Gepost op woensdag 13 september 2006 - 09:40 pm: |
|
| Over-horen
OVERHORING IN AARDRIJKSKUNDE-LES
De klamme warmte van buiten dringt het klaslokaal binnen, waar 3 leerlingen op de bank zitten te wachten: Anna, Marriet en Pieter. Mevrouw Johanna en ik hebben ons voorgenomen om hun kennis van aardrijkskunde goed te toetsen. De vorige les hadden ze zitten bellen blazen; nadien bleek de kauwgum onder de tafel geplakt te zijn. Dit keer gaan we het strakker aanpakken. We hebben afgesproken, dat ik een overhoring over aardrijkskunde zal houden. Intussen zal Johanna alle streken van het drietal rekels in de gaten te houden en snel corrigeren. Het is een “2-op-3-begeleiding”, waar het speciale onderwijs jaloers op zou zijn, maar dat is hier hard nodig. We zetten de 3 belhamels naast elkaar op de grond. Het joch en de 2 dames beginnen gekke bekken te trekken en ik zet hen elk in een hoek van het klaslokaal. Een van de dames murmelt: “onzin!” Dat zie ik anders; ik trek haar rokje omhoog en geef haar meteen 20 harde klappen met een vervelende pollepel op het blote achterwerk. Anna weet slechts een beperkt aantal plaatsen aan de spoorlijn Deventer-Arnhem te noemen en Marriet beschouwt Kampen als een belangrijke havenstad in Twente. Ik hoor enig geginnegap uit diverse hoeken van de kamer, maar doe alsof ik dat niet hoor. Ik laat het expres even uit de hand lopen. Dan begint het jongetje Pieter erg te klieren, hij noemt expres alle plaatsen op in de verkeerde volgorde. Johanna heeft dat –als een directrice- goed in de gaten en zegt: “Zo jongetje, jij hangt me al heel erg lang de keel uit!” Ze trekt hem over de knie en zijn korte broek ver omhoog. Het regent klappen met de extra dikke haarborstel. Na iedere treffer zie ik een witte afdruk, die snel rood kleurt. De vonken lijken er af te vliegen. Het wordt intussen steeds warmer in de kamer, ook omdat de deuren dicht zijn. Anna zegt, dat Helmond ten noorden van Eindhoven ligt. Haar gezicht verraadt een twinkeling en dat staat me niet aan. Helaas moet ik corrigerend optreden en gebruik daarbij een zeer dikke leren riem. Haar achterwerk wordt fraai vuurrood als een ondergaande zon. Op het moment dat ik de middelen van bestaan in Oost-Groningen ter sprake wil brengen, roept Marriet: “We willen een speelkwartier!” Dat is te gortig, daarvan is in dit onderwijstype geen sprake en daarom gaan roepen zonder eerst je hand op te steken is extra brutaal! Ik leg haar over 2 schoolbanken heen die ik aan elkaar heb geschoven en neem een zeer dikke spatel met extra lang handvat. Ik verdeel de klappen evenredig op de beide billen, maar vuur een slotsalvo af op het lage middendeel ervan. Het gekerm en gekreun weerkaatst tegen de muren evenals het geluid van de klappen zelf. Ik zie in mijn ooghoeken nog steeds iemand een lichte grijns, maar hervat de overhoring. Dat gaat nog niet helemaal goed, want nu leunt Anna over een stoelleuning met de kont achteruit. Ik leg mijn hand op het zeer verhitte achterwerk en ik heb het zelf ook behoorlijk warm gekregen. “Vrouw Johanna, denkt u dat ik het haar voldoende duidelijk heb gemaakt, dat ze haar aardrijkskunde moet leren?” “Bijna, ik denk dat ik 20 klappen met die kleine venijnige mattenklopper bij geef!” Langzamerhand beginnen de 3 schavuiten een gestriemder, een steeds kleurrijker en erg pijnlijk achterwerk te krijgen. Ze worden iets rustiger en leren nu om netjes mee te tellen met de klappen die in aantal steeds verder oplopen. Geleidelijk beginnen de speciale leerlingen beter op te letten en soms al een correct antwoord te geven. Bij Anna en Pieter komen het spaans riet eraan te pas en we kijken gespannen toe of de huid niet te doorschijnend wordt. Na opnieuw een reeks van 20 harde meppen zegt iemand uit zichzelf na iedere klap: “dank u wel meester!” Het leerproces werpt nu eindelijk zijn vruchten af.
|
|
Ghostwriter
Lid
Bericht Nummer: 18 Aangemeld: 11-2004
Beoordeling: nog geen Stemmen: 0 (Waardeer!) | Gepost op woensdag 13 september 2006 - 11:26 pm: |
|
Duh, topo |
Tjeez Rein, ik heb echt met die kids van je te doen. Uw toegenegen stamt nog uit de tijd dat men de ligging van wereldplaatsen als Serooskerke en Roodeschool moest leren. Of Zierikzee, maar dat was simpel want dat heb moeder ANWB in haar verwarring al bij Den Bosch aangegeven. Natuurlijk is het volstrekt onbelangrijk hoe Helmond ten opzichte van Eindhoven licht, want al wat men hoeft te onthouden is, dat er ergens een afslag aan de A67 ligt. Tussen Êrhem en Deventer liggen alleen Dieren en Zutphen, dat weet elke student, en daarna Olst, Wijhe en als eindbestemming Zwolle, maar nu eerst Nijmegen, vergeet niet bij het verlaten uw bezittingen mede te nemen.
|
|