home
spankingforum.nl
smverhalen.nl
Spanking & Sm Forum

Forum:
Welkom
SpankingForum
SM Verhalen
Spanking Verhalen
Overzicht & Uitleg

Zoek op:
verhalen om mee te beginnen   om mee te beginnen
Goud! prachtige en milde verhalen, eerste keus van de Beheerder  prachtig en mild
Verhalen met heel bijzonders volgens de Beheerder - glij over het pictogram om te weten wat    bijzonder
  spanking verhalen
verhaal pictogram
schrijversnaam
uitgebreid zoeken

Nieuw:
Afgelopen Week
Afgelopen 2 Weken
Afgelopen Maand

Handig:
Aanmelden
Log In
Log Uit
Wijzig Profiel
Site-etiquette
FAQ: veelgestelde vragen

Aanbevolen:
Erobird Boekenwinkel

sm & spanking verhalen & forum

Welkom
Forum
Verhalen
Spanking
Verhalen
  Verhalen
Zoeken
Boekwinkel
Aanmelden
Log In  Log Uit

 

Een verhaal van:  
subjackt


  Bevlogen lid


Beoordeling: 

Vind je dit verhaal erg goed
of juist niet
geef dan hier je waardering:
 (Waardeer!)
Aantal waarderingen tot nu toe: 1

Gepost op maandag 05 maart 2012 - 08:44 pm:       


Vijf filosofen en één barbaar


De Vlucht deel 3, Waarin Sandra een alter ego ontmoet




Ik leerde snel om voor mezelf op te komen. Ik merkte namelijk dat mijn grapjes leuker waren dan hun grapjes. Ik ontdekte dat, als ze naar mijn gevoel wat vervelend opdringerig werden, ik met één kwinkslag de oude mannetjes aan het bulderen kon krijgen. Dat was genoeg om zelfs de meest verhitte Casanova met de staart tussen de benen te laten afdruipen.
Na een stuk of drie avonden van drie versierpogingen per avond hield het gezeur trouwens ook op. In het dorp was bekend geworden dat dat nieuwe lekkere ding bij Kriele aan de bar alleen maar vrolijke glimlachjes uitdeelde, geen vrijkaartjes voor avontuurtjes. Men accepteerde me vervolgens gemakkelijk als gesprekspartner in lolletjes en dorpsroddels. Zodat ik na een week met de meeste jongens uitstekend overweg kon.
Na vier dagen bood Kriele me opslag aan. Hij zei dat ik gemakkelijk tien gulden per uur waard was. “Het café zit weer gezellig vol. Dat komt omdat het weer elke dag open is. Maar het komt ook omdat iedereen weet dat er zo'n leuk, jong ding aan de bar staat. Mensen krijgen graag drankjes van leuke meiden.”
Ik lachte nogal verlegen, eigenlijk niet zo vrolijk. Ik was er nog niet aan gewend dat iedereen me zo leuk scheen te vinden. Aan de ene kant, omdat dat een vrij nieuwe ervaring voor me was. Aan de andere kant, omdat het ergens gevaarlijk leek. Die laatste gedachte schudde ik weg. Nee hoor, ik zou mezelf wel leren redden. Nog een paar weken achter deze bar, en ik kon de hele wereld aan.

Een week later zag ik een nieuwe jongen aan de bar. Nadat hij had besteld, zei hij dat hij gehoord had dat ik in Nijmegen filosofie studeerde.
“Dat doe ik ook,” zei hij. “In je hoeveelste jaar zit jij?”
“Eerste,” zei ik, een klein beetje ongerust.
Hij keek me verbaasd aan.
“Ik ook,” zei hij. “Ik snap niet dat ik je nog nooit gezien heb.”
Terwijl ik mijn schrik verborg dacht ik koortsachtig na. Ik moest een plausibele reden verzinnen, waarom hij me niet kende.
“Ik ben niet vaak op college geweest,” zei ik, en keek rond. Helaas waren er geen klanten waarheen ik kon vluchten.
“Hoe kun je dan de tentamens nog halen?” vroeg hij.
“Ik studeer heel veel thuis,” zei ik. “Dat bevalt me beter dan mijn tijd te verspillen aan plichtmatig kletsende profs.”
“Ja. Soms is het wel saai,” was hij het met mij eens, en hij keek peinzend in zijn al weer half lege glas.
“Er is wel een nadeel,” zei ik luchtig. “Je kent helemaal niemand.”
“Maar dat is toch niet leuk,” zei Kiestra, één van de vaste oudjes.
“Ach, in het huis waarin ik woon heb ik heel veel vrienden.”
“Oh, wat is je adres?” vroeg mijn “medestudent”.
Ik aarzelde te lang voordat ik zei, dat ik mijn adres liever niet aan vreemden vertelde. Ik zei dat nogal bot. Mijn “medestudent” keek me aan met een gezicht van “Wat heb ik misdaan?”

Ik besloot om de glazen te gaan spoelen. Ik voelde Van Beek, dat was de man die toen die jongen met dat leren jack aan zijn jasje had getrokken, peinzend naar me kijken. Godzijdank meldde zich een klant aan de andere kant van de bar. Direct daarna moest ik nog twee mensen bedienen. Maar toen ik daarna weer even niets te doen had, zag ik Van Beek opnieuw kijken. Gelukkig was mijn “studiegenoot” vertrokken.
“Sandra,” riep Van Beek.
“Ja,” riep ik nonchalant, terwijl ik een doekje greep om de kringen op de bar te lijf te gaan.
“Noem mij eens vijf filosofen.”
Ik liet het doekje vallen in de spoelbak.
“Nou, natmaken hoeft niet meer,” zei ik, terwijl ik het zenuwachtig opviste.
“Ik vroeg je iets, Sandra,” hoorde ik Van Beek zeggen.
“Sorry, maar ik heb geen zin in een quiz,” zei ik, en begon het doekje uit te wringen. Ik voelde, dat alle oudjes aan de bar vol aandacht naar me zaten te kijken.
“Ik studeer geen filosofie,” zei ik toen maar gelaten.
“Wat studeer je dan wel?” vroeg hij.
“Niets,” zei ik, “Ik ben geen studente.”
Van Beek keek me doordringend aan.
“Waarom heb je ons dan voorgelogen dat je dat wel bent,” vroeg hij, nogal scherp.
“Ik ben van huis weggelopen,” zei ik, na een heel lange stilte. “Mijn vader is... Hij behandelt me slecht. Hij is altijd dronken. Hij loopt over van alles en nog wat te zaniken. Hij heeft losse handjes. Hij scheldt me uit. Hij is ook mijn echte vader niet. Ik kon er allemaal niet meer tegen. Daarom ben ik maar een tijdje weggegaan.”
“Jullie zullen het wel niet geloven, maar ik heb altijd al gedacht dat er iets loos was met die meid,” zei Hezemans triomfantelijk, maar niemand besteedde aandacht aan hem, want Hezemans had altijd achteraf de waarheid in pacht. Iedereen keek naar mij. Met een mengeling van verbazing, begrip en ook boosheid. Ik voelde me vreemd gelaten, alsof ik al ontslagen was en alsof de politie al in aantocht was, om te begeleiden naar de bus, terug naar huis.
“Hoe oud ben je dan? Als je achttien bent, dan kan de politie je niks maken.”
“Geen achttien,” zei ik met de tranen in mijn ogen. Straks zou ik weer langs de wegen sjokken, met een Karel achter elke boom.
“Zeventien,” zei ik schor.
“Je bent een lieve meid,” zei Van Beek. “Nog steeds. En ik begrijp dat die vader van jou een grote klootzak is.”
Iedereen keek nu naar Van Beek.
“Ze vertelt de waarheid nu, jongens. Dat betekent, dat als de politie haar terugbrengt, dat die vader van haar dan weer zijn gang kan gaan. En wij zijn haar kwijt.”
Van Beek keek de kring rond.
“Dus lijkt het me beter dat we dit gesprekje gewoon vergeten.”
Hezemans begon geestdriftig te knikken.
“Kiestra? Jij wilde toch zo graag dat ze altijd zou blijven?”
“Ik zeg niks,” zei Kiestra. Ook Bertens en Martens begonnen te knikken.
“Als jij nu nog eens een pilsje voor ons tapt,” zei Van Beek, “Dan kun je mooi even repeteren: Aristoteles, Plato, Nietzsche, Kant, Locke. Dat is een mooi rijtje, van alles wat.”

Die nacht telde ik mijn geld. Met een schok realiseerde ik me, dat ik al 920 gulden had verdiend. Ik kon zo ongeveer vijf tenten kopen van dat geld.
De volgende morgen bij de koffie vertelde ik Kriele, dat ik weg wilde gaan. Kriele zei teleurgesteld, dat hij gehoopt had, dat ik de hele zomer zou blijven, want zijn zaak had in geen jaren meer zo lekker gelopen. Ik zei dat ik ruim genoeg verdiend had voor een tent. Ik wilde nu op vakantie. Het trieste gezicht dat ik bij dat woord trok, deed Kriele glimlachen.
“Die oudjes hebben er vast lucht van gekregen, dat je niet studeert en niet op vakantie bent,” zei hij. Ik schrok me een ongeluk.
“U weet het,” zei ik uiteindelijk zacht.
“Vanaf het moment dat je mijn zaak voor het eerst binnenkwam,” zei Kriele. “Je was veel te verlegen voor een avontuurlijk ingestelde student.”
Ik zweeg beschaamd. Mijn leugens tegen deze aardige man speten me meer dan het feit dat hij ze allemaal door bleek te hebben.
“Blijf nog tot zaterdag,” zei hij toen. “Misschien is het inderdaad beter, dat je dan vertrekt. Die ouwe zeuren kunnen toch hun mond niet houden. Als Jansen, dat is de politieman hier, er van hoort, dan zal die wel moeilijk gaan doen.”
“Het lijkt wel alsof iedereen me door heeft,” zei ik, moeilijk slikkend.
“Dat is niet zo,” suste Kriele. “Ik zal Jansen wel op zijn mouw spelden, dat je mijn minderjarige nichtje bent. Dan heb ik gelogen, omdat ik geen minderjarigen in mijn zaak mag laten werken. Jansen neemt dat soort dingen toch niet zo hoog op. Bij de kwekerij werken al jaren Polen zonder verblijfsvergunning, en daar heeft Jansen ook nog nooit wat tegen gedaan.”
Kriele keek me aan met een lachje. Ik voelde tranen branden. Ik begon mijn verhaal eruit te gooien: van papa, die me sloeg, tot Karel, die me als koe besprong. Nu ik eindelijk alles er uit kon gooien, deed ik het grondig. Kriele luisterde ontzet. Na afloop schudde hij zijn hoofd.
“Echt, je mag blijven,” zei hij, met een bezorgde trek op zijn gezicht.
“Het is beter dat ik ga. En met mijn tent en mijn rugzak red ik me wel. Ik zal meer wantrouwig en minder naïef zijn. Bovendien zal ik er meer als student uitzien. En ik kan nu tappen, dus is er meer kans, dat ik in een volgend café wordt aangenomen.”
Kriele glimlachte.
“Dat geloof ik ook wel,” zei hij. “De volgende barkeeper die je tegenkomt, zal je verhaal slikken. Daar ben ik van overtuigd.”

Bij de deur hield hij me tegen. Hij viste in zijn broekzak. Tot mijn stomme verbazing gaf hij me een paspoort. Ik sloeg het open. Ik las de naam van Esther Kriele. Toen ik haar foto zag schrok ik. Het meisje leek heel veel op mij. Haar haren waren korter en minder in krullen, maar verder zag ik maar weinig verschillen. Niet op het eerste gezicht, op een slecht genomen, klein fotootje.
“Onze dochter is nu meer dan een jaar weg. Ze is ontvoerd door onbekenden, weggeplukt van de weg, tijdens een fietstochtje op zondag. De politie stond voor een raadsel. Er was geen spoor van haar of haar ontvoerders te vinden. Ze denken dat ze dood is. Het moet wel.”
Ik keek Kriele ontzet aan.
“We hopen nog wel, maar tegen beter weten in. Het is zo onderhand nodig dat we beginnen te leren haar te vergeten. Daarom is het inderdaad beter, dat je weggaat. Toen je mijn café binnenstapte, twee weken geleden, dacht ik één seconde lang dat mijn Esther terug was. Maar jouw stem klinkt heel anders dan haar stem. En je haar is anders rood. En verder ben je anders, gelukkig wel.”
“Wat vreselijk,” mompelde ik. Ik zag Kriele zich groot proberen te houden. In een opwelling besloot ik hem te omhelzen.
“Ik heb je alleen maar aangenomen omdat je zo veel op haar lijkt,” zei hij schor. “Het was een stomme reden, maar ook een goede reden, want ergens heb je me geholpen haar te vergeten. Omdat je helemaal niet op haar bleek te lijken, in tweede instantie. Je beweegt anders, praat anders, reageert anders. Dat hielp mij en mijn vrouw. We hoefden onze Esther even niet uit onze herinnering tot leven te wekken, om haar bij ons te hebben, om onszelf te verbeelden dat ze nog bestaat, zodat we gek werden van verlangen en verdriet. Ze bestaat niet meer. We weten het nu. We moeten dat onder ogen zien.”
Ik klopte hem op zijn schouder, terwijl ik het zelf ook behoorlijk te kwaad had.
“Je bent een ietsje jonger dan zij. Zij zou al een paar maandjes geleden achttien zijn geworden. Dat betekent dat je, dankzij dit paspoort, meerderjarig bent, en kunt doen wat je wilt.”
“Ik kan het niet aannemen,” mompelde ik. “Je moet haar houden, haar foto. Die foto moet je houden.”
“We hebben nog honderden, veel mooiere foto's van haar. Haar paspoort is nutteloos. Voor jou is het een geschenk. Neem het gewoon aan, en vergeet wie Esther Kriele was. Wordt het zelf, tot je teruggaat naar huis.”
“Ik ga niet terug naar huis,” zei ik gesmoord, en even hoopte ik, dat ik voor altijd mocht blijven, als Krieles nieuwe dochter. Het idee was belachelijk, ik wist het maar al te goed.
“De volgende zomer ben je écht achttien,” zei hij, terwijl hij zich manmoedig van me losmaakte. “Beloof je dan dat je hier een paar weken komt werken?”
“Natuurlijk,” zei ik, en ik gaf hem een warme hand. Kriele hielp me met het op mijn rug bevestigen van mijn rugzak. We wensten elkaar het beste.
“Ik zal proberen om een leuk soort Esther te zijn,” zei ik.
“Dat lukt je wel,” zei Kriele lachend, “Maar van mij mag je een leuk soort Sandra blijven.”

Vlak buiten het dorp besloot ik te huppelen. Ik realiseerde me opeens dat mijn toekomst er zonniger uitzag dan ooit tevoren. Met mijn paspoort, mijn leeftijd, mijn tent en mijn grote mond als het nodig was, zou niemand meer geloven dat ik op de vlucht was. Bovendien had ik, samen met de tent en de rugzak, een boekje gekocht over filosofie. Niet al te moeilijke vragen over het gedachtegoed van allerlei grote geesten zou ik voortaan vlotjes kunnen beantwoorden.
Terwijl ik langs het fietspad liep, repeteerde ik zachtjes mijn nieuwe naam. Ik merkte dat de rugzak, een veel groter bakbeest dan mijn vorige katoenen gevalletje, behoorlijk zwaar was. Misschien was het beter, om voortaan wat comfortabeler te reizen. Ik besloot om in het volgende dorp de bus te pakken.
Maar in het café werd ik wild enthousiast begroet door een nog jong ogende vrouw, toen ik haar vertelde dat ik werk zocht.
“Je komt als geroepen. Mijn man ligt ziek te bed, en het is me nog niet gelukt om een vervanger te vinden. Het lijkt wel alsof iedereen op vakantie is. Jij ook, zie ik?”
Ik vertelde mijn verhaaltje, en na een kleine tapdemonstratie - nee, dat was geen probleem meer - vroeg ze me, of ik om een uur of zes terug wilde komen.
“Nu is er toch nog niks te doen. Maar vanavond wordt het druk.”
Ze wees me de weg naar de camping. Het was een klein grasveld, waarop twee bejaarde stellen met hun stacaravan bivakkeerden. Eén van de mannen hielp me, mijn tent op te zetten.
“Het is mijn eerste vakantiedag,” mompelde ik, terwijl ik stond te stuntelen met de stokken.

Ik slenterde wat door het dorp, kocht in een tijdschriftenzaak een Flair en een thriller, en besloot om die laatste op een bankje onder een boom bij de kerk te gaan lezen. De mensen die langskwamen groetten me als ik even opkeek. Ik groette vriendelijk terug.
In het café waren een stuk of acht mensen voor het dagmenu. De cafébaas, Jeanet, deed de keuken, ik de drank. Om een uur of half acht bestelde ik zelf een dagmenu. Nadat ik dat ophad, werd het drukker. Een groep middelbare scholieren, waarschijnlijk net zo oud of iets minder oud dan ik, hingen rond bij de flipperkast. De twee jongens zonder vriendin keken regelmatig mijn kant op, terwijl de andere twee langzaam aan drukker werden met hun geliefden. Ik vond de lange slungel met piekhaar wel leuk. De andere kwam even later bier halen. Hij vroeg me waar ik vandaan kwam. Ik raffelde mijn verhaaltje af. “Dus je slaapt hier in het café?”. Ik zei, dat mijn tent al op de camping stond.
“Oh, je slaapt op dat grasveld, bij die oudjes?”
“Ja, lekker rustig,” zei ik, net als hij een ietsje spottend. Hij treuzelde een beetje met geld zoeken.
“Je werkt hier tot sluitingstijd?”
“Ja,” zei ik en nam zijn geld in ontvangst.
“Vind je het leuk om daarna met ons,” hij wees op zijn groep, “nog wat na te borrelen?”
“Oh, dat is goed,” zei ik.
Eén van de klaverjassers trok mijn aandacht. Ik zei “tot straks dan” en liep naar het tafeltje.
“Hé, hoe heet je?” riep de jongen me nog achterna.
“Esther,” riep ik terug, zonder een spoor van aarzeling.

De jongen in het leren jack, degene die het langst aan de flipperkast had gespeeld, was er niet, net als zijn vriendin. “Die liggen natuurlijk weer ergens te neuken,” zei de jongen, die vanavond niet in het café was geweest. Hij droeg een half opengeslagen windjack, een roze vest en bloes, Levi's jeans zonder gaten of slijtplekken, en Nike basketballschoenen. Hij viel uit de toon bij de andere jongens, die gewoon in een C & A-kloffie rondliepen. Het was een opschepper met een arrogant gezicht, die zich de leider van de groep leek te voelen. Helaas bleek de groep dat ook zo te voelen. Als hij het woord nam, dan luisterde iedereen.
Ik praatte een tijdje met de lange slungel, die Fred bleek te heten en nogal verlegen was. Uit zichzelf zei hij niets. Toen ik hem vroeg wat hij van het dorp vond, zei hij: “Het is een mooi dorp om te schilderen als er sneeuw ligt.”
Ik keek Fred wat verbaasd aan.
“Tot u spreekt Fred, de poëet,” merkte de windbuil op en iedereen lachte beleefd, behalve Fred. Ik lachte ook niet, wat Hans, zo was hij daarnet door iemand aangesproken, merkte.
“Dus jij bent hier de freelance barprinses?” vroeg hij vervolgens neerbuigend. Ik was meteen kwaad.
“Ja,” zei ik vlot. “En jij bent de koning van het dorp?”
Natuurlijk proefde hij mijn spot. Niemand grinnikte of glimlachte. Iedereen keek wel opvallend ijverig naar de grond, in de lucht of opzij, naar niets in het bijzonder.
“De kroonprins,” antwoordde Hans. “Mijn vader is de koning.”
Het klonk niet als een grapje. Het klonk alsof hij meende wat hij zei. Weer lachte niemand.
“Maar je draagt al vast de kleren van de keizer,” antwoordde ik. Ik moest zelf ook even nadenken wat ik ermee bedoelde. In ieder geval werd mijn woordspeling door niemand niet opgemerkt, want al de dienaren van de kroonprins lagen plotseling dubbel. Hij keek om zich heen. Hij keek weer op. De haat in zijn blik deed me schrikken.
“Maak een pilsje voor me open, barsloerie,” zei hij afgemeten. Ik zag aan de plotselinge spanning van de anderen dat het nu spannend werd. Maar ik was niet van plan om te gaan buigen voor deze kroonprins.
“Je hebt twee handen van jezelf,” zei ik, toch met wat onrust.
“Dus je weigert om de kroonprins van dienst te zijn?”, vroeg hij meteen poeslief. Hij keek de kring rond. Mijn onrust groeide.
“Je doet het zelf maar,” zei ik zo luchtig mogelijk, want het leek niet zo'n goed idee om hem nog kwader te maken.
“Horen jullie dat?”, vroeg hij zegevierend. “Deze barpoes weigert een vriendelijk verzoek. Als dat geen misplaatste arrogantie is.”
Ik zag iedereen beurtelings naar hem en naar mij kijken, overduidelijk in tweestrijd. Misschien was het wel helemaal niet zo slim geweest deze jongen uit te dagen.
“Het wordt tijd dat ze haar plaats leert.”
Het meisje, in de armen van de gedrongen jongen, die het meeste bier van iedereen naar binnen had gewerkt, knikte. De jongen zelf boerde instemmend. Fred en Gerard staarden met lange gezichten naar de grond.
“Kleed je maar eens uit, jij barsloerie,” zei de kroonprins nonchalant.
Een rilling trok door mijn buik. Dit moest een goor soort bluf zijn. Dit kon hij misschien wel willen, maar nooit van zijn leven gedaan krijgen. Maar het meisje knikte instemmend en haar vriend leek wel ingenomen met het idee. Zelfs Gerard begon te knikken. Ik kwam haastig overeind. De gedrongen jongen ook. Ik bleef stokstijf staan. Hij lachte me toe.
“Dit meisje heeft niks misdaan,” zei Fred. “Hans heeft geen reden om haar te treiteren. Jullie weten dat ook.”
Iedereen keek Fred met rollende ogen van verbazing aan. Kennelijk was het heel erg ongebruikelijk en gevaarlijk wat hij deed. Ik maakte van de gelegenheid gebruik om twee stappen verder van de gedrongen jongen verwijderd te raken.
“Hans, bied je excuses aan,” zei Fred.
“Nooit,” siste Hans, zo woedend dat ik er bang van werd.
Hij hees zich overeind. Ik zette nog twee stappen terug, uit de kring, klaar om zo hard mogelijk weg te rennen.
“Verdwijn als de sodemieter uit het dorp,” zei hij tegen mij. Hij wenkte zijn gevolg. Ze krabbelden overeind en omringden hem.
“Dat geldt ook voor jou,” zei Hans met een dreigend vingertje naar Fred. Vervolgens maakte hij rechtsomkeert, om voor zijn slippendragers uit het grasveldje af te marcheren.

“Ik ga naar de politie,” was mijn eerste reactie, toen Hans uit het zicht was. “Nu meteen.”
“De politiechef is Hans' vader,” zei Fred gelaten. “Je verdoet je tijd, als je naar de politie gaat.”
Ik keek Fred verbluft aan. Hij keek bloedserieus terug.
“Echt waar, Esther. Hans is de kroonprins van dit dorp. Het is beter om nu meteen te gaan. Anders is morgen je tent platgebrand.”
Fred meende het. Het kon niet waar zijn, maar hij meende het.
“Hij heeft me bedreigd,” zei ik, “Op een manier die volgens mij strafbaar is.”
“Hans' vader zal vergoelijkend lachen, en zeggen dat het maar een grapje was. En als Hans vervolgens je tent afbrandt, dan zal hij er niet zijn om je te helpen.”
“Jij bent serieus,” zei ik langzaam. “Je gelooft echt dat Hans terug zal komen om wraak te nemen.”
“Hij komt terug met een paar sterke jongens, dat weet ik zeker,” zei Fred. “Ik hoop al een paar jaar dat die lul eens zijn verdiende tegengas krijgt. Maar ik heb het nog nooit meegemaakt.”
Fred stond wat verloren om zich heen te kijken.
“Nog bedankt voor het tegengas,” zei ik.
“Mag ik met je mee?” vroeg hij angstig.
Hij wilde dus echt uit het dorp vertrekken, hoewel hij hier gewoon ouders, een huis en een bed had.
“Jij gaat dus echt weg, omdat Hans dat zegt,” vroeg ik ongelovig.
“Als ik het niet doe, word ik in elkaar geslagen door Hans en zijn gevolg.”
“En je ouders dan?”
“Die staan machteloos. Het is zelfs mogelijk dat zij geïntimideerd worden. De politie zal hen niet helpen. Hans' vader zal zeggen dat het allemaal een onschuldig grapje is.”
Ik aarzelde, terwijl ik Freds radeloosheid bekeek.
“Over een paar dagen is Hans het allemaal wel vergeten. Dan kan ik weer terug.”
“Waarschijnlijk is de tent te klein voor jou,” zei ik. “Ik denk dat je met opgetrokken knieën zult moeten slapen.”


      naar het vorige hoofdstuk/verhaalnaar het volgende hoofdstuk/verhaal      

 

nicky
Actief lid

Bericht Nummer: 23
Aangemeld: 12-2011

Beoordeling: nog geen
Stemmen: 0 (Waardeer!)  

Gepost op maandag 05 maart 2012 - 09:26 pm:       

reactie



het verhaal blijft spannend....
benieuwd hoe dit verder gaat...
lekkere schrijfstijl als altijd!

het vervolg was zeker het wachten waard, nu weer wachten op de volgende aflevering..
zucht....


Een verzoek!


Deze site is bedoeld voor discussies/verhalen/vragen/weetjes die wat langer blijven staan.
We willen jullie daarom vragen:
  zorgvuldig te zijn in het opstellen van een reactie.
  kijk even naar de opmaak.
  corrigeer type- en spelfouten
      (een eenvoudige spellingscontrole verschijnt bij de voorbeeldweergave).
  en maak gebruik van de vele opmaak mogelijkheden.
  Echt: het is niet ingewikkeld.
  En wist je dat achter de   button een heleboel verschillende     zitten?


geef hier je reactie op het verhaal en/of op de commentaren van anderen
Je Onderwerp:

Vermeld hier onderwerp, of kopje, of samenvatting, of blikvanger van je reactie.
Je reactie:
Gebruik Opmaakbuttons
Selecteer tekst en klik op de button
of: klik 1 maal voor begincode en nogmaals voor sluitcode
Voor uitleg van de buttons: glij er overheen met je muis
Vet Cursief Onderstrepen maak tekst heel klein maak tekst klein maak tekst groot maak tekst extra groot centreer maak een lijst met bullets maak een genummerde lijst " >
voorbeelden van de beschikbare fonts + instructie opmaak hulp: geeft uitgebreide uitleg -ook van diversen- plus extra mogelijkheden!
onderstaande buttons geven direct resultaat (selecteer dus geen tekst!):
een kop maken: vet + groot (geen tekst selecteren) plaats je e-mail adres (geen tekst selecteren) Maak een hyperlink (geen tekst selecteren) Voeg clipart plaatje toe (geen sluitcode!) trek een lijn (geen sluitcode) maak wit/spatie (geen sluitcode!) maak een dichte bullet (geen sluitcode!) maak een open bullet (geen sluitcode!) maak een vierkante bullet (geen sluitcode!) maak een een curren - een soort bullet (geen sluitcode!) maak het copyrightteken (geen sluitcode!) { voor gebruik BINNEN opmaakcode (geen sluitcode!) } voor gebruik BINNEN opmaakcode (geen sluitcode!)  ECHTE komma: voor gebruik BINNEN opmaakcode van een TABEL (geen sluitcode!)

Inlognaam: Gebruiksaanwijzing:
Geef je Inlognaam en Wachtwoord.
Aanmelden is verplicht, kostenloos en heel eenvoudig!
Maak gebruik van de vele opmaakbuttons hierboven!
Wachtwoord:
Opties: Je mag HTML opmaakcode in je bericht gebruiken
Activeer eventuele links in je bericht
Actie: