voor mij ... de ultiema straf
Al die mooie boden op Slavin Eva op een rij stimuleerden me om nog een bod te doen. Ook al is de veiling reeds lang voorbij. In “Ondergoed” koppel ik haar straf direct aan waarvoor ze gestraft moet worden. Ik heb me daarbij laten inspireren door Meesteres Mistress, die in feite hetzelfde doet. Maar dan heel poëtisch en invoelend. Mijn straf is vele malen harder. Ondanks het feit dat ze nauwelijks slaag krijgt. Wellicht daarom des te wreder. Dit bod is voor mij de ultieme STRAF voor Eva. Gemakkelijk uitvoerbaar en “realistisch”. Maar wreed. Eigenlijk ook voor mijn doen véél te wreed. Ik zou er zelf mijn slavinnetje nooit aan willen blootstellen. Maar Eva is dan ook mijn slavinnetje niet.... Meestal vergrijp ik me niet aan voorwoorden. Maar nu ik er toch aan begonnen ben, nog even dit. Bij zo’n harde straf past de directheid van de tegenwoordige tijd als stijlfiguur. Eentje die ik niet vaak bezig. Daarom ook heel amusant om te merken dat ik in eerste instantie alleen de eerste regel in de tegenwoordige tijd schreef. Om direct daarna over te gaan op de verleden tijd. Als je binnenkomt loop ik je tegemoet en geef je een kus. “Lekker gewinkeld?” “Lekker geflaneerd, was gezellig in de stad, veel kijken en gezien worden.” “Vast wel. Glaasje wijn?” “Eerst even een slipje aantrekken.” “Slipje aantrekken? Ik had je vanochtend toch een slipje gegeven?” “Weet ik, maar geen behaatje. Voelde zo lekker met m’n blote tietjes onder mijn truitje, dat ik dat ook voor m’n billen wilde.” “Doe dan alles maar uit, liefje.” En ik draai me om om je een glas in te schenken. Daar heb je niet van terug. Naakt liep je wel vaker in huis. Maar overdag? Met de gordijnen open? Toch schik je je. Je bent een gehoorzaam meisje. Toch? Ik geef je je glas. Even bijkomen. Daarna heb ik er schik in om je allerlei huishoudelijke karweitjes te geven in de huiskamer. Daardoor blijf je in beweging. En erg zichtbaar. Voor iedereen die een blik op ons huis werpt. Voor mij wanneer je je moet bukken. En dat moet je vaak. Niet dat je daar moeite mee hebt. Integendeel. Je vindt vele manieren om je onder mijn ogen te bukken. Allemaal met een prettige inkijk als resultaat. Als dat mijn straf is..., zie ik je denken. Echt verbaasd ben je daarom niet als ik aankondig dat een goede vriend van mij even langskomt. “Ken ik hem?” vraag je geïnteresseerd. “Nee, het is een studievriend van me, Karl. Is toevallig (nou ja, toevallig?) in de stad. Leuke jongen. Beetje stoer. Sporter. Prachtig lijf. Held van de meisjes.” Ik zie aan je ogen dat je zijn bezoek heel opwindend vindt. Vooral nu je gedwongen bent hem naakt te ontvangen. Wat dus niet zo is. “Kom mee naar boven, ga ik je even aankleden.” Ik zoek een prachtige combinatie voor je uit. Met je ondergoed ben je heel content. Van wit satijn: behaatje, slipje, gordeltje, kousen. Heel sexy. Met de rest ben je minder gelukkig. Ik zoek een lange rok voor je uit. Een hoog sluitend truitje. Een ruim vallend jasje. Heel charmant. Maar erg verhullend. Jammer, zie ik je denken. Ik heb geen woord teveel gezegd over Karl. Je valt gelijk voor hem, zie ik vergenoegd. Je hebt geen aansporing nodig. In het spel van flirten ben je een meester. Evenals hij. Ik zie de hunkering in jullie ogen. Karl, om wat ik hem beloofd heb. Jij omdat je nu eenmaal daarvan houdt. Maar wat zal je krijgen? Ik weet dat je vanochtend al weer vergeten bent. Tijd dus om je daar aan te herinneren. “Eva en ik hebben nog even wat onderling te regelen. Ze heeft wat problemen met haar ondergoed. Moet nodig even gecorrigeerd worden. Als je me niet kwalijk neemt?” Zijn protest is prachtig gespeeld. Het jouwe minder. Dat was echt. Maar ik wimpel beiden weg. “We zijn vrienden! Deelden we vroeger niet alles? Lief en Leed?” Hij is snel overtuigd “Maar zal ik dan even...” “Gewoon blijven zitten.” Jij niet. Niet dat je wilt. Maar je moet. Weet je. Deemoedig sta je op. “Uit,” zeg ik. Opgelucht trek je het jasje uit. Dat was tenminste iets. Want je truitje is strak en geeft je vormen prachtig weer. Maar ik wil meer. Elegant verwijder je ook dat kledingstuk. Om vervolgens sensueel je rok voor ons uit te trekken. Tot je verbazing laat ik je daarna stoppen. “Met je ondergoedprobleem, oorzaak van deze bestraffing, lijkt het me gepast als je het aanhoudt.” Geen punt, zie ik je denken. Jij je zin. Maar ik weet dat, als je op mijn schoot ligt en ik je slipje strak omhoog trek, je teleurgesteld bent. Daar lig je. Je zult zo mijn harde hand voelen. Zonder het genoegen je naaktheid te mogen voelen en tonen. Ik sla je hard zoals gebruikelijk. Net zolang totdat je diep rood kleurt. Natuurlijk schreeuw je. Hoewel ik moet toegeven dat je je voor Karl tracht in te houden. Daarna dwing ik je tegen de muur te wachten. Met je rode billen zichtbaar. Maar met nog steeds je slipje aan. Vernederend, maar voor jou gebruikelijk. Alleen meestal dus zonder slip. In feite: anders altijd naakt. Toch moet het ergste nog komen. Na een kwartier mag je uit de hoek. Ik sta alleen niet toe dat je je aankleedt. Of uitkleedt. Ik wil dat je gewoon je conversatie met Karl voortzet. Tot veel meer ben je nu niet meer in staat. Met je ondergoed op de bank tegenover Karl wordt er niet meer geflirt. In feite wordt er ook maar weinig nog geconverseerd. Voor Karl is dat ook niet nodig. Hij heeft genoeg om naar te kijken. En doet dat ongegeneerd. Voor jou zijn de stiltes des te pijnlijker. Eerst doe ik nog geen poging je te helpen. Laat je lekker lijden. Later neem ik het gesprek over. Je ontspant zichtbaar. Mis. Want behendig leid ik het gesprek naar voor jouw pijnlijke onderwerpen. Over zeden en zedenloosheid. Over hoeren en sletten. Vaak worden ze over één kam geschoren, stel ik. Maar is dat terecht? Persoonlijk, stelt Karl, heb ik het niet zo op hoeren. Maar sletten? Hij werpt onmiskenbaar een blik op jou. Maar wat is dan het verschil? We besluiten het woordenboek er op na te slaan. Volgens De Grote Van Dale staat slet voor: “oorspronkelijk haveloze, slordige vrouw; thans ontuchtige vrouw, lichtekooi.” En lichtekooi: “ontuchtige vrouw, vrouw van losse zeden; hoer.” We kunnen er dus van uitgaan dat een slet niet gelijk staat aan hoer, maar er wel veel van heeft. Ik zet het op scherp: “Een hoer biedt zich tegen betaling aan voor seks.” Karl knikt instemmend. “En een slet heeft een tomeloze behoefte heeft aan seks. Om het even met wie.” Ik zie Karl nogmaals uitdrukkelijk naar je kijken: “akkoord.” “Een hoer kan dus een slet zijn, en omgekeerd,” ga ik verder, “maar vaak zal dat niet het geval zijn.” Ik peins even: “om het ingewikkeld te maken: Een “sletterige hoer” is dan een hoer die het vaak en voor haar lol doet.” “En een “hoerige slet” is een slet die met haar seksuele behoefte erg te koop loopt. Niet zozeer dat dus betaling wordt verlangd.” Alom instemming. Behalve van jou. Dus komen we tot de conclusie dat een hoerige slet dus een slet in het kwadraat is. Je voelt het al aankomen, zie ik: hoe pas jij in dat plaatje? Ik vertel Karl over je onbeschaamde gedrag die ochtend: zonder toestemming zonder slip de stad in. Karls conclusie verrast me niet: dan was je duidelijk een hoerig sletje. Alleen: eentje die er niet voor uit durft te komen. Eigenlijk zijn die het ergste, stelt Karl. Bij een hoerig sletje weet je waar je aan toe bent. Open en eerlijk. Maar jij? Langzaam zink je in de bank weg. “Maar wat er aan te doen?” vraag ik Karl. “Behandel haar voor wat ze waarlijk is. Verleng haar straf in die richting.” “Wil jij dat voor mij doen?” vraag ik hem. Geen probleem. Hij kijkt je geringschattend aan. Je tracht je zo klein mogelijk te maken. Slet! “Slet,” zegt hij, “je bent een hoerige slet.” “Ik zal je laten voelen wat een slet is. En helemaal een hoerige slet.” “Ik ga je nemen, je pakken, gebruiken.” En trekt je ruw omhoog, naar de tafel. Duwt je voorover, zijn linker hand stevig in je nek. Met zijn rechter trekt hij je beha naar boven. Zo kunnen je borsten niet meer meeglijden met je bewegingen, maar rollen ze heen en weer op het stroeve blad. Hij stroopt je slip halverwege je dijen. Schopt je benen uit elkaar. Tast in je kruis. “Nat genoeg,” mompelt hij. Om vervolgens geroutineerd met één hand zijn lid uit zijn broek te trekken. Hij stoot hem bij je naar binnen. En neukt je zonder mededogen. Om als hij klaarkomt zich meteen uit je terug te trekken. Zonder zich om je te bekommeren. Natuurlijk huil je. Ik laat je huilen. Om als je tranen eindelijk gestopt zijn, je weer naar de muur te bevelen. Daar sta je: met je gezicht van me weg, je handen op je hoofd. Daar sta je: je beha boven je naakte borsten nog vast. Met rode billen. Met gespreide benen. Je slip rond je dijen. Daar sta je: zijn sperma langzaam druppend in je slip. Even twijfel ik: zal ik je straf verder verlengen? Zal ik je dwingen je weer onder ons te begeven? Dwingen net te doen alsof je niet half ontkleed bent. Gebruikt bent. Tot slet verklaard? Maar nee: zelfs ik vind dat te wreed. Dus laat ik je gaan. Laat ik je tot rust komen. Laat ik je baden. Om tenslotte terug te komen voor het afscheid van je beul. In je nachtjapon. Met of zonder ondergoed. Daar laat ik naar raden.... een voorwoord: dan ook een nawoord Roald Dahl schreef een prachtig verhaal over een society schilder, die zijn modellen (society-dames dus) eerst naakt schilderde, daaroverheen in hun ondergoed, en daarna pas daaroverheen in vol ornaat. Voor de dames was dat dè reden om voor hem te willen poseren. De plot van het verhaal bestaat echter uit de ultieme wraak jegens de hoofdpersoon van het verhaal, een van de society- dames: haar schilderij wordt gekocht en tentoongesteld. Edoch: tijdens de onthulling blijkt dat de bovenste laag van het schilderij is weggehaald. De dame is afgebeeld in haar ondergoed. Niet naakt, wat immers ook had gekund, iets dat ze waarschijnlijk ook niet had kunnen waarderen, maar in haar ondergoed: de ultieme vernedering. Paul Gérard meer verhalen van Paul Gérard vind je hier: Paul Gérard
verhalen maken dromen waar
|