Gepost op dinsdag 09 oktober 2007 - 07:37 pm: |
|
|
Een poging om mijn gedool door zijn bril te bekijken
“Wil je wat eten?” “Nee, dank je.” “Heb je geen honger dan?” “Nee, écht niet. Dank je." De ergernis groeit hoorbaar bij elke ‘dank je’ - eigenlijk had ik niets anders verwacht. Niet omdat ik haar zo vaak verwen - die haast kinderlijk onschuldige dankbaarheid in haar ogen te zien twinkelen is trouwens waar ik het om doe; nee, haar irritatie verbaast me geenszins omdat ik haar kén en wéét hoe ze al een hele dag aardig probeert te zijn tegen iedereen, hoe ze al uren meer overleeft dan leeft tussen al die sociale maskers die mensen opzetten, druk taterend, meestal zonder echt veel te zeggen. “Een glas Margaux misschien?” “Néé dank je.” Daarom kan ik het haar ook niet kwalijk nemen. Ze is sterk en groeit elke dag nog, daar waak ik uiteraard over – haar breken is niet mijn doel - maar ze is kwetsbaar, mijn meisje, niet opgewassen tegen de verstikkende grijsheid van elke dag, net omdat ze zo anders is. Natuurlijk zoekt ze wanneer ze maar kan haar toevlucht tot bronnen van schoonheid en verwondering, maar op een of andere manier volstaan die niet als tegengif - als veilige schuilplaats. ‘Het is jammer,’ zei ze al zo vaak bij wijze van verontschuldiging, ‘dat jij meestal de laatste bent die ik op een dag zie. Dat het dan op is; ik.’ Eigenlijk is het een zeer stuntelige manier om uiting te geven aan haar gevoel dat ik dus de éérste zou moeten zijn, dat ik voor haar eigenlijk de belangrijkste persoon in haar leven ben, dat besef ik allemaal wel; een liefdesverklaring is het, niets minder. “Wil je iets anders?” “Nee.” “Echt niet?” “Néé!” Stout, stout meisje. En toch ook weer niet. Meer dan een paar minieme duwtjes waren er dus niet nodig om haar hier te krijgen. Om te rechtvaardigen dat zich op de blanke huid van haar hals nu rode vlekken aftekenen onder mijn hand, dat ze geen vin meer verroert nu ik de tijd, ja, eigenhandig heb stilgezet. Als ik zin heb om haar te zien trillen dan laat ik haar trillen, als ik wil dat ze mij voelt, mijn zoete pijn ondergaat, dan accepteert ze die; voor al die dingen heb ik geen enkele reden nodig. Maar wanneer men een weerbarstig en in zichzelf gekeerd meisje moet laten inzien wat goed is voor haar, wanneer men haar wenst te onderrichten, tja, dan dient men nu eenmaal bepaalde stappen te volgen. “Ik denk...dat jij wél nog iets wilt. Nee, ik denk, dat jij zelfs iets nódig hebt.” “Ik heb écht niets nodig.” “Zo zie je er niet uit, wel integendeel. Meer nog, volgens mij voel je zélf donders goed dat ik gelijk heb, nietwaar? Dat ze nu niets meer zegt kan twee dingen betekenen; of ze tracht, indien haar verzet nog groot is, de situatie in te schatten, of, wat gezien haar vermoeidheid waarschijnlijker is, ze denkt niets meer en wacht tot ik meedeel wat er gaat gebeuren. “Dan zal ik het zeggen, omdat ik medelijden met je heb. Déze keer. Wat jij nodig hebt, zijn gloeiende billen.” Als men de hals van een tot inzicht komend meisje loslaat, als men niet langer haar kin optilt om de diepte van haar waterige ogen te peilen, dan heeft dat meestal een uiterst merkwaardig fenomeen tot gevolg, namelijk dat haar hoofd eensklaps niet meer in staat blijkt de zwaartekracht te trotseren. “Zal ik je nog meer helpen?” Een verlegen knikje tussen hangende schouders bewijst dat ze niet van slechte wil is. En als ik me niet vergis, zat dat natte vlekje net nog niet op haar kraag. “Vraag het dan. Geen schaamte.” “Wil je alsjeblieft…?” “Alsjeblieft wat? Zeg het meisje, laat me trots op je zijn.” “Wil je me…wil je me…slaan?…Alsjeblieft?” Haar ongecontroleerde schokken en snikken doen mij waarschijnlijk meer pijn dan haar, maar haar nu omhelzen zou een vergissing zijn, het zou haar leren dat er na elk ongemak, na elke moeite of vernederend moment meteen een knuffel komt, dat elk lijden metéén beloond dient te worden, dat ik me aan een bepaalde sequentie van handelingen dien te houden, dat zij verwachtingen mag koesteren en uiteindelijk misschien zelfs eisen kan gaan stellen. Het enige wat ze mag verwachten, is dat ik haar nooit alleen zal laten. Dat is de essentie. De vorm waarin deze aan haar verschijnt, kies ik zelf. “Doe je broek uit. Nu. Je slip ook, en ga plat op je buik liggen.” De vorm is vandaag het rietje. Nog even, en ze is weer thuis.
eigendom van H. Wotton
|
|
subje
Beginnend lid
Bericht Nummer: 9 Aangemeld: 06-2007
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op woensdag 10 oktober 2007 - 03:40 pm: |
|
je verhaal |
Oh, zo'n mooi verhaal! Het was heel vlot leesbaar en je hebt de kwetsbaarheid van het meisje heel goed weergegeven. Dit stukje vond ik heel mooi: ‘Het is jammer,’ zei ze al zo vaak bij wijze van verontschuldiging, ‘dat jij meestal de laatste bent die ik op een dag zie. Dat het dan op is; ik.’ Eigenlijk is het een zeer stuntelige manier om uiting te geven aan haar gevoel dat ik dus de éérste zou moeten zijn, dat ik voor haar eigenlijk de belangrijkste persoon in haar leven ben, dat besef ik allemaal wel; een liefdesverklaring is het, niets minder. Ik wacht al vol ongeduld op je volgende verhaal.
|
Ghostwriter
Actief lid
Bericht Nummer: 24 Aangemeld: 11-2004
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op zondag 11 november 2007 - 09:11 pm: |
|
En de vorige. |
Heb je al de voorgaande al gelezen, subje? En oh, hoi anima! Long time no see. En ben je nu eigendom van Lord Henry Wotton? Of heb je, ehh, dit verhaal van hem?
|
Janneman
Oppasser
Bericht Nummer: 308 Aangemeld: 03-2004
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op maandag 12 november 2007 - 09:40 am: |
|
Goed |
Goed dat je deze in herinnering brengt, Ghostwriter. Ik vergeet nog weleens wat de laatste tijd en zo was ik ook vergeten op dit korte verhaal te reageren. Ik vind het van een betoverende schoonheid. Het is een soort prelude, of een amuse zo je wilt. Zelden heb ik mooier beschreven gezien hoe hij haar gaat slaan uit liefde en hoe zij daarnaar verlangt. Maar de lichamelijkheid staat eigenlijk helemaal niet op de voorgrond. Het is de geest waarom het gaat. Twee zielen, één gedachte, één wens, één passie. Och, hoeveel mooier zou Romeo and Juliet zijn geweest als die ouwe Shakespeare had geweten van de verdieping die er in het liefdesspel mogelijk is, de verdieping die de twee mensen hierboven wel kennen. O ja, Anima kan schrijven. Janneman
Fantasie is belangrijker dan kennis - Albert Einstein
| |
anima
Bevlogen lid
Bericht Nummer: 108 Aangemeld: 08-2004
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op dinsdag 13 november 2007 - 08:54 am: |
|
Dank |
Dag subje, fijn te vernemen dat je het graag gelezen hebt. De kwetsbaarheid van het meisje was gewoon mijn eigen kwetsbaarheid, dank je voor je genereuze woorden dus. Hoi Ghostwriter. Long time no see indeed - schrijf je nog (zo mooi)? De geregistreerde woorden zijn de mijne, maar H.W. was de regisseur (zie ondertitel) dus ik weet niet precies van wie het schrijfsel eigenlijk is Beste Janneman, is het mogelijk dat u Taming of the Shrew gemist heeft?
eigendom van H. Wotton
| |
Janneman
Oppasser
Bericht Nummer: 310 Aangemeld: 03-2004
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op dinsdag 13 november 2007 - 06:23 pm: |
|
Van feeksen en subjes |
Brave Anima, Ik ben geen boekenverslinder, ik ben maar een eenvoudige jongen. Zo heb ik De Getemde Feeks niet gelezen, want ik had de film al jong gezien. In de uitvoering van Abbott and Costello overigens, dat dan weer wel. Boeiend, zeer boeiend, maar ik weet eigenlijk niet wat deze ingewikkelde verhouding van gezusters en aanstaande echtgenoten met de zinderende erotiek van de door mij genoemde jonggelieven heeft te maken. Ja, het leert dat heer Shakespeare al wel iets wist van onderwerping uit liefde (hoe kan het ook anders in het pre-Victoriaanse tijdperk), maar toch zou ik de capriolen van R & J zoveel amusanter hebben gevonden als hij haar tepels .... afijn, U begrijpt me wel. Wellicht zou het zelfs onze Romeo wat meer ruggengraat hebben gegeven, want een beetje Meester laat zich natuurlijk niet het bos in sturen. Hetgeen allemaal niet wegneemt dat jouw proza leerzaam was. Ga zo door zou ik zeggen. Janneman
Fantasie is belangrijker dan kennis - Albert Einstein
| |
|