deel 4 van 'De Steentijd van Suzanne'; waarin ik op mijn beurt een brief ontvang
Zaterdag rond elf uur ging mijn telefoon. Suusje! Volledig over haar toeren. Ze was in het ziekenhuis. Steen was uit de hijsinstallatie gevallen. Veel gips was gescheurd. Waarschijnlijk waren half herstelde breuken weer kapot gegaan en ingebrachte pinnen verschoven. In ieder geval moest hij weer geopereerd worden. Ik vat het nu kort samen. Suusje had veel meer woorden nodig. Bovendien moest ik daar zelf nog structuur in aanbrengen. “Ik weet niet wat ik moet doen. Kunt u komen, meester Sander?” Zelfs in de panieksituatie waarin ze verzeild geraakt was, gebruikte ze de formele aanspreektitel die Steen haar had opgelegd. Ik zei dat ik onmiddellijk naar haar toe zou komen. Alleen met zwaailicht en sirene was ik er sneller geweest. Suus zat in de hal met haar hoofd in haar handen. Ik ging naast haar zitten en sloeg mijn arm om haar heen. Ze tilde haar hoofd op en keek me een paar seconden aan met een blik alsof ze me nooit eerder gezien had voordat ze van wal stak. “Hij roept steeds dat het mijn schuld is, omdat ik veel te lang in de badkamer bleef. Maar je bent toch gek als je gaat proberen om jezelf met zo’n hijsinstallatie uit bed te tillen? Hij wil niet dat ik hier in het ziekenhuis nog bij hem in de buurt kom. Hij wil me niet meer zien totdat hij helemaal weer gezond is. Maandag gaat Ronald nieuwe sloten op de deuren zetten, zegt hij, en ik krijg geen sleutel. Dus ik moet mijn kleren voor die tijd ophalen, want daarna kan ik er niet meer in. Waar moet ik dan heen? Hij schreeuwt alleen maar tegen me. Hij noemt me stomme hoer, nutteloze slet, neukvlees en druipkut waar iedereen bij is. En hij roept dat hij me vreselijk zal toetakelen als hij weer genezen is, erger dan hij er nu aan toe is. Toen heb ik teruggeschreeuwd dat hij me nooit meer zal zien, dat ik nooit meer naar hem zal luisteren en nooit meer iets met z’n kleine pikkie zal doen. Ze wilden er nog een of andere maatschappelijk werker bijhalen, maar ik heb gezegd dat ik zelf wel iemand ging bellen.” Ik trok haar hoofd zachtjes tegen mijn schouder aan en haalde adem om wat te gaan zeggen, maar toen ik zag dat de tranen over haar wangen begonnen te lopen, slikte ik dat weer in en moedigde haar aan. “Huil maar, Suusje, laat het maar komen, dat lucht op.” Ze huilde voluit, maar dat komt in ziekenhuizen wel vaker voor, dus de meeste mensen besteedden er geen aandacht aan. En degenen die dat wel deden kregen van mij een zo strakke blik dat ze over het algemeen snel weer een andere kant op keken. Uiteindelijk stokte de tranenstroom. Suus keek me waterig aan. “Kom”, zei ik, “ga met me mee, ik zal je helpen.” “Wilt u dat nog wel? Ik heb niet gereageerd op uw briefje. Ik wilde het wel, maar ik durfde het niet. Nog niet. Ik kon meester Steen toch niet alleen laten, met al dat gips in die rolstoel?” “Stil maar Suusje, dat is nu allemaal niet belangrijk. We gaan eerst je spullen ophalen en dan neem ik je mee naar een plek waar je tot rust kunt komen.” We reden naar huize Steen om haar kleding en andere bezittingen op te halen. Terwijl Suus twee koffers van zolder pakte en haar kleren bij elkaar zocht, ging ik op zoek naar andere zaken die van belang konden zijn. Ongeveer in het laatste laatje dat ik opentrok in de werkkamer van Steen, vond ik het contract met daarin ook de identiteitskaart en een rijbewijs van Suzanne Jolanda Maria de Zwijger. Suus bleek net 23. Kennelijk lijk je ouder als je altijd zorgelijk kijkt. Verder had ze waarschijnlijk een aantal jaren achter de rug die je wel dubbel mocht tellen. Met deze belangrijke buit op zak ging ik naar de woonkamer en stortte me op het camerasysteem. Ik ging er van uit dat Steen alles opgenomen had en ik wilde proberen die opnames zo te verwijderen dat hij ze later ook niet meer kon terughalen. Waarschijnlijk een onrechtmatige daad, maar hij zou er vast geen zaak van durven maken. Helaas zag ik geen kans om in het systeem door te dringen. Teleurgesteld ging ik weer naar boven om te kijken hoever Suus inmiddels gevorderd was. Ze had haar kleren netjes opgevouwen op stapeltjes gelegd, op haar bed en op haar bureau. Ik was verrast door een stapel beha’s. Ze zag me kijken. “Ze zijn jaren oud, dat kun je wel zien hè. Ik denk niet dat er nog één past. Ik heb ze stiekem bewaard, Ik mag geen beha dragen van meester Steen.” “Je hebt nu niets meer met Steen te maken, toch?” “Dat is waar, ik kan er nu gewoon één aandoen.” Voor ik het wist stond ze topless in de kamer en begon in het stapeltje beha’s te zoeken. Naar de grootste, vermoedde ik. “Ho, ho”, riep ik, “ik ben hier ook nog.” Ze draaide zich naar me toe, waardoor het zicht op haar borsten voor mij nog beter werd. “U heeft me toch al vaker bloot gezien, we hebben zelfs geneukt.” “Maar je wilde niet voor een andere man in je blootje staan. Je wilde mij alleen maar als strafmeester, omdat je banger was voor de andere kandidaten. Je werd gedwongen naakt te zijn in mijn bijzijn, je deed het niet uit vrije wil. Stel dat je nu op bezoek zou gaan bij Steen en hij zou zeggen dat je moest uitkleden, zou je dat dan doen?” “Nee, zeker niet”, zei ze half fel en half bedeesd, haar ogen neergeslagen en haar armen voor haar borsten gekruist. “Vanaf vandaag ben je vrij om zelf te bepalen wat je wel en niet doet. Dus ook aan wie je wel of niet je borsten wilt tonen en wie ze wel of niet mag aanraken.” Ik liep het kamertje uit en wachtte op de gang tot ze liet weten dat ze een beha en haar trui had aangetrokken en bedacht dat het eigenlijk wel geestig was, een vrouw die als teken van bevrijding een beha aantrekt. In mijn jonge jaren gebeurde precies het omgekeerde. We pakten samen haar kleren in de koffers en gingen aan het begin van de avond op weg naar haar nieuwe onderkomen, via de hamburgerjongens met de gele M, waar we stilzwijgend meer calorieën wegwerkten dan goed voor ons was. Ik reed het terrein van mijn autobedrijf op, wees Suus op de ingang van mijn appartement en parkeerde mijn auto toen bij de buitentrap. Ik gaf haar de sleutel en zei dat ik boven, in het oude magazijn een plekje voor haar had ingericht. We begonnen de rondleiding in het woonkamertje. Ze was overdonderd en keek met vochtige ogen in het rond. Toen ik haar ook de slaapkamer liet zien rolden zelfs een paar tranen over haar wangen. “Moet ik dan niet bij u in bed slapen, meester Sander?” Ik sloeg mijn arm om haar schouder en herinnerde haar aan wat ik niet lang daarvoor gezegd had toen ze plotseling in mijn bijzijn haar borsten ontblootte. “Steen is je meester niet meer, Suus, en niemand gaat zijn plaats innemen. Ook ik niet, dus vanaf nu geen ‘meester Sander’ meer, maar gewoon Sander. Ik bied je deze plek om een zelfstandig leven op te bouwen en waar jij dat wilt en ik het kan, zal ik je erbij helpen. Maar de enige die nog voor en over jou iets beslist ben je voortaan zelf.” Ze begon nog over huur betalen en dat ze geen geld had, maar ik kapte dat af met de belofte dat we op de naderende zondag over van alles en nog wat konden praten, maar dat het me nu het beste leek als ik haar nog even de douche en de keuken liet zien en dat ze dan haar kleren zou opruimen en lekker zou gaan slapen. Ik wees haar op de deur naar mijn appartement en legde uit hoe ze die aan haar kant kon vergrendelen. Daarna verdween ik langs die weg. Op zondagochtend maakte ik een ontbijt klaar voor ons beiden en toog met een vol blad naar mijn nieuwe buurvrouw. Ik voelde aan de deur naar het magazijn. Die ging gewoon open. Ik had het niet erg gevonden als Suus hem vergrendeld had, maar was blij dat ze me kennelijk al zo vertrouwde dat ze het niet had gedaan. Ik klopte zachtjes op de slaapkamerdeur en wachtte netjes op een reactie. Toen ik naar binnen mocht was gelijk duidelijk dat ik haar wakker gemaakt had. Ze lag nog diep onder haar dekbed, had enige moeite om haar ogen open te houden en geeuwde vol overgave. “Sorry dat ik je wakker maak”, zei ik, “misschien kan ik het hiermee iets minder vervelend maken.” Ik zette het dienblad met het uitgebreide ontbijt op het tafeltje naast haar bed en ging zelf in een stoel zitten. Suus kwam overeind, waardoor het dekbed van haar afgleed en ik opnieuw zicht kreeg op haar naakte bovenlijf. Even leek het er op dat ze ons gesprekje rond de beha’s vergeten was, maar al snel trok ze het dekbed omhoog. “Mijn borsten bedekken, dat zou me de afgelopen jaren een flinke straf opgeleverd hebben”, zei ze met iets van een glimlach, “ik moet er nog even aan wennen. Ik heb nu wel een probleem, want ik kan zo niet eten en ik moet ook eigenlijk eerst heel nodig plassen.” In huize Steen was ik uit mezelf even naar de gang gegaan, maar dat deed ik nu niet. Het was een mooie oefening om voor zichzelf op te komen. “En hoe zou je dat probleem op kunnen lossen?” “Meester ….. ehh ….. Sander, vind je het erg om je heerlijke ontbijt mee te nemen naar de woonkamer? Dan kan ik even wat aantrekken en naar het toilet gaan. Ben ik zo weer bij je.” Uiteraard voldeed ik aan haar wens en even later zat ze tegenover me in één van de makkelijke stoelen met haar benen onder zich, in een short en een vrij strak shirtje. Nog steeds een magneet voor het mannelijk oog. We praatten uitgebreid die zondag. Tijdens het ontbijt in haar woonkamer. Nadat we tegelijkertijd gedoucht hadden, maar wel ieder in ons eigen appartement, in mijn woonkamer. Tijdens een wandeling en een lunch in het park, tijdens de autorit van en naar huize Steen om nog wat vergeten spullen op te halen en de koffers terug te brengen. Terwijl zij in haar keukentje voor ons beiden een pastaschotel toverde. We praatten door in haar woonkamer bij het eten van de pasta en ook nog daarna. Het waren voor Suusje geen makkelijke gesprekken. Het had haar moeite gekost om op gang te komen, maar toen ze eenmaal vrijuit durfde te praten, was er een lange stroom emotionele herinneringen losgekomen. Samengevat en zonder allerlei moeilijk te geloven gruwelijke details: enig kind; een vader met losse handjes, die zich richting Korsakov dronk; een moeder die dat niet meer pikte toen Suus twaalf was en die twee jaar later een nieuwe vriend kreeg, waardoor ze haar aandacht en interesse voor haar dochter verloor; op haar zestiende een vriendje die haar ontmaagdde, maar er diezelfde dag nog vandoor ging met haar tot dan toe beste vriendin; op haar zeventiende een nieuw vriendje dat haar op handen leek te dragen, maar haar ondertussen van school en havo-examen weghield en aan de drugs hielp; toen ze niet meer zonder kon kreeg ze die drugs alleen nog als ze daarvoor betaalde door haar lichaam te laten misbruiken; dat gebeurde achterin een bestelwagen, in een kelderbox of in de bosjes bij een afgelegen parkeerplaats, vaak vastgebonden of geblinddoekt; soms door één man, een andere keer door een rijtje mannen achter elkaar; uiteindelijk op haar negentiende een klant die haar na een aantal van die intensieve bezoekjes letterlijk tegen betaling overnam van het ‘vriendje’. Steen dus. Wat ik me niet gerealiseerd had, was dat Steen in eerste instantie voor Suus een verademing was. Hij zorgde ervoor dat ze afkickte (cold turkey weliswaar) en bij hem kreeg ze goed en genoeg te eten. Er was altijd geld voor leuke kleren en ze hoefde zich tot een week geleden niet meer aan andere mannen te geven. Nadeel was dat ze nooit zelfstandig iets mocht ondernemen, ze moest altijd vlak bij hem blijven. Zo kreeg ze, als ze gingen slapen, een ketting om één van haar enkels, die haar belette de kamer te verlaten, maar haar wel voldoende bewegingsruimte gaf om goed te kunnen slapen en zo nodig te plassen op een pot die naast het bed stond. Ze ging niet terug naar school en had ook geen smartphone, tablet of computer. En ze was natuurlijk zijn slavin. Ze hield het huis schoon, verzorgde de tuin, kookte en moest ook altijd seksueel beschikbaar zijn. En hij sloeg haar, in het begin ‘maar’ één keer per maand, maar in de loop der tijd steeds vaker, hardhandiger, pijnlijker, langduriger en gemener. Het laatste jaar had ze eigenlijk nooit een ongeschonden lichaam gehad. Steen zorgde altijd voor nieuwe beschadigingen voordat de oude helemaal waren genezen. Dat ik haar bij onze eerste ontmoeting volkomen gaaf gezien had, was te danken aan de twee weken die Steen in het ziekenhuis had doorgebracht. Om acht uur constateerde Suusje ineens huiverend dat dit tot voor kort het tijdstip was waarop haar strafsessie startte. We zeiden een poosje helemaal niets en besloten er voorlopig een punt achter te zetten. Suus liep mee tot de deur naar mijn appartement en hield die voor me open. “Mag ik nog één ding vragen, Sander?” “Je hoeft geen toestemming meer te vragen om iets te mogen zeggen, Suusje.” “Ja, sorry, dat zit zo ingesleten. Wil je me voortaan Suzanne noemen. Je hebt op mijn identiteitskaart gezien dat ik zo heet en ik houd van die naam. Ik vind Suus en Suusje helemaal niet prettig. Steen noemde me zo. Hij vond Suzanne te lang en bovendien te chique voor een simpele neukslet.” “Voortaan is het Suzanne. Vind ik ook veel mooier. Welterusten Suzanne, ik ben blij dat je nu hier bent. En al waren het heel nare dingen die je vandaag met me deelde, ik vind het fijn dat je ze verteld hebt, dat je het durfde, dat je me voldoende vertrouwde.” Plotseling gaf ze me een snelle kus op mijn wang en rende gelijk en zonder om te kijken terug naar haar kamer. Ik wachtte even. Misschien kwam ze nog terug. Toen dat niet gebeurde ging ik mijn eigen appartement binnen en bereidde me nog een paar uur voor op de werkweek die voor me lag. ©Subadoration, november 2016 voor het vervolg van dit verhaal: gebruik onderstaande link
|