home
spankingforum.nl
smverhalen.nl
Spanking & Sm Forum

Forum:
Welkom
SpankingForum
SM Verhalen
Spanking Verhalen
Overzicht & Uitleg

Zoek op:
verhalen om mee te beginnen   om mee te beginnen
Goud! prachtige en milde verhalen, eerste keus van de Beheerder  prachtig en mild
Verhalen met heel bijzonders volgens de Beheerder - glij over het pictogram om te weten wat    bijzonder
  spanking verhalen
verhaal pictogram
schrijversnaam
uitgebreid zoeken

Nieuw:
Afgelopen Week
Afgelopen 2 Weken
Afgelopen Maand

Handig:
Aanmelden
Log In
Log Uit
Wijzig Profiel
Site-etiquette
FAQ: veelgestelde vragen

Aanbevolen:
Erobird Boekenwinkel

sm & spanking verhalen & forum

Welkom
Forum
Verhalen
Spanking
Verhalen
  Verhalen
Zoeken
Boekwinkel
Aanmelden
Log In  Log Uit
Spanking Forum » Verhalen Forum » verhalen van subjackt » De vlucht » Licht aan het eind van de tunnel - deel II
« Vorig verhaal Volgend verhaal »

 

Een verhaal van:  
zie deel I


  Oppasser

Beoordeling: nog geen

Vind je dit verhaal erg goed
of juist niet
geef dan hier je waardering:
 (Waardeer!)
Aantal waarderingen tot nu toe: 0

Gepost op maandag 07 oktober 2019 - 12:08 pm:       


Licht aan het eind van de tunnel - deel II


deel II (dit verhaal is opgeknipt in 2 delen)




"Er is... Höberger is vanavond door Jaroslaw en Novodny gearresteerd, omdat hij... Hij heeft de Gouden Regel overtreden. Ik had er verder niks mee te maken, behalve dan... hij wilde het met mij doen. Ik was in zijn kantoor en plotseling gaf hij me een kus. Hij bood me de vrijheid aan en... Ik wist niet wat me overkwam, maar plotseling stonden Jaroslaw en Novodny in zijn kamer, met getrokken pistolen. Hij werd geboeid en afgevoerd. Vervolgens vertelde Novodny mij, dat de bewakers zouden gaan vluchten. Ze hebben het één of andere plan, waarbij zij de benen nemen, en wij vrijgelaten mogen worden. Ze willen Huize Zoetedroom niet voortzetten, want ze zijn bang dat de politie heel dichtbij gekomen is. Ze schieten ons ook niet dood, want ze willen niet nog meer bloed aan hun handen hebben. Ze... Novodny heeft mij beloofd dat we vrijgelaten zullen worden."
Voorzichtig begon het gejuich opnieuw, maar ik zag op diverse gezichten gemengde gevoelens, een nieuw gevoel van argwaan. Ik voelde zelf de argwaan ook weer terugkeren. De speaker, een rooster naast het ventilatierooster boven de deur, begon om aandacht te roepen. Ik herkende Jaroslaws stem.
"Over het hoe en waarom van Höbergers arrestatie heeft Sandra jullie zojuist geďnformeerd. Ik benadruk hierbij, dat Novodny geen loze belofte heeft gedaan, en dat jullie inderdaad zullen worden vrijgelaten. Het zal alleen nog een tijdje duren voordat het zover is. Zoals jullie zien komen Zadro en Esposito juist het dagverblijf binnen, en samen met Mah-Jong hebben zij de opdracht om jullie geen gekke dingen te laten doen zolang het bevrijdingsplan nog niet voltooid is. Over enige tijd zullen er een paar klokken op de deuren van het dagverblijf geschroefd worden. Het zijn tijdsloten, die het dagverblijf voor de periode van twee uren hermetisch zullen afsluiten. Nadat die klokken geplaatst zijn, zullen wij vluchten en twee uur later, als de sloten van de deuren openspringen, dan zijn wij uit het zicht verdwenen. Ik verzeker jullie dat jullie een vrije doorgang naar buiten zullen hebben. Totdat het zover is, verzoek ik jullie echter om zo rustig mogelijk af te wachten."
De intercom kraakte, en meisjes begonnen te joelen en te sissen. Sommige meisjes riepen dat het niet waar was. "We gaan er allemaal aan," riep Anita 2. "Het zijn geen tijdklokken maar tijdbommen." Ik zag hoe de onrust op de gezichten groeide en ik breidde mijn handen uit, in een poging om de groep wat stiller te krijgen. Meteen werd het bijna doodstil, wat een verlegen blos op mijn gezicht toverde.
"Dat is volslagen onzin," riep ik. "Als ze ons dood willen maken, dan kunnen ze ook in het wilde weg gaan schieten. Als ze ons toch gevangen willen houden, dan waren we nooit uit onze cel gehaald. Heus, geloof me, we blijven niet gevangen zitten en we worden ook niet doodgeschoten. Ze maken het zichzelf toch alleen maar moeilijk als ze ons eerst blij maken en ons dan toch nog iets aandoen?"
Lidwien en Petra waren de eersten die me bijvielen, en de onrust laaide niet opnieuw op. Zadro trok aan mijn arm en fluisterde in mijn oor dat ik de leiding in handen zou moeten nemen als de bewakers vertrokken zouden zijn.
"Jij kunt ze beter in bedwang houden dan wij," zei hij, en ik knikte, want hij had het grootste gelijk van de wereld.
"Zorg dat ze hier blijven en geen stomme dingen doen. We hebben de opdracht om met slaappatronen te schieten als iemand de deur bestormt of als er paniek uitbreekt."
"Ik zal mijn uiterste best doen om ze rustig te houden," zei ik, voordat ik een steek van angst in mijn hart voelde. Was ik wel in staat om zoveel verantwoordelijkheid te dragen? Eventjes dreigde ik mijn hoofd te gaan verliezen, totdat ik besefte dat in ieder geval Lidwien en Petra me zouden helpen als het nodig was. En Karin, maar ik zag Karin nergens. Ik ontdekte haar afgezonderd van de opgewonden troep, in een hoekje tegen de muur. Ik baande me een weg in haar richting. Ik viel naast haar neer en vroeg haar wat er aan de hand was.
"Ik heb hoofdpijn," mompelde ze en ik zag dat ze een barstende hoofdpijn had. Ik speelde met de gedachte om haar alles te vertellen, wie ze werkelijk was en wat ze vorig jaar had meegemaakt. Het idee dat de hersenspoeling zo sterk was dat haar hoofd zich niet gewonnen zou geven, dat haar hoofdpijn misschien zo erg zou kunnen worden dat ze zou bezwijken in plaats van genezen, weerhield me echter om het te doen. Ik moest dokter Broth spreken. Ik moest Novodny spreken. Ik keek om, en ik zag Zadro bij de deur staan, zijn gezicht net zo uitgestreken als altijd. Ik ging naar hem toe en ik vroeg hem of ik Novodny kon spreken. Met een smalend lachje vroeg hij sinds wanneer ik zomaar, zonder een opgaaf van redenen, bij bewakers op audiëntie ging.
"Ach, stik," zei ik. "Ken je Esther Kriele? Weet je wat er met haar gebeurd is? Als je het niet wist dan is het je zojuist op de vergadering verteld." Zadro kreeg een berekenende blik in zijn ogen.
"Hoe voor de duivel..."
"Karin heeft hoofdpijn. Ze heeft gehoord wat ik meegemaakt heb bij Höberger, en haar hoofd is op tilt geslagen omdat ze zich wil herinneren dat hetzelfde bij haar gebeurd is. Ik ben bang dat ze heel erg ziek wordt. Ik wil weten van dokter Broth wat ik moet doen."
Zadro knikte. "Ga bij haar zitten. Ik regel dit verder." Ik had niet zoveel zin om buitenspel gezet te worden, maar ik had ook niet zoveel zin om een bewaker, een lid van de groep die het nu voor het zeggen had, onnodig kwaad te maken. Ik liep terug naar Karin, en de tranen sprongen me in de ogen toen ik zag hoe lijkbleek ze vocht tegen de pijn. Ik legde mijn hand op haar arm.
"Zadro zorgt dat je een pilletje krijgt," zei ik. "Je moet nog heel even geduld hebben. Oh God, wat moet ik doen?" Ik wist het niet, maar Karin vlijde haar gonzende en bonzende hoofd tegen me aan toen ik het in mijn armen nam. Door haar door haar haren te strelen zou ze in ieder geval voelen dat er iemand bij haar was. Meer durfde ik niet te doen.
"Ik zag de wachttorens daarnet," mompelde ze. "Ik zag de wachttorens in de mist."
"De wachttorens van de grens?" vroeg ik, en ik voelde Karins lichaam verstijven.
"Ik raakte het prikkeldraad aan," schreeuwde ze. "Ik wilde er overheen klimmen, en het lukte ook. Het was geen ijzer, en mijn kleren scheurden wel, maar verder gebeurde er niks. Maar toen kreeg ik opeens een stroomstoot."
Ik kon niet veel meer dan haar overeind houden, terwijl ze haar ogen leeghuilde op mijn borst. "Oh," hoorde ik haar kreunen. Ik zag Zadro in mijn richting komen. Hij hurkte bij me neer.
"Je moet haar vragen of ze haar avondeten vanavond helemaal opgegeten heeft."
Ik moest heel dicht bij haar oor praten, want de pijn verdoofde haar zintuigen. Ze mompelde dat ze alles had opgegeten, voordat ze een greep naar mijn hals deed.
"Ze heeft alles opgegeten."
"Er zitten pillen in haar avondeten," fluisterde Zadro in mijn oor. "Die zorgen voor de hoofdpijn als ze zich iets herinnert. De pillen zijn pas over vierentwintig uur helemaal uitgewerkt, maar volgens Novodny is er ook een tegengif. Hij is nu bezig met dokter Broth te ondervragen. Hij wil niet dat je haar iets probeert te vertellen, want hij weet niet wat het effect zal zijn."
"Ik weet het ook niet," mompelde ik, maar ik zat met Karin in mijn handen, een meisje dat steunde en jammerde van pijn, terwijl de andere meisjes euforisch en extatisch waren. Ik liet haar hoofd op mijn borst rusten en ik streelde haar haren. Zou ik het toch doen, haar alles in haar oren schreeuwen? Als ik haar zou vertellen dat haar vader leefde, hoewel hij af en toe flink rochelde, en als ik haar zou vertellen dat haar moeder haar elke dag miste, zouden die pilletjes daar tegenop kunnen? Ik werd bijna panisch bij de gedachte dat ze in mijn armen, door mijn toedoen, zou kunnen sterven. Ik reikte mijn hals toen ik Novodny bij de deur ontwaarde. Nadat hij binnengekomen was, baande hij zich onmiddellijk een weg door de meisjesmenig¬te. Hij had een flesje in zijn hand. Hij plofte naast me neer en begon de dop open te draaien.
"Ik ben er vrij zeker van dat Broth niet gelogen heeft," zei hij.
"Hoe weet je dat zo zeker?"
"Broth verkoopt zijn moeder voor een snoepje. Ik heb hem een snoepje gegeven," zei Novodny en hij diepte een capsule op uit het flesje.
"Jij weet er net zoveel van als ik, nietwaar, van die hersenspoeling?"
"Ik weet dat Broth niet gelogen heeft," zei Novodny en hij gaf me de pil. "Knijp haar neus maar dicht, als het moet."

Karin slikte de pil meteen in, zodra ze die in mijn opgestoken handpalm zag liggen. Ze had een blind vertrouwen in wat ik haar gaf. Er scheen voorlopig niets te gebeuren. Ze bleef steunen en naar haar hoofd grijpen.
"Hoe lang duurt het voordat het werkt?"
"Niet lang, maar precies weet ik het niet. De hersenspoeling schijnt nogal plotseling over te gaan, en het gaat ook razendsnel. Ze kan hysterisch worden. Hou haar verdomd goed in de gaten."
Voorzichtig manoeuvreerde ik haar hoofd terug op mijn borst. Ik pakte haar nek en schouders stevig vast, en ik begon haar heen en weer te wiegen. Haar oor was vlakbij mijn mond, en ik begon haar te vertellen over het café waar ik een tijdje geweest was, waar haar vader en moeder me als hun dochter hadden geadopteerd. Ik durfde nog niet te vertellen over haar vader en moeder, maar wel al over de inrichting van de bar, de plaats van de tafeltjes, de oudjes die vloekten en klaverjasten. Karin was iets rustiger geworden. Het leek alsof ze minder hoofdpijn had.
"Komt dat café je bekend voor," fluisterde ik, en Karins lichaam rilde. "Oh," steunde ze, en haar hoofd vocht op mijn borst.
"Esther," fluisterde ik, en ik riep haar echte naam luider in haar oor.
"De torens," schreeuwde Karin.
"Rennen Karin," schreeuwde ik. "Ren naar het hek. Het staat niet meer onder stroom. Ik weet dat het niet meer onder stroom staat."
Ik hoopte maar dat het niet meer onder stroom stond. Karin maakte een heftige beweging, en ze slaakte een luide kreet. Het leek alsof ik te vroeg was geweest. Misschien was het wel levensgevaarlijk om te vroeg te zijn. Misschien stierf ze wel in mijn handen.
"Esther," schreeuwde ik, en Karins lichaam sidderde van top tot teen.
"Het hek... het hek...," stamelde ze. "Ik kan... het is te hoog."
"Kom op, meid. Zet door." Ik rammelde haar door elkaar en ik gaf haar zelfs een kontje, zodat ze misschien in gedachten over de bovenrand van het hek zou tuimelen. Plotseling huilde ze in mijn armen.
"Karin?" riep ze. "Karin, waar ben je? Karin?"
"Esther," fluisterde ik in haar oor, en haar hoofd bewoog. Voorzichtig hielp ik haar met overeind komen. Ze bekeek me verdwaasd, maar ze leek minder pijn te hebben.
"Sandra?" zei ze, maar haar stem klonk vreemd. Toen staarde ze als een geestverschijning voor zich uit. Ik volgde haar ogen en ik zag Jeanny staan, op een paar meter afstand, met tranen in haar ogen. Haar opengesperde ogen keken ontzet naar Karin.
"Esther?" vroeg ze schor, en Esther vloog overeind.
"Jeanny," mompelde ze, voordat ze haar in haar armen vloog. Novodny raakte mijn arm aan.
"Misschien kent ze je straks niet meer," zei hij. "Als ze echt over een hek geklommen is, dan weet ze misschien straks niets meer van de dingen die ze als Karin wist. Zelfs Broth wist niets wat er ging gebeuren als de hersenspoeling gebroken was."
"Ik denk dat ze straks alles weet," zei ik.
"Ik moet weg," zei Novodny, en hij klom op zijn benen. "Maar ik zie je over een paar minuten op kanaal 1. Wil je tegen iedereen zeggen dat ze straks kunnen kijken hoe Höberger sterft?"

Novodny was weg voordat ik had kunnen vragen hoe Höberger zou sterven. Mijn benen voelden zwaar toen ik overeind krabbelde. Ik zag hoe Jeanny lieve woordjes tegen haar verloren gewaande vriendin fluisterde. Ik zag hoe andere meisjes zich om het tweetal groepeerden. Ik zwaaide naar Lidwien en ik liep naar haar toe.
"De televisie moet aan," riep ik in haar oor. "Höberger komt live op kanaal 1."
Lidwien stelde geen vragen, maar zette onmiddellijk haar scheepsroeper in werking. Ik keek naar Esther, en ik vroeg me af of ze nog altijd Karin was. Uiterlijk wel, maar ik vroeg me af of haar verwarde ogen enkel van het opheffen van de hersenspoeling kwamen. Misschien wist ze wel helemaal niet waar ze was. Ik begon naar haar toe te dringen, net als Anita en Juanita. Ze omhelsde ons, alle drie. Ik kreeg het helemaal warm toen ze me bij mijn naam noemde, en me bedankte voor het overklimmen van het hek.
"Ben je nu weer terug, Esther? Weet je wat er gebeurd is?"
"Jeanny heeft me iets verteld," mompelde ze. "Maar ik weet niet nog niet zo goed wat het nou allemaal precies is."
"Ken je jouw vader en moeder nog? Het café? Het dorp?"
"Rookt papa nog steeds," vroeg Esther.
"Nee."
"Eindelijk is hij verstandig geworden," fluisterde ze, en vervolgens huilde ze vreugdetranen op mijn borst.


dit account wordt alleen gebruikt om te lange oude verhalen in meerdere delen op te splitsen

reacties vind je in deel I
gebruik onderstaande links voor het volgend/vorige deel


      naar het vorige hoofdstuk/verhaalnaar het volgende hoofdstuk/verhaal