Gepost op maandag 14 november 2011 - 10:22 pm: |
|
|
Een oude rekening wordt vereffend en een nieuwe geopend
Mildred was zo slim geweest me een Google-Maps-kaartje op te sturen. Alleen was haar smartphone een stuk nieuwer dan de mijne, zodat op mijn schermpje haar kaartje amper zichtbaar was. Zo kwam het dat ik nu op goed geluk door het bosje dwaalde. Verbazend hoe groot zo’n klein bosje leek wanneer je één boom zocht. De zon stond nu zo laag dat de boomstammen oranje kleurden. Tot drie keer toe was het vaag geritsel of gekraak dat zorgde dat mijn tred stokte en mijn hartslag versnelde. De vierde keer was het een onmiskenbaar kreungeluid. Hoewel, zo onmiskenbaar was de herkomst van het geluid nou ook weer niet, want ik dacht eerst aan een dier – zwijntje met liefdesverdriet? – en vervolgens aan een plant die ik vertrapt had – Jezus Gerhard, gedraag je nou niet als een oud wijf. Opnieuw hoorde ik het gekreun. Gevolgd door gemurmel. Gevolgd door gesmoord gejammer. Toen duurde het niet lang meer voordat ik Saskia gevonden had. Een silhouet dat afstak tegen het oranje vuur aan de westelijke hemel. Haar tengere armen mooi hoog, vastgebonden aan de onderste tak van een statige beuk. Met een wit sjaaltje afkomstig uit Mildreds collectie, was haar de mond gesnoerd. Saskia droeg zelfs het door mij bestelde rode jurkje met witte stippen. Vanochtend toen ze met de trein in de stad aankwam en ik vanaf een bankje op twee perrons afstand ongemerkt haar lichtjes huppelige gangen naging, droeg ze nog iets vaags, een dingetje dat zelf niet eens wist of het nou een jurk of bloes of jasje was. Vormloos ook. Mooie vrouwen die ribstof droegen, het moest verboden worden. Jammer dat Saskia bij het verkleden niet ook haar makkelijke stappers met platte zolen verruild had voor iets anders. Nu lagen ze slordig geparkeerd in de zanderige aarde ergens achter haar bijeengebonden voeten, die met lange einden touw vastgezet waren tussen twee stammen. Ze had trouwens geen voeten voor elegant schoeisel, ze waren te groot. Saskia was nogal lang. De God die haar geschapen had, had z’n uiterste best gedaan op dat lijf en die benen, maar toen hij aan de voeten toe was, was het blijkbaar vijf voor twaalf op de zesde dag. Mijn ogen dwaalden af van haar lijf, bekeken haar lange dunne vingers die friemelend knopen zochten die niet te vinden waren. “Mildred heeft er kijk op,” sprak ik, toen ik Saskia in haar schichtig wegkijkende ogen keek. “Je zou bijna zeggen dat ze in mijn dromen ingebroken heeft. Voor een vanilla weet ze verrassend goed hoe je een slavin dient te presenteren aan haar Meester.” De naam Mildred zorgde bij Saskia voor tekenen van onrust. Want ze was er ingeluisd door Mildred. Het was haar hartsvriendin die na het eten had voorgesteld om nog even een ommetje in een bos te maken. Saskia had niet zo veel zin, begreep ik uit Mildred’s SMS. Moe van het reizen, vol van cannelloni, rozig van rosé. Maar het argument dat het zo’n prachtige avond was, een zwoel eind van een heerlijke lentedag, bracht haar aan het twijfelen. Toen Mildred voorstelde om Brecht te bellen, Saskia’s andere boezemvriendin van de lagere en middelbare school, werd ze enthousiast. “Of was het Brecht die de instructies gaf hoe je opgesteld moest worden?” Nu wist Saskia dat ik onderdeel was van het complot. Sterker nog, ik was de kwade genius en opdrachtgever. Ik strekte mijn hand uit en raakte haar gezicht aan, haar wang en haar half onder steile blonde lokken schuilgaande oortje. Eerst wrong Saskia’s lijf zich in een bocht, maar ze kon me niks maken. Ze kon me niet raken, laat staan treffen. Haar gezicht bood verzet, maar mijn vingers dwongen haar gezicht in mijn richting. Ze merkte dat ik er allerminst voor terugschrok haar ongemak te bezorgen. Mijn rondzoekende vingers gingen langs haar kin en haar lippen die verkrampt in dat sjaaltje van Mildred beten. De dames hadden een roze huishouddoekje in haar mond gepropt. Hoe huiselijk. “Wie had dat doekje meegenomen, Brecht of Mildred?” vroeg ik. Via haar oortje, haar haren, haar nek en haar schouder bereikten mijn vingers haar hals, het kettinkje met daaraan het kruisje dat ze droeg. Ze bereikten de bovenkant van haar jurkje, de glooiingen van haar borsten. Ik maakte twee knoopjes van haar jurkje los om uit te vinden of ze er een beha onder droeg of niet. Geen beha. De gedachte dat ze helemaal geen ondergoed aan had, dat als ik haar naakt wilde zien, haar alleen maar die jurk van haar lijf hoefde te trekken, deed mijn vingers trillen. Ik voelde de neiging om handtastelijker te worden dan dat ik tot nu toe geweest was. “Rustig aan maar Gerhard,” sprak ik in mezelf. “Je hebt haar eindelijk helemaal voor jou alleen. Je hebt alle tijd.” “Geef antwoord,” zei ik op kille toon tegen Saskia. Ik maakte mezelf groot en liet mijn lichaam vlakbij komen. Ik smaakte het genoegen haar ogen onzeker te zien knipperen, zich pijnlijk bewust van haar weerloosheid. Ik nam haar kin tussen duim en wijsvinger. “Spreid de vingers van je rechterhand als het Mildred was, spreid de vingers van je linkerhand als het Brecht was.” Prompt spreidde Saskia de vingers van haar rechterhand. “Wie van de twee overweldigde jou. Of deden ze dat allebei?” Saskia spreidde de vingers van allebei haar handen uit. “En wie van de twee bond jou vast?” Saskia spreidde de vingers van haar linkerhand. “En Mildred hield je in bedwang en gaf instructies, neem ik aan?” Saskia knikte. Ze sloeg haar ogen neer. Wat stond ze voorbeeldig stil, ook toen mijn vingers langs de rand van haar jurkje gleden om daar haar huid te bevoelen, en ook toen ze eronder gleden en haar borsten bevoelden. Saskia stond stil en onderging. “Je bent van mij, lieve Sas,” sprak ik schor, want ik voelde me overmand door emoties. “Eindelijk, eindelijk, eindelijk ben je dan toch van mij…” Ik gunde mezelf de tijd, dwong mezelf te genieten van dit moment. Mijn ogen dwaalden even af en zagen haar vestje dat ze meegenomen had voor als het koud zou worden, op de grond liggen. Het wit van de wol stak scherp af tegen de donkerte van de bosgrond. Plotseling voelde ik onrust. Haastig raapte ik haar vestje op. Ik voelde in de zakken. Inderdaad kwam er een smartphone tevoorschijn. Toen ik een knopje indrukte, bleek hij aan te staan. Nul berichten en nul gemiste gesprekken. “Dat rotapparaat weet waar je bent,” mompelde ik. Ik draaide het apparaatje om en zocht met mijn vingers waar het klepje zat waarachter accu en simkaart verborgen zaten. Mijn vingers begonnen te trillen toen ik niks kon vinden. Ik liet mijn nagels zoeken. “Niemand mag weten waar je bent, behalve ik,” sprak ik binnensmonds. Mijn nagels die alsmaar zenuwachtiger zochten, vonden eigenlijk de plek waar de telefoon open gepeuterd kon worden. Saskia keek met lede ogen en licht trillende armen toe hoe ik de accu en simkaart uit het toestel viste. Ze begon murmelend te spreken toen ik het simkaartje tussen duim en wijsvinger voor haar ogen in de lucht hield. Ik kon best verstaan wat ze zei. Al haar contacten stonden op dat dingetje. Niet alleen privé maar ook zakelijk. Ze had een bloemenzaak. Het zou een ramp zijn om de nummers van haar klanten kwijt te raken. Het murmelen stopte toen ik druk gaf en het simkaartje omboog tussen mijn duim en wijsvinger. Zij en ik hoorden hoe het zachtjes “knap” zei. Ik bewerkte het kaartje nog een paar keer tussen duim en wijsvinger voor ik het losliet en het viel, in tweeën, ergens op de bosgrond tussen mos en gras en zand. “Het belang van het maken van een backup is hiermee weer eens aangetoond,” zei ik, waarna ik het micro-SD kaartje uit het toestel peuterde. Ik vertelde Saskia dat ze niet zoveel verstand van telefoons had, want haar contacten stonden niet op de simkaart maar op dit SD kaartje. Ik hield ook dit kaartje tussen mijn duim en wijsvinger. Saskia murmelde tegen me dat ze helaas geen backup had en dat haar contacten toch echt wel vreselijk belangrijk voor haar waren. Misschien ging ze wel failliet als ze… Waarna haar blauwe ogen wezenloos toekeken hoe mijn duim en wijsvinger het kaartje vernietigden. Ik nam de accu en gooide hem zo ver mogelijk bij ons vandaan het bos in. Ergens klonk een ketsend geluid toen de accu een boomstam tegenkwam. “Weet je nog?” vroeg ik haar, terwijl ik onaangedaan naar de twee dikke tranen keek die uit haar ogen glipten. “Weet je nog dat ik een cadeautje meegenomen had voor oma?” Dat was nog het ergste geweest. Dat die meiden me tegenhielden en overmeesterden en vastbonden aan een boom, ondanks dat ik een afspraak had met mijn oma, dat was nog tot daar aan toe. Althans, toen mijn armen om een dikke stam heen zaten en mijn polsen touwen voelden, stond ik er rustig bij. Gelaten. Het was Brecht die me in bedwang hield en het was Mildred die me vastbond. Saskia keek toe met glimmende ogen die zagen dat het goed was. Zij hield het tasje vast waarin het cadeautje zat, een doosje in een mooi papiertje met strikjes in drie kleuren. Ze vroeg me wat het was. Ze kwam dichtbij me toen ik geen antwoord gaf. Ze trok mijn bloes uit mijn broek en trok hem samen met mijn slipover een stukje omhoog. Ze bewerkte mijn buik met haar nagels en zei dat ze een antwoord wilde horen. Ik gaf haar een antwoord op het moment dat ze dreigde om mijn broek open te maken en die omlaag te trekken en me op die plek te bewerken met haar nagels. Op dat moment keek Mildred onderzoekend opzij. Brecht drentelde bij ons vandaan en begon te hoofdschudden. “Jezus,” zei ze, zo zacht dat Saskia het niet kon horen, maar ik kon het liplezen. “Lekkurrrr, bonbons!” zei Saskia vrolijk tegen me. Haar metgezellen vielen haar bij. De meisjes dromden samen rondom het mooie platte pakje en aaiden de kleurige linten. “Die lust ik wel,” zei Saskia tegen me en haar ogen lachten me spottend uit. Inmiddels verdween Brechts zakdoekje in mijn mond. Toen Saskia zag hoe zielig ik naar haar terugkeek, maakte ze smikkelgeluiden en zwaaide ze haar handen in een lekker-lekker-gebaar langs haar oor. Ze hield er abrupt mee op om haar haarlint los te maken en te doneren. Terwijl het mijn lippen spleet, keek ik toe hoe haar blonde lokken bevrijd uit de paardenstaart, langzaam uit de war raakten terwijl ze met haar hoofd schudde. Waarna ik met diezelfde wezenloze ogen als die ik nu tegenover me zag, toekeek hoe Saskia’s vingers de linten van mijn cadeautje lostrokken. Haar stompe nagels scheurden het mooie papiertje. Het doosje kwam tevoorschijn en ging open. Gulzige vingers graaiden en aten de middelbruine bonbons. Brecht zei dat ze van puur hield en kreeg een hele handvol van de donkere. Mildred schudde nee tegen de witte. Toen niemand de witte bleek te lusten, verdwenen ze in het bos, tussen de vochtige bladeren van een mooie maar kille oktoberdag. Ik tastte in de zak van mijn vrijetijdsjasje en toonde Saskia een schaartje. “Het was vanwege die bonbons dat ik wraak zwoer,” sprak ik, mijn gezicht pal tegenover het hare, de woorden uitgesproken alsof het klappen waren. “Je was weggekomen met vroeger als je mijn cadeautje voor oma ongemoeid gelaten zou hebben. Dan zou ik die gebeurtenis in het bos hebben afgedaan als een jeugdige pesterij. Maar nu…” Ik stak mijn vinger tussen één van de spaghettibandjes van haar jurk. Ik wurmde het bandje tussen de benen van de schaar. “Nu is het oog om oog, tand om tand,” sprak ik, en knipte. Ik stak mijn vinger tussen het andere bandje. “Die gebeurtenis is ook de reden dat de meiden zich tegen jou keerden. Het vastbinden en uitkleden tot op ondergoed vonden ze wel amusant. Dreigen om nog een stukje verder te gaan, lachuh! Ik was ook een pestkop in die tijd. Elke keer als er sneeuw lag, kwam ik met een vriendje achter een of andere boom vandaan stormen om jullie in te zepen. Ik beken schuld…” De schaar had het bandje te pakken genomen. “Maar dat van die bonbons vonden ze laag en wreed. Ze hebben me zien huilen, later. Niet om die touwen. Ook niet vanwege het vernielen van mijn slipover of vanwege het uittrekken van mijn bloes en broek, al was het toen een heel stuk kouder dan nu, best wel heel koud om in je ondergoed in een bos te moeten staan…” Ik knipte. “Het waren die bonbons die het hem deden. Daarom deden ze maar wat graag met me mee.” Ik keek toe hoe het bovenstukje van de jurk zakte. Saskia’s borsten kwamen half bloot, totdat de knoopjes van de jurk die nog dicht waren, een ergere vernedering voorkwamen. Ik grijnsde haar toe. Ik strekte mijn hand uit en moest lachen om het zinloze verzet dat haar lijf pleegde. “Vanwege die bonbons stemden ze toe in mijn plan jou weerloos aan mij over te leveren.” Mijn hand volgde de beweging van haar lijf. Ik kreeg een knopje te pakken en tornde het los. En nog een knoopje. En nog één. Op dat moment viel het jurkje over Saskia’s borsten heen. Haar heupen waren niet breed genoeg om weerstand te kunnen bieden aan de wet van de zwaartekracht. Het jurkje viel tot op Saskia’s enkels. “Wel een beetje stom hè, om geen ondergoed aan te trekken?” zei ik met een grijns. Saskia’s ogen vluchtten terwijl ik haar naakte lichaam bekeek. Haar hoofd vond steun tegen haar arm en leunde. Ik zag de toppen van haar haren langs haar armen strelen alsof het voelen van het zachte gekriebel haar een gevoel van troost bezorgde. Waarschijnlijk was dat ook zo, bedacht ik, terwijl ik weer erg dichtbij haar kwam, vlakbij haar lichaam dat een beetje naar zweet rook, en ook een beetje naar rosé en Chanel No. 5. Ondanks dat haar gezicht allerlei tekenen van onrust en verwarring vertoonde, stond ze verbazend stil. Alsof ze besefte dat haar gedrag van toen rechtvaardigde wat er nu met haar gebeurde. Alsof ze altijd al vermoed had dat ik ooit wraak zou nemen. Ooit stond ik zelf zo stil. Nadat Saskia bij me teruggekeerd was, ik denk ongeveer een uur nadat ze me alleen achtergelaten had, een weerloze prooi voor eventuele loslopende honden of homoseksuelen. Zij was toen degene die onrustig was. Ze keek voortdurend om zich heen, bang dat haar vriendinnen haar gevolgd waren. Maar deze keer was het niet de bedoeling dat er getuigen zouden zijn. Ze durfde uiteindelijk mijn onderbroek omlaag te trekken. Ze moest giechelen toen ze een stijve lul zag. Ze pakte hem voorzichtig beet, omzichtig. Het was een apparaat waarvan ze de werking nog niet kende. Ze leek beducht voor onoordeelkundige aanrakingen met onverwachtse gevolgen. Ik stond daar maar. Ik werd aangeraakt, betast en uitgeprobeerd. En ik stond daar voor me uit te staren. Ik voelde de touwen die me haar weerloze slachtoffer maakten en ik voelde haar zachte handjes die een beetje kleefden alsof ze net nog snoepjes had zitten eten. Zuurtjes, rook ik even later, toen ze naar me opkeek, het effect van haar aanrakingen in mijn gezicht zag. Ze hoorde mijn mond kreunen en zag dat ik amper nog moeite deed om te voorkomen dat ik kwijlde. Maar nu was het Saskia die stilstond, haar mooie ogen mistroostig starend in een onbekende verte. “Ik ga je een geheimpje verklappen,” zei ik tegen haar. Ik liet mijn hand langs haar heup glijden, om haar lichaam heen naar haar bil. Ik pakte in haar bil en nam een volle hap. Ik trok haar onderlijf tegen het mijne aan. Ik wreef met haar kruis langs mijn broek en liet haar voelen dat daar een stijve lul onder zat. “Je weet dat ik er van genoot toen ik in dat bos jouw speledingetje was,” zei ik. “Maar ik geniet er net zo hard van als de rollen omgedraaid zijn. Ik hou van dingetje zijn maar ik hou ook van spelen. De gedachte je een pak slaag te geven als wraak voor vroeger, windt me mateloos op.” Ik liep om haar heen. Mijn handpalmen raakten haar billen aan, betastten haar en kneedden haar. Met mijn tanden trok ik de knoop van het zijden sjaaltje los op haar achterhoofd. “Ik wil naar je luisteren terwijl ik je sla, lieve Saskia,” zei ik. “Ik hoop dat je op hoge poten zult eisen om losgemaakt te worden,” sprak ik, terwijl ik mijn hand open onder haar mond hield, zodat ik het huishouddoekje opving toen ze het uitspuugde. “Ik hoop dat je zult gaan zeggen dat het niet kan en niet mag, dat de politie erachter zal komen, en zal komen om jou te bevrijden mij op te sluiten.” Verlekkerd greep ik haar billen. Ik hoorde haar kreunen. Maar ze zei niks. “Wil je niet tegen me zeggen dat het onrechtmatig is? Onbehoorlijk? Onbeschoft en onbehouwen? Wil je niet even lekker smeken, lieve Saskia?” Ik probeerde haar stem na te bootsen, maar het was een behekste, door de duivel bezeten variant van haar die zei: “Oh lieve Gerhard, doe me alsjeblieft geen pijn. Heb medelijden met me, Gerhard, oh alsjeblieft Gerhard, ik ben zo bang voor pij-hijn….” “Vergeet het maar,” fluisterde Saskia. “Vergeet maar dat ik ga smeken of gillen.” Ik gaf haar een eerste tik, maar ik moest haar nageven dat ze geen kik gaf. Dappere meid, dacht ik, voor me door het hoofd schoot dat wat voor mij gold, misschien ook wel voor haar gold. Zij hield misschien ook wel van het omgekeerde. Wees haar gedrag er niet heel sterk op dat het zo was? Ik sloeg haar een aantal keren met mijn blote hand. Zo hard als ik kon, zo hard dat het pijn deed aan mijn handpalmen, want dan zou het haar billen zeker pijn doen. Ze steunde lichtjes, maar ze stond voorbeeldig stil en bleef haar billen min of meer aanbieden voor slaag. Ze bood pas verzet toen ze voelde dat mijn strelende vingers zich tussen haar benen wilden dringen. Ze kon zich daartegen niet verweren. Ze moest zich laten welgevallen dat mijn vingers haar kut bevoelden. Ze was nat. “Mmm, wat is dit nou toch?” sprak ik pesterig in haar oortje. Ik drong met één vinger een stukje haar kut binnen terwijl ik met mijn lippen op haar oortje sabbelde en met mijn tanden in het lelletje beet. Ik bewoog mijn vinger op en neer en voelde dat haar lijf erop reageerde. Ze probeerde zich in te houden, niks te laten merken, maar ze was aan de verliezende hand. Na een paar seconden smaakte ik het genoegen een kreungeluid te horen wat geil klonk. “Het is nog maar voorspel, lieverd,” zei ik. Ik trok mijn vinger terug. Ik smeerde het vocht wat erop zat, uit op haar billen. Ik zocht onder mijn vrijetijdsjasje en trok de steel van de zweep los uit de zak van mijn spijkerbroek. Hij had negen leertjes. De verkoopster uit de winkel had gezegd dat haar eigen slavin, een tengere brunette met een pijngrens om u tegen te zeggen, deze zweep amper kon hebben. De leertjes waren onvoorstelbaar gemeen… Toen Saskia’s billen de leertjes plagerig voelden tikken, krompen ze een kort moment samen. “Je krijgt met de zweep,” sprak ik op kille toon. “Ik wil dat die mooie bleke huid helemaal rood wordt. Sterker nog, ik wil striemen zien.” Ik bleef tikjes geven totdat Saskia weer wat ontspande, totdat haar heupen niet meer wrikten en haar benen niet meer slingerden. Op dat moment begon ik haar te slaan. De eerste paar klappen waren schampschoten. Ik zocht en vond een betere positie. Ik liet de leertjes een paar keer flink hard op Saskia’s billen neerdalen. Ik zag de huid rood opvlammen. Ik beluisterde haar kreungeluiden. Ze had het zwaar, zoveel was duidelijk. Maar ze probeerde dapper te zijn. Ze probeerde te verdragen. “Eindelijk,” dacht ik, en sloeg zo hard ik kon. “Eindelijk-eindelijk-eindelijk dan toch,” dacht ik en ik schrok bijna van de zweep, zo hard kletste hij neer op blote onbeschermde huid. Uit Saskia’s half opengevallen mond stegen rauwe kreten op terwijl ze incasseerde. Jarenlang droomde ik van wraak. Jarenlang had ik in gedachten de rekening vereffend. Jarenlang zette ik betaald in fantasieën waar het niet bij striemen bleef. In mijn fantasieën kleurde de bosgrond uiteindelijk bloedrood. Maar nu, nu het zo ver was, nu ik mocht doen waarvan ik jaren gedroomd had, hield ik opeens in. Ik kon haar kreten niet aanhoren. Niet dit soort kreten. Ik bekeek haar billen en zag inderdaad striemen. Die zweep was een moordenaar. Die zweep zou haar slopen als ik verder ging. “Dat heeft ze verdiend,” dacht ik wraakzuchtig en hief de zweep opnieuw de lucht in. Mijn hand trilde en wilde niet nog eens toeslaan. “Ik wil van je genieten,” dacht ik. Ik bekeek haar lijf, lang en afgetraind, vormen en maten dik in orde. Ik wilde dit lijf in mijn macht hebben, haar voor mij alleen hebben, maar slopen wilde ik haar niet. Een begenadigd instrumentalist probeerde zijn instrument op elke denkbare manier te bespelen, maar proberen het te slopen, nee dat deed hij niet. “Ik wil je geil maken,” dacht ik. Mijn handen zochten en vonden tussen haar benen haar kut. Ze was nog steeds nat, kletsnat zelfs. Mijn delegatie van meer dan twee vingers was meer dan welkom. Ze leidden zichzelf rond. Ze deden alsof ze thuis waren. Saskia’s liet haar lichaam klimmen in de touwen en weer terugvallen. Steeds onsamenhangender sprak ze steeds meer woorden, zoals “oh” en “ah” en “ieuw-ieuw-ieuw”. Toen ze overal begon te zweten, kwamen haar hielen, zwart geworden van de bosgrond, een stukje los van de grond, zo ver als de touwen om haar enkels toelieten. Even later kwam ze klaar, vrij introvert, alsof ze het nog steeds deed op het zolderkamertje van haar studentenflat, zo gehorig dat zeven studentes meegenoten wanneer je vergat om muisstil te zijn. Ik ving haar lichaam min of meer op, om te voorkomen dat de touwen haar bezeerden. Ik omhelsde en knuffelde haar en wachtte tot ze rustig en zwaar was. Toen maakte ik haar los. Zodra ze kon, draaide ze zich om. Haar ogen stonden op huilen, maar ze omhelsde me ze zonder enige reserve. Ze zoende me zelfs. Tien, twintig seconden lang probeerden we overmand te raken door nieuwe hartstochten, maar we bleken allebei te moe te zijn. We vielen op onze knieën. We zaten aan elkaar, maar onze handen raakten overmand door loomheid in plaats van gulzigheid. We gingen erbij liggen, lepeltje-lepeltje, mijn nog altijd stijve lul tegen haar billen, met een paar striemen door mijn wraak getekend. “Het was niet helemaal wat ik ervan verwacht wat, die wraak, maar zoet was hij wel,” dacht ik. Ik pakte haar vast. “Wat een lekker ding,” dacht ik. “Ik wil nog heel lang van je genieten,” dacht ik ook, maar toen werden mijn ogen zwaar. Even was ik weg. Ik schrok wakker van haar stem. “De rollen zijn omgedraaid,” sprak ze. Op het moment dat ze die woorden sprak, voelde ik het touw waarmee mijn polsen achterop mijn rug gebonden waren. Ik voelde ook dat mijn enkels vastzaten aan mijn armen. Het was niet mogelijk om mijn omgeslagen benen terug recht te buigen. “Dat vertel ik je nog wel,” sprak Saskia in een telefoontje, mijn telefoon. “Maar wil je me alsjeblieft helpen?” Ze zat een stukje bij me vandaan op de grond, haar rug leunend tegen de stam van de beuk wiens onderste tak haar armen gedragen had. Ze was een silhouet in het schemerdonker. Het was nog net licht genoeg om te zien dat ze haar jurk weer aanhad. “Ik heb niemand anders om te bellen,” sprak Saskia enigszins bedeesd. “We waren altijd hartsvriendinnen. Ik hoop eigenlijk dat we het weer kunnen worden. Of blijven…” Ik knipperde met mijn ogen tegen mijn kleren, donkere vlekken die her en der verspreid lagen op de grond, gedeeltelijk uitgetrokken en gedeeltelijk verknipt. Ik had niks meer aan, voelde ik, en vervolgens voelde ik mijn lul helemaal stijf worden. “Natuurlijk vergeef ik je,” sprak Saskia hartstochtelijk. Vervolgens zag ik haar gezicht helemaal opklaren. “Me komen halen,” zei ze. “Ik kan die 8 kilometer terug naar de stad eventueel nog wel lopen, maar Gerhard niet.” Ze keek in mijn richting. “Omdat hij vastgebonden is,” giechelde ze met haar mond vlakbij het toestel. Haar lach werd gul toen ze zag dat ik wakker was, toen ze zag dat mijn romp wrikte, mijn vingers tevergeefs op zoek naar knopen. “Enneh, ik denk dat hij ook opgepakt zou worden wanneer hij politie tegenkomt. Artikel 18 van de zedenparagraaf, gok ik. Naaktlopen is in het Hoge Noorden vast ook strafbaar.” Het geluidje wat ik maakte achter het huishouddoekje dat in mijn mond zat, klonk erg zielig. De manier waarop Saskia in mijn telefoontje giechelde, deed vermoeden dat Mildred of Brecht aan de andere kant van de lijn net zo hard lachte. Zoals hartsvriendinnen doen wanneer ze elkaar teruggevonden hebben. “Dus je komt? Dat is cool, dat vind ik hartstikke gaaf van je.” Terwijl Saskia luisterde, krabbelde ze op. “Heel goed, de kofferbak helemaal leegmaken. We moeten plek hebben voor Gerhard. Hij moet een beetje de ruimte hebben, want als ik jouw idee snap, gaan we dus verder dan 8 kilometer….” Saskia heupwiegde terwijl ze in mijn richting bewoog. Haar afgetrainde lijf leek begerenswaardiger dan ooit. “Een dekentje hoeft echt niet. Hij heeft vet van zichzelf… Mooi kussentje.” De stompe neus van haar makkelijke stappers raakten mijn buik en telden al prikkend mijn vetplooien. “Ik ben ook best heel aardig afgetraind,” dacht ik mismoedig, voor ik mijn neus vol deemoed begroef in bosgrond. “Integendeel,” sprak Saskia. “Te comfortabel is nergens voor nodig. Ik hou wel van een beetje ongemak. Misschien kunnen we iets bedenken dat hem onderweg bezighoudt.” De platte zool van haar schoen raakte mijn lul, streek hem glad en recht bovenop de bosgrond. “Een knellend touwtje of zo,” zei ze. Ze ging bovenop mijn lul staan en drukte met haar volle gewicht op haar voet. Haar platte zool plette me. “Of een elastiekje,” zei ze. Mijn klaaglijke gesmoorde schreeuw overstemde haar woorden. Toen ze begon te tapdansen, kon ze zich niet meer verstaanbaar maken. “Eigenlijk zou ik wel willen dat je een grote klem meenam, maar die heb je waarschijnlijk niet in huis hè Mil.” Ze drukte nog eens zo hard als ze kon. De tranen die in mijn ogen gesprongen waren, druppelden tevoorschijn. “Jammer,” sprak Saskia op teleurgestelde toon. “We zullen het met een gemeen touwtje moeten doen, vrees ik.” Vervolgens zei ze dat ze maar beter moest ophangen, want het was de hoogste tijd dat Mildred de auto pakte. “Een kwartiertje, heel goed, zo lang vermaken we ons nog wel,” zei ze. Waarna ze mijn telefoon uitdrukte. Ze hurkte. Ik zag het licht van de opkomende maan haar blonde haren in een zwakke gloed zetten, net voordat mijn ogen in paniek vluchtten voor haar ogen die flonkerden als sterren terwijl ze naar me keken.
|
|
Janneman
Oppasser
Bericht Nummer: 490 Aangemeld: 03-2004
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op dinsdag 15 november 2011 - 06:52 am: |
|
Hij is weer fraai |
Mooi getekend gebeuren hoor. Ik heb het niet zo op wraak (je ziet hier ook wat dat oplevert, het wordt steeds erger) en het vernietigen van iemands zakelijke telefoongegevens vind ik iets dat wel heel ver gaat. Dat zou mij er toe brengen dat ik eens zou gaan praten met wat jongens van de motorclub en het zou wel eens kunnen zijn dat die vingers die dat deden daar in de toekomst niet meer toe in staat zouden zijn. O nee, dat is ook wraak, dat moet niet. Het is wel een fraai vriendenclubje dat veel voor elkaar over heeft. Ik bedoel, ze maken toch maar veel tijd voor elkaar vrij. En ze switchen dat het een lieve lust is. Ook wel bijzonder want er zit er altijd wel één tussen die wel wil geven maar niet wil ontvangen. Meestal zijn dat mannen, want welke man laat zich nu slaan door een vrouw? De fraaiste zinnetjes waren deze: 'Ze leidden zichzelf rond. Ze deden alsof ze thuis waren.' Prachtig. Nou, ik ga me maar eens voorstellen wat er met die arme man gaat gebeuren. Hij gaat niet terug naar huis, dat lijkt wel zeker. Misschien binden ze hem wel vast boven op de toren van Smilde. Hoewel, daar kan zo maar brand uitbreken. Nou ja, 's nachts aan de centrale boom op een Drents dorpsplein kan natuurlijk ook. Dan wordt hij pas ontdekt als het licht wordt. Misschien wel door een groepje schoolmeisjes, op weg naar de verre school in Groningen. Dan zal hij op de harde manier gaan leren dat dat wel lieftallige wezentjes lijken maar dat hun gemeenheid en wreedheid geen grenzen kennen. Dan maar een uurtje te laat op school.....
Dit ZOU wel eens zeer kunnen gaan doen.... Maar alleen als je het lief vraagt.
| |
nathiex
Actief lid
Bericht Nummer: 29 Aangemeld: 03-2008
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op dinsdag 15 november 2011 - 08:47 am: |
|
Pacman! |
... stil. Wat een heerlijk verhaal! Hoever kan men gaan? Waar houdt het op? Eigenlijk ben ik niet zo boos, dat zij hem later had vastgebonden... Want ik vind het net als Janneman gemeen dat hij haar sim-kaartje heeft stukgemaakt. Hij verdient zeker straf... Heel mooi neergeschreven, de zinnen klinken even zoet als de vergelding zelf. Het doet me een beetje denken aan Pacman, als je even niet oplet, draaien de rollen om.
Leef en laat leven
| |
subjackt
Bevlogen lid
Bericht Nummer: 80 Aangemeld: 07-2008
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op zondag 20 november 2011 - 10:27 am: |
|
perpetuum mobile |
Dank voor de reacties en de complimenten. Of de kritiek, want mijn vandalisme t.a.v. dat telefoonkaartje heeft blijkbaar een hoop leed veroorzaakt. En ook vast gezoek op de computer, heb ik zelf eigenlijk wel een backup? Stel dat een of andere gemenerik wraak op mij neemt in een bos, ben ik dan voorbereid? Ik ga geen vervolg schrijven op dit verhaal, maar ik denk dat het eeuwig door zal gaan. Nadat zij hem te kijk heeft gezet op de brink van een mooi Drents dorp - die hou ik erin Janneman - pakt hij haar weer terug enz. enz. enz. Totdat ze samen oud geworden zijn, tegen elkaar aan kruipen en warmte bij elkaar zoeken. Wraak is natuurlijk geen basis voor een sm-spel. Maar ik denk dat vergeldingsgevoelens bij het spel best een rol spelen. Frustraties, teloorgang van eerdere liefdes, beschadigingen. Ze zullen veelal onder het oppervlak zitten, zonder dat de spelers zich er duidelijk van bewust zijn. Daarom een interessant gegeven en daarom dit verhaal.
|
|