Gepost op maandag 30 maart 2020 - 02:21 pm: |
|
| Breekpunt
waarom Juliette’s verhalen aansluiten op het breekpuntverhaal van Moniek
Het breekpunt vinden werd door het Instituut gezien als de heilige graal. Het breekpunt: het moment waarbij een meisje, vrouw of slavin over haar eigen grenzen heen gaat. Doet wat ze eigenlijk helemaal niet wil, dat voor haar echt te ver gaat... Leren om je eigen grenzen te beschermen is tegenwoordig een groot goed. En terecht. Vooral vrouwen blijken gevoelig voor druk om het overschrijden van hun grenzen toch toe te laten. Druk door mannen, dominante mannen. Het bewaken van je eigen grenzen staat daarom bovenaan in elk zelf-hulp-boek. Maar ... voor elke slavin vormt het ook een barrière in haar overgave aan haar Meester. Een overgave waarnaar ze zelf verlangt. Als wij, haar Meester, het Instituut, haar dwingen dáár doorheen te gaan, die grens van overgave, en die grens net even te verleggen... dan wordt haar overgave volledig. Dat voelt als bevrijding. Ze kan voortaan, wanneer haar Meester haar ‘overneemt’, alles loslaten. Ze draagt het bewaken van haar grenzen over aan haar Meester. Zij is daarvoor niet langer verantwoordelijk. Haar zelfhulpboek mag gesloten worden. Voor veel slavinnen betekent het dat ze niet meer hoeven na te denken. Het vertrouwen in hun meester is zo groot geworden dat hem vertrouwen een gegeven is geworden, en haar zekerheid biedt. Op elk moment wanneer hij zijn gezag laat gelden, weet ze dat ze veilig is. Dat haar grens bewaken zijn verantwoordelijkheid is, niet langer de hare. Voor veel subvrouwen geldt dat, zodra ze die zekerheid heeft, ze zich veilig weet en ze zich pas echt zijn slavin kan voelen. Dan kan een simpele blik in zijn ogen voor haar betekenen dat ze hem onvoorwaardelijk dient te gehoorzamen. Of de toon waarop hij haar toespreekt. Ze weet dat zijn verzoek, opdracht of soms zelfs een simpel knikje, betekent dat hij het overneemt. Wat overigens helemaal niet wil zeggen dat ze hem ook daadwerkelijk zal gehoorzamen. Maar daarover later. Voor veel slavinnen betekent dat simpele gebaar voor haar dat ze een onderdanige houding moet aannemen. Knielen bijvoorbeeld. Of zich uitkleden om een speciale positie in te nemen. Zoals bijvoorbeeld ‘wachtend knielen’, een houding waarin ze haar overgave aan hem kan laten zien. Het is één van de Gor positie -Google maar als je de term niet kent... Of dat ze gestraft gaat worden en in de hoek moet gaan staan als voorbereiding. Met haar handen in haar nek, schaamtevol en tegelijkertijd schaamteloos, omdat haar borsten en billen uitdagend dient te presenteren. Maar voor vele anderen betekent het juist het tegendeel: dat ze mag protesteren. Vervelend doen. De kont in de krib mag gooien, of hoe haar verzet er ook uit mag zien. Zeuren, janken, schelden: het maakt niet uit. Want ze heeft de zekerheid dat hij de baas is. En als baas zal ingrijpen. Door die grens van protest heen zal breken. En zo haar te dwingen om onderdanig te zijn. En haar straf voor haar wangedrag te accepteren. En bij al die voorbeelden is het gevolg èn het doel dat zij zich uiteindelijk overgeven. Loslaten, geen verantwoordelijkheid meer hoeven dragen. Zo kan zelfs de voor veel slavinnen heilige graal van haar sub-zijn bereikt worden: in subspace raken. Subspace: als in een trance krijgt een sub het gevoel buiten haar lichaam te zijn, los van de realiteit, net alsof ze drijft of vliegt, los van pijn, volledig ‘bezit’ van haar Meester. Kan, want dat verlangen naar subspace geldt lang niet voor elke slavin: of ze het wil èn of ze het kan. Voor de Directeur was de zoektocht naar het breekpunt van Juliette een grote uitdaging geweest. Een echte Mevrouw, gewend om zich moeiteloos te bewegen in de ‘high society’ wereld van de Haagse diplomatie. Het leek vooraf een onmogelijke opdracht. Toch had hij tot zijn grote voldoening haar breekpunt niet alleen gevonden, maar ook overschreden. Terwijl het eigenlijk zo gemakkelijk was gegaan. Haar eerst behandelen als de Mevrouw die ze was, dat vormde de start. Om haar vervolgens met zachte dwang te leiden naar de wereld van gehoorzaamheid en overgave. Om haar daarna te dwingen om zich over te geven aan het genot dat hij haar gaf. Om onder zijn ogen op het randje van een orgasme te belanden en dat dan nèt niet laten gebeuren. Om haar daarna toch te laten komen op een manier waarop ze geen enkele greep meer had. De schaamte die dat bij haar opriep was voor haar voldoende geweest om te ‘breken’, daarvan was hij overtuigd. Het leek zo eenvoudig, maar was dat natuurlijk niet. De weg er naar toe was heftig geweest, en pijnlijk. De seks en de liefde die haar echtgenoot, de Advocaat, haar had ontzegd. Haar schuldgevoel over haar ‘vreemdgaan’. Het wekenlang moeten wachten totdat ze daarvoor gestraft werd, iets waarvan ze overtuigd was dat het moest, dat alleen dan haar schuldgevoel daarover zou verdwijnen. Om daarna in het Instituut te moeten verschijnen voor de Directeur, terwijl ze in alles een ‘echte mevrouw’ bleef. De overbeleefdheid waarmee hij haar had bejegend. En daarna de verzorging na afloop van Dora als nederig dienstmeisje, die haar zag ‘als mevrouw’ terwijl ze dat niet langer was... achteraf beschouwd moest de Directeur erkennen dat eigenlijk dat moment haar echte breekpunt was bereikt. Oh ja, hij wist dat ze zich daarna weer als mevrouw was gaan gedragen. Dat was mooi, en eerlijk is eerlijk, ook daarvan genoot hij elke keer. Ze was en bleef een geweldige ‘Mevrouw’. Maar vergeten dat ze zich ooit verlaagd had tot het niveau van een slet -haar gevoel, niet de zijne- en dat ze zich daarna nooit meer kon zien als de ‘Mevrouw’ die ze was geweest: dat zou ze nooit. Daarmee was dat moment haar innerlijke breekpunt geworden. Als zich die situatie weer zou voordoen: dat ze voor even weer een ‘Mevrouw’ werd, dan zou haar overgave opnieuw verlangd worden. Was het door haar Meester, dan wel voor zichzelf. Dan zou de herinnering aan dat ‘breekpunt’ haar ‘als vanzelf’ daar naar toe brengen. De slet die ze ook was, de slavin die ze wilde zijn. Er was echter nog een raadsel voor de Directeur om op te lossen. Waarom had Juliette toegestemd in haar komst naar het Instituut? Hij bleef daar vragen bij houden. Net zo als bij dat plotselinge huwelijk van haar met Nicolas alias “de Advocaat”: zelfs voor de Juliette die hij had leren kennen was dat trouwen erg onwaarschijnlijk. Dan die belofte van huwelijkse trouw en het onmiddellijk verbreken daarvan. Bizar. En de overtuiging van Nicolas dat Juliette de brief zou ondertekenen en bereidwillig zich zou melden op het Instituut. Hij zou dat echt moeten uitzoeken wilde hij haar echt ‘bezitten’. Want inmiddels was haar aantrekkingskracht voor hem heel persoonlijk geworden. Want ook zij had hem geraakt, meer dan hij voor mogelijk had gehouden. Van haar ‘breken’ had hij niet alleen genoten, nee, veel meer dan dat: hij was heimelijk van haar gaan houden. Hij wist het: dat was in zijn professie buitengewoon gevaarlijk. Vandaar dat hij ook absoluut weigerde om daar aan toe te geven. Hij bleef professioneel. Vooralsnog. Tot hij de antwoorden had gevonden op het raadsel Juliette. De oplossing van dat raadsel lag echter nog steeds in haar ‘breekpunt’ en vormde het aanknopingspunt om verder met haar te ‘werken’. Waar Mevrouw Juliette, zo noemde hij haar nog steeds voor zichzelf, van dame veranderde in een slet, was bij een ander meisje dat hij naar haar breekpunt had geleid precies het omgekeerde gebeurd: het opleiden van een slet tot huisvrouw. Marcha was haar naam, niet haar eigen naam overigens, maar daarover later. Haar ‘breekpunt’ had gelegen in dat ‘huisvrouw-zijn’ te accepteren: dat ze haar man volledig vertrouwde en zijn leiding accepteerde. Dat ze haar ‘slet-zijn’ omarmde en dat gebruikte om de rol van huisvrouw te vervullen, van een onderdanige huisvrouw vanzelfsprekend. Waarbij overigens de rol van huisvrouw het hebben van een baan buitenshuis beslist niet uitsloot, in de ogen van het Instituut tenminste. Natuurlijk, de labels ‘slet’, ‘mevrouw’ en ‘huisvrouw’ gebruikte hij uit effectbejag, maar het gaf wel heel mooi de contrasten aan. En benadrukte de veelzijdigheid van het Instituut. Ook, en eigenlijk dus met name, bij het zoeken, vinden en bereiken van ieders ‘breekpunt’ bij slavinnen in wording. Marcha dus. Te snel oud geworden en verhard door de nare wereld van prostitutie waarin ze reeds op vijftienjarige leeftijd naar was gevlucht, weg van haar liefdeloze ouders. Toch had ze dat overleeft, was ze zelfstandig gebleven en was ze altijd ver gebleven van onveilige seks en drugs. Slim als ze was had ze gebruikt gemaakt van een gestolen id-kaart. De gelijkenis was acceptabel en haar leeftijd veranderde daardoor in die van een achttienjarige. En werd ze daarmee voor een bordeel uit het hogere segment zeer aantrekkelijk. Daar had de Oude Heer haar gevonden. Het was het enige bordeel waar ze regelmatig voor werkte. Omdat ze zeer intrek was bij de klanten had de hoerenmadam haar eigenzinnigheid voor lief genomen. Hij had haar gekocht van de hoerenmadam -met haar goedkeuring- en was bij hem ingetrokken. Ook hij zou haar niet bij haar echte naam noemen, Keesje, maar Marcha. Of mijn meisje of Slavin, zoals hij haar bij thuiskomst vertelde. Hem mocht ze Meester noemen, of Meneer als er iemand anders aanwezig was en ze niet wist of ze Meester mocht zeggen. En zij? Zij vond het wel spannend. Ook toen hij vertelde wat dat Meester en Slavin ging inhouden. Iemand die haar zei wat ze moest doen, iemand die voor haar zorgde, iemand zelfs die lief voor haar was? Maar bovenal: iemand die haar niet ‘gebruikte’, bij wie ze mocht zijn wie ze was. Dat had ze sinds haar elfde niet meer meegemaakt. Seks met elkaar hadden ze echter pas veel later. Pas toen het vertrouwen tussen hen groot genoeg was en zij het was die hem wilde. En zij vond het beide heerlijk: sex met hem, en het idee zijn slavin te mogen zijn. Voor het eerst genoot ze daardoor echt en zonder voorbehoud. Zo werd ze uiteindelijk ook echt zijn slavin. Bijna. Ze knielde wanneer hij wilde dat ze knielde. Als ze zin had. Ze liet zich straffen wanneer zij dat vond dat het moest. Niet dat ze dan zei, maar ze was een ‘meester’ in het uitdagen, zodat hij wel ‘moest’. Niet dat een reden wat haar betreft noodzakelijk was. Hoogstens stribbelde ze dan tegen. Wat weer leuk was voor beiden. En seks, nou ja, daarover hoeven we het niet hebben. Laten we zeggen dat die ongeremd was. Op het nymfomane af. Maar alleen als zij het initiatief mocht nemen. Natuurlijk beweerde ze voortdurend dat dat laatste helemaal niet waar was. Dat ze juist graag wilde dat hij haar ook daarin domineerde. Maar hij wist wel beter. Er hoefde maar iets te gebeuren en ze voelde zich weer gebruikt, dan kwam haar verleden als hoertje weer naar boven. Natuurlijk troostte hij haar dan om haar later alsnog te nemen of te straffen. Tot die keer dat ze echt ontroostbaar was. Ze wilde zich zó graag geven maar kon het niet. Ze hadden hulp nodig en die hulp vonden ze uiteraard bij het Instituut. Want de Oude Heer en het Instituut waren oude bekenden. Vóór Marcha had hij herhaaldelijk een meisje door het Instituut laten opleiden. Meisjes die altijd zeer in trek waren bij Meesters van diverse pluimage. Zodat, als de Oude heer het tijd vond voor een nieuw ‘experiment’, zijn slavin geen enkele moeite had met het vinden van een nieuwe Meester. Een Meester die uiteindelijk zelfs altijd beter bij haar bleek te passen dan de Oude Heer. Maar toch was Marcha hierin anders. Het was alsof ook hij zijn ‘bestemming’ gevonden had. De Oude Heer en het Hoertje, dat klonk niet alleen goed, het voelde als zijn eindbestemming. Hij wist dat haar breekpunt zou liggen in het overwinnen van haar grootste angst: altijd het hoertje te blijven voor wie sex een ruilmiddel was. Voor haar daarom geen overgave, niet het loslaten van alles, niet het verlies van alle controle. Toch realiseerde hij zich dat hij het niet kon zijn die haar haar breekpunt zou laten overwinnen. Zijn liefde was te groot, evenals zijn wens om haar te beschermen. Hij wist wie haar ‘sleutel’ daarvoor zou zijn. Niet hij die ze liefhad, maar iemand die ze verafschuwde, die ze haatte. Niet zozeer een specifiek persoon, want die was er niet, maar het cliché van de brute egoïstische hoerenloper, of de verkrachtende directeur. Aan hem zou zich volledig moeten overgeven, een overgave zonder beperking, zonder terughoudendheid. Dat zou haar vrij maken van haar verleden. Dan zou ze kunnen zijn wie ze werkelijk wilde worden. En hopenlijk was hij dan haar Meester en zij zijn Slavin. Toen hij zeker van zijn zaak was wendde hij zich tot het Instituut. Aan hen de taak om die ‘meedogenloze bruut’ te vinden. En haar met hem te confronteren. Zodat hij haar uiteindelijk zou dwingen tot ‘overgave’. Een overgave die voor haar zou voelen als een bevrijding. Dat was precies wat uiteindelijk er gebeurde. Hoe en wie is een ander verhaal. Belangrijk hier is dat het Instituut er in slaagde. En ook dat het Marcha daarna in de gelegenheid stelde om haar opleiding tot slavin te voltooien: door kostschoolmeisje te mogen worden op de Kostschool voor Moeilijk Opvoedbare Meisjes. Zo kon ook zij weer opnieuw een meisje worden, jong meisje. Kostschoolmeisje. Maar uiteraard: heel moeilijk opvoedbaar... Soms was het voor het Instituut dus duidelijk waar het breekpunt voor een slavin lag. Soms was dat een lange zoektocht. Ja, en soms doemde een breekpunt zich onverwachts op. Of openbaarde zich na het bereiken van dat eerste breekpunt nog een tweede... De kunst was dan om dat te herkennen en daar gebruik van te maken. En juist daarin had het Instituut zich in gespecialiseerd. Maar meestal was het vinden van een breekpunt een langzaam en intensief zoekproces. En ook dat werd gekoesterd. Maar bij het ‘slachtoffer’ dat nu op de Directeur wachtte verwachtte hij dat niet: Moniek, echtgenote van Anthony Verboom. Anthony was het die haar had gebracht, maar zij was het geweest die het initiatief had genomen. Slavin willen worden was haar verlangen. Slavin van haar man, laat dat duidelijk zijn. Een verlangen dat was opgewekt door het boek “Haremslavin”. Het idee dat een man zoveel macht over je had, al je diepste verlangens kende... Ze hadden het beide geprobeerd, maar zonder succes. Niet dat hij haar Meester niet wilde zijn, maar ze waren daarvoor te veel met elkaar verbonden, verbonden als gelijken. Hij gaf haar opdrachten die zij zonder protest gehoorzaam uitvoerde. Maar strafte haar niet. Immers: waarvóór zou hij haar moeten straffen, ze was immers heel gehoorzaam? En toen hij dat uiteindelijk wel deed, had dat geen eh emotioneel effect. Ze voelde geen gezag. Hij bleef haar man, ze had hem lief. Ze wilde zijn slavin zijn, maar dat was ze niet. Ze wist niet hoe ze hem moest dienen en hij wist niet hoe hij haar moest domineren. Toen hij haar daarmee geconfronteerd had, en haar had gevraagd of hij hulp mocht vragen, en uiteindelijk het Instituut gevonden om die hulp te ontvangen, had ze zich gelukkig en voldaan gevoeld. De eerste onderzoeken hadden het beeld opgeleverd van de volmaakte slavin. Ze kenden haar verlangens en mogelijkheden. Ze wisten wat ze verafschuwde, wat niet bij haar paste. Haar vertrouwen in haar man en in het Instituut en daarmee ook de Directeur was groot. Er was geen verzet, geen weerstand, alleen maar een verlangen. Dat zou dus voor het Instituut en haar Directeur een eenvoudige opdracht moeten zijn: het vinden van haar breekpunt. Daarin lag haar overgave. Haar ‘loslaten’, haar ‘subspace’ zou eenvoudig gevonden en bereikt moeten kunnen worden. Het tegendeel bleek waar te zijn. Juist die onvoorwaardelijke overgave, het diepe verlangen zijn slavin te zijn. Überhaupt het verlangen om slavin te worden... Dat maakte het des te moeilijker en voor de Directeur misschien wel zijn grootste uitdaging in zijn hele carrière. En al helemaal als hij zijn eigen slavinnen niet meerekende. Want hoe vind je iemands breekpunt als ze eigenlijk wel alles wil. Want zonder weerstand geen breekpunt. En als er iets was tijdens het onderzoek, waar ze een afkeer van had, wat haar tegenstond, wat ze weigerde om te ondergaan, dan was dat ook volstrekt terecht. Ook in de ogen van de onderzoekers. Het paste dan zo overduidelijk niet bij haar dat de onderzoekers die haar hieraan blootstelden, of het haar slechts maar suggereerden, zich er achteraf voor schaamden. Zelfs al was het puur professioneel om dat te doen. Toch wist de Directeur dat ook zij haar breekpunt had. Moest hebben. En was dat overwonnen, pas dan zou ze zich aan haar man kunnen geven, als zijn slavin. Immers: zij wilde het worden, hij wilde het voor haar zijn. Het was het Instituut hun eer te na om het op zijn minst niet te proberen. En eerlijk is eerlijk: voor de Directeur die zich deze taak had toegeëigend, daarvoor ben je immers de Directeur, was er niets liever dan om die verplichting te vervullen. Daarbij: Moniek was voor hem een bijzonder aantrekkelijke jonge vrouw. Kon hij het zelf heel goed vinden met haar echtgenoot Anthony. Wist hij dat van jaloezie voor beide geen sprake zou zijn. En last but not least: had hij nogal een ‘meerder’waardigheidscomplex in deze. Toch bleek het de moeilijkste opdracht in zijn hele carrière te zijn. Hij wist dat ze het in zich had. Maar de weg er naar toe? Die was lang en kronkelend. Het zou zelfs voor hem een verrassende eindbestemming hebben. En die ging uiteindelijk verder, veel verder dan het vinden en overwinnen van haar breekpunt... wie was nou al weer wie? lijst met personages - opent in nieuw tabblad © Paul Gérard
verhalen maken dromen waar
|
|
Paul Gérard
Oppasser
Bericht Nummer: 320 Aangemeld: 04-2003
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op maandag 30 maart 2020 - 02:27 pm: |
|
een toelichting op “Breekpunt” |
Dit verhaal, wat eigenlijk niet echt een verhaal is, vraagt om een toelichting. Een toelichting op twee vlakken: het waarom, en het ontstaan. Dit verhaal is ontstaan toen het oorspronkelijke breekpunt verhaal, dat van Moniek, niet meer klopte als onderdeel van het geheel: Het Instituut, en De Kostschool. Een schrijver als ik heeft altijd moeite om afstand te doen van zijn kindjes. En in dit geval terecht, want ook de oorspronkelijke versie was een mooi verhaal. Niet alleen dat, het gaf ook aan hoe verschillend dat bereiken van een breekpunt is: bij iedere slavin weer verschillend. Het betekende wel dat dit oorspronkelijke verhaal een andere hoofdpersoon moest krijgen. Een hoofdpersoon die al rondliep in De Kostschool. En daarmee ontspoorde het verhaal, want ik koos voor Marcha. Marcha is één van de kostschoolmeisjes die al opgenomen waren in het Instituut (naast Paulien, Sophie en Maartje). Ik bedacht een prachtige plot hoe Marcha op het Instituut belandde en hoe haar Breekpunt er vanuit die geschiedenis uitzag. Maar het plot was te lang, en haar breekpunt kende gebreken. Je kunt niet zomaar een verhaal van de ene hoofdpersoon op de andere overzetten. Ik raakte daarmee in een schrijversblok. Dus voorlopig niet Marcha’s Breekpunt. Maar inmiddels had ik al wel een verbindingsverhaal geschreven. Een verbinding tussen Juliette’s verhalen en dat van Marcha. En waarin ook Monieks Breekpunt aangekondigd werd. En dat verbindingsverhaal was eigenlijk te goed om niet te gebruiken. Het vormt dus ook een mooie verbinding tussen het Breekpunt van Moniek en Juliette’s verhalen, wat zelf in wezen ook een soort breekpuntverhalen zijn, ontdekte ik achteraf. Bovendien gaat dit verbindingsverhaal wat serieuzer in op wat een Breekpunt eigenlijk is: het bereiken van een staat van overgave (zo heette dit hoofdstuk dan ook eerst). En juist dat behoeft dan weer een extra toelichting. Want “Breekpunt” is nog steeds een verhaal, geen verhandeling. Alleen al het een ‘breekpunt’ noemen is vragen om problemen. Want in sm-land breek je een sub niet. Nooit. Zelfs het verleggen van haar grenzen is discutabel. Hierin is de dom nooit leidend, maar altijd de sub. Een sub bepaalt haar eigen grenzen, de dom helpt haar alleen daarbij. Een goede dom voegt zich altijd naar de verlangens van een sub. Verhalen zijn geen werkelijkheid. Maar zelfs in mijn verhalen is dat principe leidend. Alleen kent de dom zijn sub beter dan dat ze zichzelf kent. En mocht hij het fout hebben - lees het Breekpunt verhaal van Moniek “Uw wil is mijn wet”- dan is hij het die zich dat realiseert en ongemerkt voor haar zijn gedrag daarop aanpast. Een goed verhaal moet mooier en spannender zijn dan de werkelijkheid. En zo moet je dus dit verhaal “Breekpunt” ook lezen. Het lijkt een verhandeling, maar is een verhaal.... En daarmee is deze toelichting haast langer dan het verhaal zelf... (dat ik binnenkort fysiek verenig met de Instituut verhalen, samen met het Breekpunt van Moniek)
verhalen maken dromen waar
| |
|