Een vreemdeling op haar pad
Je staat bij een vakantievrijetijdspretpark te wachten in de drukte voor de kassa. Het is heerlijk warm, en af en toe strijkt een briesje over je huid. Gelukkig zoekt een verkoelend windje, aangespoord door het geritsel van de bladeren, zich een weg onder jouw rok en loshangende bloes. Je blote huid ontvangt de streling met genoegen. De menigte voor de kassa's pakt samen naarmate het loket dichterbij komt en de openingstijd gaat samenvallen met de wijzers van het grote uurwerk boven de ingang. Het koele briesje beroert nog slechts je kruin terwijl je lichaam wordt omringd en ingesloten door andere lichamen die door één verlangen worden gestuurd; Het verlangen naar genieten, blijdschap, pret. Of zijn er meer verlangens? Je kijkt reikhalzend naar het loket, vele wachtenden verderop. De lichamen om je heen lijken zich bij je binnen te willen dringen. Lichamelijk contact waar je niet om hebt gevraagd. Onbedoeld intiem en tegelijk ongekend anoniem. Anoniem is ook de hand die onder jouw wijde blouse wordt gestoken en zich meester maakt van jouw rechter borst. Die brutale onbekende hand, doet jou zo schrikken dat je knieën er slap van worden. Op het moment dat jij je wilt omdraaien om te zien wie er zo brutaal is mag je weer een stukje opschuiven. De lichamen om je heen dwingen je naar voren. Je hebt geen keus. De hand hoort bij het lichaam achter je. Het torent boven je uit en duwt tegen je rug. De hand verkent je tepel, brutaal aanwezig, schaamteloos direct. Je voelt hoe de vingers zich spreiden en je hele borst omvatten. Daar ligt die hand je kunt er niet aan ontsnappen. Als je durft te gillen zal iedereen je aankijken en sta je hopeloos voor gek. De greep waarmee jouw borst wordt belaagd verstrakt. De vingers drukken steeds harder op jouw zachte vlees. Weer verschuift de menigte en word jij door het torenhoge lichaam achter je voortgestuwd. Het wordt pijnlijk zoals de hand nu in je borst klauwt. Een constante harde druk waaraan je niet kunt ontkomen. Je probeert tevergeefs de dwingende hand weg te duwen, maar je verzet maakt dat de greep op jouw borst zo sterk wordt dat je tranen in je ogen voelt prikken. Je valt ten prooi aan paniek en angst, terwijl de spieren van de vreemde arm hard gespannen tegen je flank duwen. Je móet bijna gillen van pijn maar je durft niet. Geleidelijk aan dreig je te verlammen en wordt je door de massa meegevoerd. Je wilt dat de pijn stopt. Je wilt je vrij voelen en niet een stuk willoos vlees waar een vreemde zomaar in mag knijpen. Daar sta je met tranen in je ogen op een warme zomerdag tussen honderden babbelende mensen die allemaal leuke dingen gaan doen. Daar sta je anoniem, alleen en slachtoffer. Je wilt het liefste dat dit stopt, een kaartje kopen, naar binnen, weg van die brutale dwingende hand. Maar diep in je hart weet je dat je de rest van de dag die hand zult voelen en er zelfs naar verlangen. Je zult niets meer zien van alle attracties. Je zult doelloos ronddwalen en zoeken naar het gezicht, het lichaam dat nu zo dichtbij is, en jou anoniem onderwerpt aan zijn brute wil. Je voelt je slecht. Je voelt je goedkoop. Je weet dat je voor de man die jou dit aandoet niets meer bent dan een naamloos zacht lichaam om in te knijpen. Diep van binnen weet je dat je niets meer dan dit verlangt. Je bent aan de beurt. Hoewel je alleen bent koop je twee toegangskaartjes en vervolgt zonder om te kijken je weg naar het hek bij de entree van het park.
|