Gepost op donderdag 04 juni 2020 - 08:42 pm: |
|
|
hoe dom kun je zijn, Manon, of juist toch niet, achteraf?
Ik ben een oen. Nou ja, dat wisten jullie al. Geen nieuws daar. Maar ik ben ook nog een oen als schrijfster. Da’s toch wel nieuw. Schrijf ik hoe vader ingreep in dat ‘broekenopzetje’ van Lies. Schrijf ik dus ook nog eventjes ‘tussendoor’ hoe dat de tweede keer ging dat we die truc uithaalden. Om daarna dus vrolijk verder te gaan met die eerste keer. Terwijl de derde keer dus ehh zeg maar alles weer op zijn kop zette. Met vader, met moeder en met Lies. Daar moet ik dus echt over schrijven, kan gewoon niet anders. Want die derde keer was ik nňg dommer dan ik normaal al ben, en dat is dus dňm! Dus eerst nog even terug naar die tweede keer. Die keer dat ik dus opnieuw een broek aantrok. Voor de tweede keer! Ik weet nog steeds niet echt of hij toen boos werd. Hij liet het gewoon niet merken. Maar nooit eerder had hij moeder bij mijn straffen betrokken. Dat zegt toch wel wat. Omgekeerd bemoeit zij zich er ook nooit mee. Na afloop, ja, dat dus wel. Dat komt ze altijd troosten en mijn billen verzorgen. Door heel voorzichtig en zachtjes mijn billen in te smeren. Tjemig, ik wordt weer geil nu ik dit opschrijf. Zo tergend langzaam als ze dat dus doet. Steeds dichter bij mijn lipje en klitje langs strelen. Dat je please please wilt dat ze verder gaat ... maar dat dus nooit doet. En erom vragen durf ik niet. Het is mijn moeder toch? Soort van... Anders denk ik dat dus nooit, dat ‘soort van’, maar dan dus wel. Mijn vader dus. Hij gaf moeder de opdracht om een strafrokje te maken. Dat wilde ik dus zeggen toen ik... Kappen, Manon. Gewoon doorschrijven. Een rokje maken wat op zijn aanwijzingen dus steeds korter werd, tot het zo kort werd dat je je best moest doen om mijn billen něet te zien. Dat strafrokje moest ik dus voortaan aantrekken als vader zei: “Strafrokje.” Ja, echt waar, meer hoefde hij niet te zeggen. Dan ging ik dus direct naar boven. Soms dacht ik later nog wel eens: ‘ik kan ook even dralen, dat krijg ik vast nog meer straf’. Maar ja, je kent me zo langzamerhand wel, daarvoor ben ik dan dus weer te braaf. Dus dan ging ik naar boven, trok mijn rok en alles daaronder uit. Trok daarna een net slipje aan dat mijn hele billen bedekte. En dat rokje dus. De oplettende lezer zal begrijpen dat ik, als ik een jurkje aan had, nog wat passende maatregelen moest treffen. Eén keertje deed ik dat niet, en kwam ‘van boven’ met ‘van boven’ alleen een beha aan. Taalgrapje. Nou ja, vader vond het in ieder geval niet echt grappig, want die beha moest ik direct uittrekken. Hij zei het ook best wel streng: “Beha uit,” zonder ‘meisje’ er achter, dus het was hem menens. Want na de straf die ook best wel heftig was, mocht ik me dus ook al niet omkleden. Moest ik m’n blote tieten blijven rondlopen. Tot na het eten. Toen mocht ik me weer omkleden. Dat deed ik daarna nooit meer. Ik ben een braaf meisje, weet je nog? Pfoe, ik lijd aan uitstel. Ik kwam dus beneden, met dat strafrokje aan. Ik ging direct in de wacht staan. Vader liet me een paar minuten staan. Ik dacht dat hij nu mijn billen niet zou ontbloten, maar dat was niet waar. En hoe kort het rokje ook was, ook dat moest omhoog. Gek genoeg was dat erger dan met een gewone rok. Gelukkig was ook de straf normaal. Gewoon, een flink pak slaag. Auw roepen. Jammeren en schreeuwen. Huilen. Weer in de wacht staan. Klaar. Alleen nu niet helemaal. Vader zei me dat vanaf nu, als ik mijn strafrokje aanhad en gestraft was, ik altijd als ik ging zitten dat op mijn blote billen moest doen. Omdat het rokje zo kort was hoefde ik dat amper naar achteren te schuiven. Maar mijn broekje moest dus wel een stuk naar beneden. Want ik had dus geen mini slipje aan of zo, maar eentje die mijn hele billen bedekte. Hete billen op koud leer. Tsja. Gelukkig mocht het weer omhoog zodra ik opstond. Moest het omhoog, natuurlijk. Tsja, dan nu dus eindelijk die derde keer. Die derde keer dat Lies zei: “Broek aan.” En stommerd, ik deed het nog ook. Dus toen ik beneden kwam, keek vader me strak aan. “Zo meisje, niets geleerd?” Met mijn mond vol tanden en een heel rood hoofd keek ik terug. Oh ja, toen wist ik het weer. Hij wilde beslist niet dat ik een broek aanhad. Nooit. Daarom had hij moeder dat strafrokje laten maken. Maar nu was het te laat, dat was duidelijk. “Uitkleden,” was alles wat hij hoefde te zeggen om in actie te komen. Gelukkig bedacht ik nog net dat ik de broek op de grond moest laten liggen en mijn andere kleren netjes moest uittrekken, opvouwen en op de tafel moest leggen. Maar daarna? Strafrokje aantrekken of juist al in de hoek in de wacht gaan staan? Ik deed dus maar geen van beide en ging vlak voor vader staan. Netjes in de wachtpositie met mijn benen licht gespreid, borsten naar voren, handen in mijn nek strak naar achteren. Even slikte ik. Toen zei ik zacht op zijn berouwvolst: “Het spijt me vader. Ik heb het helemaal fout gedaan. Ik ben een ... heel dom meisje... en..” Ik slikte nogmaals. Ik moest het van mezelf zeggen: “Ik ben het niet waard om uw dochter te zijn.” Even was het stil. En daar daarna heel bars: “Manon!” Daarna werd het weer stil. Hoorde ik hem ook slikken? Toen hij verder ging was hij niet bars maar ronduit boos. “Hoe durf je zoiets te zeggen, nee, hoe durf je zoiets zelfs maar te denken.” Ik kromp ineen. Ik voelde een traan langs mijn wangen glijden. Hij zag het. Zijn boosheid verdween. Fijn dat ik hem aan mocht kijken, want ik zag zijn boosheid veranderen in... liefde. “Meisje, meisje. Het spijt me. Ik had niet zo boos mogen worden. Maar weet het voortaan: er is niets dat me erger raakt dan zeggen dat je het niet waard bent, niet waard om mijn dochter te zijn.” Subiet begon ik te blozen. Hij was helemaal niet boos geworden op mijn spijtbetuiging. Dat ik een dom meisje was. “Je bent inderdaad een dom meisje, Manon. Maar dat zijn er hier meer. Ja, Lies. Ook jou hou ik hiervoor verantwoordelijk. Ga maar direct naast Manon staan, meisje.” Ik kon haar niet zien, natuurlijk, want ik stond vlak voor vader, maar ik hoorde haar zonder protest op gaan staan. In no time stond ze naast me en moest ik een beetje opschuiven. We wilden beide vlak voor vader staan, dus het was een beetje schuiven, en gedoe, te meer daar Lies ook meteen haar handen in haar nek had gelegd. Maar het ging. Maar wel raar: ik helemaal naakt naast Lies met al haar kleren aan. Nog aan, want dat er iets met Lies ging gebeuren was duidelijk. Voor Lies iets kon zeggen begon vader: “Lies meisje, ik weet dat jij hierachter zit. Hoe het precies zit hoor ik later wel, maar het is duidelijk dat Manon niet uit zichzelf een broek aantrekt. En dat jij daarvoor straf verdient ook.” “Ja vader,” antwoordde Lies gedwee, “wilt u mij net zo straffen als Manon, vader.” “Nee, meisje, dat wil ik niet. Dat jij er achter zit wil nog niet zeggen dat jij verantwoordelijk bent. Manon is zeventien en oud en wijs genoeg. Maar straf verdien je wel, alleen niet dezelfde straf.” Ik was bang dat ze tegen vader in zou gaan, mij zou verdedigen en zichzelf beschuldigen, maar gelukkig deed ze dat niet. “Dat Manon hier naast jou staat, dat is dus heel terecht. Alleen dat Manon naakt is, en jij nog met je kleren aan. Hmm, je weet Manon, dat ik jou niet graag opdraag om je uit te kleden wanneer je gestraft wordt. Ja Manon, ik maak verschil tussen jou en haar wat dat betreft. Maar ik heb je al eerder gezegd dat dat voor meer dingen geldt. Je hebt niet voor niets een grotere kamer dan Lies.” Die opmerking kwam zo onverwacht dat we beide moesten lachen. Wat natuurlijk raar is als je vlak voor vader in de wacht staat. Dus het duurde maar even. Toch was het belangrijk, want het doorbrak de spanning. En de vraag waarom hij er niet van hield Lies naakt te straffen onbeantwoord kon blijven. Want vader vervolgde met: “Maar in dit geval, Lies? Tsja, ik kan het niet toestaan dat Manon zich weer aankleedt. Dat betekent dus dat jij je moet uitkleden, meisje.” “Ja vader, mag het meteen, vader?” Dat klonk gretig, of was het omdat ik dat graag wilde horen? Feit was dat vader haar blijkbaar toestemming gaf door een pas opzij te doen, zodat ze de daad bij het woord voegde. “Help haar even, wil je.” Dat was duidelijk niet aan mij gericht, maar aan moeder. Lies dus wel, geholpen worden dus. Nou ja, ik vond het best. Je voor vader moeten uitkleden en vooral hoe, was best wel vernederend. Nou wilde ik dat juist graag, dat gevoel van vernedering, want vernedering was ook straf. En straf had ik nodig. En dat wilde vader Lies dus besparen. Dat gaf mij dan weer een fijn gevoel. Ik was de boosdoener immers, niet Lies. Het was al erg genoeg dat vader ook haar zou straffen. Om mij! Gevolg was dat in no time Lies uitgekleed was en naakt naast me stond. “Zo, dat is beter,” vervolgde vader, “ik hoor het niet te zeggen, als vader, maar jullie zijn beide beauties zo naakt naast elkaar. Je zou het haast jammer vinden dat jullie beide mijn dochters zijn. Maar ja, gelukkig ben ik een oude man.” Nou, niet in onze ogen. Maar we, nou ja, ik, was gelukkig met zijn uitspraak. Mooi zijn en naakt; bewonderd worden zonder dat je ergens bang voor hoeft te zijn. Want ons vertrouwen in vader was onbeperkt. “Zo meisjes. Tijd voor jullie straf. Zoals je weet zijn voor mij straffen en luisteren twee heel verschillende dingen. Jullie problemen, zorgen, redenen, stommiteiten en wat niet al meer wat er voor zorgt dat jullie de fout ingaan en straf verdienen. Ik hoor het graag, ik luister en help als het nodig is. Maar pas na de straf. Daarover praten kan belangrijk zijn, maar meestal is het maar onzin. Gestraft worden is voldoende. Zo denk ik erover, tenminste. Maar nu, bij dit eh, laten we het maar ‘samenspannen van jullie’ noemen, is dat het omgekeerde. Erover praten moet. Maar ook nu: na het straffen, en het bijkomen daarvan. Oftewel niet vanavond, maar morgenochtend. Zondag dus.” Zo, zo helder had ik het hem nog nooit horen zeggen. Maar het was voor mij altijd wel duidelijk geweest. Zelfs voor ik zelf door vader gestraft werd. Bij Lies straffen was ik de laatste jaren vaak aanwezig geweest, bij het uitpraten nooit. Een enkele keer had Lies zijdelings een opmerking gemaakt, maar voor haar was het nooit een big deal geweest. Hoefde het eigenlijk ook niet. Voor haar was straf krijgen genoeg. Dat gezeur later, daar had ze maar een hekel aan. En dat wist vader en hield daar rekening mee. Maar nu was dat anders. Ook voor haar. En juist daarom was het fijn dat we beiden eerst gestraft werden. Maar vader was nog niet klaar met zijn ‘uitleg’. “En dit is even vooral voor jou bedoeld, Manon, want Lies weet het al. Je mag natuurlijk altijd tegen een straf protesteren. Zelfs dat ik te streng ben. De kans bestaat zelfs dat ik je gelijk geef. Dat krijg je geen, of minder straf. Maar die kans is klein, erg klein. Veel eerder gebeurt het tegenovergestelde: dat ik vind dat je beter had moeten weten. Dan krijg je gegarandeerd extra straf. Want zeuren over straf is op zich zelf al reden voor straf. Een heel goede reden zelfs.” Juist! Eigenlijk was het best wel een opluchting voor me. Niet dat ik wilde protesteren, integendeel, ik had het nodig om gestraft te worden. Maar dat je niks hoefde uit te leggen. Ik wist uit een vorig leven hoe vervelend dat was. En hoe vaak het dan ruzie werd. “Jij, Manon wordt gestraft omdat je een broek hebt aangetrokken. En nog wel de derde keer. Dat telt lekker op. Want je weet dat ik het niet alleen niet wil hebben, maar óók dat ik het erg vind. Dus daar mag je je extra schuldig over voelen. Maar meisje, daar komt ook nog wat bij: je hebt daarbij misbruik van Lies gemaakt. Zoals gezegd, hoe het precies zit wil ik nu niet weten, daarover hebben we het morgen, maar ik weet dat het zo is.” “Dank u wel vader,” antwoordde ik snel. Hij schoot in de lach. “Zo meisje, wil je zó graag. Maar wacht eerst maar eens tot ik uit uitgesproken ben.” Oeps. Voor mijn beurt gesproken. Ik zou toch niet ook daarvoor nog gestraft gaan worden? Dan werd het wel heel veel. Zelfs voor mij. Maar het werd nog veel erger. “Ik zie dat je snapt hoe dom dat ‘dankjewel vader’ was. Daar hou ik niet van. Extra straf dus. En, inderdaad, het wordt nog erger. Want ik ben nog niet klaar met jou. Want hadden we afgesproken? Waar heeft je moeder voor gezorgd? Nou?” “Een strafrokje vader,” antwoordde ik timide. “Juist. En voor deze ene keer mag je me een uitleg geven, hoewel ik natuurlijk het antwoord ken: waarom vond je het nodig om een broek aan te trekken? En nu niet Lies gaan beschuldigen.” Alsof ik dat van plan was! Maar ik was blij met de waarschuwing. Ik moest het gewoon bij mezelf houden. Daarmee was het antwoord heel eenvoudig. “Ik wilde dat u me ging straffen, vader.” “Juist. En zie je nu in hoe dom je actie daarmee was?” Mijn God. Dat ik zó dom had kunnen wezen. Ik schaamde me diep. Maar het antwoord wat ik moest geven was daarmee best wel eenvoudig. “Als ik straf had verdiend, vader, had ik dat tegen u moeten zeggen. Dan had u kunnen beslissen of ik straf kreeg, en hoeveel. Maar nu heb ik u heel erg gekwetst door zo iets afschuwelijks te doen als een broek aan te trekken.” Hij kikte, maar was nog niet tevreden. “Je vergeet nog wat: het strafrokje dat je moeder voor je gemaakt heeft.” Het bloed steeg me naar mijn hoofd. Shit shit shit. Hoe kon ik zo dom zijn. Natuurlijk: hij had het zo goed als voor mij uitgespeld. Ik verdiende straf, heel veel straf... “Ik had het strafrokje moeten aantrekken, vader. Dat was alles wat ik had hoeven doen.” Hij knikte goedkeurend. Maar ik voelde me er alleen maar ellendiger door worden. Een traan drupte langs mijn wangen. Ik schaamde me zó voor wat ik had gedaan. Ik, die alleen maar wilde dat mijn vader trots op me was. Ik die net dat gedaan had wat hij afschuwelijk vond . En waarom? Ik was echt niet zo dom om te denken: om Lies. Verdomme. Ik was zeventien. “Het is al goed meisje. Huilen is goed. Maar droog je tranen eerst. Straks bij je straf mag je echt huilen. En eerst moet ik nog even terug naar Lies. Lies meisje. Zoals gezegd, je zit achter die actie van Marjon. Maar ze is zelf daarvoor verantwoordelijk. Je wilde haar helpen. En dat heb je ook zeker gedaan. Niet op de goede manier, maar toch. Maar met het al dan niet straffen van Manon heb je je dus niet te bemoeien. Dat je haar duidelijk hebt gemaakt dat ik een enorm hekel heb aan vrouwen in een broek, zeker mijn vrouwen, pleit dan weer wel voor jou. Voor jou, Lies, dus een simpel pak slaag. Over de knie, en omdat hier naakt voor mij staan ook als straf bedoeld is, wordt het zoals jullie onderling noemen ‘een aaibeurtje’. Duidelijk?” “Ja, vader. Dankuwel, vader,” riepen we alle bij tegelijk. Alsof we het afgesproken hadden. Wat inderdaad zo was. Maar vader had geen bezwaar tegen dit soort afspraken. Hij knikte in ieder geval bemoedigend.
als je geeft čn neemt heb je dubbel plezier
|
|
Lees en Beleef
Bevlogen lid
Bericht Nummer: 67 Aangemeld: 09-2019
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op zaterdag 13 juni 2020 - 02:34 pm: |
|
de kwetsbaarheid van dom en sub |
Bijzonder aan dit verhaal van Lief & Streng is dat ze het niet alleen schrijft in de ‘ik-vorm’, maar ook alsof of je bij haar schrijven als het ware meeleest. Dat deed ze ook eerder wel, maar nog nooit zo uitgebreid als nu. Dat levert een heerlijk inkijkje in de persoonlijkheid van Manon. Maar brengt ook een gevaar met zich mee: verwarring. Natuurlijk is het grappig als ze zichzelf tot de orde roept, zichzelf uitstel beschuldigt, maar het kan voor een lezer ook verwarrend werken. Ikzelf vond het op het randje. Net wanneer ik dacht, kom op Manon, waar blijft je verhaal over die ‘derde keer’ en zelfs: kom dan nou maar op met wat er die ‘tweede’ keer echt gebeurde, doorbreekt ze zelf het uitstel. En het blijft natuurlijk altijd grappig dat een schrijfster zichzelf verontschuldigd dat ze een oen is... Het maakt haar kwetsbaar, en dat is wat we van een subje willen ervaren. Wat dit verhaal echter echt bijzonder maakt is dat, hoewel het is geschreven vanuit de sub: Manon, de dominant: de vader zo duidelijk naar voren komt. Ergens vormt de vader hier een soort ideaalbeeld voor veel subs. De alwetende rechtvaardige dominant, die, hoe dom zijn sub ook is, haar altijd leidt naar de rechtvaardigheid waarmee haar straf gepaard zal gaan. Dat ze krijgt wat ze verdient. Nog mooier: wat ze nodig heeft. Die boos wordt op juist dat moment dat nodig is. Zodat de sub kan toegeven hoe dom ze is, en hoe nodig ze gestraft moeite worden voor de juiste reden. Om daarmee ook zijn eigen kwetsbaarheid te tonen: het moment waarop een sub het zichzelf kwalijk neemt sub te zijn, onwaardig zelfs. Ja dames subs (en heren?): als sub ben je het nooit onwaardig om sub te zijn. Dat is hoogstens je Meester, maar jij nooit! En dan die kleine haast zijdelingse toevoeging: de zin van protesteren. Kijk, zo willen we graag horen: protesteren mag. Maar meestal betekent dat: meer straf. Hebben we toch nog wat in eigen hand...
het lezen van een mooi verhaal ... is het zelf beleven
| |
|