan en puur te kunnen reageren. Gewoon, om weer meisje te kunnen zijn. En om te durven vertrouwen op het oordeel van degenen die je opvoeden. Vertrouwen? Nee: blind op varen.” “En dŕt zal ook de belangrijkste regel voor je zijn: jij zult niet bepalen wanneer je Meisje en wanneer je Vrouw zult zijn. Daarin zul je je opvoeder volledig moeten vertrouwen. Als enige gunst krijg je de kans om, als je als Vrouw Meisje moet worden, te protesteren. Naar dat protest zal geluisterd worden, goed geluisterd. Maar de uiteindelijke beslissing zal je aan je opvoeder moeten laten. Hij beslist wie je op dat moment bent. Van Vrouw naar Meisje. En van Meisje naar Vrouw. Ook dat is aan je opvoeder. Zo niet, dan blijf je Meisje. Immers, Meisjes hebben niets te beslissen... Waarom? Omdat je zo de kans ontnomen wordt daarvoor verantwoordelijk te zijn. De kans om te gaan piekeren. Te gaan twijfelen. Je schuldig te voelen. Je verantwoordelijk te voelen. Of juist om je Verantwoordelijkheid -als Vrouw- te willen ontlopen. Nee, de enige mogelijkheid die je geboden wordt, is volledig diegene te zijn die je op dat moment bent. Vrouw, dan wel Meisje. Zonder voorbehoud. Onvoorwaardelijk. Door die beslissing uit handen te geven, maak je jezelf vrij. Alleen děe keuze zal je gegeven worden: de keuze van overgave. Děe keuze zal je gegeven worden bij het verlaten van het Instituut. Děe keuze zal je altijd mogen herroepen. Maar neem je die keuze -en we verwachten niets anders- dan geef je je dus volledig over. Geef je je volledig over aan je Opvoeder.” “Je hoort dat ik het steeds over Opvoeder heb, in plaats van Meester: Opvoeder met een hoofdletter. Want een Opvoeder zal hij zijn: altijd gedreven door jouw welzijn. Want net zoals een Meester heeft een Opvoeder de volledige zeggenschap over zijn pupil. Maar slechts ten dienste van haar welzijn. Is een Meester immers niet in oorsprong degene die kennis bijbrengt en Opvoeder degene die verantwoordelijk is voor de vorming van de hele persoon? Sterker: hij -of zij- is verantwoordelijk voor alles wat diens pupil doet! Zeker in de fase van de opvoeding waar een pupil niet beschikkingsbekwaam wordt geacht. Een fase waarin we je -als meisje- plaatsen. Opvoeder, maar geen Vader. Want bij hem zal geen twijfel zijn in welke richting je opgevoed moet worden. Geen kans voor de pupil om zelf te zoeken in welke richting zij moet groeien. Nee, want wij -opvoeder- weten dat reeds.” En hij tikte even op het rapport. “Wij weten, en handelen daar naar.” “Maar ook op een ander vlak geen Vader maar Opvoeder. Want je bent een meisje met een vrouwenlichaam en vrouwenlusten. Dat willen we niet ontkennen. Daar willen wij graag van genieten. Zeker. En is dat dan incest? Mmmm, misschien een beetje. Het verboden aantrekkelijke van incest. Zeker. Maar niet het moreel verwerpelijke. De charme van de pure onschuldige onbedorven seks. De charme van het mogen genieten van het straffen. Genieten van de pijn. Het schreeuwen. Genieten van de tranen. Genieten van het huilen. Welke vader mag dat, kan dat, wil dat.... Deze Opvoeder dus wel. En je echtgenoot evenzeer.” En glimlachend nu: “Wees maar niet bang. Of te gretig!” “Maar eerst gaan we bepalen hoe je er als Meisje uit zult zien. In de eerste plaats zullen we het je gemakkelijk maken je jong te voelen, jonger dan je jaren bewijzen. Je haren blijven lang, maar je zult staartjes dragen, van die leuke opzij, met grappige meisjesstrikjes en meisjesspeldjes. Je zult een meisjes bril krijgen, want kleine meisjes hebben echt geen contactlenzen. Heel belangrijk zijn natuurlijk je schoenen, lekker gemakkelijk, met natuurlijk in plaats van nylons, sokjes of kniekousen.” Monieks gezicht betrok. “Ah, daar zien we even De Vrouw. Vrouwen vinden het verschrikkelijk om sokjes te dragen. Of kniekousen. Ik weet het. En je bent in alle opzichten ook VROUW. Daarom zal het je helpen meisje te zijn. Vrouw-zijn met sokjes: dat is gewoon onmogelijk. En met sokjes natuurlijk blote knieën. Want je zult natuurlijk altijd een rokje of jurkje dragen. Wij zijn als opvoeder echt niet zo modern dat we je het dragen van spijkerbroeken toestaan. Nee: een kort rokje en blote knieën, heel passend. En een net bloesje of truitje. Hoewel we je daarin wat ruimte zullen geven. Dus niet alleen wit en kant.” Hij kon het niet laten even te grinniken. “Natuurlijk geen sieraden en geen make-up. Laat staan lippenstift. En onder dat rokje en bloesje? Daar draag je natuurlijk een leuk broekje en hemdje. Maar wees gerust, we zullen niet overdrijven. Van die grote kostschool onderbroeken zijn we beide niet gecharmeerd. Die zijn echt a-seksueel. En we houden immers juist van die -ontluikende en meisjesachtige- seksualiteit. Blijft nog de enige resterende ingreep in je uiterlijk die -helaas- ook van invloed zal zijn op je vrouw-zijn. Je raadt het al: ook je lichaam zal zo veel mogelijk een meisjes-lichaam moeten zijn. Gelukkig heb je van nature vrij kleine prille borstjes. Maar haar op je lijf: als meisje is dat uitgesloten. En daarmee dus ook -nogmaals helaas, want het heeft ook zeker haar eigen aantrekkingskracht- als vrouw. Dus geen haar op je benen, je oksels. En heel bescheiden: op je schaamstreek. Behoudens je hoofdhaar en dat beetje schaamhaar zal je dus altijd kaal zijn. En daar zal je altijd verantwoordelijk voor zijn. Als Vrouw. Zodat je je als Meisje over dat grote-mensen probleem druk zal hoeven te maken: jezelf te moeten ontharen. Duidelijk?” Moniek glimlachte: “Fijn”, waarbij ze vooral aan dat laatste dacht. De Directeur glimlachte zelfvernoegd en keek haar aan: “Heel goed, heel goed.” Waarop Moniek met twinkelende ogen terug keek: “Ik ben ook heel goed.” “Maar...... ...mag ik iets vragen?” De Directeur knikte instemmend. “Hoe moet ik me meisjes-achtig gedragen?” En frons verscheen op zijn gezicht. “Ik gedraag me al meisjes-achtig genoeg?” “Bijna goed. Denk wat ik allemaal gezegd. En nu niet van u-hebt-zo-veel-gezegd.” Moniek verzonk even in gepeins, om daarna weer op te veren. “Ik weet het, ik weet.” De Directeur glimlachte breeduit. “Oeps....” Ze beet op haar lip. “Meisjes-achtig!” “Ha.” “Maar dat bedoel ik dus niet dus. Ik bedoel: ik moet gewoon naar mezelf luisteren. Niet nadenken en zo. Dat is het! Net zoals zo net.” De Directeur leunde vertederd achterover. “Je bent een schat, een echte schat. Hm, je bent m’n echte lieve kleine meid.” “En schatje, naast je uiterlijk zullen ook onze regeltjes het je heel makkelijk maken. Want we zullen als Opvoeders heel streng voor je zijn. Niet te laat naar bed. Met twee woorden spreken. Altijd beleefd en netjes zijn. Geen troep maken. Er altijd schoon en net er bij lopen. Huiswerk maken. Helpen in de huishouding. En vooral en altijd: heel gehoorzaam zijn. Dat meisje Is vaak heel braaf. Maar ook heel vaak niet. Dat meisje doet gewoon waar ze zin in heeft. Soms is dat dan een wit voetje halen. Maar vaker is ze gewoon ondeugend en brutaal. Heeft ze vooral veel plezier. Heel veel plezier. Zodat er soms scherven vallen. Een bloes die smerig wordt. De tijd die vergeten is. En dan zijn we streng. Heel streng. Daar wachten wij dan op. Want dan krijgt die lieve schat veel straf. Over de knie en op haar blote billen. Of erger. Net zoals we het leuk vinden om haar te overhoren. Niet over rekenen en taal. We hebben het immers over een meisje van zevenentwintig! Nee dan zijn er pittiger zaken. Een zeer speciale invulling van het ‘onderwijs voor volwassenen’. Dat bij falen niet alleen meisjes-achtig straft, maar ook methoden in huis heeft die bepaalt niet meisjes-achtig zijn. Want als het echt pijn moet doen, volstaat een klets voor de billen niet. Kijk, dat maakt het ons Opvoeders nou leuk: de keus tussen het kleine-meisjes-straffen en al haar subtiliteit en het lekker op-zijn-tijd flink kunnen uitpakken. En met altijd één zekerheid: als resultaat rode billen en tranen in de ogen.” De Directeur keek vergenoegd naar de nu toch wat onzekere Moniek. Hij leek er zó veel zin in te hebben. Maar gold dat ook voor haar? Lekker doen waar je zin in had en je van niets en niemand wat aan te trekken: dat leek haar wel wat. En dan soms wat opgevoed worden: okee. Zelfs de straffen bij tijd en wijle schrokken haar nu niet meer af: ze had geleerd dat ze dat nodig had. Maar kon ze echt alle verantwoordelijkheid van zich afschuiven? Kon ze dat wel, uit volle overtuiging Meisje zijn? Regels kon je leren. Hoe je te gedragen kon je leren. Dus ook als Meisje. Maar Meisje ZIJN? Ze beet even op haar lip. Ook best wel meisjesachtig eigenlijk. En vroeg hem schuchter: “Maar hoe gaat u me dan opvoeden, ik bedoel, alles leren?” “Je voelt je nog onzeker, niet? Of je wel volop Meisje kunt zijn met je zevenentwintig jaren?” Ze knikte. “De regeltjes, die komen later wel. En je hoeft heus niet een echt klein meisje te zijn. Zelfs geen schoolmeisje, maar een pubermeisje. Want wat de eerste stap in je weer-meisje-worden is het -weer- schoolmeisje-zijn. Nee, niet een schoolmeisje van de basisschool. Maar van een ouderwetse kostschool. Die in dit geval open staat voor meisjes vanaf zestien. Dus wat je eerst zult worden is schoolmeisje van zevenentwintig. Dat zich gedraagt als zestienjarige. Je gaat dus terug naar school. De middelbare school. We hebben hier in ons pand namelijk een kleine school voor meisjes gevestigd, een kleine school voor het voortgezet (ahum) onderwijs. Een kostschool dus. Een heel bijzondere kostschool, dat wel: een kostschool voor -laten we het zo maar stellen- moeilijk opvoedbare meisjes. Je zult vast al wel eens een paar van die meisjes tegen zijn gekomen hier in het Gebouw. Ze dragen natuurlijk altijd een kostschooluniform. Niet gezien? Dat kan... In ieder geval: jij zult een tijdje hun klasgenootje worden. En met hen optrekken. Niet de hele tijd, want op sommige tijdstippen zullen we je van hen afzonderen, zeker de meeste nachten. Maar dat zijn ze wel gewend, want -zeker in het begin- plaatsen we de meisjes vaak in isolatie. Vooral als ze de beest uitgehangen hebben. En ze komen hier niet voor niks. Dus dat is vaker wčl, dan niet. En wees maar niet bang dat je door de mand valt als zevenentwintigjarige. In de eerste plaats hebben ze zelf al problemen genoeg. En zullen ze meer bezig zijn je je plaats te wijzen -onderin de rangorde dus- dan in jou een oudere dan henzelf te herkennen. Zolang je je plaats kent -onderaan de pikorde- en je je daar naar gedraagt, zullen ze je niet naar je leeftijd vragen. En doen ze dat wel, dan kijk je hen maar boos aan. Zelfs ŕls je dan kwaad zou zeggen: ‘ouder dan jij denkt’ zullen ze denken dat je opschept. Immers: ze willen allemaal eigenlijk ouder lijken dan ze zijn... En om dat je je zult gedragen als zestienjarige en zij je zullen behandelen als zestienjarige, zul jij je ook voelen als zestienjarige. En bovendien: je zult er echt heel overtuigend als zestienjarige uitzien. Je eigen Moeder zou niet anders denken.” De Directeur zuchtte diep. “Jammer dat ze er nu niet is om je eens even een stevig pak slaag te geven. Jammer ook dat ze je vroeger nooit eens over de knie heeft genomen.” ............ “Aha, dus toch wel.... Interessant, heel interessant....” waar het zich allemaal afspeelde: het Gebouw - opent in nieuw tabblad © Paul Gérard
verhalen maken dromen waar
|
|
|