waarin we alle meisjes ontmoeten: Maartje, Marjan, Moniek en Juliette en ....
De meisjes zaten in de schoolbanken. Oude houten schoolbanken: de bankjes waren echte banken en zaten vast aan de schuine houten lessenaars. Voor de klas Madame Mélisande, lerares Frans, achter haar grote lessenaar, eveneens van hout. Ze waren er allemaal, de kostschoolmeisjes. Allemaal? Marjan was er, en Moniek. Paulien en Marcha, die voor bijscholing waren opgeroepen. De internet meisjes Aya, Dawn, Nina en Zofia. Sophie, die er altijd bij was. En Klasse-Oudste Maartje natuurlijk. Maar waar was Juliette? De meisjes hadden reeds in de klas gezeten, toen Madame was binnengekomen. Druk kwebbelend natuurlijk. Dawn en Paulien deden in geuren en kleuren uit de doeken wat zij en Marjan, Marcha en Zofia in de bibliotheek hadden ontdekt. Echte Dubigeon’s, een groot boek vol. Met een tekening van hun directiekamer. De meisjes die er niet bij waren geweest reageerden ongelovig. Hun Directeur, achter een krant verborgen? Maar wie waren dan de meisjes bij hem? Het meisje dat voor hem neergeknield lag, het meisje voor de spiegel? Misschien was het wel... De vraag bleef in de lucht hangen, zwevend op de kordate passen van Madame Mélisande. Maar niet lang, want de meisjes beseften wat er van hen verlang werd en als één schoten ze overeind. Om in het gelid naast hun banken te wachten tot Madame hen zou toespreken. “Bonjour, mes filles.” “Bonjour, Madame Mélisande,” klonk het eenstemmig uit elf kelen. Madame nam achter haar lessenaar plaats. Pas toen zij zat, mochten de meisjes weer plaats nemen. Madame richtte zich tot het groepje dat zojuist het hoogste woord had gevoerd. “Ik heb gehoord dat jullie hard gestudeerd hebben in de bibliotheek?” “Ja mevrouw,” antwoorden de vijf braaf. “De hele middag?” Nu aarzelden ze. “Ze zijn weggestuurd Madame, door juffrouw V.” Het was Nina die hen voor was. “Zo zo, is het werkelijk waar?” “Jawel, Madame, ze waren betrapt in het studeerkamertje toen de juffrouw even weg was.” “En wat waren ze dan wel aan het doen in dat studeerkamertje?” “Nou, ze waren tekeningen, oh...” Nina bloosde. Dat hadden de meiden haar net verteld. Als ze dat vertelde moest ze ook van de tekening van de Directeur vertellen en van die meisjes bij hem. En dat durfde ze beslist niet. Maar Madame hoorde haar aarzeling niet, of wenste dat niet te horen, want ze vroeg: “En hoe weet jij dat allemaal?” “Nou, ik eh, ...” Even voelde ze zich in de hoek gedreven, maar vol bravoure vervolgde ze: “Ik zag ze de bibliotheek uit komen, en hoorde ze praten. Maar mij zagen ze niet.” “En wanneer zou dat dan wel geweest mogen zijn.” Dat was de bitse stem van Maartje. Meteen wist Nina dat ze te veel gezegd had. Wat moest ze doen? Ze wist wanneer de meisjes de bibliotheek verlaten hadden. Maar uit de toon van Maartje kon ze afleiden dat elk antwoord fout zou zijn. Waarin ze gelijk had. “Ik dacht dat jij vanmiddag bij mij was geweest. Nadat ik Juliette had weggestuurd. Ik dacht dat jij geprobeerd had je dienstbaar te maken. Niet met veel succes overigens. Ik geloof dat ik dat Meisje nog liever heb dan jij, maar dat terzijde...” “Ja mevrouw Maartje, natuurlijk mevrouw Maartje.” “Wat?” “Pardon, excuus, Klasse-Oudste.” Het was of alles ineen stortte. Hoe kon ze zo stom zijn om Maartje bij haar koosnaam te noemen. Net nadat ze blijkbaar haar misnoegen had opgeroepen door de meiden te verraden. Terwijl dat toch hetgeen was wat Maartje van haar verwachtte. Nu zou ze nooit meer het Meisje van de Klasse-Oudste zijn. Nooit meer haar vertrouweling, nooit meer haar adjudant. Nooit meer haar bediende, nooit meer haar.... Als een gezoem klonk het door de klas: ze is haar sloofje. Die kutlikster. Het is echt waar, ze doet het met haar. “Zo, Nina,” onderbrak de stem van Madame zowel het gezoem, als de gedachten van Nina. “Dat klinkt naar kwaadsprekerij. Zwart maken. Verraad, zullen je medeleerlingen het ongetwijfeld noemen. Hmm, of is het juiste woord ... meidennaaister?” De kostschoolmeisjes grinnikten onderdrukt. “Wel, daarop is maar één antwoord mogelijk, helaas: het bankje.” Een zucht van ongeloof ging door de klas. Het bankje! Met name de andere internetmeisjes keken elkaar onthutst aan. En Marjan natuurlijk. Zij wel? Was dat wat je moest doen om naar het bankje verwezen te worden? En alles wat dat met zich meebracht? Een meidennaaister worden? “Oh, wees maar niet bang,” antwoordde Madame hun ongestelde vragen, en, naar Nina: “en jij niet verheugd.” “Je kunt er verzekerd van zijn dat de Directeur zich aan zijn beloftes houden zal. Hij zal je niet over zijn bureau voorover laten buigen. Laat staan te geven waar jullie blijkbaar allemaal zo naar verlangen. Kinderen! Bah.” “Evenzogoed kun je er verzekerd van zijn dat je gestraft wordt, correct, maar duchtig.” “En dan die stuitende gedachte dat ik behoefte heb aan klikspanen. Hein?” Ze keek Nina vernietigend aan, die onwillekeurig haar hoofd afwendde en Maartje smekend aankeek. “Ah, je doet het voor haar...” Naar Maartje: “Wij spreken elkaar nog dame.” En weer naar Nina: “Er uit!” Zodra Nina de klas verlaten had, stak Maartje haar vinger op. Madame negeerde haar bewust. Pas toen al haar papieren keurig voor haar lagen, keek ze op. “Maartje.” “Mag ik spreken, mevrouw?” “Het liefst zou ik nee zeggen, gezien je gedrag met Nina.” Maartje beet op haar lippen. Ze wist dat ze haar mond moest houden, maar wat kostte het haar moeite. Madame zuchtte diep. “Vooruit maar, je hebt toestemming.” Meteen schoot Maartje omhoog en ging naast haar lessenaar staan, strak rechtop, haar handen achter haar rug. Zo betoonde ze eerbied voor het schoolgezag, wist ze. En eerbied betonen, daar was ze op uit. “Madame, het is echt niet wat u denkt.” “Zo?” “Ik haat net zoals u het meidennaaien.” Er klonk nu duidelijk onderdrukt gegiechel uit de schoolbankjes. Er klonk zelfs duidelijk hoorbaar “nee, logisch, ze beffen jou.” Hoorbaar, maar niet zichtbaar. De meiden waren niet achterlijk. “Was Nina jouw sloofje?” “Ik was haar Gids, mevrouw.” “Dat ben je voor Juliette, als ik het goed heb. Of heb je je maar meteen ook tot Gids van Nina benoemd. Trouwens, dat betekent dat je volledig voor haar verantwoordelijk bent. Dus...” “Ik eh... U heeft gelijk, mevrouw, ik ben niet haar toegewezen Gids, maar eh...” “Was ze jouw sloofje?” “Ze was eh mijn adjudant.” “Adjudant, adjudant. Hou me niet voor de gek, ik weet hoe een kostschool in elkaar zit. Jij bent Klasse-Oudste. En iedere Klasse-Oudste heeft recht op haar sloofje. En ‘sloofje’ is precies wat de lading dekt. Dat de Kostschool daar de belachelijke titel van Adjudant aan vastmaakt, nou ja. Jullie meiden noemen haar een sloofje, en dat is precies wat ze is. Nou, was ze je sloofje, ja of nee?” “Ja mevrouw.” “Dan heb jij haar in de waan gebracht dat ze de meiden erbij moest naaien. Alles wat je sloofje doet, doet ze voor jou. Nee, dame, wij spreken elkaar nog. Klasse-Oudste, of geen Klasse-Oudste. Ga zitten!” “Hmm, dat doet me er aan denken dat ik Juliette nog niet gezien heb. Waar ìs Juliette.” Er werd op de deur geklopt. Het was Dora. Die Juliette binnen liet. Zonder er zich van bewust te zijn, maakte Juliette haar entree met een kniksje voor Madame. “Ah je hebt je lessen goed geleerd zie ik.” Maartje schoot de bank uit: “Dat heb ik haar geleerd, Madame.” Madame keek haar vernietigend aan. “Ten eerste kan ik me niet herinneren dat je toestemming hebt gevraagd om te spreken, laat staan dat ik die toestemming heb gegeven.” Maartje ging schielijk en met een rood hoofd weer in haar bankje zitten. “En in de tweede plaats is het duidelijk dat haar kniksje niet van jou afkomstig is. Maak hem!” Maartje keek verward om zich heen: wat moest ze maken? “Ik heb het tegen jou: kniksje maken!” Juist. Weer schoot ze uit de bank. In haar haast om Madame ter wille te zijn, struikelde ze half naar voren. Toch had ze nog het besef om even voor Madame stil te staan, alvorens haar kniksje te produceren. Nou, kniksje, ze deed hem zo zwierig dat het meer een revérence was. “Wat moet dit voorstellen?” Maartje was zo wijs om te zwijgen. “Denk je dat, omdat ik Frans ben, je zo iets overdrevens moet produceren? Lijkt dat op het kniksje van Juliette? Je maakt me trouwens niet wijs dat je deze wanvertoning aan haar hebt geleerd. Meisje Juliette?” “Nee mevrouw... Mevrouw Maartje heeft het me wel geleerd, maar ....” “Mevrouw Maartje?” “Zo dien ik haar aan te spreken, Madame.” “Ach zo,” mompelde Madame veelbetekenend, “maar ga verder.” Wanhopig keek Juliette naar Maartje. Dit ging niet goed. Dit ging helemaal niet goed. Helemaal niets meer over Maartje melden, was het enige dat ze kon bedenken. “Juffrouw V. heeft het me zo geleerd.” Nogmaals maakte ze een kniksje. Dit keer legde ze er haar hele ziel en zaligheid in: alle lessen van juffrouw V. in acht nemend. Haar hoofd gebogen, klein pasje naar voren, soepeltjes door de knieën, rokje omhoog en haar hoofd gedwee meebewegend. “Heel mooi! Meisjes, neem dat als voorbeeld. Je mag gaan zitten, Meisje Juliette, achteraan is nog een plaatsje. Dan zal ik maar door de vingers zien dat je te laat bent.” “Ja Madame, dank u Madame.” En achterwaarts zocht Juliette haar bankje op. Madame leek er zowaar door te spinnen van genoegen. Marjan “Ah, oui, mes enfants, la leçon aujourd’hui, et naturellement, vos devoirs, oftewel jullie huiswerk.” “Gisteren hebben we het gehad over de bloemetjes en de bijtjes, en hoe heerlijk dat kan zijn voor een meisje. Vooral als ze weet hoe ze zich moet gedragen.” Ze keek veelbetekenend Moniek aan. “Vandaag zullen we het hebben over wat te doen als meisjes zich niet weten te gedragen. Jullie hebben als huiswerk gekregen de vraag: wat verdient een meisje als ze zich niet gedraagt.” “Marjan, aan jou de beurt.” Gedwee ging Marjan naast haar lessenaar staan. “Qu’est-ce qu’on mérite une fille, qui ne se conduit pas?” “Dan moet zij gestraft worden, Madame.” “En français, mon enfant.” “Il a eh punis, Madame.” “Il faut, qu’elle soit punie, denk aan je Frans ma chérie, mais comment?” “Il a naturellement eh sur la eh jambe de la papa eh pour eh recive de spanking aux la eh...” “Elle doit être punie par son père allongeant en travers de ses genoux, pour une punition très sincère, c’est que tu voudrais dire ma chérie?” “Oui Madame.” “Et pourquoi est-ce que tu ne l’avais pas dit, ma chérie?” “Je ne...” “Et est-ce que tu as bien appris tes devoirs, ma chérie?” “Jawel Madame, maar ik ben gewoon heel slecht in Frans.” “Maar je weet toch wel mooi te beschrijven hoe een oude koe een oud kunstje doet en dat zeer prettig vindt, nietwaar?” Om scherp te vervolgen: “èh, baiser cette vieille vache excitée. Tu ne peux pas payer ma tête, mon enfant.” “Mij hou je niet voor de gek. Slecht in Frans, hmm, als je maar wilt, n’est-ce pas?” “Hmm, je hebt me zelf al verteld wat er dient te gebeuren met meisjes die zich niet weten te gedragen?” Gedwee knikte Marjan van ja en liep naar voren. Madame liet haar meesmuilend komen, en greep pas in toen ze zich over haar schoot wilde draperen. “Un moment, s’il vous plaît.” “U verdient het om over de knie genomen te worden.” Marjan knikte. “U verdient het om een pak voor uw blote billen te krijgen.” Marjan knikte, gretig haast. “Maar,” vervolgde Madame bijtend, “ben ik uw papa, hein?” “Ik dacht het niet.” Milder nu: “Maar wees gerust, mon enfant, we kunnen ook op een andere manier straffen.” “Jullie hebben straks gymnastiek, nietwaar?” Madame keek even naar de Klasse-Oudste die bevestigend knikte. Dat was de les waar de hele klas naar verlangde. “Ah, jullie laten graag jullie mooie jonge lijven zien aan onze grote Mary-Lou, jullie lerares. En.... de Directeur.” Een zucht van verrukking ging door de klas. “Ja zeker, de Directeur, hij vertelde me dat hij vandaag de les van Mary-Lou wilde observeren. Maar daar zal onze Marjan dus niet bij zijn. Want jij blijft na, mon enfant.” “Mais maintenant: asseyez-vous!” Juliette keek bewonderend naar Marjan terwijl ze met gebogen hoofd naar haar plaats terug schuifelde. Zo zelfverzekerd als ze was geweest in de bibliotheek, zo lijdzaam gaf ze zich over aan het gezag van Madame. Ze begreep dan wel niet wat zich rond die ‘vieille vache excité’ had afgespeeld, maar wel dat de woorden die Marjan door Madame in de mond werden gelegd, nooit door haar konden zijn uitgesproken. Niet dat ze aan de inhoud van de boodschap twijfelde, integendeel, daarin herkende ze Marjans meisjeshumor. Maar zulk Frans, nee, het was haar duidelijk dat Marjan het Frans daarvoor absoluut niet goed genoeg beheerste. Dat vertelde haar haar eigen ervaring in Franse conversatie. Ze had het wellicht bedacht, maar had nooit de woorden kunnen weten. En toch. En toch had ze bij de eerste blijk van afkeuring zich willen onderwerpen aan een bestraffing door Madame. Ze had zich over de knie van Madame willen leggen, zonder commentaar, en had daar ongetwijfeld passief liggen afwachten op de slagen die zouden volgen. Juliette begreep het niet. Hoe kon zo’n brutaal klein ding ook zo onderworpen zijn? Tegelijkertijd zo’n spoiled little brat -zoals de Engelsen dat zo mooi weten uit te drukken- en het gedweeë meisje zodra het op straffen aankwam. Zó stelde ze zich een kostschoolmeisje voor. Ze zuchtte innerlijk. Want juist dat verlangde Christina van haar: meisje worden, een gehoorzaam meisje wel te verstaan, een kostschoolmeisje. Klein voelde ze zich wel worden. En nederig. Gehoorzaam ook. Dat nam toe met ieder uur dat ze hier op de kostschool verbleef. Zeker, haar man had een goede keus gemaakt, dacht ze zonder verbittering. Maar meisje? Dat jonge prille, dat brutale? Ze voelde zich in aanwezigheid van Marjan en de anderen zo oud. Maar toch... Toch had de ontmoeting met Marjan gisteravond, toen zij naar haar kamertje voor de nacht weggevoerd werd en haar in het voorbijgaan ontmoette, haar iets anders verteld. Haar blik was voor haar zó veel betekend geweest. Of was het alleen omdat ze er zo naar verlangde? Dat ze één van hen was.... wie was nou al weer wie? lijst met personages - opent in nieuw tabblad en waar speelde zich het allemaal af? het Gebouw - opent in nieuw tabblad © Paul Gérard
verhalen maken dromen waar
|