Komt een slavin bij de dokter
De Vlucht deel 20 Waarin Sandra APK gekeurd wordt door dokter Broth
Ik lag nog nat van het zweet op de kast. Na een wilde partij basketbal, waarbij mijn leraar het alleen maar leuk leek te vinden dat ik er inging als een beest, lag ik met mijn armen achter mijn hoofd, vastgebonden met het springtouw. Mijn ogen bekeken mijn roerloze onderarmen, terwijl zijn bezwete handen mijn borsten uit mijn gympakje wrongen. De verwachte handen bleven uit. Nee, hij had nog niet genoeg gezweet. Hij gebruikte mijn lichaam, en vooral mijn blote borsten, als de afzetplank voor zijn acrobatische sprongen. Hij sloeg zich op zijn borst na zijn salto's en schroeven, en het was duidelijk dat hij vreselijk trots was op zijn atletische vermogens. Hij somde zijn sprongen op, en hij vertelde me welke sprongen hij mij niet had zien doen, wat bijna alle sprongen waren die hij wel had gedaan. Voor straf zette hij de klemmen waarmee het volleybalnet wordt gespannen, op mijn tepels, en vervolgens kleedde hij me helemaal uit. Ik lag te kreunen en te rollebollen, hoewel ik wist dat mijn geluidjes hem geiler maakten dan hij al was. Met de pook waarmee de kast op zijn wieltjes gezet kon worden, sloeg hij me tussen mijn spartelende benen. Hij pestte me, maar de vernedering die ik voelde was intens genoeg om me te laten spartelen. Hij zette de pook in mijn kruis en probeerde hem bij me naar binnen te krijgen. Nu leed ik echte pijn, en even later huilde ik echte tranen. Hij dook op bij mijn hoofd om me door mijn haren te strelen. "Je bent een lekker ding," zei hij verlekkerd en hij borg de pook op. Hij maakte me los en we speelden badminton. Ik was moe en bezweet en mijn borsten schudden zwaar bij elke klap tegen de shuttle. Ik dwong mezelf om te blijven spelen, want hij zou me misschien wel echt pijn gaan doen als het badmintonnen hem ging vervelen. Tijdens het uithijgen op de bank wilde hij een praatje maken. Hij deed alsof ik een vrij meisje was, een echte leerling, die de keus had om van hem weg te lopen. Hij liet me zeggen dat dit de vreemdste maar spannendste gymles was die ik ooit gehad had. Oh ja meester, de volgende week zou ik zeker weer terugkomen. Ja hoor meester, dan trek ik ook weer zo'n gympakje aan. Onder de douche pakte hij me waar hij me pakken kon. Hij zeepte me in met een zoetige, bedwelmende geur en hij waste mijn haren drie keer met enorme klodders shampoo. Toen mijn ogen zodanig prikten dat ik blind was, zette hij me klem tegen de tegelmuur om me er met de vlakke hand van langs te geven. Hij liet mijn borsten langs de tegels glijden en hij grinnikte tevreden toen hij me regelmatig en geil hoorde kreunen. Hij draaide de koudwaterkraan verder dicht tot het water mijn en ook zijn huid pijn deed. Toen duwde hij mijn rug tegen de tegels, pakte mijn benen, tilde ze de lucht in, en drong in me binnen. Bij mijn billen bleef hij me optillen, terwijl zijn stoten mijn rug ontvelden langs de tegels. Hij kwam klaar en hij trapte in mijn simulatie. Hij pakte mijn hand om me buiten de douche op een zachte bank te leggen. Hij smeerde mijn lichaam met een vettige olie in, en masseerde me hardhandig maar vakkundig. Mijn spieren en huid gloeiden ontspannen en het kon me niet veel schelen dat hij met mijn billen speelde. Hij was moe, merkte ik, en hij begon tegen me te praten over zijn vrouw die hem niet begreep en zijn kinderen die niet deden wat hij wilde dat ze deden. Hij vroeg me godverdomme om raad bij het opvoeden van zijn dertienjarige, moeilijke dochter. De opmerking dat hij haar over twee jaar naar Huize Zoetedroom moest sturen, moeilijk zou ze niet meer zijn, slikte ik in. "Je bent een lekker ding," zei hij uiteindelijk en op het cijferformulier vulde hij achten en negens in. Ik kost nu 2650 gulden, maar het kan me op dit moment geen moer schelen wat ik kost. Ik wil een manier vinden om Höberger terug te laten betalen voor elke cent die hij aan me verdiend heeft. Had ik al verteld dat we elke maand allemaal door dokter Broth worden nagekeken? Ik geloof het niet, maar in ieder geval was het vandaag mijn beurt. Ik ben hier in mijn tweede maand, vandaar. Ik had spierpijn van al die gymnastiek en ik was nog niet wakker, want ik had een gat in de dag geslapen. Gelukkig had ik me wel herinnerd dat ik nog een bandje kwijt moest, toen ik door Zeravyn (die kerel heeft echt nog nooit een spier vertrokken) uit mijn bed werd getrommeld. Ik moest om drie uur bij de dokter zijn, dus als ik nog even met mijn vriendinnen wilde kletsen, dan kon ik maar beter snel opstaan. Dus nam ik een korte douche, voordat ik snel in wat kleren schoot. Eenmaal in het dagverblijf handelde ik wat snelle gesprekjes van de dag af, voordat ik in de buurt van Jeanny, ze zat te breien, aanlandde. Ik plofte naast haar neer en gaf haar het bandje. "Hier, cadeautje," zei ik. Ze keek wat verbaasd naar me op, voordat ze het bandje bekeek. "Ik ken die andere CD," zei ze. "Maar deze heb ik nog niet gehoord. Wat leuk." Ze keek me een beetje vragend aan, vanwaar deze onverwachte eer, maar ik begon snel wat te kletsen over de paar puistjes die ik in mijn gezicht had zitten. Jeanny wist inderdaad raad op mijn kleine probleempje, wat ook wel weer handig was, want ik had nog nooit de behoefte gevoeld om die hele batterij aan huidzalfjes en crème op het plankje boven mijn wastafel eens te gaan uitproberen. Niet dat ik een plotselinge behoefte had om mezelf zo mooi mogelijk te maken, maar die rottige puistjes jeukten gewoon. "Kleed je maar uit," zei dokter Broth afwezig, terwijl hij achter zijn overdreven grote bureau in een overdreven grote statusmap zat te schrijven. Ik had gezien dat op het kaft mijn naam stond, en ik zag ik ook dat alleen de eerste bladzijde nog maar beschreven was. De mij toegediende anti-depressiva waren vermeld, alsmede alle schade die die SS'er had aangericht. Dokter Broth keek op. "Je bent hier bij de dokter," zei hij droog. "Niet bij een klant. Maar je mag je ondergoed voorlopig nog wel even aanhouden." Het onderzoek was grondig en tijdrovend. Hij deed de gebruikelijke dingen, ik moest "aah" zeggen en diep ademhalen en hij luisterde met de stethoscoop naar mijn hart, maar hij beklopte en bevoelde vervolgens zo'n beetje elk deel van mijn lichaam. Zijn aanrakingen irriteerden mijn spieren, maar nadat ik hem had verteld dat ik spierpijn had - "Ik had een afspraakje... eh, met een gymleraar." - verdween zijn onderzoekende blik. "Behalve die spierpijn is er met jouw gewrichten en spieren weinig mis," zei hij, nadat hij van top tot teen in me had zitten knijpen. Ik was dan wel bij de dokter, maar ik waande me toch echt bij een klant. "Er wordt nogal een intensief beroep gedaan op jullie fysiek," zei hij bij wijze van verklaring, terwijl hij in zijn statusmap iets als "Alles O.K." noteerde. "Veel meisjes lopen kleine spierscheuringen en breukjes op, in de loop van de tijd. Het is niet om te pesten dat ik je zo grondig onderzoek." "Krijgen we hierna het psychologische onderzoek?" kon ik niet nalaten te vragen. Dokter Broth keek me aan vanachter zijn knijpbrilletje. "Met jou gaat het zo goed als dat het naar de omstandigheden kan gaan," zei hij droog, voordat hij opstond om naar de behandeltafel te wijzen. "Wil je je ondergoed uittrekken en hierop gaan liggen," vroeg hij, en met trage bewegingen deed ik wat hij me vroeg. Ik ontdekte dat aan de zijkanten van de behandeltafel leren riemen waren bevestigd. Dokter Broth zag me kijken. "In mijn praktijk heb ik nog wel eens een onwillige patiënte," zei hij op diezelfde dorre toon van daarnet. Ik lag zo rustig mogelijk, terwijl dokter Broth mijn vitale delen aan een nauwkeurig onderzoek onderwierp. Ditmaal gebruikte hij spateltjes en stokjes, in plaats van zijn handen. "Doet dit je iets," mompelde ik hijgend, meer tegen mezelf dan tegen dokter Broth, terwijl ik het spateltje voelde verdwijnen in het gaatje waar die sadisten het ook op voorzien hadden. "Alles is daarbinnen nog prima intact," antwoordde dokter Broth, en hij trok het spateltje terug. "Ik ga nu een nieuw spiraaltje inbrengen en daarna geef ik je een nieuwe pil. Het is een sterkere dan jouw eerste pil, want je slikt geen anti-depressiva meer." "Wat doen ze met je als je zwanger bent," durfde ik te vragen, en dokter Broth twijfelde even voordat hij antwoord gaf. "Ik ben bekend met het fenomeen abortus," zei hij, weer zo droog als zijn gezicht eruitzag. "Wat Höberger met je doet, hangt af van de omstandigheden waardoor je zwanger bent geraakt." "Zijn er wel eens meisjes zwanger geraakt?" "Natuurlijk," zei dokter Broth, terwijl hij voorbereidingen trof, om opnieuw met mijn intiemste plek te gaan zitten klooien. "Maar door de maandelijkse controles kom ik er ruim op tijd achter." "Slikten ze hun pil niet?" "Ik vrees dat ik je daarop geen antwoord mag geven," dokter Broth, en de volgende minuten lag ik doodstil, want mijn spiraaltje werd gewisseld. "Zo," zei dokter Broth, en hij liep naar het wastafeltje om zijn handen te wassen. "Kleed je maar weer aan," zei hij en terwijl ik terug in mijn kleren schoot, vroeg dokter Broth hoe ik me verder voelde. "Heb je last van huiduitslag of pukkeltjes?" Ik wees op de rode puistjes rondom mijn neus. "Dat zijn jeugdpuistjes," zei dokter Broth. "Daar hebben we Clearasil voor. Heb je vaak een neus die volzit, of plotselinge niesbuien?" "Nee." "Geen allergieën. Heb je last van misselijkheid of een vol gevoel als je zomaar rustig iets doet?" "Niet echt." "Heb je af en toe moeite met ademen? Je rookt tegenwoordig, nietwaar?" "Ja," zei ik, "ik rook. Misschien haal ik de honderd wel niet meer." Dokter Broth stiet een korte, droge keelklank uit, wat waarschijnlijk zijn variant op een lach was. "Je zou een beetje astmatisch kunnen zijn, en je zou daar meer last van kunnen krijgen nu je rookt. Over je longen maak ik me niet al te veel zorgen. Heb je wel eens zwarte vlekken voor je ogen of aanvallen van duizeligheid, gewoon als je rustig bent?" "Aanvallen van wanhoop heb ik wel eens," zei ik na een korte aarzeling. "Dan zie ik wel zwarte vlekken." "Als je wanhopig bent, ben je niet rustig," zei dokter Broth onverstoorbaar, en ik kreeg steeds meer zin om de man aan te vliegen, op dat bed te leggen om hem met die leren riemen vast te binden. En, hoe voelen wij ons nu, dokter Broth. Heb je zwarte vlekken voor je ogen? "Er is niks met me aan de hand," zei ik kil. "Niks wat u kunt verhelpen." "Dat is mooi," zei dokter Broth met een ijzig glimlachje. Hij drentelde om zijn bureau heen en nam plaats. Hij vouwde zijn handen bovenop mijn statusmap. "Ik geloof dat je gelijk hebt," zei hij. "Je ziet er kerngezond uit. Ik denk dat je wel weer een maandje vooruit kunt. Maar je moet je nieuwe pil nog wel even slikken." Hij haalde de capsules uit zijn bureaula, en hij gaf me een witte pil. Een kort moment bedacht ik wantrouwend, dat er van allerlei troep in die pil zou kunnen zitten. Ik zag een visioen van dokter Broth in zijn laboratorium, die met glinsterende ogen een pilletje bekeek dat van elk opstandig meisje een apathisch slavinnetje zou maken. "Wat treuzel je nou," vroeg dokter Broth en ik slikte mijn pilletje. "Grote meid," zei dokter Broth met een nasaal stemgeluid en ditmaal lachte hij me iets vriendelijker, maar nog altijd met zelfvoldane lodderogen, toe. "Heb je nog vragen? Kleine probleempjes? Kleine mankementjes? Als je het niet aan mij vertelt, blijf je ermee zitten." "Wat bedoelt u?" "Oh, er kan van alles zijn. Ook psychische dingetjes. Ik kan je niet vrolijker maken, maar ik heb wel een hele kast vol lekkere snoepjes." Ik keek dokter Broth wat verdwaasd aan, voordat ik me realiseerde dat de man me welwillend zat aan te kijken. Wat voor rommel gaf hij die meiden dan allemaal? "Eh, ik..." Ik dacht koortsachtig na, terwijl ik op de stoel ging zitten. Misschien moest ik dokter Broth een beetje op zijn praatstoel zien te krijgen. Misschien had hij me nog interessante dingen te vertellen. "Ik heb laatst de Straf gehad," zei ik dunnetjes, en ik hoefde niet te acteren, want ik schaamde me dood dat ik dat weer aan die schoft moest vertellen. "Eh, is daar wat voor? Dat je..." "Je bedoelt dat het allemaal wat zonniger lijkt? Daar heb ik nog wel het een en ander voor in huis. Voel je je somber of voel je je rusteloos?" "Vooral somber. En ik heb enge dromen. En ik hoofdpijn. Ik heb soms barstende koppijn." Ik keek op naar dokter Broth, maar hij vertrok geen spier. "De hoofdpijn is niet te behandelen," zei hij. "Een gewoon aspirientje wil trouwens nog wel eens wonderen doen. En voor die somberheid kan ik je wel iets geven, maar het is geen wondermiddel. Het helpt wel beter dan hasj roken. Doe je dat ook al?" "Nee... nog niet." "Hoeveel koffie drink je?" "Eh, iets van vier mokken per dag." "Nou, daar kan het niet aan liggen," zei dokter Broth. "Zal ik je dan maar wat geven tegen die somberheid? Ik heb diverse pilletjes, sterke en zwakke, maar we beginnen maar even met een tamelijk onschuldige variant. We kijken het even aan." "Heeft u... heeft u ook echte drugs hier? Heeft u van die dingen uit spionagefilms? Waarheidsserum, of zoiets?" "Je wil weer eens dingen weten die ik je niet aan je neus mag hangen. Je bent over jouw somberheid begonnen in de hoop dat je me een beetje uit kunt horen, nietwaar?" Ik vertrok geen spier, terwijl ik dokter Broth met een effen blik aankeek. Hij lachte ditmaal met oogjes die glommen van genoegen. "Ik zie je over een maandje weer, Sandra," zei hij, en ik stond traag op. Ik wandelde naar de deur, waarachter Loeb stond te wachten. "Het deed me niets, Sandra," zei dokter Broth droog.
|